YAMAHA FJR1300AE 2020 Betriebsanleitungen (in German)

Page 81 of 120

Periodiek on derhou d en afstellin g
6-13
6
OPMERKING
Controleer de o-ring op beschadiging en
vervang deze indien nodig.
Om de motorolie te verversen (met of
zon der vervan gin g van oliefilterpatroon)
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond.
2. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Zet een olieopvangbak onder de mo- tor om de gebruikte olie op te vangen.
4. Verwijder de olievuldop en de olieaf- tapplug met de pakking om de olie uit
het carter te laten stromen.
OPMERKING
Sla de stappen 5–7 over als de oliefilterpa-
troon niet wordt vervangen.
5. Verwijder de oliefilterpatroon met een oliefiltersleutel.
OPMERKING
De Yamaha dealer kan een oliefiltersleutel
leveren.
6. Smeer een dun laagje schone motor-
olie op de O-ring van de nieuwe oliefil-
terpatroon.
OPMERKING
Zorg dat de o-ring correct aanligt.
7. Plaats de nieuwe oliefilterpatroon enzet deze dan met een momentsleutel
vast met het voorgeschreven aanhaal-
moment.
1. Olievuldop
2. O-ring
1. Olieaftapplug
2. Pakking
2
1
1
2
1. Oliefiltersleutel
2. Oliefilterpatroon
1. O-ring
1
2
UB96D2D0.book Page 13 Friday, September 6, 2019 4:19 PM

Page 82 of 120

Periodiek on derhou d en afstelling
6-14
6
8. Monteer de olieaftapplug met een
nieuwe pakking en zet de plug vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
9. Vul met de aangegeven hoeveelheid van de aanbevolen motorolie.
OPMERKING
Veeg enige gemorste olie af nadat de motor
en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld.
LET OP
DCA11621
Om het slippen van de koppelin g te
voorkomen ( de motorolie smeert
immers ook de koppelin g) mo gen
g een chemische additieven wor den toe
gevoe gd. Ge bruik geen oliën
met een “CD” dieselspecificatie of
oliën met een ho gere kwaliteit dan
g especificeer d. Ge bruik ook g een
oliën met een “ENERGY CONSER-
VING II” of ho gere aan dui din g.
 Zor g d at er geen verontreini gin gen
in het carter terecht komen.
10. Controleer de o-ring op beschadiging
en vervang deze indien nodig.
11. Breng de olievuldop aan en draai deze vast.
12. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.
OPMERKING
Nadat de motor is gestart moet het waar-
schuwingslampje olieniveau uitgaan als het
olieniveau correct is.
LET OP
DCA10402
Zet de motor direct af als het waarschu-
win gslampje olieniveau knippert of blijft
b ran den en laat het voertui g controleren
d oor een Yamaha dealer, zelfs als het
olieniveau in or de is.
13. Zet de motor af, controleer dan het
olieniveau en corrigeer indien nodig.
1. Momentsleutel
Aanhaalmoment:Oliefilterpatroon:17 N·m (1.7 kgf·m, 13 lb·ft)
Aanhaalmoment: Olieaftapplug:
43 N·m (4.3 kgf·m, 32 lb·ft)
Aan bevolen motorolie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelheid :
Olieverversing:
3.80 L (4.02 US qt, 3.34 Imp.qt)
Met verwijderen van oliefilterele-
ment:
4.00 L (4.23 US qt, 3.52 Imp.qt)
1
1. Olievuldop
2. O-ring
2
1
UB96D2D0.book Page 14 Friday, September 6, 2019 4:19 PM

