TOYOTA YARIS CROSS 2022 Instructieboekje (in Dutch)
Page 241 of 618
239
4
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
●Als de weersomstandigheden zo slecht 
zijn dat ze een juiste signalering door de 
sensoren onmogelijk zouden kunnen 
maken (mist, sneeuw, zandstorm, zware 
regenval, enz.)
●Als er regen, sneeuw, enz. op de voor-
zijde van de radar of de camera voor zit
●In verkeersomstandigheden waarbij her-
haaldelijk accelereren en decelereren 
noodzakelijk is
●Bij het rijden met een aanhangwagen of 
tijdens het slepen in een noodgeval
●Als er vaak een naderingswaarschu-
wing hoorbaar is
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book  Page 239  Monday, September 6, 2021  11:13 AM 
Page 242 of 618
240
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
In deze modus registreert een radar of er binnen ongeveer 100 meter voor u een 
voertuig rijdt. Deze sensor wordt tevens gebruikt om de afstand tussen uw auto en 
de voorligger te berekenen en een geschikte afstand tussen uw auto en de voorlig-
ger te handhaven. De gewenste tussenafs tand kan tevens met de afstandsschake-
laar worden ingesteld.
Bij het afdalen van een helling kan de tussenafstand korter worden.
Voorbeeld van het rijden me t een constante snelheid
Wanneer er geen voorliggers zijn
De auto rijdt met de snelheid die door de bestuurder is ingesteld.
Voorbeeld van deceleratie en het volgen van een auto
Wanneer een voorligger langzamer rijdt dan de ingestelde snelheid
Als er een voorligger wordt gesignaleerd, verlaagt het systeem automatisch de snelheid van 
uw auto. Als de snelheid nog meer moet worden  gereduceerd, schakelt het systeem het rem-
systeem in (de remlichten gaan dan branden). Het systeem regelt de snelheid van de auto zo 
dat de afstand die de bestuurder heeft ingest eld tot de voorligger gehandhaafd blijft. Als het 
systeem de snelheid niet genoeg kan verlagen om een veilige afstand tot de voorligger te cre-
ëren, klinkt er een naderingswaarschuwing.
Wanneer uw voorligger stopt, stopt uw auto ook (de auto wordt door het systeem stilgezet). 
Als uw voorligger begint te rijden, wordt het ri jden met de volgregeling hervat wanneer u op de 
schakelaar +RES drukt of het gaspedaal intrapt (bed iening om weg te rijden). Als de bediening 
om weg te rijden niet wordt uitgevoerd, zorgt de regeling van het systeem ervoor dat uw auto 
stil blijft staan.
Als u de richtingaanwijzers inschakelt en bij een ri jsnelheid van 80 km/h of hoger een rijstrook 
opschuift om in te halen, zal de auto accele reren zodat een voertuig op de andere rijstrook 
sneller kan worden ingehaald.
Rijden in de afstandsregelmodus
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book  Page  240  Monday, September 6, 2021  11:13 AM 
Page 243 of 618
241
4
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Het oordeel van het systeem met betrekking tot wat een rijstrook voor inhalen is, is mogelijk 
alleen gebaseerd op de positie van het stuurwiel in  de auto (bestuurder links of rechts) Als de 
auto rijdt in een regio waar de rijstrook voor  inhalen zich aan de andere kant bevindt dan waar 
de auto normaal rijdt, accelereert de auto mogelijk wanneer de richti ngaanwijzerschakelaar 
wordt bediend in de tegengestelde richting van de ri jstrook voor inhalen (bijv. als de bestuur-
der normaal rijdt in een regio waar de rijstrook  voor inhalen zich rechts bevindt, maar de 
bestuurder rijdt nu in een regio waar de rijstrook  voor inhalen zich links bevindt, accelereert de 
auto mogelijk als de richtingaanwij zer rechts wordt ingeschakeld).
Voorbeeld van acceleratie
Als er geen voorliggers meer zijn die langzamer rijden dan de ingestelde snelheid
Het systeem verhoogt de snelheid totdat de inges telde snelheid bereikt wordt. Het systeem 
schakelt vervolgens weer over op  het rijden met constante snelheid.
1Druk op de cruise control-hoofd-
schakelaar om de cruise control in 
te schakelen.
