ESP TOYOTA RAV4 HYBRID 2019 Instructieboekje (in Dutch)
Page 302 of 622
301
4
4-3. Bedienen van verlic
hting en ruitenwissers
Rijden
lichting worden automatisch uitgescha-
keld als het contact in stand ACC of UIT
wordt gezet.
Zet om de verlichting weer in te schakelen
het contact AAN of zet de lichtschakelaar
een keer in stand en daarna weer in
stand of .
■Zoemer verlichting
Er klinkt een zoemer als het contact in
stand ACC of UIT wordt gezet en het
bestuurdersportier wordt geopend terwijl
de verlichting is ingeschakeld.
■Automatische verticale koplampver-
stelling
De koplamphoogte wordt automatisch
geregeld op basis van het aantal passa-
giers in de auto en de mate van belading
om verblinding van andere weggebruikers
door de koplampen te voorkomen.
■Energiebespar ende functieTy p e A
Om te voorkomen dat de 12V-accu van de
auto ontladen raakt wanneer de koplam-
pen en/of de achterlichten aan zijn terwijl
het contact UIT wordt gezet, schakelt de
energiebesparende functie van de accu
alle verlichting na ongeveer 20 minuten
automatisch uit.
Onder de volgende omstandigheden wordt
de energiebesparende functie van de accu
eenmaal uitgeschakeld en vervolgens
weer geactiveerd. Alle verlichting gaat 20
minuten nadat de energiebesparende
functie van de accu weer is geactiveerd
automatisch uit:
●Wanneer de lichtschakelaar wordt
bediend
●Wanneer een portier wordt geopend of
gesloten
Ty p e B
Om te voorkomen dat de 12V-accu van de
auto ontladen raakt wanneer de lichtscha-
kelaar in de stand staat terwijl het
contact UIT wordt gezet, schakelt de ener-
giebesparende functie alle verlichting na
ongeveer 20 minuten automatisch uit.
Onder de volgende omstandigheden wordt
de energiebesparende functie van de accu eenmaal uitgeschakeld en vervolgens
weer geactiveerd. Alle verlichting gaat 20
minuten nadat de energiebesparende
functie van de accu weer is geactiveerd
automatisch uit:
●Wanneer de lichtschakelaar wordt
bediend
●Wanneer een portier wordt geopend of
gesloten
■Als “Headlight System Malfunction
Visit Your Dealer” (Storing in koplam-
psysteem. Ga naar uw dealer) op het
multi-informatiedisplay wordt weer-
gegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem
aanwezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. gevoeligheid lichtsen-
sor) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor per-
soonlijke voorkeursinstellingen:
→ Blz. 595)
1 Druk bij ingeschakelde koplam-
pen de hendel van u af om het
grootlicht in te schakelen.
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
Laat de verlichting niet langer ingescha-
keld dan noodzakelijk is als het hybride-
systeem niet in werking is.
Inschakelen van het
grootlicht
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 301 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 311 of 622
3104-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4 Gelijktijdig inschakelen rui-
tensproeiers en ruitenwissers
Door de hendel naar voren te duwen tre-
den de ruitenwissers en -sproeiers in wer-
king.
De ruitenwisser maakt automatisch een
aantal wisbewegingen nadat de sproeier
in werking is getreden.
■De achterruitenwisser en -sproeier
kunnen worden bediend als
Het contact AAN staat.
■Als er geen ruitensproeiervloeistof
op de ruit terechtkomt
Controleer of er ruitensproeiervloeistof in
het reservoir aanwezig is en controleer, als
dat het geval is, of de sproeierkop niet ver-
stopt is.
■Aan het openen van de achterklep
gekoppelde onder breking van de
werking van de achterruitenwisser
Als de achterruitenwisser in werking is en
bij stilstaande auto de achterklep wordt
geopend, wordt de werking van de achter-
ruitenwisser onderbroken om te voorko-
men dat iemand in de buurt van de auto
natgespetterd wordt. Als de achterklep
wordt gesloten, wordt de werking van de
achterruitenwisser hervat.
