YAMAHA FJR1300AS 2008 Instructieboekje (in Dutch)

Page 71 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-16
6
DAU21382
Controleren van de vrije slag
gaskabel De vrije slag van de gaskabel dient 3.0–5.0
mm (0.12–0.20 in) te bedragen bij de gas-
greep. Controleer de vrije slag van de gas-
kabel regelmatig en laat de vrije slag indien
nodig afstellen door een Yamaha dealer.
DAU21401
Klepspeling De klepspeling kan tijdens gebruik gaan af-
wijken, waardoor de lucht/brandstof-ver-
houding kan veranderen en/of het
motorgeluid toeneemt. Om dit te voorko-
men moet de klepspeling door een Yamaha
dealer worden afgesteld volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU21771
Banden Let ten aanzien van de voorgeschreven
banden op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking van
uw motorfiets.
Bandspanning
De bandspanning moet voor elke rit worden
gecontroleerd en indien nodig worden bijge-
steld.
WAARSCHUWING
DWA10500

De bandspanning moet worden ge-
controleerd en afgesteld terwijl de
banden koud zijn (wanneer de tem-
peratuur van de banden gelijk is
aan de omgevingstemperatuur).

De bandspanning moet worden
aangepast aan de rijsnelheid en het
totale gewicht van rijder, passagier,
bagage en accessoires dat voor ditmodel is vastgesteld.
1. Vrije slag gaskabel
U2D2D2D0.book Page 16 Thursday, October 11, 2007 9:25 AM

Page 72 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-17
6
WAARSCHUWING
DWA11020
De aanwezigheid van bagage heeft grote
invloed op het weggedrag, de rem- en rij-
eigenschappen en de veiligheid van uw
motor. Neem daarom de volgende voor-
zorgsmaatregelen in acht.
DE MOTORFIETS NOOIT OVERBE-
LADEN! Rijden met een overbela-
den motorfiets kan leiden tot
beschadiging van de banden, con-troleverlies of ernstig letsel. Zorg
dat het totale gewicht van de motor-
rijder, de passagier, de bagage en
de gemonteerde accessoires nooit
het voorgeschreven maximumlaad-
gewicht voor de machine over-
schrijdt.

Vervoer geen los verpakte spullen
die tijdens de rit kunnen gaan
schuiven.

Bevestig de zwaarste spullen op
veilige wijze dicht bij het midden
van de motorfiets en verdeel het ge-
wicht over beide zijden.

Pas de luchtdruk in de wielophan-
ging en de bandspanning aan op
het te vervoeren gewicht.

Controleer vóór iedere rit de condi-tie en spanning van de banden.Inspectie van banden
Voor elke rit moeten de banden worden ge-
controleerd. Als de bandprofieldiepte op het
midden van de band de vermelde limiet
heeft bereikt, de band spijkers of stukjes
glas bevat of wanneer de wang van de band
scheurtjes vertoont, moet de band onmid-
dellijk door een Yamaha dealer worden ver-
vangen.
OPMERKING:De slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem al-tijd de lokale voorschriften in acht. Bandspanning (gemeten op koude
banden):
0–90 kg (0–198 lb):
Voor:
270 kPa (39 psi) (2.70 kgf/cm²)
Achter:
290 kPa (42 psi) (2.90 kgf/cm²)
90–208 kg (198–459 lb):
Voor:
270 kPa (39 psi) (2.70 kgf/cm²)
Achter:
290 kPa (42 psi) (2.90 kgf/cm²)
Rijden met hoge snelheid:
Voor:
270 kPa (39 psi) (2.70 kgf/cm²)
Achter:
290 kPa (42 psi) (2.90 kgf/cm²)
Maximale belasting*:
208 kg (459 lb)
* Totaal gewicht van motorrijder, pas-
sagier, bagage en accessoires1. Wang van band
2. BandprofieldiepteMinimale bandprofieldiepte (voor en
achter):
1.6 mm (0.06 in)
U2D2D2D0.book Page 17 Thursday, October 11, 2007 9:25 AM

Page 73 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-18
6
WAARSCHUWING
DWA10470

Laat sterk versleten banden door
een Yamaha dealer vervangen. Rij-
den op een machine met versleten
banden is niet alleen verboden,
maar dit heeft ook een averechts ef-
fect op de rijstabiliteit, waardoor u
de macht over het stuur zou kunnen
verliezen.

