TOYOTA YARIS HYBRID 2014 Instructieboekje (in Dutch)
Page 161 of 464
161
3
3-5. Openen en sluiten van de ruiten
Bediening van elk onderdeel
YARIS_HV_WE_52E13E
Elektrisch bedienbare ruiten
De elektrisch bedienbare ruiten kunnen worden geopend en gesloten
met behulp van de schakelaars.
Bedienen van de schakelaar beweegt de ruiten als volgt:
Sluiten
One-touch sluiten (alleen ruit
bestuurdersportier)
*
Openen
One-touch openen
(alleen ruit
bestuurdersportier)
*
*
: De ruit stopt in een tussenstand
door de schakelaar in de andere
richting te bewegen.
Druk de schakelaar in om de
schakelaars voor de ruiten van de
passagiers te blokkeren.
Gebruik deze schakelaar om te
voorkomen dat kinderen per onge-
luk een ruit openen of sluiten.
Openen en sluiten
1
2
3
4
Blokkeerschakelaar ruitbediening
Page 162 of 464
1623-5. Openen en sluiten van de ruiten
YARIS_HV_WE_52E13E
■De elektrisch bedienbare ruiten kunnen bediend worden als
Auto's zonder Smart Entry-systeem en startknop
Het contact AAN staat.
Auto's met Smart Entry-systeem en startknop
Het contact AAN staat.
■Bedienen van de elektrisch bedienbare ruiten nadat het hybridesysteem
is uitgeschakeld
Auto's zonder Smart Entry-systeem en startknop
De elektrisch bedienbare ruiten kunnen, zelfs nadat het contact in stand ACC
of UIT is gezet, nog ongeveer 45 seconden worden bediend. Ze kunnen ech-
ter niet meer worden bediend als een van de voorportieren wordt geopend.
Auto's met Smart Entry-systeem en startknop
Zelfs nadat het contact in stand ACC of UIT is gezet, kunnen de elektrisch
bedienbare ruiten nog gedurende ongeveer 45 seconden worden bediend.
Ze kunnen echter niet meer worden bediend als een van de voorportieren
wordt geopend.
■Klembeveiliging (alleen ruit bestuurdersportier)
Als tijdens het sluiten een object bekneld raakt tussen de ruit en het ruitframe,
stopt de beweging van de ruit en wordt de ruit weer iets geopend.
Page 163 of 464
1633-5. Openen en sluiten van de ruiten
3
Bediening van elk onderdeel
YARIS_HV_WE_52E13E■Als de elektrisch bedienbare ruit niet normaal sluit
Als de klembeveiliging niet goed werkt en een ruit niet kan worden gesloten,
voer dan de volgende handelingen uit met de schakelaar ruitbediening van
het bestuurdersportier.
●Nadat de auto is stilgezet, kan de ruit worden gesloten door de schakelaar
van de ruitbediening ingedrukt te houden in de one-touch sluitpositie terwijl
het contact AAN is gezet.
●Als de ruit zelfs na het uitvoeren van de bovenstaande stap nog steeds niet
kan worden gesloten, initialiseert u de functie via de volgende procedure.
Houd de schakelaar voor de ruitbediening in de one-touch sluitpositie.
Blijf, nadat de ruit is gesloten, de schakelaar gedurende 6 seconden
ingedrukt houden.
Houd de schakelaar ruitbediening in de one-touch openpositie. Blijf,
nadat de ruit volledig is geopend, de schakelaar gedurende 2 seconden
ingedrukt houden.
Houd de schakelaar ruitbediening weer in de one-touch sluitpositie. Blijf,
nadat de ruit is gesloten, de schakelaar gedurende 2 seconden ingedrukt
houden.
Herhaal de procedure vanaf het begin als u de schakelaar hebt losgelaten
terwijl de ruit nog in beweging was.