*
*
: Deze instellingen moeten aan de per- soonlijke voorkeur worden aangepast
door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
■Aan de achteruitversnelling gekop-
pelde werking van de achterruiten-
wisser
Als de selectiehendel in stand R wordt
gezet terwijl de ruitenwissers voor in wer-
king zijn, maakt de achterruitenwisser één
wisslag.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instelling van de aan de achteruitver-
snelling gekoppelde werking kan worden
gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor per-
soonlijke voorkeursinstellingen:
→ Blz. 595)
OPMERKING
■Als het sproeierreservoir leeg is
Druk niet constant op de schakelaar,
aangezien de sproeierpomp oververhit
kan raken.
■Wanneer een sproeier verstopt
raakt
Neem in dit geval contact op met een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Probeer als een sproeierkop verstopt is
geraakt deze niet schoon te maken met
een naald of iets dergelijks. Hierdoor
kan de sproeierkop beschadigd raken.
■Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
Laat, als het hybridesysteem is uitge-
schakeld, de ruitenwisser niet langer
ingeschakeld dan noodzakelijk is.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 310 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 400 of 622
399
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●Voertuigen vlak bij uw auto die plotse-
ling accelereren of decelereren
●Vangrails, muren, bebording, gepar-
keerde auto's en vergelijkbare stil-
staande objecten
*
●Kleine motorfietsen, fietsen, voetgan-
gers, enz.*
●Voertuigen die van de auto af bewegen
●Voertuigen die naderen vanuit parkeer-
ruimtes naast uw auto*
●Objecten die zich zeer dicht bij een
radarsensor bevinden*
●Voertuigen die de auto van rechts of
links achter de auto naderen met een
snelheid van minder dan ongeveer 8
km/h
●Voertuigen die de auto van rechts of
links achter de auto naderen met een
snelheid van meer dan ongeveer 28
km/h
*: Afhankelijk van de omstandigheden
wordt er mogelijk een auto en/of object
gesignaleerd.
■Omstandigheden waaronder het sys-
teem mogelijk werkt, zelfs als er geen
kans op een aanrijding is
Onder sommige omstandigheden, zoals
de onderstaande, werkt de Parking Sup-
port Brake-functie (voor voertuigen die
achterlangs rijden) mogelijk zelfs als er
geen kans op een aanrijding is.
●Wanneer de parkeerplaats uitkijkt op
een straat en er auto's over die straat rij-
den
●Wanneer een gesignaleerde naderende
auto een bocht maakt
●Wanneer een voertuig uw auto van opzij
passeert
●Wanneer de afstand tussen uw auto en
metalen objecten, zoals een vangrail,
muur, verkeersbord of geparkeerde
auto, die mogelijk elektrische golven
richting de achterzijde van de auto
reflecteren, kort is
●Als er zich ronddraaiende objecten,
zoals een ventilator van een airco-unit,
in de buurt van de auto bevinden
●Als er water op de achterbumper spat of
gespoten wordt, bijvoorbeeld van een
sproeier
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 399 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 414 of 622
413
4
4-6. Rijtips
Rijden
4-6.Rijtips
Bij gebruik van de ECO-rijmodus kan
het koppel dat correspondeert met de
mate waarin het gaspedaal wordt
ingetrapt geleidelijker worden afge-
geven dan onder normale omstandig-
heden. Bovendien wordt de werking
van de airconditioning (verwar-
men/koelen) geminimaliseerd zodat
er minder brandstof verbruikt wordt.
(
→Blz. 401)
Milieubewust rijden is mogelijk door
de hybridesysteemindicator binnen
de Eco-zone te houden. ( →Blz. 133,
140) Zet de selectiehendel in stand D als u
moet wachten bij een verkeerslicht of
als u in druk verkeer rijdt. Selecteer
stand P wanneer de auto geparkeerd
wordt. Als u stand N gebruikt, is er
geen positief effect op het brandstof-
verbruik. In stand N werkt de benzi-
nemotor, maar kan er geen
elektriciteit worden opgewekt. Ook bij
gebruik van de airconditioning, enz.
wordt het vermogen van het batterij-
pakket (tractiebatterij) verbruikt.
Rijd zo vloeiend mogelijk. Voor-
kom onnodig snel accelereren en
hard remmen. Wanneer geleide-
lijk wordt geaccelereerd en gede-
celereerd, worden de voordelen
van de elektromotor (tractiemotor)
beter benut, zodat het brandstof-
verbruik van de benzinemotor
lager is.
