YAMAHA FJR1300AS 2008 Instructieboekje (in Dutch)
Page 51 of 102
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-1
5
DAU15950
WAARSCHUWING
DWA10270
Zorg dat u volkomen vertrouwd
bent met alle bedieningsfuncties en
hun werking voordat u gaat rijden.
Informeer bij een Yamaha dealer als
u de werking van een schakelaar of
functie niet volkomen begrijpt.
Start de motor nooit in een afgeslo-
ten ruimte en laat deze hierin ook
niet lange tijd aaneen draaien. Uit-
laatgassen zijn giftig en het inade-
men ervan kan al binnen korte tijd
leiden tot bewusteloosheid en do-
delijk letsel. Controleer altijd of er
voldoende ventilatie is.
Controleer of de zijstandaard is in-
getrokken alvorens weg te rijden.
Als de zijstandaard niet behoorlijk
is ingetrokken, kan deze de grond
raken en zo de motorrijder afleiden,
waardoor u de macht over het stuurverliest.
DAU45310
OPMERKING:Dit model is uitgerust met een hellingshoek-
sensor, waarbij de motor afslaat bij kante-
ling. Om de motor na een kanteling weer te
starten zet u het contactslot eerst op “OFF”
en daarna op “ON”. Als u dat niet doet zal
de motor niet starten, ondanks dat de motor
wordt aangezwengeld als u op de startknopdrukt.
DAU40332
Starten van de motor Door het startspersysteem is starten alleen
mogelijk als aan een van de volgende voor-
waarden is voldaan:
De voor- of achterrem wordt bekrach-
tigd met de versnellingsbak in de vrij-
stand, waarbij de zijstandaard omhoog
of omlaag is.
De voor- of achterrem wordt bekrach-
tigd met een versnelling ingeschakeld,
en de zijstandaard is omhoog.WAARSCHUWING
DWA14540
Controleer voor het starten van de
motor de werking van het startsper-
systeem en volg daarbij de werkwij-
ze beschreven op pagina 3-31.
Bekrachtig altijd de voor- of achter-
rem terwijl het contactslot in de
stand “ON” staat en een versnelling
ingeschakeld is, anders kan het
achterwiel vrij bewegen.
Ga nooit rijden terwijl de zijstan-daard omlaag staat.
1. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de noodstopschakelaar
op“” is gezet.
U2D2D2D0.book Page 1 Thursday, October 11, 2007 9:25 AM
Page 52 of 102
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-2
5
LET OP:
DCA15510
De volgende waarschuwingslampjes,
het volgende controlelampje en de vol-
gende indicatoren moeten enkele secon-
den oplichten en dan uitgaan.
Waarschuwingslampje olieniveau
Waarschuwinglampje en controle-
lampjes motorstoring en YCC-S
Controlelampje startblokkering
ABS-waarschuwingslampje
Als een waarschuwings- of controle-
lampje of een indicator niet dooft, zie
dan pagina 3-4 voor een controle van het
betreffende circuit.
2. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand terwijl de voor- of achterrem
wordt bekrachtigd.OPMERKING:Als de versnellingsbak in de vrijstand staat,
moet het vrijstandcontrolelampje branden;
zo niet, vraag dan een Yamaha dealer hetelektrisch circuit te testen.
3. Start de motor door de startknop in te
drukken.OPMERKING:Als de motor niet wil starten, laat dan de
startknop los, wacht een paar seconden en
probeer het dan opnieuw. Iedere startpo-ging moet zo kort mogelijk duren om de
accu te sparen. Laat de startmotor nooit lan-
ger dan 10 seconden aaneen draaien.LET OP:
DCA11040
Trek nooit snel op terwijl de motor nog
koud is, dit verkort de levensduur van demotor!
DAU40572
Schakelen Door de versnellingen te schakelen kunt u
het beschikbare motorvermogen doseren
bij het wegrijden, optrekken, tegen een hel-
ling oprijden etc.1. Schakelpedaal
2. Vrijstand
1. Handschakelhendel
2. Vrijstand
U2D2D2D0.book Page 2 Thursday, October 11, 2007 9:25 AM
Page 53 of 102
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-3
5
Om te schakelen kunt u het schakelpedaal
gebruiken of de handschakelhendel. Om
met de hendel te kunnen schakelen moet u
dat vooraf instellen met de schakelaar
handmatig schakelen. Zie pagina 3-16 voor
bediening van het schakelpedaal en pagi-
na’s 3-15 en 3-16 voor bediening van de
handschakelhendel.
