display TOYOTA YARIS CROSS 2022 Instructieboekje (in Dutch)

Page 136 of 618

134
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
De instellingen van het systeem van de
elektrisch bedienbare achterklep kun-
nen worden gewijzigd door het scherm
“Vehicle Settings” (voertuiginstellingen)
- (4,2 inch display) of (7 inch display) weer te geven
via het instelscherm van het multi-infor-
matiedisplay. ( Blz. 457)
De gewijzigde instellingen van de elektrisch
bedienbare achterklep worden niet gereset
door het UIT zetten van het contact. Om de
oorspronkelijke instellingen te herstellen,
moeten deze worden teruggezet op het
instelscherm van het multi-informatiedisplay.
De geopende positie van de elektrisch
bedienbare achterklep kan worden
aangepast.
1 Stopt de beweging van de achter-
klep in de gewenste positie.
(Blz. 125)
2 Houd de schakelaar van de elek-
trisch bedienbare achterklep op de
achterklep gedurende ongeveer 2
seconden ingedrukt.
Wanneer het instellen is voltooid, klinkt de
zoemer 4 maal.
OPMERKING
●Stel de sensor regeling voetbediening
en zijn omgeving niet bloot aan krach-
tige schokken.
Als de sensor regeling voetbediening of
zijn omgeving blootgesteld zijn aan
krachtige schokken, werkt de sensor
regeling voetbedieni ng mogelijk niet
goed meer. Laat de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige als de sensor regeling voetbedie-
ning in de volgende situaties niet werkt.
• De sensor regeling voetbediening of zijn omgeving zijn blootgesteld aan krach-
tige schokken.
• Er zitten krassen of beschadigingen op de onderzijde van het midden van de
achterbumper.
●Demonteer de achterbumper niet.
●Breng geen stickers aan op de achter-
bumper.
●Breng geen lak aan op de achterbumper.
●Deactiveer de sensor regeling voetbe-
diening als er op de elektrisch bedien-
bare achterklep een fietsendrager of
een vergelijkbaar zwaar onderdeel
gemonteerd is. ( Blz. 134)
Wijzigen van in stellingen van
de elektrisch bedienbare
achterklep (auto's met
elektrisch bedienbare
achterklep)
Aanpassing van de geopende
positie van de achterklep
(auto's met elektrisch
bedienbare achterklep)
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 134 Monday, September 6, 2021 11:13 AM

Page 137 of 618

135
3
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
Wanneer de volgende keer de achterklep
wordt geopend, stopt deze in die positie.
■Uitschakeling van de aangepaste
geopende positie van de achterklep
Houd de schakelaar van de elektrisch
bedienbare achterklep op de achterklep
gedurende ongeveer 7 seconden ingedrukt.
Nadat de zoemer 4 maal heeft geklonken,
klinkt hij nog eens tweemaal. Wanneer de
elektrisch bedienbare achterklep de volgende
keer wordt geopend, wordt de achterklep
geopend tot de oorspronkelijk ingestelde
positie.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
De openingspositie kan worden ingesteld
met het multi-informatiedisplay. ( Blz. 134)
Prioriteit voor de stoppositie kan worden
gegeven aan de laatst ingestelde positie door
middel van hetzij de scha kelaar elektrisch
bedienbare achterklep op de achterklep het-
zij via het multi-informatiedisplay.
*: Indien aanwezig
■Plaats van antenne
Antennes aan de buitenzijde
Antennes in het interieur
Antenne buiten de bagageruimte
Smart entr y-systeem met
startknop*
De volgende handelingen kunnen
worden uitgevoerd als u de elek-
tronische sleutel bij u hebt, bij-
voorbeeld in uw zak. De bestuur-
der moet de elektronische sleutel
altijd bij zich hebben.
 Vergrendelen en ontgrendelen
van de portieren ( Blz. 118)
 Vergrendelen en ontgrendelen
van de achterklep ( Blz. 124)
 Starten van de motor ( Blz. 173)
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 135 Monday, September 6, 2021 11:13 AM