Voorkom herhaaldelijk accelere-
ren. Herhaaldelijk accelereren put
het batterijpakket (tractiebatterij)
uit waardoor er meer brandstof
wordt verbruikt. Het batterijpakket
kan worden opgeladen door tij-
dens het rijden het gaspedaal iets
te laten opkomen.
Rijden met een
hybrideauto
Besteed aandacht aan de vol-
gende punten om zuinig en mili-
euvriendelijk te rijden:
Gebruik van de ECO-
rijmodus
Gebruik van de
hybridesysteemindicator
Wijzigen van de
schakelstand
Bedienen van het
gaspedaal/rempedaal
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 413 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 420 of 622
419
4
4-6. Rijtips
Rijden
Neem wanneer u gaat terreinrijden
de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht voor optimaal rijgenot en om
te voorkomen dat terreinrijden in
bepaalde gebieden niet meer wordt
toegestaan:
Rijd alleen in gebieden waar off-
road-auto's mogen rijden.
Respecteer particulier eigendom.
Vraag toestemming aan de eige-
naar voordat u een privéterrein
betreedt.
Betreed geen afgesloten gebie-
den. Respecteer hekken, afsluitin-
gen en borden die u de toegang
ontzeggen.
Blijf op de gebaande paden. Pas,
als het nat is, uw rijtechniek aan of
ga langzamer rijden om schade
aan het terrein te voorkomen.
Terreinrijden
WAARSCHUWING
■Voorzorgsmaatregelen voor ter-
reinrijden
Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len altijd in acht om de kans op ernstig
letsel en schade aan uw auto tot een
minimum te beperken:
●Rijd voorzichtig bij terreinrijden.
Neem geen onnodige risico's door op
gevaarlijke plaatsen te rijden.
●Pak de spaken van het stuurwiel niet
vast als u door terrein rijdt. Een plot-
selinge hobbel kan het stuurwiel ver-
draaien en uw handen verwonden.
Houd beide handen en vooral de dui-
men op de buitenkant van de stuur-
wielrand.
●Controleer altijd de werking van de
remmen direct na het rijden door
zand, modder, water of sneeuw.
●Controleer na het rijden door lang
gras, modder, zand, riviertjes, over
stenen, enz. of er geen gras, takken,
papier, doeken, stenen, zand, enz.
aan de onderkant is blijven hangen of
vastzit. Verwijder dergelijke onregel-
matigheden van de onderkant van de
auto. Als met de auto wordt gereden
terwijl deze materialen onder de auto
vastzitten of blijven hangen, kan de
auto kapot gaan of kan er brand ont-
staan.
●Als u over onverharde wegen of door
ruw terrein rijdt, rijd dan niet met hoge
snelheid, spring niet met de auto,
maak geen scherpe bochten, raak
geen voorwerpen, enz. Dit kan ervoor
zorgen dat u de controle over de auto
verliest of over de kop slaat, waar-
door ernstig letsel kan ontstaan.
Bovendien bestaat dan de kans dat er
kostbare schade ontstaat aan de
wielophanging en het chassis van de
auto.
OPMERKING
■Voorkomen van waterschade
Neem alle veiligheidsmaatregelen in
acht om er zeker van te zijn dat er geen
waterschade aan het batterijpakket
(tractiebatterij), het hybridesysteem of
andere onderdelen ontstaat.
●Water in de motorruimte kan ernstige
schade aan het hybridesysteem ver-
oorzaken. Water in het interieur kan
kortsluiting veroorzaken in het batte-
rijpakket (tractiebatterij) dat zich
onder de achterstoelen bevindt.
●Water dat in de hybridetransmissie
komt, beschadigt de transmissie. Het
controlelampje kan gaan branden en
er kan mogelijk niet met de auto gere-
den worden.
●Water kan het vet van de wiellagers
spoelen, roestvorming veroorzaken
en zorgen voor storingen. Het water
kan in de hybridetransmissie terecht-
komen, waardoor de smerende
eigenschappen van de olie afnemen.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 419 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 455 of 622
4546-1. Onderhoud en verzorging
6-1.Onderhoud en verzorging
Spoel de auto van boven naar
beneden af met veel water en ver-
wijder zo vuil en stof van de car-
rosserie, uit de wielkasten en van
de onderkant van de auto.