Het controlelampje van de Dynamic Radar 
Cruise Control gaat branden en er wordt een 
melding weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay. Druk nogmaals op de schakelaar 
om de cruise control uit te schakelen.
Als de cruise control-hoofdschakelaar gedu-
rende ten minste 1,5 seconden ingedrukt 
wordt gehouden, schakelt het systeem over 
op de constante-snelheidsregelmodus. 
( Blz. 244)
“Radar Ready” (radar gereed) 2
Accelereer of decelereer met 
behulp van het gaspedaal naar de 
gewenste rijsnelheid (ongeveer 30 
km/h of hoger) en druk op de scha-
kelaar -SET om de snelheid op te 
slaan.
Het controlelampje cruise control SET gaat 
branden.
De rijsnelheid op het moment dat de schake-
laar wordt losgelaten, wordt de ingestelde 
snelheid.
Instellen van de rijsnelheid 
(afstandsregelmodus)
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book  Page  241  Monday, September 6, 2021  11:13 AM 
Page 244 of 618
242
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Wijzigen van de ingestelde snel-
heid met de schakelaar
Druk, om de ingestelde snelheid te wij-
zigen, op de schakelaar +RES of -SET 
totdat de gewenste snelheid wordt 
weergegeven.
1Verhogen van de snelheid (behalve 
wanneer de auto door het systeem is 
stilgezet in de afstandsregelmodus)
2 Verlagen van de snelheid
Fijnafstelling: Druk op de schakelaar.
Ruime afstelling: Houd de schakelaar inge-
drukt om de snelheid te  wijzigen en laat hem 
los als de gewenste snelheid is bereikt.
Als de afstandsregelmodus is inge-
schakeld, wordt de ingestelde snelheid 
als volgt verhoogd of verlaagd:
Fijnafstelling: 1 km/h*1 of 1 mph*2 telkens als 
de schakelaar wordt ingedrukt
Ruime afstelling: Wordt in stappen van 5 km/
h
*1 of 5 mph*2 verhoogd of verlaagd zolang 
de schakelaar ingedrukt wordt gehouden
In de constante-snelheidsregelmodus 
(Blz. 244) wordt de ingestelde snel-
heid als volgt verhoogd of verlaagd:
Fijnafstelling: 1 km/h*1 of 1 mph*2 telkens als 
de schakelaar wordt ingedrukt
Ruime afstelling: Zolang de schakelaar inge-
drukt wordt gehouden, wordt de snelheid 
gewijzigd.
*1: Wanneer de ingestelde snelheid wordt  getoond in “km/h”
*2: Wanneer de ingestelde snelheid getoond 
wordt in “MPH”
■Wijzigen van de ingestelde snel-
heid met het gaspedaal
1Accelereer met behulp van het gas-
pedaal naar de gewenste rijsnelheid.
2 Druk op de schakelaar -SET.
Door de schakelaar in te drukken wordt 
de afstand tot de voorligger als volgt 
gewijzigd:
1 Lang
2 Gemiddeld
3 Kort
Als er een auto voor u rijdt, wordt het symbool 
voor een voorligger   ook weergegeven.
Wijzigen van de ingestelde 
snelheid
Wijzigen van de tussenafstand 
(afstandsregelmodus)
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book  Page  242  Monday, September 6, 2021  11:13 AM 
Page 245 of 618
243
4
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Selecteer een afstand in de onder-
staande tabel. Houd er rekening mee 
dat de aangegeven afstanden overeen-
komen met een rijsnelheid van 80 km/h. 
De tussenafstand is afhankelijk van de 
rijsnelheid. Wanneer de auto wordt stil-
gezet door het systeem, stopt de auto 
op een bepaalde tussenafstand, afhan-
kelijk van de situatie.
Druk op de schakelaar +RES als uw 
voorligger begint te rijden.
Het volgen van uw voorligger wordt ook her-
vat als u het gaspedaal intrapt wanneer uw 
voorligger begint te rijden.
“Push Cruise Control Switch or 
Press Accelerator to Resume” (druk 
op cruise control-schakelaar of trap 
gaspedaal in om te hervatten) 1
Als u op de uitschakeltoets drukt, 
wordt de snelheidsregeling uitge-
schakeld.
De snelheidsregeling  wordt eveneens uitge-
schakeld als het rempedaal wordt ingetrapt. 
(Als de auto is stilgezet door het systeem, 
wordt de snelheidsinstelling niet geannu-
leerd als het rempedaal wordt ingetrapt.)