De schakelstanden worden getoond in de
afbeelding.OPMERKING:Om de versnellingsbak in de vrijstand te
zetten, drukt u het schakelpedaal herhaal-
delijk omlaag of duwt u herhaaldelijk tegen
de“” zijkant van de handschakelhendel
totdat het vrijstandcontrolelampje gaatbranden.LET OP:
DCA15530
Rijd niet lange tijd met afgezette
motor, ook niet met de versnellings-
bak in de vrijstand, en sleep het
voertuig niet over lange afstanden.
De versnellingsbak wordt alleen af-
doende gesmeerd terwijl de motor
draait. Door onvoldoende smering
kan de versnellingsbak worden be-
schadigd.
Draai de gashendel tijdens het
schakelen altijd dicht om te voorko-
men dat motor, versnellingsbak en
aandrijving beschadigd raken; deze
zijn niet berekend op schakelen metgrote kracht.
OPMERKING:
Wanneer u vanuit de vrijstand de eer-
ste versnelling inschakelt, moet het
motortoerental lager zijn dan ongeveer
1300 tpm en moet de zijstandaard om-
hoog zijn.
Opschakelen is niet mogelijk als het
motortoerental te laag is.
Terugschakelen is niet mogelijk als hetmotortoerental te hoog is.
DAU16810
Tips voor een zuinig brandstof-
verbruik Het brandstofverbruik is vooral afhankelijk
van uw rijstijl. Hierna volgen enkele tips om
het brandstofverbruik te verlagen:
Schakel snel en soepel door en ver-
mijd hoge toerentallen terwijl u accele-
reert.
Geef geen gas tijdens het terugscha-
kelen en voorkom dat de motor onbe-
last met een hoog toerental draait.
Laat de motor niet langdurig stationair
draaien maar zet hem af (bijvoorbeeld
in files, bij stoplichten of bij spoorweg-
overgangen).
U2D2D2D0.book Page 3 Thursday, October 11, 2007 9:25 AM
Page 54 of 102
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-4
5
DAU16841
Inrijperiode De belangrijkste periode in de levensduur
van het motorblok is de tijd tussen 0 en
1600 km (1000 mi). Lees daarom de vol-
gende informatie aandachtig door.
Omdat het motorblok gloednieuw is, mag dit
de eerste 1600 km (1000 mi) niet te zwaar
worden belast. De verschillende onderde-
len van de motor slijten op elkaar in totdat
de juiste bedrijfsspelingen zijn bereikt. Rijd
tijdens deze periode nooit langdurig volgas
en vermijd ook andere manoeuvres die tot
oververhitting van de motor kunnen leiden.
DAU17121
0–1000 km (0–600 mi)
Laat de motor niet langdurig meer dan 4500
tpm draaien.
1000–1600 km (600–1000 mi)
Laat de motor niet langdurig meer dan 5400
tpm draaien.LET OP:
DCA10331
Na de eerste 1000 km (600 mi) moeten de
motorolie en cardanolie worden ververst
en de oliefilterpatroon of het oliefilterele-ment worden vervangen.1600 km (1000 mi) en verder
De machine kan nu normaal worden ge-
bruikt.
LET OP:
DCA10310
Voer het toerental niet zover op dat
de toerenteller in de rode zone wijst.
Als tijdens de inrijperiode motor-
schade optreedt, vraag dan direct
een Yamaha dealer de machine tecontroleren.
DAU40581
Parkeren Wanneer u parkeert, stop dan de motor
door het contactslot op “OFF” te zetten en
verwijder de sleutel.OPMERKIN
G:
Als u het contactslot op “OFF” zet terwijl een
versnelling ingeschakeld is, dan is het ach-terwiel niet te bewegen.
WAARSCHUWING
DWA14521
Stop de motor altijd met het con-
tactslot. Als u in een noodsituatie
de noodstopschakelaar gebruikt,
bekrachtig dan de voor- of achter-
rem terwijl het contactslot nog aan
staat, aangezien enkele seconden
na uitschakelen van de motor auto-
matisch wordt ontkoppeld zodat het
achterwiel vrij kan bewegen.
