TOYOTA YARIS HATCHBACK 2016 Instructieboekje (in Dutch)
Page 181 of 548
1814-1. Voordat u gaat rijden
4
Rijden
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E
De auto zal anders aanvoelen als u met een aanhangwagen rijdt.
Neem de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht om een onge-
val en ernstig letsel te voorkomen:
■Controleer de elektrische aansl uiting tussen de aanhangwa-
gen en de auto
Breng de auto tot stilstand na een korte afstand gereden te hebben
en controleer, net als voor het wegrijden, of de verlichting van de
aanhangwagen werkt.
■Oefen het rijden met een aanhangwagen
● Oefen het rijden met een aanhangwagen in een omgeving zon-
der of met weinig verkeer, zodat u leert hoe de combinatie aan-
voelt bij het keren, stoppen en achteruitrijden.
● Houd tijdens het achteruitrijden het stuurwiel stevig vast en draai
het stuurwiel rechtsom om de aanhangwagen naar links te stu-
ren en linksom om de aanhangwagen naar rechts te sturen. Ver-
draai het stuurwiel altijd gelei delijk om stuurfouten te voorkomen.
Laat iemand u bij het achteruitrijden begeleiden om de kans op
een ongeval te beperken.
■Vergroten van de tussenafstand
Bij een snelheid van 10 km/h moet de afstand tot uw voorligger
minimaal gelijk zijn aan de totale lengte van uw auto en de aan-
hangwagen. Voorkom plotselinge remmanoeuvres die tot een slip
zouden kunnen leiden. Als de auto in een slip raakt, zou u de con-
trole over de auto kunnen verliezen. De kans hierop is vooral aan-
wezig tijdens het rijden op een nat of glad wegdek.
OPMERKING
■ Als de achterbumperversterking van aluminium is
Controleer of het stalen deel van de trekhaak niet direct in contact komt met
het aluminium.
Als staal en aluminium met elkaar in contact komen, ontstaat er een reactie
die te vergelijken is met corrosie, waardoor het desbetreffende gedeelte
verzwakt wordt en er schade kan ontstaan. Breng daarom op het contact-
vlak een roestwerend middel aan.
Advies
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 181 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
Page 182 of 548
1824-1. Voordat u gaat rijden
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E■
Acceleratie/stuurcomm
ando's/bochtengedrag
In te krappe bochten kan de aanhangwagen de auto raken. Redu-
ceer uw snelheid voordat u een bocht nadert en neem bochten met
een zodanige snelheid dat pl otseling remmen niet nodig is.
■Belangrijke punten met betrekki ng tot het aansnijden van
bochten
De wielen van de aanhangwagen maken een krappere bocht dan
de wielen van de auto. Snijd bochten daarom ruimer aan dan u zou
doen als u niet met een aanhangwagen rijdt.
■Belangrijke punten met betrek king tot de stabiliteit
Een slecht wegdek en kr achtige zijwind zullen de wegligging en het
rijgedrag beïnvloeden. Ook bij het inhalen van bussen of grote
vrachtwagens of het ingehaald word en door dergelijke voertuigen,
kunnen de aanhangwagen en de auto gaan slingeren. Kijk bij het
rijden langs dergelijke voertuigen v eelvuldig in uw spiegels. Vermin-
der vaart door voorzichtig het rempedaal in te trappen zodra u ziet
dat de aanhangwagen gaat slingeren. Houd tijdens het remmen het
stuurwiel altijd in de rechtuitstand.
■Passeren van andere auto's
Houd rekening met de totale lengte van uw auto en de aanhangwa-
gen en zorg ervoor dat er voldoende tussenafstand is voordat u van
rijstrook verandert.
■Informatie over de transmissie
Auto's met Multidrive CVT
Zet, om efficiënt op de motor af te remmen de transmissie niet in
stand D. De selectiehendel moet in stand 4 van stand M staan.