Was de auto met een spons of een
zachte doek (bijv. een zeemlap).
Verwijder hardnekkige vlekken
met een autowasmiddel en spoel
grondig af met water.
Veeg overtollig water weg.
Wanneer het water niet meer in
druppels op de lak blijft liggen,
moet de auto opnieuw in de was
worden gezet.
Zet de auto alleen in de was als de car-
rosserie is afgekoeld.
■Wassen in de wasstraat
●Voordat u de wasstraat inrijdt:
• Klap de spiegels in
• Schakel de elektrisch bedienbare ach- terklep uit (indien aanwezig)
Begin met wassen vanaf de voorzijde van
de auto. Klap de spiegels weer uit voordat
u gaat rijden.
●Sommige borstels in wasstraten kun-
nen krassen veroorzaken, waardoor de
lak van uw auto wordt beschadigd.
●In sommige autowasserettes wordt de
achterspoiler mogelijk niet gereinigd. Ook bestaat er mogelijk een verhoogde
kans op schade aan de auto.
■Hogedrukreinigers
Spuit niet van dichtbij op de randen van de
portieren of de ruiten en blijf er niet langdu-
rig op spuiten, omdat er anders water in
het interieur terecht kan komen.
■Opmerking voor auto's met Smart
entry-systeem en sta rtknop (indien
aanwezig)
Als de portiergreep nat wordt terwijl de
elektronische sleutel zich binnen het werk-
zame gebied bevindt, kan het portier her-
haaldelijk worden vergrendeld en
ontgrendeld. Volg in dat geval de correc-
tieprocedure hieronder bij het wassen van
de auto:
●Leg de sleutel op een afstand van ten
minste 2 m van de auto als u de auto
wast. (Zorg ervoor dat de sleutel niet
gestolen wordt.)
●Schakel de energiebespaarmodus van
de elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te scha-
kelen. (→ Blz. 206)
■Lichtmetalen velgen
●Verwijder vuil onmiddellijk met een neu-
traal reinigingsmiddel.
●Spoel het reinigingsmiddel direct na het
gebruik weg met water.
●Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len in acht om de lak tegen beschadi-
ging te beschermen.
• Gebruik geen zuurhoudende of alkali- sche middelen of schuurmiddelen.
• Gebruik geen harde borstels.
• Reinig de velgen niet met reinigingsmid- delen als de velgen, bijvoorbeeld na het
rijden of stilstaan bij warm weer, nog
warm zijn.
■Bumpers
Gebruik geen schuurmiddelen.
Reinigen en bescher men
van het exterieur van uw
auto
Voer het volgende uit om uw
auto te beschermen en in per-
fecte staat te houden:
Reinigingsinstructies
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 454 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 473 of 622
4726-3. Zelf uit te voeren onderhoud
De 12V-accu bevindt zich aan de
rechterzijde van de bagageruimte.
■Voorzorgsmaatregelen voor het opla-
den van de accu
Tijdens het opladen van de 12V-accu ont-
staat het licht ontvlambare en explosieve
waterstof. Houd u daarom voor het opla-
den aan de volgende voorzorgsmaatrege-
len:
●Als de 12V-accu in de auto is gemon-
teerd, moet voorafgaand aan het opla-
den de massakabel worden
losgenomen.
●Zorg ervoor dat de acculader tijdens het
aansluiten en losnemen van de accu-
klemmen is uitgeschakeld.
■Na het laden/aansluiten van de 12V-
accu
Mogelijk start het hybridesysteem niet.
Volg de onderstaande procedure om het
systeem te initialiseren.
1 Zet de selectiehendel in stand P.
2 Open en sluit een van de portieren.
3 Schakel het hybridesysteem weer in.
●Nadat de 12V-accu losgenomen is
geweest en weer is aangesloten, is het
wellicht niet meteen mogelijk om de por-
tieren met het Smart entry-systeem met
startknop te ontgrendelen. Gebruik in
dat geval de afstandsbediening of de
mechanische sleutel om de portieren te
vergrendelen of ontgrendelen.