2 Als u op de schakelaar +RES drukt, 
wordt de cruise control hervat en 
wordt de ingestelde rijsnelheid 
hervat.
Instellingen tussenafstand 
(afstandsregelmodus)
AfstandsoptiesTussenafstand
LangOngeveer 50 m
GemiddeldOngeveer 40 m
KortOngeveer 30 m
Hervatten van het rijden met 
de volgregeling als de auto 
is stilgezet door het systeem 
(afstandsregelmodus)
Uitschakelen en hervatten 
van de snelheidsregeling
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book  Page  243  Monday, September 6, 2021  11:13 AM 
Page 246 of 618
244
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Wanneer uw auto een voorligger te 
dicht nadert en automatisch decelere-
ren door middel van de cruise control 
niet mogelijk is, zal het scherm gaan 
knipperen en een zoemer klinken om 
de bestuurder te waarschuwen. Dit kan 
bijvoorbeeld gebeuren als een andere 
bestuurder vóór u invoegt terwijl u een 
voorligger volgt. Trap het rempedaal in 
om voldoende afstand tot uw voorligger 
te houden.
■Mogelijk worden geen waarschu-
wingen gegeven
In de volgende gevallen worden moge-
lijk geen waarschuwingen gegeven als 
de tussenafstand klein is.
 Als de snelheid van de voorligger 
gelijk is aan of hoger is dan de snel-
heid van uw eigen auto
 Als de voorligger extreem langzaam 
rijdt
 Direct nadat de snelheid van de 
cruise control is ingesteld
 Bij het intrappen van het gaspedaal Wanneer de constante-snelheidsregel-
modus is geselecteerd, blijft de auto 
met een ingestelde snelheid rijden, 
zonder de tussenafstand te regelen. 
Selecteer deze modus alleen wanneer 
de afstandsregelmodus niet goed werkt 
als gevolg van een vuile radar.
1
Houd bij uitgeschakelde cruise con-
trol de cruise control-hoofdschake-
laar gedurende ten minste 1,5 
seconden ingedrukt.
Direct nadat op de schakelaar is gedrukt, 
gaat het controlelampje Dynamic Radar 
Cruise Control branden. Vervolgens gaat het 
controlelampje cruise control branden.
Overschakelen naar de constante-snel-
heidsregelmodus is al leen mogelijk als de 
schakelaar wordt bediend terwijl de cruise 
control uit staat.
2 Accelereer of decelereer met 
behulp van het gaspedaal naar de 
gewenste rijsnelheid (ongeveer 30 
km/h of hoger) en druk op de scha-
kelaar -SET om de snelheid op te 
slaan.
Het controlelampje cruise control SET gaat 
branden.
De rijsnelheid op het moment dat de schake-
laar wordt losgelaten, wordt de ingestelde 
snelheid.
Wijzigen van de i ngestelde snelheid: 
 Blz. 242
Naderingswaarschuwing 
(afstandsregelmodus)Selecteren van de constante-
snelheidsregelmodus
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book  Page  244  Monday, September 6, 2021  11:13 AM 
Page 247 of 618
245
4
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Uitschakelen en hervatten van de ingestelde 
snelheid: Blz. 243
Wanneer deze functie is ingeschakeld 
en het systeem in de afstandsregelmo-
dus (Blz. 240) werkt en een verkeers-
bord met een snelheidslimiet wordt 
gesignaleerd, wordt de herkende snel-
heidslimiet weergegeven met een pijl 
omhoog/omlaag. De  ingestelde snel-
heid kan tot de herkende snelheidsli-
miet worden verhoogd/verlaagd door 
de schakelaar +RES/-SET ingedrukt te 
houden.
 Wanneer de op dat moment inge-
stelde snelheid lager is dan de her-
kende snelheidslimiet
Houd de schakelaar +RES ingedrukt.
 Wanneer de op dat moment inge-
stelde snelheid hoger is dan de her-
kende snelheidslimiet
Houd de schakelaar -SET ingedrukt.
Dynamic Radar Cruise Control 
met Road Sign Assist (indien 
aanwezig)
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book  Page  245  Monday, September 6, 2021  11:13 AM 
Page 248 of 618
246
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
U kunt de Dynamic Radar Cruise Con-
trol met Road Sign Assist inschakelen/
uitschakelen via   op het multi-infor-
matiedisplay. (Blz. 457)
Wanneer de Dynamic Radar Cruise Con-
trol met Road Sign Assist in werking is 
en u bergaf rijdt, overschrijdt de rijsnel-
heid mogelijk de ingestelde snelheid.
