TOYOTA YARIS CROSS 2022 Instructieboekje (in Dutch)
Page 231 of 618
229
4
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
●Er wordt met de auto gereden op een 
plaats waar de weg zich splitst, wegen 
samenkomen, enz.
●Vanwege wegwerkzaamheden bevin-
den zich asfaltreparatiemarkeringen, 
witte (gele) lijnen, enz. op de weg.
●Er zijn schaduwen op de weg die paral-
lel lopen aan de witte (gele) lijnen of 
deze bedekken.
●Er wordt met de auto gereden in een 
gebied zonder witte (gele) lijnen, zoals 
voor een tolboom of kaartautomaat of 
op een kruising.
●De witte (gele) lijnen zijn onderbroken of 
er zijn verhoogde rijstrookmarkeringen 
of stenen aanwezig.
●De witte (gele) lijnen zijn niet of moeilijk 
te zien door zand, enz.
●Er wordt met de auto gereden op een 
wegdek dat nat is door regen, plassen, 
enz.
●De verkeerslijnen zijn geel (waardoor ze 
mogelijk moeilijker te herkennen zijn 
dan witte lijnen).
●De witte (gele) lijnen lopen over een 
stoeprand, enz.
●Er wordt met de auto gereden op een 
helder oppervlak, zoals beton.
●Als de rand van de weg niet duidelijk of 
niet recht is.
●Er wordt met de auto gereden op een 
oppervlak dat helder is als gevolg van 
gereflecteerd licht, enz.
●Er wordt met de auto gereden in een 
gebied waar de helderheid plotseling 
verandert, zoals bij in- en uitgangen van 
tunnels.
●Licht van de koplampen van een tegen-
ligger, de zon, enz. dringt de camera 
binnen.
●Er wordt gereden op een helling.
●Er wordt gereden op een weg die naar 
links of rechts helt of op een bochtige 
weg.
●Er wordt gereden op een onverharde of 
ongelijkmatige weg.
●De rijstrook is zeer smal of breed.
●De auto helt sterk over door het vervoe-
ren van zware bagage of door een 
onjuiste bandenspanning.
●De afstand tot de voorligger is extreem 
kort.
●De auto beweegt vaak op en neer ten 
gevolge van de wegomstandigheden tij-
dens het rijden (slechte wegen of naden 
in het wegdek).
●Wanneer u met uitgeschakelde koplam-
pen in een tunnel of in het donker rijdt of 
wanneer een koplamp gedimd wordt 
doordat het lampglas vuil of niet goed 
uitgelijnd is.
●De auto heeft last van zijwind.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book  Page  229  Monday, September 6, 2021  11:13 AM 
Page 232 of 618
230
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Lane Departure Alert-functie
Wanneer het systeem vaststelt dat de 
auto de rijstrook of de rijbaan
* dreigt te 
verlaten, wordt een waarschuwing 
weergegeven op het multi-informatie-
display en klinkt er een waarschuwings-
zoemer of trilt het stuurwiel om de 
bestuurder te waarschuwen.
Wanneer de waarschuwingszoemer klinkt of 
het stuurwiel trilt, controleer dan het gebied 
rondom uw auto en stuur de auto voorzichtig 
terug naar het midden van de rijstrook.
Auto met BSM: Wanneer het systeem vast-
stelt dat de auto de rijstrook dreigt te verla-
ten en dat de kans op een aanrijding met 
een inhalende auto in de naastgelegen rij-
strook groot is, treedt de Lane Departure 
Alert in werking, zelfs wanneer de richting-
aanwijzers zijn ingeschakeld.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de  weg, zoals gras, grond of een stoeprand
WAARSCHUWING
●De auto krijgt een windstoot door een 
passerend voertuig op een naastgele-
gen rijstrook.
●De auto is net van rijstrook gewisseld of 
een kruising overgestoken.
●Er worden banden gebruikt met ver-
schillende structuren of profielen of van 
verschillende fabrikanten of merken.
●Als er een andere maat banden dan 
voorgeschreven is gemonteerd
●Er zijn winterbanden, enz. gemonteerd.
●Er wordt gereden met extreem hoge 
snelheden
Functies die zijn opgenomen in 
het LTA-systeem
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book  Page  230  Monday, September 6, 2021  11:13 AM 
Page 233 of 618
231
4
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Stuurassistentiefunctie
Wanneer het systeem vaststelt dat de 
auto de rijstrook of de rijbaan
* dreigt te 
verlaten, helpt het  systeem voor zover 
nodig om de auto in de rijstrook te hou-
den door kortstondig  het stuurwiel licht 
te bedienen.