OPMERKING
■Vul het reservoir uitsluitend met
ruitensproeiervloeistof
Gebruik geen zeepsop of motorantivries
in plaats van ruitensproeiervloeistof.
Wanneer u dit wel doet, kan de lak van
uw auto worden aangetast en de pomp
beschadigd raken, waardoor er geen
ruitensproeiervloeistof meer kan worden
gesproeid.
■Verdunnen van ruitensproeier-
vloeistof
Verdun ruitensproeiervloeistof indien
nodig met water.
Raadpleeg de op het etiket van de rui-
tensproeiervloeistoffles aangegeven
temperaturen voor de juiste mengver-
houding.
12V-accu
Plaats
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 472 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 486 of 622
485
6
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
bandenspanningswaarschuwingssys-
teem worden geïnitialiseerd. Laat de
identificatiecodes van de banden-
spanningssensoren en -zenders
registreren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
(
→Blz. 487)
■Bij het vervangen van banden en vel-
gen
Als de identificatiecode van de banden-
spanningssensor en -zender niet is gere-
gistreerd, werkt het
bandenspanningswaarschuwingssysteem
niet correct. Na ongeveer 10 minuten rij-
den gaat het waarschuwingslampje lage
bandenspanning gedurende 1 minuut
knipperen en het blijft daarna branden om
aan te geven dat er een storing in het sys-
teem aanwezig is.
■Het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem moet worden
geïnitialiseerd onder de vol-
gende omstandigheden:
Bij het wisselen van wielen.
Als de band is gewisseld.
Nadat de identificatiecodes zijn
geregistreerd. ( →Blz. 487)
Als het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem wordt geïnitialiseerd,
wordt de actuele bandenspanning als
referentiespanning beschouwd.
■Initialiseren van het banden-
spanningswaarschuwingssys-
teem
1 Parkeer de auto op een veilige
plaats en schakel het hybridesys-
teem uit.
Er kan niet worden geïnitialiseerd wan-
neer de auto rijdt.
OPMERKING
■Repareren of vervangen van ban-
den, velgen, bandenspanningssen-
soren, -zenders en ventieldopjes
●Neem voor het verwijderen en plaat-
sen van wielen, banden of banden-
spanningssensoren en -zenders
contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige omdat de
bandenspanningssensoren en -zen-
ders beschadigd kunnen raken als er
niet voorzichtig mee wordt omge-
gaan.
●Vergeet niet de dopjes weer op de
ventielen aan te brengen. Als de ven-
tieldopjes niet geplaatst worden, dan
kan er water in de bandenspannings-
sensoren terechtkomen en kunnen ze
vast gaan zitten.
●Vervang ventieldopjes alleen door het
voorgeschreven type ventieldopje.
Anders kunnen de dopjes vast komen
te zitten.
■Voorkomen van s chade aan de
bandenspanning ssensoren en -
zenders
Als een band is gerepareerd met ban-
denreparatievloeistof, werken de ban-
denspanningssensor en -zender
mogelijk niet goed. Neem wanneer ban-
denreparatievloeistof is gebruikt zo snel
mogelijk contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige. Ver-
vang bij het repareren of vervangen van
de band de bandenspanningssensor en
-zender. ( →Blz. 477, 489)
Initialiseren van het
bandenspannings-
waarschuwingssysteem
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 485 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 487 of 622
4866-3. Zelf uit te voeren onderhoud
2Breng de banden op de voorge-
schreven spanning bij koude ban-
den. ( →Blz. 583)
Breng de banden op de voorgeschreven
spanning voor de banden in koude toe-
stand. Deze spanning vormt de referen-
tiespanning voor het
bandenspanningswaarschuwingssys-
teem.
3Zet het contact AAN.
4 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumen-
tenpaneel op het stuurwiel en
selecteer .
5 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumen-
tenpaneel, selecteer “Vehicle
Settings” (voertuiginstellingen) en
druk vervolgens op .
6 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumen-
tenpaneel, selecteer TPWS en
druk vervolgens op .
7 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumen-
tenpaneel en selecteer “Set
Pressure” (stel bandenspanning
in). Houd vervolgens inge-
drukt.