Page 138 of 618

136
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
■Bereik (gebieden waarin de elektroni-
sche sleutel wordt gesignaleerd)Bij het vergrendelen of ontgrendelen van
de portieren
Het systeem kan worden bediend als de
elektronische sleutel zich binnen ongeveer
0,7 m van een van de portiergrepen van de
voorportieren of de achterklep bevindt.
(Alleen de portieren die de sleutel signaleren,
kunnen worden geopend of gesloten.)
Bij het starten van de motor of het in een
andere stand zetten van het contact
Het systeem werkt als de elektronische sleu-
tel zich in de auto bevindt.
■Alarmfuncties en waarschuwingsmel-
dingen
Een combinatie van in en buiten de auto
hoorbare zoemers en waarschuwingsmeldin-
gen op het multi-informatiedisplay zorgen
ervoor dat diefstal van de auto en ongelukken
door een onjuiste bediening worden voorko-
men. Neem de juiste maatregelen op basis
van de weergegeven melding. ( Blz. 413)
In onderstaande tabel worden de omstandig-
heden en de correctieprocedures beschreven
in die gevallen waarin alleen een alarm klinkt.
●De buiten de auto hoorbare zoemer klinkt
eenmaal gedurende 5 seconden
●De zoemer in het interieur klinkt onafge-
broken
■Energiebesparende functie
De energiebesparende functie wordt geacti-
veerd om te voorkomen dat de batterij van de
elektronische sleutel en de accu leeg raken
wanneer de auto gedurende langere tijd niet
wordt gebruikt.
●In de volgende situaties kan het enige tijd
duren voordat de portieren met het Smart
entry-systeem met startknop ontgrendeld
kunnen worden.
• De elektronische sleutel bevindt zich gedu- rende 2 minuten of langer binnen een
afstand van 3,5 m van de auto.
• Het Smart entry-systeem met startknop is gedurende 5 dagen of langer niet gebruikt.
●Als het Smart entry-systeem met startknop
gedurende 14 dagen of langer niet is
gebruikt, kunnen de portieren alleen via
het bestuurdersportier worden ontgren-
deld. Houd in dat geval de greep van het
bestuurdersportier vast of gebruik de
afstandsbediening of de mechanische
sleutel om de portieren te ontgrendelen.
■Energiebesparende functie voor de bat-
terij van de elektronische sleutel
●Wanneer de energiebespaarmodus is
ingeschakeld, loopt de batterij veel minder
snel leeg omdat de ontvangst van radiogol-
ven door de elektronische sleutel wordt
gestopt.
Druk twee keer in terwijl u ingedrukt
houdt. Ga na of het controlelampje van de
elektronische sleutel 4 keer knippert.SituatieCorrectie-
procedure
Er is geprobeerd de auto
te vergrendelen terwijl er
nog een portier geopend
was.Sluit alle portie-
ren en vergren-
del ze opnieuw.
SituatieCorrectie-
procedure
Het contact werd in stand
ACC gezet terwijl het
bestuurdersportier geo-
pend was (of het bestuur-
dersportier werd geopend
terwijl het contact in stand
ACC stond).
Zet het contact
UIT en sluit het
bestuurders-
portier.
Het contact stond UIT ter-
wijl het bestuurdersportier
geopend was.Sluit het
bestuurders-
portier.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 136 Monday, September 6, 2021 11:13 AM

