YAMAHA FJR1300A 2003 Instructieboekje (in Dutch)
Page 21 of 112
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-4
3
DAU04300
(Parkeren)
Het stuur is vergrendeld, de achterlichten
en parkeerlichten branden en de alarmver-
lichting kan worden ingeschakeld, maar alle
overige elektrische systemen zijn uit. De
sleutel kan worden uitgenomen.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de sleu-
tel naar “” te kunnen draaien.
DCA00043
LET OP:_ Gebruik de parkeerverlichting niet gedu-
rende langere tijd, anders kan de accu
ontladen raken. _
DAU03034
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes
DAU04121
Controlelampjes richtingaanwijzers
“” en “”
Het bijbehorende controlelampje knippert
terwijl de schakelaar voor richtingaanwij-
zers naar de linker- of rechterstand is ge-
drukt.
DAU26871
Controlelampje startblokkering
“”
Het elektrisch circuit voor het controlelamp-
je controleert u door de sleutel naar “ON” te
draaien.
Als het controlelampje niet een paar secon-
den lang oplicht en dan dooft, vraag dan
een Yamaha dealer om het elektrisch circuit
te testen.
Als de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid,
begint het controlelampje na 30 seconden
te knipperen om aan te geven dat het start-
blokkeersysteem is ingeschakeld. Het con-
trolelampje stopt na 24 uur met knipperen,
maar het startblokkeersysteem blijft inge-
schakeld.OPMERKING:_ Dit model is ook uitgerust met een zelfdia-
gnosesysteem voor het startblokkeersys-
teem. Als het startblokkeersysteem defect
is, gaat het controlelampje knipperen en
toont de multifunctionele meter een foutco-
de wanneer de sleutel naar “ON” is ge-
draaid. (Zie “Zelfdiagnosesysteem” op
pagina 3-7 voor meer informatie.) _
1. Controlelampje linker richtingaanwijzer “”
2. Controlelampje rechter richtingaanwijzer
“”
3. Controlelampje startblokkering “”
4. Controlelampje “” voor vrijstand
5. Controlelampje grootlicht “”
6. ABS-waarschuwingslampje “”
(alleen voor FJR1300A)
7. Waarschuwingslampje “” voor olieniveau
8. Waarschuwingslampje motorstoring “”
U5JWD2.book Page 4 Wednesday, November 13, 2002 12:15 PM
Page 22 of 112
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
3
DAU00061
Controlelampje “” voor vrijstand
Dit controlelampje brandt wanneer de ver-
snellingsbak in de vrijstand staat.
DAU00063
Controlelampje grootlicht “”
Dit controlelampje gaat branden wanneer
het grootlicht van de koplamp is ingescha-
keld.
DAU11542
ABS-waarschuwingslampje “”
(alleen voor FJR1300A)
Als het waarschuwingslampje tijdens het rij-
den gaat branden of knipperen, is het ABS-
systeem mogelijk defect. Vraag in dat geval
zo snel mogelijk een Yamaha dealer het
systeem te controleren. (Zie pagina 3-13.)
DWA10081
WAARSCHUWING
_ Als het ABS-waarschuwingslampje tij-
dens het rijden gaat branden of knippe-
ren, wordt alleen het conventionele
remsysteem gebruikt. Wees dan voor-
zichtig en zorg dat de wielen tijdens
plotseling remmen niet blokkeren. Als
het waarschuwingslampje tijdens het rij-
den gaat branden of knipperen. vraag
dan zo snel mogelijk een Yamaha dealer
het remsysteem te controleren. _Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien.
Als het waarschuwingslampje niet oplicht of
blijft branden, vraag dan een Yamaha
dealer het elektrisch circuit te controleren.
DAU04877
Waarschuwingslampje “” voor olie-
niveau
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
het motorolieniveau laag is.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien.
Als het waarschuwingslampje niet een paar
seconden lang oplicht en dan dooft, vraag
dan een Yamaha-dealer om het elektrisch
circuit te testen.OPMERKING:_ Bij een voldoende hoog olieniveau kan het
waarschuwingslampje soms toch knippe-
ren bij rijden op een helling of bij plotseling
afremmen of optrekken, er is dan echter
geen sprake van een storing. _
1. Controlelampje linker richtingaanwijzer “”
2. Controlelampje rechter richtingaanwijzer
“”
3. Controlelampje startblokkering “”
4. Controlelampje “” voor vrijstand
5. Controlelampje grootlicht “”
6. ABS-waarschuwingslampje “”
(alleen voor FJR1300A)
7. Waarschuwingslampje “” voor olieniveau
8. Waarschuwingslampje motorstoring “”U5JWD2.book Page 5 Wednesday, November 13, 2002 12:15 PM
Page 23 of 112
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
3
DAU04585
Waarschuwingslampje motorstoring
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden of
knippert wanneer een elektrisch circuit dat
de motorwerking controleert defect is.