De motor en het uitlaatsysteem
kunnen zeer heet worden, parkeer
dus op een plek waar voetgangers
of kinderen niet gemakkelijk met
deze onderdelen in aanraking kun-
nen komen.
Parkeer niet op een helling of op
een zachte ondergrond; de machi-ne zou dan kunnen omvallen.
U2D2D2D0.book Page 4 Thursday, October 11, 2007 9:25 AM
Page 55 of 102
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-5
5
LET OP:
DCA10380
Parkeer nooit op een plek waar sprake is
van brandgevaar, zoals op droog gras ofnabij ander ontvlambaar materiaal.
U2D2D2D0.book Page 5 Thursday, October 11, 2007 9:25 AM
Page 56 of 102
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-1
6
DAU17240
De eigenaar is verplicht de optimale veilig-
heid te waarborgen. Door periodiek inspec-
ties, afstellingen en smeerbeurten uit te
laten voeren, zorgt u ervoor dat uw machine
in zo veilig en efficiënt mogelijke conditie
blijft. Op de volgende pagina’s wordt de be-
langrijkste informatie met betrekking tot in-
specties, afstellingen en smeerbeurten
gegeven.
De intervalperioden vermeld in het perio-
diek smeer- en onderhoudsschema moeten
worden beschouwd als een algemene richt-
lijn onder normale rijcondities. Het is echter
mogelijk dat de INTERVALPERIODEN
VOOR ONDERHOUD MOETEN WORDEN
VERKORT AFHANKELIJK VAN HET
WEER, HET TERREIN, DE GEOGRAFI-
SCHE LOCATIE EN INDIVIDUEEL GE-
BRUIK.
WAARSCHUWING
DWA10320
Vraag een Yamaha dealer het onder-
houdswerk uit te voeren als u hiermeeniet echt vertrouwd bent.
DAU17360
Boordgereedschapsset De boordgereedschapsset is te vinden on-
der het motorrijderzadel. (Zie pagina 3-21.)
De onderhoudsinformatie in deze handlei-
ding en het gereedschap in de boordge-
reedschapsset zijn bedoeld om u te
ondersteunen bij het uitvoeren van preven-
tief onderhoud en kleinere reparaties. Het
gebruik van extra gereedschap zoals een
momentsleutel kan echter nodig zijn om be-
paalde onderhoudswerkzaamheden cor-
rect uit te voeren.OPMERKING:Laat een Yamaha dealer onderhoud ver-
richten als u niet beschikt over het gereed-
schap of de ervaring die voor bepaaldewerkzaamheden vereist zijn.
WAARSCHUWING
DWA10350
Door modificaties die niet door Yamaha
zijn goedgekeurd kan het motorvermo-
gen achteruitgaan of de machine te on-
veilig worden om nog te gebruiken.
Raadpleeg een Yamaha dealer voordat uzelf wijzigingen aanbrengt.
1. Boordgereedschapsset
U2D2D2D0.book Page 1 Thursday, October 11, 2007 9:25 AM
Page 57 of 102
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-2
6
DAU1770A
Periodiek smeer- en onderhoudsschema OPMERKING:
De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onder-
houdsbeurt op kilometerbasis of, voor Groot-Brittannië, op mijlbasis wordt verricht.
Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 50000 km (30000 mi), beginnend vanaf 10000 km (6000 mi).
Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uitgevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal gereed-schap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn.
NR. ITEMCONTROLE OF ONDER-
HOUDSBEURTKILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-
TROLE 1000 km
(600 mi)10000 km
(6000 mi)20000 km
(12000 mi)30000 km
(18000 mi)40000 km
(24000 mi)
1*BrandstofleidingControleer de brandstofslangen
op scheurtjes of beschadigingen.√√√√√
2*BougiesControleer de conditie.
Reinigen en elektrodenafstand af-
stellen.√√
Vervangen.√√
3*Ve n ti e le nControleer de klepspeling.