Page 83 of 120

Periodiek on derhou d en afstellin g
6-15
6
DAU85450
Waarom Yamalu be
YAMALUBE olie is een origineel YAMAHA
onderdeel dat is ontwikkeld vanuit de over-
tuiging dat motorolie een belangrijke vloei-
bare component van de motor is. Wij
stellen teams samen van specialisten op
technisch, chemisch, elektronisch en race-
testgebied die samen de motor en de daar-
in te gebruiken olie ontwikkelen. Yamalube
oliën bestaan uit hoogwaardige basisoliën
die zijn aangevuld met specifieke additie-
ven die verzekeren dat het eindproduct aan
onze prestatienormen voldoet. Hierdoor
hebben de minerale, semisynthetische en
synthetische oliën van Yamalube hun eigen
karakter en toepassingsgebied. Dankzij de
enorme ervaring die Yamaha sinds de jaren
zestig met de ontwikkeling van oliën heeft
opgedaan, is Yamalube de beste keus voor
uw Yamaha motor.
DAU20017
Car danolie
Vóór elke rit moet het cardanhuis worden
gecontroleerd op olielekkage. In geval van
lekkage dient u de machine door een
Yamaha dealer te laten nakijken en repare- ren. Controleer verder als volgt het niveau
van de cardanolie en ververs de olie vol-
gens de intervaltijden vermeld in het perio-
dieke smeer- en onderhoudsschema.
WAARSCHUWING
DWA10371
 Zor g ervoor d at geen verontreini-
g in gen het car danhuis kunnen bin-
nend ringen.
 Zor g d at er geen olie op de ban den
of wielen terechtkomt.
Controleren van het olieniveau in het
car danhuis
1. Zet de machine op de middenbok.
OPMERKING
Zorg dat de machine rechtop staat bij het
controleren van het olieniveau. Wanneer de
machine iets schuin staat, kan het niveau al
foutief worden afgelezen.
2. Verwijder de vulplug van de cardan- olie met de pakking en controleer het
olieniveau in het cardanhuis.
OPMERKING
Het olieniveau moet bij de rand van de vul-
opening staan.
UB96D2D0.book Page 15 Friday, September 6, 2019 4:19 PM

Page 84 of 120

Periodiek on derhou d en afstelling
6-16
6
3. Als de olie onder de rand van de vul-
opening staat, vul dan genoeg olie van
de aanbevolen soort bij tot het correc-
te niveau.
4. Controleer of de pakking beschadigd is en vervang indien nodig.
5. Monteer de vulplug van de cardanolie
met de pakking en zet de plug vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
Om de car danolie te verversen
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond.
2. Plaats een olieopvangbak onder het cardanhuis om de gebruikte olie op te
vangen.
3. Verwijder de vulplug van de cardan- olie en de aftapplug van de cardanolie
met hun pakkingen om de olie uit het
cardanhuis af te tappen. 4. Monteer de aftapplug van de cardan-
olie met de nieuwe pakking en zet de
plug vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment.
5. Vul de aanbevolen cardanolie bij tot aan de rand van de vulopening.
6. Controleer de pakking van de olie- vulplug op beschadiging en vervang
indien nodig.
7. Monteer de olievulplug met de pak- king en zet de plug vast met het voor-
geschreven aanhaalmoment.
8. Controleer het cardanhuis op olielek- kage. Zoek in geval van lekkage naar
de oorzaak.
1. Vulplug cardanolie
2. Pakking
3. Correct olieniveau
Aanhaalmoment:Vulplug cardanolie:23 N·m (2.3 kgf·m, 17 lb·ft)
3
2
1
1. Vulplug cardanolie
2. Pakking
3. Aftapplug cardanolie
Aanhaalmoment:
Aftapplug cardanolie:23 N·m (2.3 kgf·m, 17 lb·ft)
Aan bevolen car danolie:
Originele Yamaha cardanolie SAE
80W-90 API GL-5
Oliehoeveelheid :
0.20 L (0.21 US qt, 0.18 Imp.qt)
Aanhaalmoment: Vulplug cardanolie:23 N·m (2.3 kgf·m, 17 lb·ft)
1
2
32
UB96D2D0.book Page 16 Friday, September 6, 2019 4:19 PM

Page 85 of 120

Periodiek on derhou d en afstellin g
6-17
6
DAUS1203
Koelvloeistof
Het koelvloeistofniveau moet regelmatig
worden gecontroleerd. Verder moet de
koelvloeistof worden ververst volgens de
intervalperioden vermeld in het periodieke
onderhoudsschema.
OPMERKING
Als er geen originele Yamaha koelvloeistof
beschikbaar is, gebruik dan een ethyleen-
glycol antivries met corrosieremmers voor
aluminium motoren en meng deze met ge-
destilleerd water in een verhouding van 1:1.
DAU54164Controleren van het koelvloeistofniveau
1. Wacht tot de motor is afgekoeld. Het
koelvloeistofniveau varieert met de
motortemperatuur.
2. Zet de machine op de middenbok.
3. Verwijder het linkerventilatiepaneel
van het stroomlijnpaneel. (Zie pagina
3-37.)
4. Kijk naar het koelvloeistofreservoir. 5. Als het koelvloeistofniveau zich op of
onder de merkstreep voor minimum-
niveau bevindt, open dan de reser-
voirdop. WAARSCHUWING!
Verwij der alleen d e dop van het
koelvloeistofreservoir. Prob eer
nooit om de rad iatorvul dop te ver-
wij deren als de motor warm is.
[DWA15162]
6. Vul koelvloeistof of gedestilleerd water
bij tot aan de merkstreep voor maxi-
mumniveau en sluit de reservoirdop.
LET OP: Als er g een koelvloeistof
aanwezi g is, g eb ruik dan in plaats
d aarvan ged istilleer d water of ont-
har d leid ingwater. Ge bruik geen
har d water of zout water, dit is
scha delijk voor de motor. Als er in
plaats van koelvloeistof water is g e-
b ruikt, vervan g d it dan zo snel mo-
Aan
bevolen koelvloeistof:
YAMALUBE-koelvloeistof
Hoeveelhei d koelvloeistof:
Koelvloeistofreservoir (merkstreep
voor maximumniveau): 0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
Radiator (inclusief alle leidingen): 2.60 L (2.75 US qt, 2.29 Imp.qt)
1. Koelvloeistofreservoir
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
1. Dop koelvloeistofreservoir
2
1 3
1
UB96D2D0.book Page 17 Friday, September 6, 2019 4:19 PM