Vraag in dat geval een Yamaha-dealer het
zelfdiagnosesysteem te controleren.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Als het waarschu-
wingslampje niet een paar seconden lang
oplicht en dan dooft, vraag dan een
Yamaha-dealer om het elektrisch circuit te
testen.
DAU04031
Snelheidsmeter De snelheidsmeter toont de actuele rijsnel-
heid.
DAU04969
Toerenteller Met de elektrische toerenteller kan de mo-
torrijder het motortoerental controleren en
dit binnen het ideale bereik houden.
Wanneer de sleutel naar “ON” wordt ge-
draaid, beweegt de wijzer van de toerentel-
ler naar 11.000 tpm en weer terug naar
nul tpm om het elektrisch circuit te testen.
DC000003
LET OP:_ Laat de motor niet draaien terwijl de toe-
renteller aanwijst in de rode zone.
Rode zone: 9.000 tpm en hoger _
1. Toerenteller
2. Snelheidsmeter
3. Multifunctioneel display
1. Toerenteller
2. Rode toerentellerzone
D_5jw_Functions.fm Page 6 Friday, December 27, 2002 10:40 AM
Page 24 of 112
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
3
DAU26860
Multifunctioneel display Het multifunctionele display toont de vol-
gende voorzieningen:
een brandstofniveaumeter
een temperatuurmeter voor koelvloei-
stof
een kilometerteller (die de totale afge-
legde afstand toont)
twee rittellers (die de afgelegde af-
stand aangeven sinds de tellers het
laatst werden teruggesteld op nul)
een ritteller voor brandstofreserve (die
de afstand aangeeft die wordt afge-
legd op de brandstofreserve)
een voorziening voor zelfdiagnose
een klok
Kilometerteller- en rittellermodus
Door indrukken van de “SELECT”-toets
wisselt de weergave volgens onderstaande
volgorde tussen kilometerteller “ODO” en
ritteller “TRIP”.
ODO
→ TRIP (boven)
→ TRIP (onder)
→
ODO
Als nog ca. 5 L brandstof in de brandstof-
tank aanwezig is, wisselt het display auto-
matisch naar “TRIP F”, de
brandstofreserve-ritteller, en wordt de afge-
legde afstand vanaf dat punt aangegeven.
In dat geval wordt door indrukken van de
“SELECT”-toets gewisseld tussen de diver-
se weergaven van rittellers en kilometertel-
ler, volgens onderstaande volgorde:
TRIP F
→ TRIP (boven)
→ TRIP (onder)
→
ODO
→ TRIP FOm de ritteller op nul terug te stellen selec-
teert u deze met een druk op de “SELECT”-
toets, waarna u de “RESET”-toets minstens
1 seconde lang ingedrukt houdt. Wanneer u
de brandstofreserve-ritteller niet zelf met de
hand op nul terugstelt, wordt deze automa-
tisch teruggesteld zodra na het tanken 5 km
is gereden en verschijnt de vorige weerga-
vemode weer.
Zelfdiagnosesysteem
Dit model is uitgerust met een zelfdiagnose-
systeem voor diverse elektrische circuits.
Als een van deze circuits uitvalt, toont het
multifunctionele display een foutcode van
2 cijfers (bijv. 11, 12, 13).
Noteer zo’n foutcode als die op het multi-
functionele display staat aangegeven en
vraag een Yamaha dealer het voertuig na
te zien.
1. Multifunctioneel display
2.“SELECT”-toets
3.“RESET”-toetsU5JWD2.book Page 7 Wednesday, November 13, 2002 12:15 PM
Page 25 of 112
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
3
DCA11790
LET OP:_ Wanneer het multifunctionele display
een foutcode aangeeft, moet het voer-
tuig zo spoedig mogelijk worden gecon-
troleerd om motorschade te voorkomen. _Dit model is ook uitgerust met een zelfdia-
gnosesysteem voor het startblokkeersys-
teem.