In dit geval wordt de weergegeven 
ingestelde rijsnelheid verlicht en klinkt 
er een zoemer om de bestuurder te 
waarschuwen.
■De Dynamic Radar Cruise Control met 
volledig snelheidsbereik kan worden 
gebruikt als
●De selectiehendel in stand D staat.
●De gewenste snelheid kan worden inge-
steld wanneer de rijsnelheid ongeveer 30 
km/h of hoger is. 
(Als de snelheid echter wordt ingesteld ter-
wijl de rijsnelheid lager is dan ongeveer 30 
km/h, wordt de snelheid ingesteld op onge-
veer 30 km/h.)
■Accelereren na het instellen van de 
rijsnelheid
Bedien het gaspedaal om te accelereren. Na 
het accelereren gaat de auto weer rijden met 
de ingestelde snelheid. Als de afstandsregel-
modus is ingeschakeld, neemt de rijsnelheid 
echter mogelijk af tot onder de ingestelde 
snelheid, zodat de afstand tot de voorligger 
gehandhaafd blijft.
■Als de auto stopt tijdens rijden met de 
volgregeling
●Door op de schakelaar +RES te drukken 
terwijl de voorligger stopt, wordt, als de 
voorligger begint te rijden, binnen onge-
veer 3 seconden nadat op de schakelaar 
is gedrukt het rijden met de volgregeling 
hervat.
●Als de voorligger binnen 3 seconden nadat 
uw auto is gestopt begint te rijden, wordt 
het rijden met de volgregeling hervat.
■Automatisch uitschakelen van de 
afstandsregelmodus
De afstandsregelmodus wordt automatisch 
uitgeschakeld in de volgende situaties.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde peri-
ode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld.
●De sensor kan niet goed signaleren omdat 
hij ergens door bedekt is.
●Wanneer de remregeling of de begren-
zingsregeling voor het vermogen van een 
ondersteunend systeem in werking is. 
(Bijvoorbeeld: Pre-Cr ash Safety-systeem, 
wegrijregeling)
●De parkeerrem is geactiveerd.
●De auto wordt door het systeem stilgezet 
op een steile helling.
●Als de auto door het systeem is stilgezet, 
wordt het volgen van de voorligger in de 
volgende gevallen niet hervat:
• De bestuurder draagt geen veiligheids- gordel.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• De auto heeft ongeveer 3 minuten stilge- staan.
Als de afstandsregelmodus om een andere 
dan de hierboven genoemde redenen auto-
matisch uitgeschakeld wordt, kan er een sto-
ring in het systeem aanwezig zijn. Neem con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of 
hersteller/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Automatisch uitschakelen van de con-
stante-snelheidsregelmodus
De constante-snelhei dsregelmodus wordt 
automatisch uitgeschakeld in de volgende 
situaties:
●Actuele rijsnelheid zakt tot meer dan onge-
veer 16 km/h onder de ingestelde rijsnel-
heid.
●Werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer 
30 km/h.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde peri-
ode geactiveerd.
Inschakelen/uitschakelen 
Dynamic Radar Cruise Control 
met Road Sign Assist (indien 
aanwezig)
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book  Page  246  Monday, September 6, 2021  11:13 AM 
Page 249 of 618
247
4
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld.
●Wanneer de remregeling of de begren-
zingsregeling voor het vermogen van een 
ondersteunend systeem in werking is. 
(Bijvoorbeeld: Pre-Crash Safety-systeem, 
wegrijregeling)
●De parkeerrem is geactiveerd.
Als de constante-snelheidsregelmodus om 
een andere dan de hierboven genoemde 
redenen automatisch uitgeschakeld wordt, 
kan er een storing in het systeem aanwezig 
zijn. Neem contact op met een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een 
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
■De Dynamic Radar Cruise Control met 
Road Sign Assist werkt mogelijk niet 
goed wanneer (indien aanwezig)
De Dynamic Radar Cruise Control met Road 
Sign Assist werkt mogelijk niet goed in situa-
ties waarbij de RSA mogelijk niet goed werkt 
of niet goed signaleert ( Blz. 264). Contro-
leer daarom, wanneer u deze functie 
gebruikt, het weergegeven verkeersbord met 
de snelheidslimiet.