Als de ruit ook na het op de juiste wijze uitvoeren van bovenstaande proce-
dure sluit, maar vervolgens weer iets opent, laat dan uw auto controleren
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
1
2
3
Page 164 of 464
1643-5. Openen en sluiten van de ruiten
YARIS_HV_WE_52E13E
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
■Sluiten van de ruiten
●De bestuurder is verantwoordelijk voor de bediening van de elektrisch
bedienbare ruiten, ook voor die van de passagiers. Laat, om onbedoelde
bediening, met name door kinderen, te voorkomen, de elektrisch bedien-
bare ruiten niet door kinderen bedienen. Het kan gebeuren dat een
lichaamsdeel van een kind of een andere passagier klem komt te zitten
tussen de elektrisch bedienbare ruit. Wanneer er een kind in de auto zit,
verdient het aanbeveling om de blokkeerschakelaar voor de ruitbediening
te gebruiken. (Blz. 161)
●Controleer of geen van de inzittenden een hand of ander lichaamsdeel
naar buiten steekt dat bekneld zou kunnen raken als de ruiten bediend
worden.
●Wanneer u uit de auto stapt, zet dan het contact UIT en neem de sleutel
en het kind met u mee. Anders kan het kind de auto mogelijk onbedoeld,
uit kattenkwaad enz., bedienen, wat tot een ongeval kan leiden.
■Klembeveiliging (alleen ruit bestuurdersportier)
●Steek geen lichaamsdelen in de opening om te proberen of de klembevei-
liging werkt.
●Het is mogelijk dat de klembeveiliging niet werkt als de ruit bijna gesloten
is.
Page 165 of 464
165
4Rijden
YARIS_HV_WE_52E13E4-1. Voor het rijden
Rijden met de auto ............ 166
Lading en bagage .............. 174
Rijden met een
aanhangwagen ................ 175
4-2. Rijprocedures
Contactslot
(auto's zonder
Smart entry-systeem
en startknop) ................... 176
Startknop
(auto's met Smart entry-
systeem en startknop) ..... 180
EV-modus .......................... 186
Hybridetransmissie ............ 188
Richtingaanwijzer-
schakelaar ....................... 191
Parkeerrem ........................ 192
4-3. Bedienen van verlichting
en ruitenwissers
Lichtschakelaar.................. 193
Schakelaar mistlampen ..... 198
Ruitenwissers en
-sproeier .......................... 200
Achterruitenwisser en
-sproeier .......................... 2044-4. Tanken
Openen van de tankdop .... 206
4-5. Gebruik van de
ondersteunende systemen
Cruise control..................... 209
Ondersteunende
systemen ......................... 213
4-6. Rijtips
Rijden met een
hybrideauto ...................... 219
Rijden in de winter ............. 222
Page 166 of 464
1664-1. Voor het rijden
YARIS_HV_WE_52E13E
Rijden met de auto
Blz. 176, 180
Zet met ingetrapt rempedaal de selectiehendel in stand D.
(Blz. 188)
Deactiveer de parkeerrem. (Blz. 192)
Laat het rempedaal geleidelijk opkomen en trap langzaam het gas-
pedaal in om de auto in beweging te brengen.
Trap, terwijl de selectiehendel in stand D staat, het rempedaal in.
Activeer indien nodig de parkeerrem.
Zet de selectiehendel in stand P als er gedurende langere tijd wordt
gestopt. (Blz. 188)
Trap, terwijl de selectiehendel in stand D staat, het rempedaal in.
Activeer de parkeerrem. (Blz. 192)
Zet de selectiehendel in stand P. (Blz. 188)
Plaats bij het parkeren op een helling indien nodig wielblokken.
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Zet het contact
UIT om het hybridesysteem uit te schakelen.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Druk op de startknop
om het hybridesysteem uit te schakelen.
Vergrendel de portieren nadat u hebt gecontroleerd of u de elektro-
nische sleutel bij u hebt.
Volg om veilig te kunnen rijden de onderstaande procedures:
Starten van het hybridesysteem
Rijden
Tot stilstand brengen van de auto
Parkeren van de auto
1
2
3
1
2
1
2
3
4
5
Page 167 of 464
1674-1. Voor het rijden
4
Rijden
YARIS_HV_WE_52E13E
Activeer de parkeerrem terwijl u het rempedaal intrapt en zet de
selectiehendel vervolgens in stand D.