Als een van de circuits van het startblok-
keersysteem uitvalt, gaat het controlelamp-
je startblokkering knipperen en toont het
multifunctionele display een foutcode van
2 cijfers (bijv. 51, 52, 53) wanneer de sleu-
tel naar “ON” is gedraaid.OPMERKING:_ Als het multifunctionele display foutcode
52 weergeeft, betreft dit mogelijk een sto-
ring in het transpondersignaal. Als deze
fout zich voordoet, probeer dan het volgen-
de. _
1. Start de motor met behulp van de co-
deersleutel.OPMERKING:_ Houd andere startblokkeersleutels uit de
buurt van het contactslot en bewaar niet
meer dan één startblokkeersleutel aan de-
zelfde sleutelring! Startblokkeersleutels
kunnen signaalstoring veroorzaken, waar-
door de motor mogelijk niet kan worden ge-
start. _2. Als de motor start, zet deze dan weer
uit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels.
3. Als de motor niet kan worden gestart
met een of beide standaardsleutels,
breng dan het voertuig, de codeer-
sleutel en beide standaardsleutels
naar een Yamaha dealer en laat de
standaardsleutels opnieuw coderen.Als het multifunctionele display foutcodes
toont, noteer deze dan en vraag een
Yamaha dealer om het voertuig te controle-
ren.
Klokweergave
De klok op tijd zetten:
1. Houd de “SELECT”-toets en de
“RESET”-toets tegelijkertijd minstens
twee seconden lang ingedrukt.
2. Als de uuraanduiding begint te knippe-
ren, druk dan op de “RESET”-toets om
de uren in te stellen.
3. Druk op de “SELECT”-toets en de mi-
nutenaanduiding zal gaan knipperen.
4. Druk op de “RESET”-toets om de mi-
nuten in te stellen.
5. Druk op de “SELECT”-toets en laat
deze dan los om de klok te starten.
U5JWD2.book Page 8 Wednesday, November 13, 2002 12:15 PM
Page 26 of 112
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
3
DAU00109
Antidiefstal-alarm (optie) Deze motor kan door een Yamaha dealer
worden uitgerust met een optioneel anti-
diefstal-alarmsysteem. Neem contact op
met een Yamaha dealer voor nadere infor-
matie.
DAU00118
Stuurschakelaars
DAU04604
Lichtsignaalschakelaar “”
Druk deze schakelaar in om met de kop-
lampen een lichtsignaal te geven.
DAU03888
Dimlichtschakelaar “/”
Zet deze schakelaar op “” voor groot-
licht en op “” voor dimlicht.
DAU04077
Verstelknop kuipruit “”
Om de kuipruit hoger te stellen drukt u de
knop richting
a. Om de kuipruit lager te
stellen drukt u de knop richting
b.OPMERKING:_ Als de motor wordt afgezet, beweegt de
kuipruit automatisch terug naar de laagste
stand. _
DAU03889
Richtingaanwijzerschakelaar “/”
Druk deze schakelaar naar “” om af-
slaan naar rechts aan te geven. Druk deze
schakelaar naar “” om afslaan naar
links aan te geven. Na loslaten keert de
schakelaar terug naar de middenstand. Om
de richtingaanwijzers uit te schakelen wordt
de schakelaar ingedrukt nadat hij is terug-
gekeerd in de middenstand.
DAU00129
Claxonschakelaar “”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
1. Lichtsignaalschakelaar “”
2. Verstelknop kuipruit “”
3. Dimlichtschakelaar “ / ”
4. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
5. Claxonschakelaar “”
U5JWD2.book Page 9 Wednesday, November 13, 2002 12:15 PM
Page 27 of 112
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
3
DAU03826
Schakelaar “” voor alarmverlichting
Met de contactsleutel in de stand “ON” of
“” wordt deze schakelaar gebruikt voor
het inschakelen van de alarmverlichting
(gelijktijdig knipperen van alle richtingaan-
wijzers).
De alarmverlichting worden gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.
DC000006
LET OP:_ Gebruik de alarmverlichting niet gedu-
rende langere tijd, anders kan de accu
ontladen raken. _
DAU03890
Noodstopschakelaar “/”
Zet deze schakelaar op “” alvorens de
motor te starten. Zet deze schakelaar op
“” om in een noodgeval de motor direct
uit te schakelen, zoals wanneer de machine
omslaat of als de gaskabel blijft hangen.