Auto met BSM: Wanneer het systeem vast-
stelt dat de auto de rijstrook dreigt te verla-
ten en dat de kans op een aanrijding met 
een inhalende auto in de naastgelegen rij-
strook groot is, treedt de stuurassistentie-
functie in werking, zelfs wanneer de richting-
aanwijzers zijn ingeschakeld.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de  weg, zoals gras, grond of een stoeprand
■Waarschuwingsfunctie slingeren 
auto
Wanneer de auto in een rijstrook slin-
gert, klinkt er een zoemer en wordt er 
een melding weergegeven op het multi-
informatiedisplay om de bestuurder te 
waarschuwen.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book  Page  231  Monday, September 6, 2021  11:13 AM 
Page 234 of 618
232
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Lane Centering-functie
Deze functie is gekoppeld aan het Dyna-
mic Radar Cruise Control-systeem en 
levert de benodigde assistentie door het 
stuurwiel te bedienen om de auto op zijn 
huidige rijstrook te houden.
De Lane Centering-functie werkt niet als het 
Dynamic Radar Cruise Control-systeem niet 
is ingeschakeld.
In gevallen waarin de witte (gele) rijstrook-
markeringen niet (goed) zichtbaar zijn, bij-
voorbeeld wanneer u in een file staat, treedt 
deze functie in werking om te helpen een 
voorligger te volgen door de positie van die 
voorligger in de gaten te houden.
■De Lane Centering-functie aan-/
uitzetten
Druk op de toets LTA.
De Lane Centering-functie wordt telkens 
wanneer de toets wordt ingedrukt aan/uit 
gezet.
De actuele instelling wordt weergegeven op 
het multi-informatiedisplay.
Lane Centering-functie aan
“LTA  Steering Assist Active  Lane 
Centering Active” (Active Lane Cen-
tering-functie van de LTA-stuuras-
sistentie ingeschakeld)
Lane Centering-functie uit“LTA  Steering Assist Active”  (LTA-
stuurassistentie  ingeschakeld)
■LTA-systeem uitschakelen
Houd de toets LTA ingedrukt.
Het controlelampje LTA dooft wanneer de 
LTA wordt uitgeschakeld.
Druk nogmaals op de toets om het systeem 
weer in te schakelen.
De LTA wordt ingeschakeld telkens wanneer 
het contact AAN wordt gezet.
De Lane Centering-functie blijft echter de 
status (AAN/UIT) houden die de functie had 
voordat het contact UIT werd gezet.
Instellingen LTA-systeem
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book  Page  232  Monday, September 6, 2021  11:13 AM 
Page 235 of 618
233
4
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Controlelampje LTA
Aan de hand van de verlichtingsstatus van de 
indicator wordt de bestuurder geïnformeerd 
over de bedrijfsstatus van het systeem.
Brandt wit: LTA-systeem is in werking.
Brandt groen: De stuurassistentie van de 
stuurassistentiefunctie of de Lane Cente-
ring-functie is in werking.
Knippert oranje: Lane Departure Alert-func-
tie is in werking.
Display werking van ondersteuning 
stuurwielbediening
Wordt weergegeven wanneer het multi-infor-
matiedisplay wordt overgeschakeld op het 
informatiescherm voor ondersteunende sys-
temen.
Geeft aan dat de stuurassistentie van de 
stuurassistentiefunctie of de Lane Cente-
ring-functie in werking is.
Beide buitenkanten van de rijstrook worden 
weergegeven: Geeft aan dat de stuurwielas-
sistentie van de Lane Centering-functie in 
werking is.
Eén buitenkant van de rijstrook wordt weerge-
geven: Geeft aan dat de stuurwielassistentie 
van de stuurassistentiefunctie in werking is.
Beide buitenkanten van de rijstrook knippe-
ren: Waarschuwt de bestuurder dat hij in 
actie moet komen om in het midden van de 
rijstrook te blijven (Lane Centering-functie).
Display rijden met de volgregeling
Wordt weergegeven wanneer het multi-infor-
matiedisplay wordt overgeschakeld op het 
informatiescherm voor ondersteunende sys-
temen.