Afstellen.Elke 40000 km (24000 mi)
4*LuchtfilterelementReinigen.√√
Vervangen.√√
5*YCC-S-koppelingControleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage.√√√√√
6*VoorremControleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage.√√√√√√
Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
U2D2D2D0.book Page 2 Thursday, October 11, 2007 9:25 AM
Page 58 of 102
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-3
6
7*AchterremControleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage.√√√√√√
Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
8*RemslangenControleer op scheurtjes en be-
schadigingen.√√√√√
Vervangen. Elke 4 jaar
9*WielenControleer de speling en contro-
leer op beschadigingen.√√√√
10*BandenControleer op slijtage en bescha-
digingen.
Vervang indien nodig.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer indien nodig.√√√√√
11*WiellagersControleer op speling of bescha-
digingen.√√√√
12*AchterbrugControleer op een correcte wer-
king en overmatige speling.√√√√
Smeren met lithiumvet. Elke 50000 km (30000 mi)
13*BalhoofdlagersControleer de lagers op speling
en oppervlakteruwheid.√√√√√
Smeren met lithiumvet. Elke 20000 km (12000 mi)
14*Framebevestigin-
genControleer of alle moeren, bouten
en schroeven stevig zijn vastge-
zet.√√√√√
15Scharnieras van
remhendelSmeren met siliconenvet.√√√√√ NR. ITEMCONTROLE OF ONDER-
HOUDSBEURTKILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-
TROLE 1000 km
(600 mi)10000 km
(6000 mi)20000 km
(12000 mi)30000 km
(18000 mi)40000 km
(24000 mi)
U2D2D2D0.book Page 3 Thursday, October 11, 2007 9:25 AM
Page 59 of 102
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-4
6
16Scharnieras van
rempedaalSmeren met lithiumvet.√√√√√
17Scharnieras van
schakelpedaalSmeren met lithiumvet.√√√√√
18Zijstandaard, mid-
denbokControleer de werking.
Smeren.√√√√√
19*Zijstandaardscha-
kelaarControleer de werking.√√√√√√
20*Vo o r v o r kControleer op een correcte wer-
king en olielekkage.√√√√
21*SchokdemperunitControleer op een correcte wer-
king en olielekkage.√√√√
22*Relaisarm achter-
wielophanging en
scharnierpunten
verbindingsarmControleer de werking.√√√√
Smeren met lithiumvet.√√
23*BrandstofinjectieStel het stationair toerental en de
synchronisatie af.√√√√√√
24 MotorolieVerversen.
Controleer het olieniveau en con-
troleer de machine op olielekka-
ge.√√√√√√
25 OliefilterpatroonVervangen.√√√
26*KoelsysteemControleer het koelvloeistofniveau
en controleer de machine op
vloeistoflekkage.√√√√√
Verversen. Elke 3 jaar NR. ITEMCONTROLE OF ONDER-
HOUDSBEURTKILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-
TROLE 1000 km
(600 mi)10000 km
(6000 mi)20000 km
(12000 mi)30000 km
(18000 mi)40000 km
(24000 mi)
U2D2D2D0.book Page 4 Thursday, October 11, 2007 9:25 AM
Page 60 of 102
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-5
6
DAU40550
OPMERKING:
Het luchtfilter dient vaker te worden gecontroleerd wanneer u in een extreem vochtige of stoffige omgeving rijdt.
27 CardanolieControleer het olieniveau en con-
troleer de machine op olielekka-
ge.
Verversen.√√√√√
28*Voor- en achterrem-
schakelaarControleer de werking.√√√√√√
29Bewegende delen
en kabelsSmeren.√√√√√
30*Gaskabelhuis en
gaskabelControleer de werking en speling.
Stel indien nodig de speling af.
Smeer het gaskabelhuis en de
gaskabel.√√√√√
31*LuchtinlaatsysteemControleer de luchtafsluitklep, de
membraanklep en de slang op be-
schadiging.
Vervang beschadigde onderde-
len indien nodig.√√√√√
32*Uitlaatdemper en
uitlaatpijpControleer of de schroef-
klem(men) goed vastzit(ten).√√√√√
33*Lampen, richtin-
gaanwijzers en
schakelaarsControleer de werking.
Stel de koplamplichtbundel af.√√√√√√ NR. ITEMCONTROLE OF ONDER-
HOUDSBEURTKILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-
TROLE 1000 km
(600 mi)10000 km
(6000 mi)20000 km
(12000 mi)30000 km
(18000 mi)40000 km
(24000 mi)U2D2D2D0.book Page 5 Thursday, October 11, 2007 9:25 AM