Laat het rempedaal opkomen en trap het gaspedaal geleidelijk in.
Deactiveer de parkeerrem.
■Als u wegrijdt op een helling omhoog
De Hill Start Assist Control wordt geactiveerd. (Blz. 213)
■Rijden met een gunstig brandstofverbruik
Houd er rekening mee dat hybrideauto's vergelijkbaar zijn met conventionele
auto's en dat het belangrijk is dat u niet plotseling accelereert, enz.
(Blz. 219)
■Rijden in de regen
●Rijd voorzichtig als het regent, omdat het zicht dan minder is, de ruiten
beslagen kunnen zijn en de weg glad kan zijn.
●Rijd extra voorzichtig wanneer het begint te regenen, de weg kan dan
immers bijzonder glad zijn.
●Matig uw snelheid bij het rijden in de regen, tussen band en wegdek kan er
zich dan immers een waterfilm vormen die het sturen en remmen kan
bemoeilijken.
■Inrijden van uw nieuwe Toyota
Voor een maximale levensduur van de auto adviseren wij rekening te houden
met onderstaande aanwijzingen:
●De eerste 300 km:
Voorkom plotseling sterk afremmen.
●De eerste 1600 km:
• Rijd niet met extreem hoge snelheden.
• Vermijd plotseling sterk accelereren.
• Rijd niet langdurig met een constante snelheid.
■Rijden in het buitenland
Zorg ervoor dat uw auto voldoet aan de in het desbetreffende land geldende
wettelijke voorschriften en controleer of de juiste brandstof verkrijgbaar is.
(Blz. 438)
Wegrijden op een helling
1
2
3
Page 168 of 464
1684-1. Voor het rijden
YARIS_HV_WE_52E13E
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
■Bij het wegrijden met de auto
Houd het rempedaal altijd ingetrapt als de auto stilstaat en het controle-
lampje READY brandt. Dit voorkomt kruipen van de auto.
■Tijdens het rijden
●Zorg ervoor dat u, voordat u wegrijdt, blindelings het gas- en rempedaal
kunt vinden.
• Als u per ongeluk in plaats van het rempedaal het gaspedaal intrapt, zal
de auto onverwacht accelereren, wat een ongeval tot gevolg kan heb-
ben.
• Bij het achteruitrijden draait u wellicht uw lichaam, waardoor het bedie-
nen van de pedalen moeilijk wordt. Zorg dat u de pedalen altijd goed
kunt bedienen.
• Zorg dat u altijd in de juiste houding achter het stuur zit, ook als de auto
maar kort hoeft te rijden. Zo kunt u rem- en gaspedaal goed bedienen.
• Trap het rempedaal met uw rechtervoet in. Wanneer u het rempedaal
met uw linkervoet intrapt, kan in een noodgeval uw reactie vertraagd
worden, waardoor een ongeval kan ontstaan.
●De bestuurder moet extra goed letten op voetgangers als de auto alleen
wordt aangedreven door de elektromotor (tractiemotor). Aangezien er
geen motorgeluiden zijn, kunnen voetgangers de beweging van de auto
misschien onjuist inschatten.
●Rijd niet met de auto over brandbare materialen en parkeer de auto ook
niet in de buurt van dergelijke materialen. Het uitlaatsysteem en de uitlaat-
gassen kunnen zeer heet worden. Deze hete onderdelen kunnen brand
veroorzaken als er licht ontvlambaar materiaal aanwezig is.
●Schakel het hybridesysteem tijdens normaal rijden niet uit. Door het uit-
schakelen van het hybridesysteem tijdens het rijden verliest u niet de con-
trole over het stuurwiel of de remmen. De stuurbekrachtiging werkt echter
niet meer. Hierdoor zal het sturen veel zwaarder gaan dan normaal. Zet in
dat geval de auto aan de kant zodra dit veilig kan. In geval van nood, bij-
voorbeeld als de auto onmogelijk op de normale manier tot stilstand kan
worden gebracht: Blz. 361
●Rem bij het afdalen van een steile helling af op de motor (selectiehendel in
stand B) om een veilige snelheid te bewaren. Het continu gebruiken van
de remmen kan leiden tot oververhitting en een verminderde remwerking.