Geeft aan dat de stuurassistentie van de Lane 
Centering-functie in werking is door de positie 
van de voorligger in de gaten te houden.
Wanneer het display voor rijden met de volg-
regeling wordt weergegeven en de voorlig-
ger in beweging is, beweegt uw auto zich 
mogelijk op dezelfde wijze. Houd uw omge-
ving altijd goed in de gaten te houden en 
bedien indien nodig het stuurwiel om de rij-
richting van de auto te corrigeren en de vei-
ligheid te garanderen.
Display Lane Departure Alert-functie
Wordt weergegeven wanneer het multi-infor-
matiedisplay wordt overgeschakeld op het 
informatiescherm voor ondersteunende sys-
temen.
Binnenzijde van de weergegeven 
lijnen is wit
Dit geeft aan dat het systeem witte 
(gele) lijnen of een rijbaan
* herkent. Als 
de auto de rijstrook verlaat, knippert de 
witte lijn die wordt weergegeven aan de 
zijde waar de auto de strook verlaat 
oranje.
Meldingen op het 
multi-informatiedisplay
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book  Page  233  Monday, September 6, 2021  11:13 AM 
Page 236 of 618
234
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Binnenzijde van de weergegeven 
lijnen is zwart
Dit geeft aan dat het systeem witte 
(gele) lijnen of een rijbaan
* niet kan her-
kennen of tijdelijk is uitgeschakeld.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de  weg, zoals gras, grond of een stoeprand
■Voorwaarden voor werking van de func-
ties
●Lane Departure Alert-functie
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
• LTA is ingeschakeld.
• De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of  hoger.
*1
• Het systeem herkent witte (gele) rijstrook-markeringen of een rijbaan*2. (Wanneer 
slechts aan één zijde een witte [gele] mar-
kering of een rijbaan
*2 wordt herkend, 
werkt het systeem uitsluitend voor de her-
kende zijde.)
• De breedte van de rijstrook is ten minste  ongeveer 3 m.
• De richtingaanwijzersc hakelaar wordt niet 
bediend.
(Auto's met BSM: Behalve wanneer een ander 
voertuig zich op de rijstrook bevindt aan de 
zijde van de bediende richtingaanwijzer)
• Er wordt niet gereden in een scherpe bocht.
• Er worden geen systeemstoringen gesig- naleerd. ( Blz. 236)
*1: De functie werkt zelfs als de rijsnelheid 
lager is dan ongeveer 50 km/h terwijl de 
Lane Centering-functie in werking is.
*2: De grens tussen asfalt en de kant van de weg, zoals gras, grond of een stoeprand
●Stuurassistentiefunctie
Deze functie werkt wanneer niet alleen aan 
alle werkingsvoorwaarden voor de Lane 
Departure Alert-functie wordt voldaan, maar 
ook aan alle onderstaande voorwaarden.
• Er wordt niet in een vastgestelde mate of  sneller geaccelereerd of gedecelereerd.
• Het stuurwiel wordt niet bediend met een  stuurkracht die geschikt is voor het veran-
deren van rijstrook.
• Het ABS, de VSC, de TRC en het PCS  werken niet.
• De TRC of VSC is niet uitgeschakeld.
• De waarschuwing handen van het stuur- wiel wordt niet weergegeven. ( Blz. 235)
●Waarschuwingsfunctie slingeren auto
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
• De instelling voor “Sway Warning” (waar-
schuwing voor slingeren) in   van het 
multi-informatiedisplay is ON (aan). 
( Blz. 457)
• De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of hoger.• De breedte van de rijstrook is ten minste 
ongeveer 3 m.
• Er worden geen systeemstoringen gesig- naleerd. ( Blz. 236)
●Lane Centering-functie
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
• LTA is ingeschakeld.
• De instelling voor “Lane Centre” (midden 
rijstrook) in   van het multi-informatie-
display is ON (aan) ( Blz. 457)
• Deze functie herkent wi tte (gele) rijstrook-
markeringen of de positie van een voorlig-
ger (behalve bij kleine voorliggers, zoals 
een motorfiets).
• Het Dynamic Radar Cruise Control-sys- teem werkt in de afstandsregelmodus.
• De breedte van de rijstrook is ongeveer  3 - 4 m.
• De richtingaanwijzersc hakelaar wordt niet 
bediend.