De melding “Setting Tire Pressure Warn-
ing System” (bandenspanningswaarschu-
wingssysteem wordt i ngesteld) wordt
weergegeven op het multi-informatiedis-
play en het waarschuwingslampje lage
bandenspanning knippert 3 keer.
Wanneer de melding verdwijnt, is de initi-
alisatie voltooid.
■Wanneer initialiseren
Voer de initialisatie uit na het op spanning
brengen van de banden.
Zorg er daarnaast voor dat de banden
koud zijn bij de initialisatie en bij het aan-
passen van de bandenspanning.
■De initialisatieprocedure
●Als u het contact tijdens de initialisatie
per ongeluk UIT hebt gezet, dan is het
niet noodzakelijk de initialisatie weer te
starten, omdat de initialisatie automa-
tisch wordt herstart wanneer het contact
de volgende keer AAN wordt gezet.
●Als u per ongeluk de initialisatie uitvoert
wanneer initialiseren niet nodig is, breng
de banden dan op de juiste spanning
wanneer ze koud zijn en voer de initiali-
satie opnieuw uit.
■Als de initialisatie van het banden-
spanningswaarsch uwingssysteem
niet voltooid is
De initialisatie kan worden uitgevoerd in
enkele minuten. In de volgende gevallen
worden de instellingen echter niet opge-
slagen en zal het syst eem niet goed wer-
ken. Laat, als herhaalde pogingen de
bandenspanning op te slaan mislukken, de
auto nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
●Als de resetknop van het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem wordt
bediend, gaat het waarschuwingslampje
lage bandenspanning niet 3 keer knip-
peren.
●Nadat er na de initialisatie gedurende
een bepaalde tijd gereden is, gaat het
waarschuwingslampje branden nadat
het gedurende 1 minuut heeft geknip-
perd.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 486 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 550 of 622
549
7
7-2. Stappen die genomen moe
ten worden in noodgevallen
Bij problemen
23Plaats het ontluchtingsdopje op
het uiteinde van de slang.
Als het ontluchtingsdopje niet wordt
geplaatst, ontsnapt er mogelijk bandenre-
paratievloeistof en kan de auto vuil wor-
den.
24Berg de fles, terwijl deze aan de
compressor is bevestigd, op in de
bagageruimte.
25 Voorkom plotseling remmen, plot-
seling accelereren en scherpe
bochten. Rijd voorzichtig met een
snelheid van maximaal 80 km/h
naar de dichtstbijzijnde erkende
Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige die zich binnen een
afstand van 100 km bevindt voor
het repareren of vervangen van
de band.
Neem voor de reparatie van een band of
afvoer van de bandenreparatieset contact
op met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Laat wanneer u de band laat repareren of
vervangen, de erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige weten dat er bandenrepara-
tievloeistof is ingespoten.
■Als de band te hard is opgepompt
1 Neem de slang los van het ventiel.
2 Plaats het dopje op het uiteinde van de
slang en duw het uitstekende gedeelte
van het dopje in het ventiel van de
band om wat lucht te laten ontsnap-
pen.
3 Neem de slang los van het ventiel, ver-
wijder het dopje van de slang en sluit
dan de slang weer aan.
4 Zet de compressor aan, wacht enkele
seconden en zet de compressor weer
uit. Controleer of de bandenspannings-
meter de voorgeschreven spanning
aangeeft.
Zet de compressor weer aan als de span-
ning onder de voorgeschreven waarde ligt
en vul de band tot de juiste spanning is
bereikt.
■Nadat een band is gerepareerd met
de bandenreparatieset
●Vervang de bandenspanningssensor en
-zender.
●Zelfs als de bandenspanning op het
voorgeschreven niveau ligt, gaat moge-
lijk het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning branden/knipperen.
■Aanwijzing voor het controleren van
de bandenreparatieset
Controleer regelmatig de uiterste houd-
baarheidsdatum van de bandenreparatie-
vloeistof. De uiterste houdbaarheidsdatum
staat vermeld op de fles. Gebruik de ban-
denreparatievloeistof niet wanneer de
uiterste houdbaarheidsdatum is verstre-
ken. Anders worden reparaties met de
bandenreparatieset mogelijk niet goed uit-
gevoerd.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 549 Friday, March 22, 2019 11:40 AM