YAMAHA FJR1300AE 2020 Betriebsanleitungen (in German)
Page 101 of 120
Periodiek on derhou d en afstellin g
6-33
6
DAU39527
Accu
De accu bevindt zich onder paneel A. (Zie
pagina 6-8.)
Dit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden
bijgevuld. Het is echter wel nodig om de ac-
cukabelverbindingen te controleren en, in-
dien nodig, vast te zetten.
WAARSCHUWING
DWA10761
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk om-
d at het zwavelzuur bevat, een stof
d ie ernstig e bran dwon den veroor-
zaakt. Vermij d contact met de hui d,
o gen of kle din g en b escherm uw
o gen altij d b ij werkzaamhed en na-
b ij accu’s. Voer als vol gt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel overvloe dig
met water.
INWENDIG: Drink grote hoeveel-
he den water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel g ed uren de 15 mi-
nuten met water en roep direct
me dische hulp in.
Accu’s pro duceren het explosieve
waterstof gas. Hou d daarom von-
ken, open vuur, si garetten e. d. uit
d e buu rt van d
e
accu en zorg voor
vol doen de ventilatie b ij acculaden
in een af gesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-
TEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om de accu op te lad en
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
LET OP
DCA16522
Voor het opla den van een VRLA (Valve
Re gulate d Lea d Aci d)-accu is een speci-
ale acculad er (met constante spannin g)
vereist. Bij geb ruik van een conventione-
le accula der raakt de accu b eschadigd.
Om de accu op te ber gen
1. Verwijder de accu als het voertuig lan- ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad hem volledig bij en zet dan
weg op een koele en droge plek. LET
OP: Zet alvorens d e accu te verwij-
d eren het contactslot uit en haal
eerst de neg atieve kab el en daarna
d e positieve ka bel los.
[DCA16304]
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren. LET OP: Zet alvorens de
accu te plaatsen het contactslot uit
en sluit eerst de positieve ka bel en
d aarna de neg atieve ka bel aan.
[DCA16842]
1. Accu
2. Positieve accukabel (rood)
3. Negatieve accukabel (zwart)
1 2
3
UB96D2D0.book Page 33 Friday, September 6, 2019 4:19 PM
Page 102 of 120
Periodiek on derhou d en afstelling
6-34
6
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aangesloten op de
accupolen.
LET OP
DCA16531
Hou d d e accu stee ds op gelad en. Stallen
van een ontla den accu kan lei den tot
permanente accuscha de.
DAU54515
Zekerin gen vervan gen
De zekeringenkastjes en afzonderlijke ze-
keringen bevinden zich onder paneel A. (Zie
pagina 6-8.)
1. Hoofdzekering
2. Reservezekering
3. Cruise-controlzekering
4. Remlichtzekering
5. Zekeringenkastje
6. Hoofdzekering 2
5
1
3
4
2
5 26
UB96D2D0.book Page 34 Friday, September 6, 2019 4:19 PM
Page 103 of 120
Periodiek on derhou d en afstellin g
6-35
6
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische
circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Ge bruik geen
zekerin gen met een ho gere ampe-
ra ge dan aan bevolen om ernsti ge
scha de aan het elektrische systeem
en mo gelijk bran d te voorkomen.
[DWA15132]
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
1. Zekering ABS-motor
2. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
3. Zekering brandstofinjectiesysteem
4. Backup-zekering (voor klok en startblok-keersysteem)
5. Zekering elektronische smoorklep
6. Koplampzekering
7. Reservezekering
8. Zekering vering
9. Zekering signaleringssysteem
10.Aansluitzekering 1 (voor gelijkstroom aan- sluitcontact voor accessoires)
11.Zekering ABS-regeleenheid
12.Zekering ontstekingssysteem
13.Zekering rechter radiatorkoelvinmotor
14.Zekering linker radiatorkoelvinmotor
15.Zekering alarmverlichtingssysteem
16.Zekering kuipruitstelmotor
8
1
7
23
4
5
6
7
14
710 9111213
71615
Voor geschreven zekerin gen:
Hoofdzekering:
50.0 A
Hoofdzekering 2: 30.0 A
Aansluitzekering 1: 3.0 A
Koplampzekering:
7.5 A
Remlicht zekering: 1.0 A
Zekering signaleringssysteem: 7.5 A
Zekering ontstekingssysteem:
20.0 A
Zekering radiatorkoelvin: 10.0 A × 2
Backup-zekering: 7.5 A
Circuitzekering alarmverlichtingssy-
steem: 7.5 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
15.0 A
Zekering ABS-regeleenheid: 7.5 A
Zekering ABS-motor: 30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep: 20.0 A
Zekering vering:
15.0 A
Zekering cruise control: 1.0 A
Zekering kuipruitmotor: 20.0 A
Zekering elektronische smoorklep:
7.5 A
UB96D2D0.book Page 35 Friday, September 6, 2019 4:19 PM
Page 104 of 120
Periodiek on derhou d en afstelling
6-36
6
DAU72980
Voertui gverlichtin g
Dit model is volledig uitgerust met lampen
van het LED-type. Er zijn geen vervangbare
gloeilampen.