• Er wordt niet gereden in een scherpe bocht.• Er worden geen systeemstoringen gesig- naleerd. ( Blz. 236)
• Er wordt niet in een vastgestelde mate of  sneller geaccelereerd of gedecelereerd.
• Het stuurwiel wordt niet bediend met een  stuurkracht die geschikt is voor het veran-
deren van rijstrook.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book  Page  234  Monday, September 6, 2021  11:13 AM 
Page 237 of 618
235
4
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
• Het ABS, de VSC, de TRC en het PCS werken niet.
• De TRC of VSC is niet uitgeschakeld.
• De waarschuwing handen van het stuur- wiel wordt niet weergegeven. ( Blz. 235)
• De auto rijdt in het midden van een rijstrook.• Stuurassistentiefunctie  is niet in werking.
■Tijdelijk uitschakelen van functies
●Als niet langer aan de werkingsvoorwaar-
den wordt voldaan, wordt een functie 
mogelijk tijdelijk uitgeschakeld. Als  echter 
weer aan de werkingsvoorwaarden wordt 
voldaan, wordt de werking van de functie 
automatisch hervat. ( Blz. 234)
●Als niet langer aan de werkingsvoorwaar-
den (Blz. 234) wordt voldaan terwijl de 
Lane Centering-functie in werking is, kan 
het stuurwiel trillen en een zoemer klinken 
om aan te geven dat de functie tijdelijk is 
uitgeschakeld. Als de persoonlijke voor-
keursinstelling “Steering wheel vibration” 
(stuurwieltrillingsfunctie)  echter is ingesteld 
op “On” (aan), waarschuwt het systeem de 
bestuurder door het stuurwiel te laten trillen 
in plaats van de zoemer te laten klinken.
■Stuurassistentiefunctie/Lane Centering-
functie
●Afhankelijk van de rijs nelheid, de situatie 
rondom het verlaten van de rijstrook, de 
wegomstandigheden, enz. merkt de 
bestuurder mogelijk niet dat de functie in 
werking is of werkt de functie mogelijk 
helemaal niet.
●De bediening van het stuurwiel door de 
bestuurder krijgt prioriteit t.o.v. de stuurre-
geling van de functie.
●Probeer niet zelf de werking van de 
stuurassistentiefunctie te testen.
■Lane Departure Alert-functie
●De waarschuwingszoemer is mogelijk 
slecht te horen door geluiden van buiten, 
afspelen van muziek, enz. Ook zijn trillingen 
van het stuurwiel mogelijk niet goed voel-
baar door de wegomstandigheden, enz.
●Als de rand van de rijbaan* niet duidelijk of 
niet recht is, werkt de Lane Departure 
Alert-functie mogelijk niet.
●Auto's met BSM: Het systeem kan mogelijk 
niet vaststellen of er een gevaar bestaat 
voor een aanrijding met een voertuig op 
een aangrenzende rijstrook.
●Probeer niet zelf de werking van de Lane 
Departure Alert-functie te testen.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de 
weg, zoals gras, grond of een stoeprand
■Waarschuwing handen van het stuurwiel
In de volgende situaties wordt op het multi-
informatiedisplay een waarschuwingsmelding 
weergegeven om de bestuurder aan te sporen 
het stuurwiel vast te houden. Tevens wordt het 
in de afbeelding weergegeven symbool op het 
multi-informatiedisplay weergegeven. De 
waarschuwing stopt wann eer het systeem sig-
naleert dat de bestuurder het stuurwiel vast-
houdt. Houd uw handen altijd aan het stuur-
wiel wanneer u dit systeem gebruikt, ongeacht 
eventuele waarschuwingen.
●Wanneer het systeem signaleert dat de 
bestuurder rijdt zonder het stuurwiel vast te 
houden terwijl het systeem in werking is
Als de bestuurder zijn handen van het stuur-
wiel blijft houden, klinkt de zoemer, wordt de 
bestuurder gewaarschuwd en wordt de func-
tie tijdelijk uitgesc hakeld. Deze waarschu-
wing werkt op dezelfde wijze als de bestuur-
der het stuurwiel licht blijft vasthouden.
De zoemer klinkt ook als het type waarschu-
wing is ingesteld op de stuurwieltrillingsfunctie.
●Wanneer bij het nemen van een bocht het 
systeem vaststelt dat de auto de rijstrook 
dreigt te verlaten terwijl de Lane Centering-
functie in werking is.