Page 140 of 618

138
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
●Laat de elektronische sleutel niet boven op
het dashboard of in de buurt van de por-
tiervakken liggen wanneer u de auto ver-
laat. Afhankelijk van de ontvangst van de
radiogolven wordt door de antenne moge-
lijk waargenomen dat de sleutel zich buiten
de auto bevindt en kunnen de portieren
worden vergrendeld vanaf de buitenzijde,
waardoor de elektronische sleutel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
●Zolang de elektronische sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, kunnen de
portieren door een willekeurige persoon
worden vergrendeld en ontgrendeld. De
auto kan echter alleen worden ontgrendeld
via de portieren die de elektronische sleu-
tel signaleren.
●Zelfs als de elektronis che sleutel zich bui-
ten de auto bevindt, kan de motor mogelijk
gestart worden als de elektronische sleutel
zich in de buurt van de ruit bevindt.
●Als de sleutel zich binnen het ontvangstge-
bied bevindt en er een grote hoeveelheid
water op de portiergreep terechtkomt (bij-
voorbeeld tijdens een zware regenbui of
het wassen van de auto), kunnen de por-
tieren worden ontgrendeld of vergrendeld.
(Als de portieren niet worden geopend en
gesloten, worden deze na ongeveer 30
seconden automatisch weer vergrendeld.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt
om de portieren te vergrendelen terwijl de
elektronische sleutel zi ch in de nabijheid
van de auto bevindt, bestaat de mogelijk-
heid dat de portieren niet ontgrendeld wor-
den door de instapfunctie. (Gebruik de
afstandsbediening om de portieren te ont-
grendelen.)
●Wanneer u de vergrendel- of ontgrendel-
sensor aanraakt terwijl u handschoenen
draagt, worden de portieren mogelijk niet
vergrendeld of ontgrendeld.
●Wanneer de vergrendelactie is uitgevoerd
met de vergrendelsensor, worden maxi-
maal tweemaal achter elkaar identificatie-
signalen getoond. Vervolgens worden
geen identificatiesignalen gegeven.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de
elektronische sleutel zich binnen het werk-
zame gebied bevindt, kan het portier her-
haaldelijk worden vergrendeld en ontgren-
deld. Volg in dat geval de correctieproce-
dure hieronder bij het wassen van de auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter van de
auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet
gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van de elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. ( Blz. 136)
●Als de elektronische sl eutel zich in de auto
bevindt en een portiergreep wordt nat tij-
dens het wassen van de auto, wordt er
mogelijk een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay en klinkt er een
zoemer buiten de auto. Vergrendel alle
portieren om het alarm uit te schakelen.
●De vergrendelsensor werkt mogelijk niet
goed wanneer deze in contact komt met
ijs, sneeuw, modder, enz. Maak de ver-
grendelsensor schoon en probeer deze
nogmaals te bedienen.
●Het plotseling bedienen van de handgreep
of het bedienen van de handgreep direct
nadat u het effectieve bereik bent binnen-
gestapt, kan ontgrendeling van de portie-
ren belemmeren. Raak de ontgrendelsen-
sor van het portier aan en controleer of de
portieren worden ontgrendeld voordat u
opnieuw aan de portiergreep trekt.
●Als er zich een andere elektronische sleu-
tel binnen het detectiegebied bevindt, is de
reactietijd voor het ontgrendelen van de
portieren nadat een portiergreep is vastge-
pakt, mogelijk langer.
■Als er gedurende langere tijd niet met
de auto wordt gereden
●Bewaar, om diefstal van de auto te voorko-
men, de elektronische sleutel niet binnen
een afstand van 2 m van de auto.
●Het Smart entry-systeem met startknop
kan vooraf worden uitgeschakeld.
(  Blz. 457)
●Het inschakelen van de energiebespaar-
modus van de elektronische sleutel helpt
te voorkomen dat de sleutelbatterij leeg-
raakt. ( Blz. 136)
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 138 Monday, September 6, 2021 11:13 AM