De vervanging van onderdelen van
wielen en remmen, inclusief ban-
den, dient te worden overgelaten
aan een Yamaha dealer, die over de
nodige vakkundige kennis en erva-ring beschikt.Bandeninformatie
Deze motorfiets is uitgerust met gietwielen
en tubeless banden met bandventielen.
WAARSCHUWING
DWA10480

De banden op de voor- en achter-
wielen dienen van hetzelfde merk
en dezelfde constructie te zijn, an-
ders is het weggedrag van de motor
mogelijk niet normaal.

Na uitgebreide tests zijn alleen de
hieronder vermelde banden voor dit
model goedgekeurd door Yamaha
Motor Co., Ltd.

Controleer altijd of de ventieldopjes
stevig zijn bevestigd om zo lucht-
lekkage te voorkomen.

Gebruik uitsluitend de hierna ver-
melde bandventielen en luchtven-
tielbuisjes om bij hoge rijsnelheden
een te lage bandspanning te voor-komen.WAARSCHUWING
DWA10600
Deze motorfiets is uitgerust met speciale
banden die geschikt voor zeer hoge rij-
snelheden. Let op het volgende om deze
banden zo effectief mogelijk te kunnen
gebruiken.
1. Bandventiel
2. Bandventielbuis
3. Bandventieldop met afdichting
Voorband:
Maat:
120/70 ZR17M/C (58W)
Fabrikant/model:
METZELER/Roadtec Z6G
BRIDGESTONE/BT021F F
Achterband:
Maat:
180/55 ZR17M/C (73W)
Fabrikant/model:
METZELER/Roadtec Z6C
BRIDGESTONE/BT021R F
VOOR en ACHTER:
Bandventiel:
TR412
Luchtventielbuis:
#9100 (origineel)
U2D2D2D0.book Page 18 Thursday, October 11, 2007 9:25 AM

Page 74 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-19
6

Gebruik bij vervanging uitsluitend
het voorgeschreven type banden.
Bij andere banden is het risico op
een klapband bij zeer hoge rijsnel-
heden niet denkbeeldig.

Gloednieuwe banden bieden op
sommige typen wegdek relatief wei-
nig grip totdat ze zijn “ingereden”.
Het is dan ook verstandig de eerste
100 km (60 mi) nadat een nieuwe
band is aangebracht rustig te blij-
ven rijden en pas daarna de rijsnel-
heid te verhogen.

Voordat met hoge snelheid wordt
gereden moeten de banden zijn op-
gewarmd.

Pas de bandspanning steeds aanvolgens de rijomstandigheden.
DAU21960
Gietwielen Let ten aanzien van de voorgeschreven
wielen op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking van
uw voertuig.
Controleer de velgen voor iedere rit op
scheurtjes, verbuiging of kromtrekken.
Laat ingeval van schade het wiel door
een Yamaha dealer vervangen. Pro-
beer het wiel nooit zelf te repareren,
hoe klein de reparatie ook is. Vervang
een wiel dat vervormd is of haar-
scheurtjes vertoont.

Na het vervangen van een wiel of band
moet het wiel worden uitgebalanceerd.
Een niet uitgebalanceerd wiel zal mo-
gelijk slecht functioneren, of kan een
slechte wegligging en een verkorte le-
vensduur van de banden tot gevolg
hebben.