Afhankelijk van de voertuigconditie en de 
conditie van de weg, wordt er mogelijk geen 
waarschuwing gegeven. Bovendien wordt, 
als het systeem signaleert dat de auto in een 
bocht rijdt, de bestuurder eerder gewaar-
schuwd dan bij het rijden op een rechte weg.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book  Page  235  Monday, September 6, 2021  11:13 AM 
Page 238 of 618
236
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
●Wanneer het systeem signaleert dat de 
bestuurder rijdt zonder het stuurwiel vast te 
houden terwijl de stuurassistentie in wer-
king is.
Als de bestuurder zijn handen van het stuur-
wiel blijft houden en de stuurwielassistentie in 
werking is, klinkt de zoemer en wordt de 
bestuurder gewaarschuwd. Elke keer dat de 
zoemer klinkt, houdt het geluid hiervan langer 
aan.
De zoemer klinkt ook als het type waarschu-
wing is ingesteld op de stuurwieltrillingsfunctie.
■Waarschuwingsfunctie slingeren auto
Als het systeem oordeelt dat de auto slingert 
terwijl de waarschuwingsf unctie voor het slin-
geren van de auto in werking is, klinkt er een 
zoemer en wordt er een waarschuwingsmel-
ding weergegeven om de bestuurder aan te 
sporen rust te nemen. Tegelijkertijd wordt het 
in de afbeelding weergegeven symbool op 
het multi-informatiedisplay weergegeven.
Afhankelijk van de auto en de conditie van de 
weg, wordt er mogelijk geen waarschuwing 
gegeven.
■Waarschuwingsmelding
Als de volgende waarschuwingsmelding 
wordt weergegeven op het multi-informatie-
display en het controlelampje LTA oranje 
brandt, volg dan de desbetreffende storing-
zoekprocedure. Volg de instructies die op het 
scherm worden weergegeven als er een 
andere waarschuwingsmelding wordt weer-
gegeven.
●“LTA Malfunction Visit Your Dealer” (Sto-
ring in LTA. Ga naar uw dealer)
Het systeem werkt mogelijk niet goed. Laat 
de auto nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere 
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige.
●“LTA Unavailable” (LTA niet beschikbaar)
Het systeem is tijdelijk uitgesc hakeld als 
gevolg van een storing in een andere sensor 
dan de camera voor. Schakel het LTA-sys-
teem uit, wacht een poosje en schakel het 
LTA-systeem weer in.
●“LTA Unavailable at Current Speed” (LTA 
niet beschikbaar bij huidige snelheid)
De functie kan niet worden gebruikt als de 
rijsnelheid hoger is dan het werkingsbereik 
van het LTA-systeem. Rijd langzamer.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Er kunnen instellingen van de functie worden 
gewijzigd. 
(Systemen met mogelijkheden voor persoon-
lijke voorkeur sinstellingen:Blz. 457)
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book  Page  236  Monday, September 6, 2021  11:13 AM 
Page 239 of 618
237
4
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
*: Indien aanwezig
Wanneer de afstandsregelmodus is 
ingeschakeld, accelereert, decelereert 
en stopt de auto automatisch overeen-
komstig de veranderingen in snelheid 
van de voorligger, zelfs wanneer het 
gaspedaal niet wordt ingetrapt. In de 
constante-snelheidsregelmodus rijdt de 
auto met een constante snelheid.
Gebruik de Dynamic Radar Cruise 
Control met volledig snelheidsbereik op 
autowegen en snelwegen.
Afstandsregelmodus ( Blz. 240)
 Constante-snelheidsregelmodus 
(Blz. 244)
■Weergave instrumentenpaneel
Multi-informatiedisplay
Ingestelde snelheid
Controlelampjes
■BedieningsschakelaarsAfstandsschakelaar
Schakelaar +RES
Uitschakeltoets
Schakelaar -SET
Cruise control-hoofdschakelaarDynamic Radar Cruise 
Control met volledig 
snelheidsbereik
*
Overzicht van functies
Systeemonderdelen
WAARSCHUWING
■Voordat u de Dynamic Radar Cruise 
Control met volledig snelheidsbereik 
gebruikt
●Voor veilig rijden is alleen de bestuurder 
verantwoordelijk. Vertrouw niet alleen 
op het systeem en rijd voorzichtig door 
altijd goed op de omgeving te letten.