Page 161 of 618

159
4
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
Handgeschakelde transmissie
1 Trap met ingetrapt koppelingspe-
daal het rempedaal in.
2 Activeer de parkeerrem.
(Blz. 186)
Controleer of het waarschuwingslampje van
de parkeerrem brandt.
3 Zet de selectiehendel in stand N.
(Blz. 182)
Zet de auto bij het parkeren op een helling in
de 1e versnelling of de achteruit en plaats
indien nodig wielblokken.
4 Zet het contact UIT om de motor uit
te zetten.
5 Laat het rempedaal langzaam opko-
men.
6 Vergrendel de portieren nadat u
gecontroleerd hebt of u de sleutel
bij u hebt.
■Wegrijden op een steile helling
omhoog
Multidrive CVT
1 Zet met ingetrapt rempedaal de
selectiehendel in stand D.
2 Trek de parkeerremschakelaar
omhoog om de parkeerrem hand-
matig te activeren. ( Blz. 186)
3 Laat het rempedaal opkomen en
trap langzaam het gaspedaal in om
de auto in beweging te brengen.
4 Druk de parkeerremschakelaar in
om de parkeerrem handmatig te
deactiveren. ( Blz. 186)
Functie automatisch deactiveren parkeer-
rem. (Blz. 187) 
Handgeschakelde transmissie
1 Zet met ingetrapt rempedaal de
selectiehendel in de 1e versnelling.
2 Trek de parkeerremschakelaar
omhoog om de parkeerrem hand-
matig te activeren. ( Blz. 186)
3 Trap het gaspedaal een beetje in en
laat tegelijkertijd het koppelingspe-
daal geleidelijk opkomen.
4 Druk de parkeerremschakelaar in
om de parkeerrem handmatig te
deactiveren. ( Blz. 186)
Functie automatisch deactiveren parkeer-
rem. (Blz. 187)
■Rijden in de regen
●Rijd voorzichtig als het regent, omdat het
zicht dan minder is, de ruiten beslagen
kunnen zijn en de weg glad kan zijn.
●Rijd extra voorzichtig wanneer het begint
te regenen, de weg kan dan immers bij-
zonder glad zijn.
●Matig uw snelheid bij het rijden in de
regen, tussen band en wegdek kan er zich
dan immers een waterfilm vormen die het
sturen en remmen kan bemoeilijken.
■Motortoerental tijdens het rijden (auto's
met Multidrive CVT)
In de volgende gevallen kan het motortoeren-
tal tijdens het rijden te hoog oplopen. Dit is
het gevolg van automatisch op- of terugscha-
kelen, al naar gelang de rijomstandigheden.
Het duidt niet op plotseling accelereren.
●Het systeem signaleert dat de auto een
helling op of af rijdt
●Als het gaspedaal wordt losgelaten
●Als het rempedaal wordt ingetrapt terwijl
de POWER-modus is geselecteerd
■Beperken van het motorvermogen
(Brake Override-systeem)
●Wanneer het gaspedaal en rempedaal
gelijktijdig worden ingetrapt, wordt het
motorvermogen mogelijk beperkt.
●Er wordt een waarschuwingsmelding weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay ter-
wijl het systeem in werking is.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 159 Monday, September 6, 2021 11:13 AM

Page 175 of 618

173
4
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-2. Rijprocedures
Rijden
3AAN (stand ON)
Alle elektrische componenten kunnen worden
gebruikt.
4START (stand START)
Motor starten.
■Het contact van stand ACC naar UIT
zetten
1 Zet de selectiehendel in stand P (Mul-
tidrive CVT) of de neutraalstand (handge-
schakelde transmissie).
2 Druk de sleutel dieper in het slot en draai
deze naar UIT.
■Waarschuwingssysteem sleutel in
contactslot
Wanneer u het bestuurdersportier opent ter-
wijl het contact in stand ACC of UIT staat,
klinkt er een zoemer die u helpt herinneren
dat u de sleutel moet verwijderen.
1 Trek aan de parkeerremschakelaar
om te controleren of de parkeerrem
is geactiveerd.
Het waarschuwingslampje van de parkeer-
rem gaat branden.
2Controleer of de selectiehendel in
stand P (Multidrive CVT) of de neu-
traalstand (handgeschakelde trans-
missie) staat.
3 Trap het rempedaal (Multidrive
CVT) of koppelingspedaal (handge-
schakelde transmissie) stevig in.
en een melding worden op het multi-
informatiedisplay weergegeven. Als dit niet
wordt weergegeven, kan de motor niet wor-
den gestart.
4 Druk kort en krachtig op de start-
knop.
Eén keer kort en stevig indrukken van de
startknop is voldoende om deze te bedie-
nen. U hoeft de startknop niet ingedrukt te
houden.
De motor wordt gestart totdat hij aanslaat,
waarbij elke startpoging maximaal 30 secon-
den duurt.
Houd het rempedaal (Multidrive CVT) of
koppelingspedaal (handgeschakelde trans-
missie) ingetrapt tot de motor goed draait.
WAARSCHUWING
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Zet tijdens het rijden het contact niet UIT.
Als in een noodgeval de motor moet wor-
den uitgezet terwijl de auto nog rijdt, draai
dan de sleutel in stand ACC om de motor
uit te zetten. Als de motor wordt uitgescha-
keld tijdens het rijden kan een ongeval het
gevolg zijn. ( Blz. 394)
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
accu
Laat het contact niet gedurende langere
tijd in stand ACC of AAN staan wanneer
de motor niet draait.
Star tknop (auto's met
Smart entr y-systeem en
startknop)
Als u de volgende handelingen
uitvoert terwijl u een elektronische
sleutel bij u hebt, wordt de motor
gestart of de stand van het contact
veranderd.
Starten van de motor
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 173 Monday, September 6, 2021 11:13 AM