Als een lampje niet gaat branden, contro-
leer dan de zekeringen en laat vervolgens
een Yamaha dealer de machine controle-
ren.
LET OP
DCA16581
Plak geen kleurfolie of stickers op de
koplamplens.
DAU25872
Prob lemen oplossen
Yamaha motorfietsen ondergaan een gron-
dige inspectie voordat ze vanaf de fabriek
op transport gaan, maar tijdens gebruik
kunnen toch storingen optreden. Proble-
men in de brandstof-, compressie- of ont-
stekingssystemen kunnen bijvoorbeeld de
oorzaak zijn van slecht starten of een afna-
me in motorvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s is een
snelle en gemakkelijke werkwijze weerge-
geven om deze vitale systemen zelf te kun-
nen controleren. Ga met uw motorfiets
echter wel naar een Yamaha dealer als re-
paraties nodig zijn, hier zijn vakkundige
monteurs aanwezig die beschikken over
het benodigde gereedschap en de ervaring
en vakkennis om het nodige onderhoud
aan de motorfiets correct te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele onder-
delen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van minde-
re kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn.
WAARSCHUWING
DWA15142
Rook niet tij dens het controleren van het
b ran dstofsysteem en let erop d at er
g een open vuur of vonken in d e omge-
vin g zijn, inclusief waakvlammen van
g eisers of ovens. Benzine en benzine-
d ampen kunnen vlam vatten of explo de-
ren, met ernsti g letsel of scha de aan
ei gen dommen tot g evolg.
1. Parkeerlicht
2. Koplamp
1
21
2
UB96D2D0.book Page 36 Friday, September 6, 2019 4:19 PM
Page 105 of 120
Periodiek on derhou d en afstellin g
6-37
6
DAU86390
Storingzoekschema
1. BrandstofEr is voldoende
brandstof aanwezig.
Er is geen brandstof
aanwezig.
Controleer de accu.
Vul brandstof bij.
De motor draait snel
rond.
De motor draait
langzaam rond.
De motor start niet.
Controleer de accu.
2. AccuDe accu is in orde.
De motor start niet.
Controleer de
ontsteking.
3. OntstekingNatProbeer de motor te
starten.
Droog
Er is compressie.
Er is geen
compressie.
De motor start niet.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet.
Controleer de
compressie.Vraag een Yamaha
dealer de machine te
controleren.
Verwijder de bougie
en controleer de
elektroden.
Bedien de startmotor.
Probeer de motor te
starten.
Controleer het
brandstofniveau in de
brandstoftank.
4. Compressie
Controleer de
aansluitingen van de
accukabels en laad de
accu zo nodig op.
Veeg schoon met een
droge doek en
corrigeer de
elektrodenafstand of
vervang de bougie(s).
UB96D2D0.book Page 37 Friday, September 6, 2019 4:19 PM
Page 106 of 120
Periodiek on derhou d en afstelling
6-38
6
DAU86430Motor raakt oververhit
WAARSCHUWING
DWAT1041
Verwij der de ra diatorvul dop niet terwijl de motor en de koelvloeistofra diator no g
heet zijn. Hete vloeistof en stoom kunnen naar buiten spuiten en zo ernstig e
b ran dwon den veroorzaken. Wacht tot de motor is afg ekoeld.