( Blz. 193)
Auto's met handgeschakelde transmissie
Zet, om efficiënt op de motor af te remmen de transmissie niet in de
5e of 6e versnelling (auto's me t handgeschakelde transmissie met
6 versnellingen). ( Blz. 199)
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 182 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
Page 183 of 548
1834-1. Voordat u gaat rijden
4
Rijden
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E■
Als de motor oververhit raakt
Het rijden met een aanhangwagen op een lange, steile helling bij
buitentemperaturen hoger dan 30
C kan ertoe leiden dat de motor
oververhit raakt. Schakel als he t waarschuwingslampje hoge koel-
vloeistoftemperatuur knippert of gaat branden direct de airconditio-
ning uit en breng de auto op een veilige plaats tot stilstand.
( Blz. 493)
■Bij het parkeren
Plaats altijd wielblokken onder de wielen van de auto en de aan-
hangwagen. Zorg ervoor dat de auto goed op de parkeerrem staat
en zet de selectiehendel in stand P bij auto's met Multidrive CVT of
in stand 1 of R bij auto's met handgeschakelde transmissie.
WAARSCHUWING
Volg alle aanwijzingen in dit hoofdstuk op. Anders kunnen zich ongevallen
voordoen die tot ernstig letsel kunnen leiden.
■Voorzorgsmaatregelen bij het rijden met een aanhangwagen
Controleer bij het rijden met een aanhangwagen of de maximaal toege-
stane gewichten niet worden overschreden. ( Blz. 176)
■ Rijsnelheid bij het rijden met een aanhangwagen
Overschrijd de maximum snelheid voor het rijden met een aanhangwagen
niet.
■ Voor het afrijden van een lange helling
Minder snelheid en schakel terug. Schakel bij het afdalen van een lange of
steile helling echter niet plotseling terug.
■ Werking van het rempedaal
Trap het rempedaal niet veelvuldig of gedurende een langere periode ach-
tereen in.
Anders kan het remsysteem oververhit raken of kan de remwerking teruglo-
pen.
■ Voorkomen van een ongeval of letsel
● Auto's met cruise control: Gebruik de cruise control niet als achter de auto
een aanhangwagen is gekoppeld.
● Auto's met compact reservewiel: Rijd niet met een aanhangwagen wan-
neer het compacte reservewiel onder uw auto is gemonteerd.
● Auto's met bandenreparatieset: Rijd niet met een aanhangwagen wanneer
een band is gemonteerd die is gerepareerd met de bandenreparatieset.
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 183 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
Page 184 of 548
1844-2. Rijprocedures
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E
Contactslot (auto's zonder Smart
entr y-systeem en startknop)
Benzinemotor
Controleer of de parkeerrem is geactiveerd.
Controleer of de selectiehendel in stand P (Multidrive CVT) of in de
neutraalstand (handgeschakelde transmissie) staat.
Trap het rempedaal (Multidrive CV T) of koppelingspedaal (handge-
schakelde transmis sie) stevig in.
Zet het contact in stand START om de motor te starten.
Dieselmotor
Controleer of de parkeerrem is geactiveerd.
Controleer of de selectiehendel in stand N staat.
Trap het koppelingspedaal stevig in.
Zet het contact AAN.
Het controlelampje gaat branden.
Zet het contact in stand START en start de motor nadat controle-
lampje is gedoofd.
Starten van de motor
1
2
3
4
1
2
3
4
5
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 184 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
Page 185 of 548
1854-2. Rijprocedures
4
Rijden
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E
UIT
Het stuurwiel is geblokkeerd en de
sleutel kan worden verwijderd.
(Auto's met Multidrive CVT: de
sleutel kan alleen worden verwij-
derd als de selectiehendel in stand
P staat.)
ACC
Sommige elektrische componen-
ten zoals het audiosysteem kun-
nen worden gebruikt.
AAN
Alle elektrische componenten kun-
nen worden gebruikt.
START
Motor starten.
■Het contact van stand ACC naar UIT zetten
Zet de selectiehendel in stand P (Multidrive CVT) of de neutraalstand
(handgeschakelde transmissie). ( Blz. 193, 199)
■ Als de motor niet aanslaat
De startblokkering is mogelijk niet uitgeschakeld. ( Blz. 76)
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Wijzigen van de standen van het contact
1
2
3
4
Druk de sleutel dieper in het slot en
draai deze naar UIT.