Page 176 of 618

174
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-2. Rijprocedures
De motor kan in elke stand van het contact
worden gestart.
■Verlichting startknop
In de volgende situaties is de startknop ver-
licht:
●Wanneer het bestuurders- of passagier-
sportier wordt geopend.
●Wanneer het contact in stand ACC of AAN
staat.
●Wanneer het contact vanuit stand ACC of
AAN UIT wordt gezet.
In de volgende situaties knippert de start-
knop:
●Wanneer het rempedaal wordt ingetrapt
terwijl u de elektronische sleutel bij u hebt.
■Als de motor niet aanslaat
●De startblokkering is mogelijk niet uitge-
schakeld. ( Blz. 75)
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
●Lees de op het multi-informatiedisplay
weergegeven melding m.b.t. het starten en
volg de aanwijzingen op.
■Als de accu ontladen is
De motor kan niet worden gestart met het
Smart entry-systeem met startknop. Raad-
pleeg Blz. 440 om de motor opnieuw te star-
ten.
■Leegraken batterij elektronische sleutel
 Blz. 114
■Omstandigheden die de werking kun-
nen beïnvloeden
 Blz. 137
■Aanwijzingen voor de instapfunctie
 Blz. 137
■Stuurslotfunctie
●Nadat het contact UIT is gezet en de por-
tieren zijn geopend en gesloten, wordt het
stuurwiel geblokkeerd door de stuurslot-
functie. Als u nogmaals op de startknop
drukt, wordt het stuurslot automatisch weer
uitgeschakeld.
●Als het stuurslot niet kan worden ontgren-
deld, wordt “Push ENGINE Switch while
Turning The Steering Wheel in Either
Direction” (druk de startknop in en draai
het stuurwiel in een willekeurige richting)
weergegeven op het multi-informatiedis-
play.
Druk kort en krachtig op de startknop ter-
wijl u het stuurwiel naar links en rechts
draait.
●Om te voorkomen dat de elektromotor van
het stuurslot oververhit raakt, kan het voor-
komen dat de werking van de elektromotor
wordt onderbroken als de motor in korte
tijd herhaaldelijk wordt gestart en uitgezet.
Wacht in dat geval met het bedienen van
de startknop. Na ongeveer 10 seconden
zal de elektromotor van het stuurslot weer
functioneren.
■Batterij elektronische sleutel
 Blz. 379
■Bediening van de startknop
●Als de knop niet kort en krachtig wordt
ingedrukt, wijzigt de stand van het contact
mogelijk niet of wordt de motor niet gestart.
●Als u probeert de motor te herstarten direct
nadat het contact UIT is gezet, dan start de
motor in sommige gevallen niet. Wacht
nadat u het contact UIT hebt gezet een
paar seconden voordat u de motor her-
start.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Raadpleeg Blz. 438 als het Smart entry-sys-
teem met startknop is uitgeschakeld via de
persoonlijke voork eursinstellingen.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 174 Monday, September 6, 2021 11:13 AM