Bren g een d ikke doek, bijvoor beel d een han ddoek, aan over de ra diatorvul dop
en draai deze dan lan gzaam linksom te gen de aansla g zod at de no g aanwezi ge
d ruk kan ontsnappen. Druk de dop omlaa g zo dra het sis gelui d stopt en draai
d eze linksom en verwij der de dop.
OPMERKING
Als geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijd elijk leidingwater worden gebruikt, maar dit
moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschreven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in
het reservoir en in de
radiator.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Het koelvloeistofniveau
is in orde.
Er is geen lekkage.
Er is lekkage.
Het koelvloeistofniveau
is laag. Controleer het
koelsysteem op
lekkage.
Vraag een Yamaha
dealer het koelsysteem
te controleren en te
repareren.
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te repareren als de
motor opnieuw oververhit raakt.
UB96D2D0.book Page 38 Friday, September 6, 2019 4:19 PM
Page 107 of 120
Verzorgin g en stallin g van de motorfiets
7-1
7
DAU37834
Matkleur, let op
LET OP
DCA15193
Sommi ge mo dellen zijn uit gerust met
matkleuri ge on der delen. Raa dplee g een
Yamaha dealer voor a dvies over wat
voor prod ucten geb ruikt moeten wor den
om het voertui g te reini gen. Het geb ruik
van een borsteltje, chemische pro duc-
ten of reini gin gsmi ddelen tij dens het rei-
ni gen van deze on der delen kan het
oppervlak bekrassen of bescha dig en.
Ook was moet niet wor den aan geb racht
op een van de matkleuri ge on der delen.
DAU83443
On derhou d
Regelmatige grondige reiniging van de ma-
chine zorgt niet alleen voor een fraaier uiter-
lijk, maar verbetert ook de prestaties van de
machine en de levensduur van veel onder-
delen. Door de machine te wassen, reini-
gen en op te poetsen kunt u ook regelmatig
de conditie ervan inspecteren. Was de ma-
chine telkens na een rit in de regen of dicht
bij de zee, aangezien zout bijtend is voor
metalen.
OPMERKING
In gebieden met vorst en sneeuwval
kan zout worden gestrooid op wegen
als middel tegen gladheid. Dit zout
kan tot in de lente op de weg blijven
liggen, dus was de onderkant en
chassisonderdelen telkens na een rit
in deze gebieden.
Originele Yamaha verzorgings- en on-
derhoudsproducten worden onder de
merknaam YAMALUBE verkocht in
vele markten wereldwijd.
Raadpleeg uw Yamaha dealer voor
extra reinigingstips.
LET OP
DCA26280
Onjuiste reinig ing kan resulteren in cos-
metische en mechanische scha de. Ge-
b ruik geen:
hoged rukreini gers of stoomreini-
g ers. Water on der ho ge druk kan
wiella gers, remmen, versnellin gs-
b akaf dichtin gen en elektrische on-
d er delen binnen drin gen en schad e
veroorzaken. Vermijd reinigin gsap-
paratuur die geb ruikmaakt van
ho ge druk, zoals autowasserettes.
ag ressieve chemische stoffen in-
clusief sterke, b ijtende wielreini-
g in gsmi ddelen, vooral bij
spaakwielen of ma gnesium wielen.
UB96D2D0.book Page 1 Friday, September 6, 2019 4:19 PM
Page 108 of 120
Verzorgin g en stallin g van de motorfiets
7-2
7
ag ressieve chemische stoffen,
schuren de reini gin gsmi ddelen of
was op on der delen met een matte
afwerkin g. Borstels kunnen kras-
sen en b eschadig in gen veroorza-
ken op de matte afwerkin g, g eb ruik
alleen een zachte spons of han d-
d oek.
doeken, sponzen of borstels met
resten van schuren de reini gin gs-
mi ddelen of ag ressieve chemische
stoffen zoals oplosmi ddelen, benzi-
ne, roestverwijd eraars, remvloei-
stof, antivries etc.
Voor het wassen 1. Plaats de machine buiten direct zon-
licht en laat deze afkoelen. Dit helpt
watervlekken te voorkomen.
2. Zorg dat alle doppen, kappen, elektri- sche koppelingen en stekkers stevig
zijn gemonteerd.