1
2
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 185 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
Page 186 of 548
1864-2. Rijprocedures
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E■
Wanneer het stuurslot niet kan worden ontgrendeld
■ Waarschuwingssysteem sleutel in contactslot
Wanneer u het bestuurdersportier opent terwijl het contact in stand ACC of
UIT staat, klinkt er een zoemer die u helpt herinneren dat u de sleutel moet
verwijderen. Soms kan de sleutel bij het starten moei-
lijk vanuit UIT worden gedraaid. Draai het
stuurwiel enigszins naar links of naar
rechts om het stuurslot te ontgrendelen.
WAARSCHUWING
■Bij het starten van de motor
Start de motor altijd terwijl u in de bestuurdersstoel zit. Trap nooit het gas-
pedaal in terwijl u de motor start.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan
ontstaan.
■ Wees voorzichtig tijdens het rijden
Zet het contact nooit UIT tijdens het rijden. Als in een noodgeval de motor
moet worden uitgezet terwijl de auto nog rijdt, zet dan het contact in stand
ACC. Als de motor wordt uitgeschakeld tijdens het rijden kan een ongeval
het gevolg zijn. ( Blz. 429)
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de accu
Laat het contact niet gedurende langere tijd in stand ACC of AAN staan
wanneer de motor niet draait.
■ Bij het starten van de motor
● Laat de startmotor niet langer dan 30 seconden onafgebroken werken.
Anders kunnen de startmotor en de bedrading oververhit raken.
● Jaag een nog koude motor nooit op toeren.
● Indien de motor moeilijk aanslaat of vaak afslaat, laat uw auto dan onmid-
dellijk controleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 186 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
Page 187 of 548
187
4
4-2. Rijprocedures
Rijden
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E
Startknop (auto's met Smart entr y-systeem
en startknop)
Controleer of de parkeerrem is geactiveerd.
Controleer of de selectiehendel in stand P (Multidrive CVT) of in de
neutraalstand (handgeschakelde transmissie) staat.
Trap het rempedaal (Multidrive CV T) of koppelingspedaal (handge-
schakelde transmis sie) stevig in.
Het controlelampje van het Smart entry-systeem met startknop (groen)
gaat branden.
Als het controlelampje niet gaat branden, kan de motor niet worden
gestart.
Druk kort en krachtig op de
startknop.
Eén keer kort en stevig indrukken
van de startknop is voldoende om
deze te bedienen.
U hoeft de startknop niet ingedrukt
te houden.
De motor wordt gestart totdat hij
aanslaat, waarbij elke startpoging
maximaal 30 seconden duurt.
Houd het rempedaal (Multidrive
CVT) of koppelingspedaal (hand-
geschakelde transmissie) inge-
trapt tot de motor goed draait.
Alleen dieselmotor: Het controle-
lampje gaat branden. De
motor start zodra het controle-
lampje is gedoofd.
De motor kan in elke stand van het
contact worden gestart.
Als u de volgende handelingen ui tvoert terwijl u een elektroni-
sche sleutel bij u hebt, wordt de motor gestart of de stand van
het contact veranderd.
Starten van de motor
1
2
3
4
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 187 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
Page 188 of 548
1884-2. Rijprocedures
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E
Breng de auto tot stilstand.
Activeer de parkeerrem (Blz. 204) en zet de selectiehendel in
stand P (Multidrive CVT) of in de neutraalstand (handgeschakelde
transmissie).
Druk op de startknop.
Laat het rempedaal (Multidrive CVT) of koppelingspedaal (handge-
schakelde transmissie) los en controleer of het controlelampje van
het Smart entry-systeem met startknop (groen) uit is.
De stand kan worden gewijzigd door op de startknop te drukken zon-
der het rempedaal (Multidrive CVT) of het koppelingspedaal (handge-
schakelde transmissie) in te trappen. (De stand verandert iedere keer
dat op de knop wordt gedrukt.)
UIT
*
De alarmknipperlichten kunnen
worden gebruikt.
Het controlelampje van het Smart
entry-systeem met startknop
(groen) is uit.
Stand ACC
Sommige elektrische componen-
ten zoals het audiosysteem kun-
nen worden gebruikt.
Het controlelampje van het Smart
entry-systeem met startknop
(groen) knippert langzaam.
AAN
Alle elektrische componenten kun-
nen worden gebruikt.