Page 177 of 618

175
4
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-2. Rijprocedures
Rijden
Multidrive CVT
1 Breng de auto volledig tot stilstand.
2 Activeer de parkeerrem ( Blz. 186)
en zet de selectiehendel in stand P.
Controleer of het waarschuwingslampje van
de parkeerrem brandt.
3 Druk op de startknop.
De verbrandingsmotor stopt en de weergave
van het instrumentenpaneel dooft.
4Laat het rempedaal los en contro-
leer of ACCESSORY (stand ACC)
of IGNITION ON (contact AAN) niet
wordt weergegeven op het multi-
informatiedisplay.
Handgeschakelde transmissie
1 Breng de auto volledig tot stilstand.
2 Activeer de parkeerrem wanneer
deze in de stand voor handmatige
bediening staat. ( Blz. 186)
Controleer of het waarschuwingslampje van
de parkeerrem brandt.
3Zet de selectiehendel in stand N.
(Blz. 182)
4 Druk op de startknop.
De verbrandingsmotor stopt en de weergave
van het instrumentenpaneel dooft.
5Laat het rempedaal los en contro-
leer of ACCESSORY (stand ACC)
of IGNITION ON (contact AAN) niet
wordt weergegeven op het multi-
informatiedisplay.
WAARSCHUWING
■Bij het starten van de motor
Start de motor altijd terwijl u in de bestuur-
dersstoel zit. Trap nooit het gaspedaal in
terwijl u de motor start.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een
ongeval waarbij dodelijk of ernstig letsel
kan ontstaan.
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Als zich een storing voordoet in de motor
terwijl de auto rijdt, vergrendel of open de
portieren dan niet totdat de auto veilig en
volledig tot stilstand is gekomen. Als onder
deze omstandigheden het stuurslot wordt
geactiveerd, kan dit leiden tot een ongeval
waarbij dodelijk of ernstig letsel kan ont-
staan.
OPMERKING
■Bij het starten van de motor
●Jaag een nog koude motor nooit op
toeren.
●Indien de motor moeilijk aanslaat of
vaak afslaat, laat uw auto dan onmiddel-
lijk controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Symptomen die kunnen duiden op
een probleem met de startknop
Wanneer u merkt dat de bediening van de
startknop niet helemaal gaat zoals u
gewend bent, bijvoorbeeld als de start-
knop bij het indrukken iets blijft hangen,
kan dit duiden op een defect. Neem
onmiddellijk contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Uitzetten van de motor
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 175 Monday, September 6, 2021 11:13 AM

Page 178 of 618

176
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-2. Rijprocedures
De stand kan worden gewijzigd door op
de startknop te drukken zonder het
rempedaal (Multidrive CVT) of het
koppelingspedaal (handgeschakelde
transmissie) in te trappen. (De stand
verandert iedere keer dat op de knop
wordt gedrukt.)ACCESSORY (stand ACC)
IGNITION ON (contact AAN)
1 UIT
*
De alarmknipperlichten kunnen worden
gebruikt.
2ACC
Sommige elektrische componenten zoals
het audiosysteem kunnen worden gebruikt.
ACCESSORY (stand ACC) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
3AAN
Alle elektrische componenten kunnen worden
gebruikt.
IGNITION ON (contact AAN) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
WAARSCHUWING
■Uitzetten van de motor in noodgeval-
len
●Als u in noodgevallen de motor tijdens
het rijden af wilt zetten, houd dan de
startknop gedurende ten minste 2
seconden ingedrukt of druk hem ten
minste driemaal achter elkaar kort in.
( Blz. 394)
Bedien de startknop tijdens het rijden
echter uitsluitend in noodgevallen. Door
de motor tijdens het rijden uit te zetten,
verliest u niet de controle over het stuur-
wiel of de remmen, maar werkt de
bekrachtiging van deze systemen niet
meer. Hierdoor zullen het remmen en
sturen veel zwaarder gaan dan nor-
maal. Zet in dat geval de auto aan de
kant zodra dit veilig kan.
●Als de startknop wordt bediend terwijl
de auto rijdt, verschijnt er een waar-
schuwingsmelding op het multi-informa-
tiedisplay en klinkt er een zoemer.
●Auto's met Multidrive CVT: Zet om de
motor opnieuw te starten nadat dit ten
gevolge van een noodsituatie tijdens het
rijden is uitgeschakeld de selectiehen-
del in stand N en druk de startknop in.
●Auto's met handgeschakelde transmis-
sie: Trap om de motor opnieuw te star-
ten nadat dit ten gevolge van een nood-
situatie tijdens het rijden is uitgescha-
keld het koppelingspedaal in en druk de
startknop in.
Wijzigen van de stand van
het contact
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 176 Monday, September 6, 2021 11:13 AM