DAU00143
Startknop “”
Druk deze knop in om de motor door middel
van de startmotor te starten.
DC000005
LET OP:_ Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start. _
1. Schakelaar “” voor alarmverlichting
1. Noodstopschakelaar “ / ”
2. Startknop “”
U5JWD2.book Page 10 Wednesday, November 13, 2002 12:15 PM
Page 28 of 112
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
3
DAU00153
Koppelingshendel De koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de koppeling te ontkoppelen.
Laat de hendel los om de koppeling te laten
aangrijpen. Voor een soepele werking van
de koppeling moet de hendel snel ingetrok-
ken worden en langzaam worden losgela-
ten.
De koppelingshendel is voorzien van een
stelwiel voor het instellen van de stand van
de koppelingshendel. Verstel de afstand
tussen de koppelingshendel en de stuur-
greep door het stelwiel te verdraaien terwijl
de hendel van het stuur vandaan wordt ge-
houden. Controleer of het correcte instel-
punt op het stelwiel tegenover het pijlteken
op de koppelingshendel staat.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-24 voor uit-
leg over het startspersysteem.)
DAU00157
Schakelpedaal Het schakelpedaal bevindt zich aan de lin-
kerzijde van de motor en wordt in combina-
tie met de koppelingshendel gebruikt bij het
schakelen van de versnellingen van de
5-traps constant-mesh versnellingsbak op
deze motorfiets.
1. Koppelingshendel
2. Pijlteken
3. Stelwiel voor afstelpositie koppelingshendel
a. Afstand tussen koppelingshendel en
stuurgreep
1. Schakelpedaal
U5JWD2.book Page 11 Wednesday, November 13, 2002 12:15 PM
Page 29 of 112
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
DAU26820
Remhendel De remhendel bevindt zich aan de rechter-
stuurgreep. Trek de hendel naar het stuur
toe om de voorrem te bekrachtigen.
De remhendel is voorzien van een stelwiel
voor afstelpositie. Om de afstand tussen de
remhendel en de stuurgreep af te stellen,
wordt het stelwiel gedraaid terwijl de hendel
van het stuur vandaan wordt gehouden.
Controleer of het correcte instelpunt op het
“”-teken tegenover het pijlteken staat op
de remhendel.
DAU00162
Rempedaal Het rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-
daal om de achterrem te bekrachtigen.
1. Remhendel
2.“”-merkteken
3. Stelwiel voor afstelpositie remhendel
a. Afstand tussen remhendel en stuurgreep
1. Rempedaal
U5JWD2.book Page 12 Wednesday, November 13, 2002 12:15 PM
Page 30 of 112
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
3
DAU26790
ABS (alleen voor FJR1300A)Het Yamaha ABS (Anti-lock Brake System)
bestaat uit een dubbel uitgevoerd elektro-
nisch regelsysteem dat de voorrem en ach-
terrem onafhankelijk aanstuurt. Het ABS-
systeem voorkomt blokkeren van de wielen
tijdens plotseling remmen op uiteenlopende
typen wegdek en onder allerlei weersom-
standigheden, waarbij tegelijk de band/
wegdekhechting en de functionele werking
optimaal blijven terwijl de remwerking toch
soepel verloopt. De ABS-werking wordt ge-
controleerd door een ECU (Electronic Con-
trol Unit) die bij een systeemstoring uitgaat
van handmatig remmen.
DWA10090
WAARSCHUWING
_
Het ABS-systeem functioneert het
meest effectief over lange remwe-
gen.
Op sommige wegtypen (ruw weg-
dek of grint) kan de remweg langer
zijn dan bij remmen zonder ABS.
Houd daarom steeds voldoende af-
stand tot uw voorligger, afgestemd
op uw rijsnelheid.
_
OPMERKING:_
Wanneer ABS is geactiveerd, worden
de remmen op de gebruikelijke wijze
bediend. In de remhendel of het rem-
pedaal kunnen pulsaties worden ge-
voeld, maar dat duidt niet op een
storing.
Dit ABS-systeem is uitgerust met een
testfunctie, waarbij de motorrijder de
pulsaties kan voelen in het rempedaal
of in de remhendel terwijl ABS actief
is. Er is echter speciaal gereedschap
vereist, dus neem voor het uitvoeren
van deze test contact op met uw
Yamaha dealer.
_
U5JWD2.book Page 13 Wednesday, November 13, 2002 12:15 PM