In de onderstaande gevallen wordt de inge-
stelde snelheid mogelijk niet gewijzigd in de 
herkende snelheidslimiet door het ingedrukt 
houden van de schakelaar +RES/-SET:
●Als er geen informatie over de snelheidsli-
miet beschikbaar is
●Wanneer de herkende snelheidslimiet 
gelijk is aan de ingestelde snelheid
●Wanneer de herkende snelheidslimiet bui-
ten het snelheidsbereik van het Dynamic 
Radar Cruise Control-systeem ligt
■Werking van de remmen
Er kan een geluid van de remmen hoorbaar 
zijn en de reactie van het rempedaal kan ver-
anderen, maar dit duidt niet op een storing.
■Waarschuwingsmeldingen en zoemers 
voor de Dynamic Radar Cruise Control 
met volledig snelheidsbereik
Waarschuwingsmeldingen en zoemers wor-
den gebruikt om een systeemstoring aan te 
geven of om de bestuurder te informeren dat 
hij tijdens het rijden extra moet opletten. Lees 
de op het multi-informatiedisplay weergege-
ven waarschuwingsmelding en volg de aan-
wijzingen op. ( Blz. 214, 413)
■Omstandigheden waarin de sensor 
voorliggers mogelijk niet op de juiste 
manier signaleert
Bedien in onderstaande gevallen en afhanke-
lijk van de omstandigheden het rempedaal 
wanneer het systeem onvoldoende decele-
reert of bedien het gaspedaal wanneer moet 
worden geaccelereerd.
Omdat de sensor deze voertuigen wellicht 
niet op de juiste manier signaleert, wordt er 
mogelijk geen naderingswaarschuwing 
(  Blz. 244) gegeven.
●Auto's die plotseling voor u invoegen
●Auto's die met lage snelheden rijden
●Auto's die niet op dez elfde rijstrook rijden
●Voertuigen met een relatief kleine achter-
zijde (aanhangwagens zonder lading, enz.)
●Motorfietsen die op dezelfde rijstrook rijden
●Als door omringend verkeer opgeworpen 
water of sneeuw de signalering door de 
sensor hindert
●Als de achterzijde van de auto ver ingezakt 
is (omdat er zware lading in de bagage-
ruimte vervoerd wordt, enz.)
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book  Page  247  Monday, September 6, 2021  11:13 AM 
Page 250 of 618
248
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
●De voorligger heeft een extreem grote 
bodemvrijheid
■Omstandigheden waaronder de 
afstandsregelmodus mogelijk niet goed 
werkt
Bedien indien nodig in onderstaande geval-
len het rempedaal (of, afhankelijk van de situ-
atie, het gaspedaal).
Doordat de sensor voorliggers mogelijk niet 
op de juiste manier signaleert, werkt het sys-
teem mogelijk niet goed.
●Als de weg erg bochtig is of de rijstroken 
erg smal zijn
●Als u veelvuldig stuurcorrecties moet uit-
voeren of frequent va n rijstrook wisselt
●Als uw voorligger plotseling decelereert
●Als u op een weg rijdt die wordt omgeven 
door een constructie, zoals in een tunnel of 
op een ijzeren brug
●Als de rijsnelheid afneemt tot de ingestelde 
snelheid na acceleratie van de auto door 
intrappen van het gaspedaal.
*: Indien aanwezig
Wanneer de afstandsregelmodus is 
ingeschakeld, accelereert en decele-
reert de auto automatisch overeenkom-
stig de veranderingen in snelheid van 
de voorligger, zelfs wanneer het gaspe-
daal niet wordt ingetrapt. In de con-
stante-snelheidsregelmodus rijdt de 
auto met een constante snelheid.
Gebruik de Dynamic Radar Cruise 
Control op autowegen en snelwegen.
 Afstandsregelmodus ( Blz. 251)
 Constante-snelheidsregelmodus 
(Blz. 255)
■Weergave instrumentenpaneel
Multi-informatiedisplay
Ingestelde snelheid
Controlelampjes
Dynamic Radar Cruise 
Control*
Overzicht van functies
Systeemonderdelen
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book  Page  248  Monday, September 6, 2021  11:13 AM