(Blz. 189)
●Verstel het stuurwiel, de stoel of de binnen- of buitenspiegel niet tijdens
het rijden. Als u dat wel doet, kunt u de macht over het stuur verliezen.
●Controleer altijd of alle passagiers hun armen, hoofd en andere lichaams-
delen binnen de auto houden.
Page 169 of 464
1694-1. Voor het rijden
4
Rijden
YARIS_HV_WE_52E13E
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
■Rijden op een glad wegdek
●Door plotseling remmen, accelereren en sturen kunnen de banden hun
grip verliezen, met controleverlies tot gevolg.
●Door plotseling accelereren, afremmen op de motor als gevolg van scha-
kelen of wijzigingen in het motortoerental kan de auto in een slip raken.
●Trap na het rijden door een plas het rempedaal lichtjes in om ervoor te zor-
gen dat de remmen goed werken. Door natte remblokken kan de remwer-
king afnemen. Remmen die aan één kant van de auto nat zijn en niet goed
werken, kunnen de besturing bemoeilijken.
■Bedienen van de selectiehendel
●Laat de auto niet achteruit rollen als de vooruitversnelling is ingeschakeld
of vooruit rollen terwijl de selectiehendel in stand R staat.
Als u dit toch doet, kan een ongeval of schade aan de auto het gevolg zijn.
●Zet de selectiehendel tijdens het rijden niet in stand P.
Als u dat wel doet, kan er schade aan de transmissie ontstaan waardoor u
de controle over de auto kunt verliezen.
●Zet de selectiehendel tijdens het vooruitrijden niet in stand R.
Als u dat wel doet, kan er schade aan de transmissie ontstaan waardoor u
de controle over de auto kunt verliezen.
●Zet de selectiehendel tijdens het achteruitrijden niet in stand D.
Als u dat wel doet, kan er schade aan de transmissie ontstaan waardoor u
de controle over de auto kunt verliezen.
●Wanneer u de selectiehendel tijdens het rijden in stand N zet, wordt het
hybridesysteem losgekoppeld. Als de transmissie in stand N staat, is
afremmen op de motor niet mogelijk.
●Zet de selectiehendel niet in een andere stand als het gaspedaal is inge-
trapt. Als de selectiehendel in een andere stand dan P of N wordt gezet,
kan de auto onverwacht snel accelereren, waardoor een aanrijding en ern-
stig letsel kunnen ontstaan.
Page 170 of 464
1704-1. Voor het rijden
YARIS_HV_WE_52E13E
WAARSCHUWING
■Als u een piepend of krassend geluid hoort (remblokslijtage-indicato-
ren)
Laat de remblokken zo snel mogelijk nakijken en indien nodig vervangen
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
De remschijven kunnen beschadigd raken als de remblokken niet op tijd
vervangen worden.
Het rijden met een auto waarvan de remblokken en/of de remschijven de
slijtagelimiet overschreden hebben, is gevaarlijk.
■Bij stilstaande auto
●Trap het gaspedaal niet onnodig in.
Als de selectiehendel in een andere stand dan P of N staat, kan de auto
onverwacht in beweging komen, waardoor er een ongeval kan ontstaan.
●Voorkom het ontstaan van ongelukken door het wegrollen van de auto,
houd altijd het rempedaal ingetrapt zolang het controlelampje READY
brandt en activeer de parkeerrem indien nodig.
●Voorkom voor- of achteruit wegrijden van de auto bij stoppen op een hel-
ling: trap altijd het rempedaal in en activeer de parkeerrem indien nodig.
●Voorkom dat de motor met een te hoog toerental draait.
Als de motor met een hoog toerental draait terwijl de auto stilstaat, kan het
uitlaatsysteem oververhit raken, hetgeen brand kan veroorzaken als er
brandbaar materiaal aanwezig is.