Page 86 of 120

Periodiek on derhou d en afstelling
6-18
6
gelijk door koelvloeistof, an ders is
het systeem niet b eschermd te gen
vorst en corrosie. Als er water aan
d e koelvloeistof is toe gevoe gd, laat
d an een Yamaha d ealer zo snel mo-
g elijk het antivries gehalte van de
koelvloeistof controleren om te
voorkomen dat de effectiviteit van
d e koelvloeistof afneemt.
[DCA10473]
7. Monteer het paneel.
DAU33032De koelvloeistof verversen
De koelvloeistof moet volgens de interval-
perioden vermeld in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema ververst worden.
Laat de koelvloeistof verversen door een
Yamaha dealer. WAARSCHUWING! Pro-
b eer nooit om d e radiatorvul dop te ver-
wij deren als de motor warm is.
[DWA10382] DAU72990
Luchtfilterelement reini
gen
Het luchtfilterelement moet worden gerei-
nigd of vervangen volgens de intervalperio-
den vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema. Reinig (of vervang)
het luchtfilterelement vaker als u in zeer
stoffige of vochtige gebieden rijdt.
1. Verwijder paneel B. (Zie pagina 6-8.)
2. Verwijder de luchtinlaatkap door de schroef en de snelsluitschroeven te
verwijderen.
3. Verwijder het luchtfilterdeksel door de schroeven te verwijderen.
4. Trek het luchtfilterelement uit.
1. Luchtinlaatrooster
2. Snelsluitschroef
3. Schroef
1. Luchtfilterdeksel
2. Schroef
1
3
2
2
2 1
UB96D2D0.book Page 18 Friday, September 6, 2019 4:19 PM

Page 87 of 120

Periodiek on derhou d en afstellin g
6-19
6
5. Geef een paar tikjes tegen het luchtfil-
terelement om het me este stof en vuil
te verwijderen en blaas dan het nog
achtergebleven vuil weg met pers-
lucht zoals afgebeeld. Vervang het
luchtfilterelement als dit beschadigd
is.
6. Steek het luchtfilterelement in het luchtfilterhuis. LET OP: Zorg ervoor
d at het filterelement goe d aanli gt in
het luchtfilterhuis. Laat d e motor
nooit draaien met het luchtfilterele-
ment uit genomen, hier door kunnen
d e zui ger(s) en/of cilin der(s) over-
mati g versleten raken.
[DCA10482]
7. Monteer het luchtfilterdeksel door de
schroeven aan te brengen. LET OP:
Let erop dat de tankoverloopslan g
niet wor dt af geknel d.
[DCA23280]
8. Monteer de luchtinlaatkap door de
schroef en de snelsluitschroeven aan
te brengen.
9. Monteer het paneel.
1. Luchtfilterelement
1
1. Overloopslang brandstoftank
1
UB96D2D0.book Page 19 Friday, September 6, 2019 4:19 PM

Page 88 of 120

Periodiek on derhou d en afstelling
6-20
6
DAU44735
Stationair toerental controleren
Controleer het stationair toerental en laat
het indien nodig door een Yamaha dealer
bijstellen.
DAU21386
De vrije sla g van de gas greep
controleren
Meet de vrije slag van de gasgreep zoals
getoond.
Controleer de vrije slag van de gasgreep re-
gelmatig en laat de vrije slag indien nodig
afstellen door een Yamaha dealer.
Stationair toerental:
1000–1100 tpm
1. Vrije slag van gasgreep
Vrije sla g van gas greep:
1.0–3.0 mm (0.04–0.12 in)
1
UB96D2D0.book Page 20 Friday, September 6, 2019 4:19 PM