●De Dynamic Radar Cruise Control met 
volledig snelheidsbereik biedt onder-
steuning bij het rijden om de bestuurder 
te ontlasten. Er zijn echter grenzen aan 
de geboden ondersteuning.
Lees de hierna gegeven aanwijzingen 
aandachtig door. Vertrouw niet blindelings 
op dit systeem en rijd altijd voorzichtig.
• Omstandigheden waarin de sensor  voorliggers mogelijk niet op de juiste 
manier signaleert:  Blz. 247
• Omstandigheden waaronder de  afstandsregelmodus mogelijk niet goed 
werkt:  Blz. 248
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book  Page  237  Monday, September 6, 2021  11:13 AM 
Page 240 of 618
238
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
WAARSCHUWING
●Stel de geschikte snelheid in op basis 
van de snelheidslimiet, de verkeersin-
tensiteit, de wegcondities, de weersom-
standigheden, enz. De bestuurder is 
verantwoordelijk voor het controleren 
van de ingestelde snelheid.
●Zelfs als het systeem normaal werkt, 
kan de door het systeem gesignaleerde 
status van de voorligger afwijken van de 
door de bestuurder waargenomen sta-
tus. Daarom moet de bestuurder altijd 
alert blijven, het gevaar van elke situatie 
inschatten en veilig rijden. Volledig ver-
trouwen op het systeem of aannemen 
dat het systeem de veiligheid garan-
deert tijdens het rijden kan leiden tot 
een ongeval met dodelijk of ernstig let-
sel als gevolg.
●Schakel de Dynamic Radar Cruise Con-
trol met volledig snelheidsbereik uit met 
de cruise control-hoofdschakelaar als 
deze niet wordt gebruikt.
■Waarschuwingen met betrekking tot 
de ondersteunende systemen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen 
in acht, aangezien er grenzen zijn aan de 
door het systeem geboden ondersteuning. 
Als u dat niet doet, kunt u een ongeval ver-
oorzaken, waardoor dodelijk of ernstig let-
sel kan ontstaan.
●De bestuurder helpen bij het meten van 
de volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control met vol-
ledig snelheidsbereik dient alleen ter 
ondersteuning van de bestuurder bij het 
bepalen van de volgafstand tussen de 
eigen auto en een bepaalde voorligger. 
Het systeem is niet bedoeld om zorgeloos 
of roekeloos rijgedrag te rechtvaardigen 
en kan de bestuurder ook niet helpen tij-
dens het rijden bij slecht zicht.
Het blijft noodzakelij k dat de bestuurder 
zelf de omgeving van de auto goed in de 
gaten houdt.
●De bestuurder helpen bij het bepalen 
van de juiste volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control met vol-
ledig snelheidsbereik bepaalt of de volgaf-
stand tussen de eigen auto en een 
bepaalde voorligger binnen een vastge-
legd bereik ligt. Het systeem kan geen 
andere beoordelingen maken. Het is 
daarom strikt noodzakelijk dat u zelf alert 
blijft en inschat of een situatie mogelijk 
gevaarlijk is.
●De bestuurder helpen bij het bedienen 
van de auto
De Dynamic Radar Cruise Control met vol-
ledig snelheidsberei k heeft geen functies 
om aanrijdingen met een voorligger te 
voorkomen of vermijden. Daarom dient u 
wanneer er gevaar dreigt direct de con-
trole over de auto te nemen en juist te han-
delen om de veiligheid van alle betrokke-
nen te garanderen.
■Situaties waarin de Dynamic Radar 
Cruise Control met volledig snel-
heidsbereik niet kan worden gebruikt
Gebruik de Dynamic Radar Cruise Control 
met volledig snelheidsbereik niet in de vol-
gende situaties. Als u dat wel doet, wordt 
de snelheid mogelijk niet goed geregeld, 
waardoor een ongeval met dodelijk of ern-
stig letsel kan ontstaan.
●Op wegen met voetgangers, fietsers, 
enz.
●In druk verkeer
●Op wegen met scherpe bochten
●Op slingerende wegen
●Op wegen die door regen, ijs of sneeuw 
glad zijn
●Op steile hellingen bergafwaarts of op 
afwisselend sterk dalende en sterk stij-
gende wegen
Bij het afdalen van een steile helling kan 
de rijsnelheid de inge stelde snelheid over-
schrijden.
●Op invoegstroken van autowegen en 
snelwegen
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book  Page  238  Monday, September 6, 2021  11:13 AM