3. Dek de uitlaatdemper af met een plas- tic zak en een stevig elastiek.
4. Zet hardnekkige vlekken van bijvoor- beeld insecten of vogelpoep enkele
minuten in de week met een natte
doek.
5. Verwijder vuil en olievlekken met een hoogwaardig ontvettingsmiddel en
een kunststof borstel of spons. LET
OP: Ge bruik geen ontvettin gsmi d-
d el op ged eelten die gesmeer d
moeten wor den, zoals af dichtin gen,
pakkin gen en wielassen. Vol g d e in-
structies bij het pro duct.
[DCA26290]
Wassen
1. Spoel eventueel ontvettingsmiddel af en spuit de machine na met een tuin-
slang. Gebruik niet meer waterdruk
dan nodig is. Spuit water niet recht-
streeks in de uitlaatdemper, het instru- mentenpaneel, de luchtinlaat of
andere binnengedeelten zoals op-
bergcompartimenten onder het zadel.
2. Was de machine met een hoogwaar- dig autowasmiddel gemengd met
koud water en een zachte, schone
doek of spons. Gebruik een oude tan-
denborstel of kunststof borstel om op
moeilijk bereikbare plaatsen te ko-
men. LET OP: Gebruik kou d water
als het voertui g is bloot gestel d aan
zout. Warm water ver groot de bij-
ten de ei genschappen van zout.
[DCA26301]
3. Bij machines met een kuipruit: Reinig
de kuipruit met een zachte doek of
spons die is bevochtigd met water en
een pH-neutraal reinigingsmiddel. Ge-
bruik indien nodig een hoogwaardig
kuipruitreinigingsmiddel of polish voor
motorfietsen. LET OP: Gebruik nooit
a g ressieve chemicaliën om de
kuipruit te reini gen. Daarnaast kun-
nen bepaal de reini gin gsmi ddelen
voor kunststof krassen achterlaten
op de kuipruit, d us test een reini-
g in gsmi ddel altij d eerst voor dat u
het toepast.
[DCA26310]
4. Spoel vervolgens grondig na met wa- ter. Zorg dat u alle restanten van het
reinigingsmiddel verwijdert omdat
deze schadelijk kunnen zijn voor
kunststof onderdelen.
Na het wassen 1. Droog de machine met een zeem of
vochtabsorberende doek, bij voorkeur
een microvezeldoekje.
2. Voor modellen met een aandrijfket-
ting: Aandrijfketting drogen en vervol-
gens smeren om roestvorming te
voorkomen.
3. Gebruik een chroompolish om ver- chroomde, aluminium en roestvrijsta-
len delen te laten glanzen. Vaak kunt u
UB96D2D0.book Page 2 Friday, September 6, 2019 4:19 PM
Page 109 of 120
Verzorgin g en stallin g van de motorfiets
7-3
7
thermische verkleuringen op roestvrij-
stalen uitlaatsystemen verwijderen
door deze op te poetsen.
4. Breng een corrosiewerende spray aan op alle metalen onderdelen, inclusief
verchroomde en vernikkelde opper-
vlakken. WAARSCHUWING! Bren g
g een siliconen- of oliespray aan op
za dels, han dgrepen, ru bber voet-
steunen of b andprofielen. An ders
wor den deze on der delen gla d,
waar door u de controle over de ma-
chine kunt verliezen. Reini g d e op-
pervlakken van d eze onder delen
g ron dig voor dat u met d e machine
g aat rij den.
[DWA20650]
5. Behandel rubber, vinyl en ongelakte
kunststof onderdelen met een daar-
voor geschikt verzorgingsmiddel.
6. Werk kleine lakbeschadigingen door
steenslag en dergelijke bij.
7. Behandel alle gelakte oppervlakken met een niet-schurende was of ge-
bruik een detailspray voor motorfiet-
sen.
8. Start na de reinigingsbeurt de motor
en laat deze enkele minuten stationair
draaien om eventueel resterend vocht
op te laten drogen.
9. Bij condensatievorming in de kop- lamplens start u de motor en zet u de
koplamp aan om het vocht te verwij-
deren.
10. Laat de machine volledig drogen voordat u deze stalt of afdekt.
LET OP
DCA26320
Bren g g een was aan op ru bber of
on gelakte kunststof on der delen.
Gebruik geen schuren de poetsmi d-
d elen omd at deze de lak aantasten.