Page 89 of 120

Periodiek on derhou d en afstellin g
6-21
6
DAU21403
Klepspeling
De kleppen zijn een belangrijke motorcom-
ponent, en aangezien de klepspeling bij ge-
bruik verandert moeten ze worden
gecontroleerd en afgesteld volgens de in-
tervalperioden vermeld in het periodieke
onderhoudsschema. Niet-afgestelde klep-
pen kunnen resulteren in een onjuist lucht-
brandstofmengsel, motorgeluid en uitein-
delijk motorschade. Laat om dit te voorko-
men de klepspeling regelmatig controleren
en afstellen door uw Yamaha dealer.
OPMERKING
Dit onderhoud moet worden uitgevoerd bij
een koude motor.
DAU64412
Banden
Banden zijn het enige contact tussen de
machine en het wegdek. Veiligheid onder
alle rijomstandigheden hangt af van een re-
latief klein contactoppervlak met het weg-
dek. Het is daarom essentieel om de
banden te allen tijde in een goede conditie
te houden en deze op tijd te vervangen
door de voorgeschreven banden.
Ban denspannin g
De bandenspanning moet voor elke rit wor-
den gecontroleerd en indien nodig worden
bijgesteld.
WAARSCHUWING
DWA10504
Rij den met deze machine met een on-
juiste ban denspannin g kan lei den tot
verlies van d e controle met mo gelijk ern-
sti g letsel of overlijd en tot gevol g.
 De ban dspanning moet wor den ge-
controleer d en af gestel d terwijl de
b an den kou d zijn (wanneer de tem-
peratuur van de ban den gelijk is aan
d e om gevin gstemperatuur).
 De ban dspannin g moet wor den
aan gepast aan de rijsnelhei d en het
totale gewicht van rij der, passa gier,
b ag ag e en accessoires dat voor
dit
mo del i

s vast gestel d.
UB96D2D0.book Page 21 Friday, September 6, 2019 4:19 PM

Page 90 of 120

Periodiek on derhou d en afstelling
6-22
6WAARSCHUWING
DWA10512
Belaa d uw machine nooit te zwaar. Rij-
d en met een te zwaar belaste machine
kan lei den tot een on geval.
Inspectie van ban den
Voor elke rit moeten de banden worden ge-
controleerd. Als de bandprofieldiepte op
het midden van de band de vermelde limiet
heeft bereikt, de band spijkers of stukjes
glas bevat of wanneer de wang van de band scheurtjes vertoont, moet de band
onmiddellijk door een Yamaha dealer wor-
den vervangen.
OPMERKING
De slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem al-
tijd de lokale voorschriften in acht.
WAARSCHUWING
DWA10472

Laat sterk versleten ban den door
een Yamaha d ealer vervangen. Rij-
d en op een machine met versleten
b an den is niet alleen ver boden,
maar dit heeft ook een averechts
effect op de rijsta biliteit, waar door
u de macht over het stuur zou kun-
nen verliezen.
 De vervan gin g van on der delen van
wielen en remmen, inclusief b an-
d en, dient te wor den over gelaten
aan een Yamaha d ealer, die over de
no dig e vakkun dig e kennis en erva-
rin g b eschikt om d it te doen.
 Rijd niet te snel direct na het ver-
wisselen van een b and. Het b and-
oppervlak dient eerst te zijn
in ger e
d e
n voor dat het zijn optimale
ei genschappen verkrij gt.
Ban denspannin g b ij kou de ban den:
1 persoon:
Voor: 250 kPa (2.50 kgf/cm2, 36 psi)
Achter:
290 kPa (2.90 kgf/cm2, 42 psi)
2 personen: Voor:
250 kPa (2.50 kgf/cm2, 36 psi)
Achter: 290 kPa (2.90 kgf/cm2, 42 psi)
Maximale belastin g:
Vo e r t u i g : 212 kg (467 lb)
De maximale belasting van het
voertuig is het gecombineerde ge-
wicht van de bestuurder, de passa-
gier, de bagage en eventuele
accessoires.
1. Wang van band
2. Bandprofieldiepte
Minimale ban dprofiel diepte (voor en
achter):
1.6 mm (0.06 in)
UB96D2D0.book Page 22 Friday, September 6, 2019 4:19 PM

Page:   < prev 1-10 ... 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 120 next >