Page 179 of 618

177
4
Handleiding CV_Europa_M52N20_nl
4-2. Rijprocedures
Rijden
*: Auto's met Multidrive CVT: Als de selectie-hendel in een andere stand dan stand P
staat als de motor uit wordt gezet, blijft het
contact AAN en gaat niet UIT.
■Auto power off-functie
Multidrive CVT: Als het contact gedurende
meer dan 20 minuten in stand ACC of AAN
staat (zonder dat de motor draait) met de
selectiehendel in stand P, schakelt het sys-
teem het contact automatisch UIT.
Als de accu bijna leeg is en de selectiehendel
in stand P staat terwijl het contact in stand
ACC of AAN staat (motor draait niet), klinkt er
een zoemer en wordt er een melding weerge-
geven op het multi-informatiedisplay. Indien
de auto in deze toestand wordt gelaten, wordt
het contact automatisch UIT gezet.
Deze functie kan echter niet geheel uitsluiten
dat de accu ontladen kan raken. Laat het con-
tact niet gedurende langere tijd in stand ACC
of AAN staan zonder dat de motor draait.
Handgeschakelde transmissie: Als het contact
gedurende meer dan 20 minuten in stand
ACC of AAN staat (zonder dat de motor
draait), schakelt het systeem het contact auto-
matisch UIT.
Als de accu bijna leeg is en de selectiehendel
in stand N staat terwijl het contact in stand
ACC of AAN staat (motor draait niet), klinkt er
een zoemer en wordt er een melding weerge-
geven op het multi-informatiedisplay. Indien
de auto in deze toestand wordt gelaten, wordt
het contact automatisch UIT gezet.
Deze functie kan echter niet geheel uitsluiten
dat de accu ontladen kan raken. Laat het con-
tact niet gedurende langere tijd in stand ACC
of AAN staan zonder dat de motor draait.Als de motor wordt uitgezet terwijl de
selectiehendel in een andere stand dan
P staat, wordt het contact niet UIT
gezet. Voer de volgende procedure uit
om het contact UIT te zetten:
1 Controleer of de parkeerrem is
geactiveerd.
2 Zet de selectiehendel in stand P.
3 Controleer of IGNITION ON (con-
tact AAN) op het multi-informatie-
display wordt weergegeven en druk
de startknop kort en stevig in.
4 Controleer of ACCESSORY (stand
ACC) of IGNITION ON (contact
AAN) op het multi- informatiedisplay
uit is.
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
accu
●Laat het contact niet gedurende langere
tijd in stand ACC of AAN staan wanneer
de motor niet draait.
●Als ACCESSORY (stand ACC) of IGNI-
TION ON (contact AAN) op het multi-
informatiedisplay wordt weergegeven, is
het contact niet UIT. Verlaat de auto
nadat u het contact UIT hebt gezet.
Uitschakelen van de motor
als de selectiehendel in een
andere stand dan P staat
(auto's met Multidrive CVT)
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
accu
Schakel de motor niet uit als de selectie-
hendel in een andere stand dan P staat.
Als de motor wordt uitgeschakeld met de
selectiehendel in een andere stand wordt
het contact niet UIT gezet, maar blijft AAN
staan. Als het contact AAN blijft, kan de
accu ontladen raken.
YARIS_CROSS_OM_Europe_OM52N20E.book Page 177 Monday, September 6, 2021 11:13 AM

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 ... 140 next >