Gebruik sprays en was altij d spaar-
zaam. Vee g restanten na geb ruik
we g.
WAARSCHUWING
DWA20660
Verontreinig ing van d e remmen of ban-
d en kan lei den tot verlies van de controle
over de machine.
Zor g d at er geen smeermi ddel of
was op d e remmen en ban den is
achter geb leven.
Was de ban den in dien no dig met
warm water en een mil d reini gin gs-
mi ddel.
Reini g d e remschijven en - blokken
zo no dig met een remmenreini ger
of aceton.
Test de remwerkin g en het we gge-
d ra g van d e machine in bochten
voor dat u met ho ge snelhed en
g aat
ri
j d en.
UB96D2D0.book Page 3 Friday, September 6, 2019 4:19 PM
Page 110 of 120
Verzorgin g en stallin g van de motorfiets
7-4
7
DAU83472
Stallen
Stal de machine altijd op een koele, droge
plaats. Bescherm de machine zo nodig te-
gen stof met een ademend dekkleed. Zorg
dat de motor en het uitlaatsysteem zijn af-
gekoeld voordat u de machine afdekt. Als
de machine vaak wekenlang niet wordt
gebruikt, wordt aanbevolen om na elke
tankbeurt een hoogwaardige brandstofsta-
bilisator te gebruiken.
LET OP
DCA21170
Als het voertui g wor dt gestal d in
een slecht g eventileerde ruimte of
in vochtig e toestand wor dt af ge-
d ekt met een hoes of een d ekzeil,
zullen water en vocht kunnen bin-
nend ringen en roestvormin g ver-
oorzaken.
Voorkom corrosie door de machine
niet te stallen in een vochti ge kel-
d er, een stal (i.v.m. de aanwezi g-
hei d van ammoniak damp) en in een
opsla gruimte voor sterke chemica-
liën.
Langduri ge stallin g
Voordat u de machine langdurig stalt
(60 dagen of langer):
1. Zorg dat u alle nodige reparaties en achterstallig onderhoud uitvoert.
2. Volg alle instructies op in de paragraaf Verzorging van dit hoofdstuk.
3. Vul de brandstoftank en voeg een
brandstofstabilisator toe volgens de
instructies bij het product. Laat de
motor 5 minuten draaien om de be-
handelde brandstof door het brand-
stofsysteem te verspreiden.
4. Bij machines met een brandstofkraan:
Draai de hendel van de brandstof-
kraan dicht.
5. Bij machines met een carburateur:
Tap de brandstof in de vlotterkamer
van de carburateur af in een schone opvangbak om te voorkomen dat er
afzettingen uit de brandstof worden
gevormd. Zet de aftapplug weer vast
en giet de brandstof terug in de brand-
stoftank.
6. Gebruik een hoogwaardige conserve- ringsolie om de interne motoronder-
delen tegen corrosie te beschermen.
Voer als er geen conserveringsolie be-
schikbaar is de volgende stappen uit
voor elke cilinder:a. Verwijder de bougiedop en de bougie.
b. Giet een theelepel motorolie in het
bougiegat.
c. Breng de bougiedop aan op de bougie en leg dan de bougie zoda-
nig op de cilinderkop dat de elek-
troden aan massa liggen. (Dit
voorkomt vonken tijdens de vol-
gende stap.)
d. Laat de motor een paar keer rond- draaien op de startmotor. (De cilin-
derwand wordt zo geolied.)
WAARSCHUWING! Ver bin d de
b ou gie-elektro des met de mas-
sa bij het ronddraaien van de
motor om scha de of letsel door
vonkvormin g te voorkomen.
[DWA10952]
e. Haal de bougiedop los van de
bougie en breng dan de bougie en
de bougiedop weer aan.
7. Smeer alle bedieningskabels, schar- nierpunten, hendels en pedalen, als-
mede de zijstandaard en middenbok
(indien aanwezig).
8. Controleer en corrigeer de banden-
spanning, en breng dan de machine
omhoog zodat alle wielen los van de
grond zijn. Een andere mogelijkheid is
de wielen eenmaal per maand iets te
draaien, zodat de banden niet op één
gedeelte sterker achteruitgaan.
UB96D2D0.book Page 4 Friday, September 6, 2019 4:19 PM