Het controlelampje van het Smart
entry-systeem met startknop
(groen) knippert langzaam.
*: Auto's met Multidrive CVT: Als de selectiehendel in een andere stand dan stand P staat als de motor uit gezet wordt, gaat het contact naar stand
ACC en niet UIT.
Uitzetten van de motor
Wijzigen van de standen van het contact
1
2
3
4
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 188 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
Page 189 of 548
1894-2. Rijprocedures
4
Rijden
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E
Als de motor wordt uitgezet terwijl de selectiehendel in een andere
stand dan P staat, wordt de stand van het contact ACC, niet UIT. Voer
de volgende procedure uit om het contact UIT te zetten:Controleer of de parkeerrem is geactiveerd.
Zet de selectiehendel in stand P.
Controleer of het controlelampje van het Smart entry-systeem met
startknop (groen) langzaam knippert en druk de startknop vervol-
gens eenmaal in.
Controleer of het controlelampje van het Smart entry-systeem met
startknop (groen) uit is.
■Auto power off-functie
Auto's met Multidrive CVT
Als het contact gedurende meer dan een uur in stand ACC of AAN heeft
gestaan (zonder dat de motor draait) met de selectiehendel in stand P,
schakelt het systeem het contact automatisch UIT. Deze functie kan echter
niet geheel uitsluiten dat de accu ontladen kan raken. Laat het contact niet
gedurende langere tijd in stand ACC of AAN staan zonder dat de motor
draait.
Auto's met handgeschakelde transmissie
Als het contact gedurende meer dan een uur in de stand ACC of AAN heeft
gestaan (terwijl de motor is uitgeschakeld), schakelt het systeem het con-
tact automatisch UIT. Deze functie kan echter niet geheel uitsluiten dat de
accu ontladen kan raken. Laat het contact niet gedurende langere tijd in
stand ACC of AAN staan zonder dat de motor draait.
■ Leegraken batterij elektronische sleutel
Blz. 108
■ Omstandigheden die de werking kunnen beïnvloeden
Blz. 132
■ Aanwijzingen voor de instapfunctie
Blz. 132
Uitschakelen van de motor met een selectiehendel in een ander
stand dan stand P (Multidrive CVT)
1
2
3
4
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 189 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM
Page 190 of 548
1904-2. Rijprocedures
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E■
Als de motor niet aanslaat
●De startblokkering is mogelijk niet uitgeschakeld. ( Blz. 76)
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Stuurslot
Nadat het contact UIT is gezet en de portieren zijn geopend en gesloten,
wordt het stuurwiel geblokkeerd door de stuurslotfunctie. Als u nogmaals op
de startknop drukt, wordt het stuurslot automatisch weer uitgeschakeld.
■ Wanneer het stuurslot niet kan worden ontgrendeld
Druk op de startknop terwijl u het stuurwiel naar links en rechts draait.
■ Oververhitting van de elektromoto r van het stuurslot voorkomen
Om te voorkomen dat de elektromotor van het stuurslot oververhit raakt, kan
het voorkomen dat de werking van de elektromotor wordt onderbroken als de
motor in een korte tijd herhaaldelijk wordt gestart en uitgezet. Wacht in dat
geval met het starten of uitzetten van de motor. Na ongeveer 10 seconden zal
de elektromotor van het stuurslot weer functioneren.
■ Als er een storing is in het systeem
Blz. 443
■ Als de batterij van de elektronische sleutel ontladen is
Blz. 402 ●Controleer bij auto's met Multidrive CVT
of de selectiehendel goed in stand P
staat. Mogelijk kan de motor niet worden
gestart als de selectiehendel niet in
stand P staat. Het controlelampje van
het Smart entry-systeem met startknop
(groen) gaat snel knipperen.
Het controlelampje van het Smart entry-
systeem met startknop (groen) gaat snel
knipperen.
Auto's met Multidrive CVT
Controleer of de selectiehendel in stand P
is gezet.
Druk op de startknop terwijl u het stuur-
wiel naar links en rechts draait.
Auto's met handgeschakelde transmissie
YARIS_F_OM_Europe_OM52G66E.book Page 190 Tuesday, April 26, 2016 10:51 AM