Rijd niet te snel direct na het verwisse-
len van een band. Het bandoppervlak
dient eerst te zijn ingereden voordat
het zijn optimale eigenschappen ver-
krijgt.
DAU40620
YCC-S-koppeling Dit model heeft een hydraulische koppeling,
zodat het nodig is om voor elke rit het vloei-
stofniveau van de YCC-S-koppeling te con-
troleren en het hydraulisch systeem op
lekkage te controleren. Als de YCC-S-kop-
pelingsplaten versleten raken, verloopt het
schakelen abrupt of gaat de koppeling slip-
pen waardoor de acceleratie vermindert.
Doet één van deze effecten zich voor, laat
dan een Yamaha dealer de YCC-S-koppe-
ling inspecteren.
U2D2D2D0.book Page 19 Thursday, October 11, 2007 9:25 AM

Page 75 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-20
6
DAU36501
Remlichtschakelaar De remlichtschakelaar, die wordt geacti-
veerd door het rempedaal, is correct afge-
steld wanneer het remlicht gaat branden
vlak voordat de remwerking intreedt. Laat
de remlichtschakelaar zo nodig door een
Yamaha dealer afstellen.
DAU22390
Controleren van voor- en achter-
remblokken De remblokken in de voor- en achterrem
moeten worden gecontroleerd op slijtage
volgens de intervalperioden voorgeschre-
ven in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
DAU43431
Remblokken voorrem
De remklauwen van de voorrem zijn voor-
zien van twee rembloksets.
Elk voorremblok heeft een eigen slijtage-in-
dicatorgroef, zodat het remblok kan worden
gecontroleerd zonder de rem te demonte-
ren. Let op de slijtage-indicatorgroef om de
remblokslijtage te controleren. Wanneer
een remblok zover is afgesleten dat de slij-tage-indicatorgroef vrijwel is verdwenen,
vraag dan een Yamaha dealer de remblok-
ken als set te vervangen.
DAU22500
Remblokken achterrem
Controleer elk achterremblok op schade en
meet de remvoeringsdikte. Als een remblok
beschadigd is of als de remvoeringsdikte
minder is dan 0.8 mm (0.03 in), vraag dan
een Yamaha dealer de remblokken als set
te vervangen.
1. Slijtage-indicatorgroef remblok
1. Remvoeringdikte
U2D2D2D0.book Page 20 Thursday, October 11, 2007 9:25 AM

Page 76 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-21
6
DAU40591
De vloeistofniveaus van rem en
YCC-S-koppeling controleren Voorrem
AchterremYCC-S-koppeling
Bij een tekort aan remvloeistof kan lucht het
rem- of YCC-S-koppelingsysteem binnen-
dringen, waardoor de werking hiervan mo-
gelijk minder effectief wordt.
Controleer alvorens te gaan rijden of de
remvloeistof boven de merkstreep voor mi-
nimumniveau staat en vul indien nodig bij.
Een laag remvloeistofniveau wijst mogelijk
op verregaande remblokslijtage en/of lekka-
ge in het remsysteem. Als het remvloeistof-
niveau laag is, controleer dan de
remblokken op slijtage en het remsysteem
op lekkage.
OPMERKING:
Het remvloeistofreservoir voor de ach-
terrem bevindt zich achter paneel C.
(Zie pagina 6-7.)

Het vloeistofreservoir voor de YCC-S-
koppeling bevindt zich achter paneelB. (Zie pagina 6-7.)
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht:

Als u het niveau controleert, zorg dan
dat de bovenzijde van de vloeistofre-
servoirs voor rem en YCC-S-koppeling
waterpas zijn.

Gebruik uitsluitend de voorgeschreven
kwaliteit remvloeistof, anders kunnen
de rubber afdichtingen verslechteren
waardoor lekkage en slechte werking
van rem of YCC-S-koppeling ontstaat.

Vul bij met hetzelfde type remvloeistof.
Vermengen van verschillende typen
remvloeistof kan schadelijke chemi-
sche reacties veroorzaken en de wer-
king van rem of YCC-S-koppeling
verslechteren.

De membranen van de vloeistofreser-
voirs voor rem en YCC-S-koppeling
verliezen hun vorm door de onderdruk
als het vloeistofniveau te ver zakt.
1. Merkstreep minimumniveau
1. Merkstreep minimumniveau
1. Merkstreep minimumniveau
Voorgeschreven vloeistof voor rem
en YCC-S-koppeling:
DOT 4 remvloeistof
U2D2D2D0.book Page 21 Thursday, October 11, 2007 9:25 AM

Page 77 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-22
6
Breng de membranen terug in hun
oorspronkelijke vorm voordat u ze te-
rugplaatst.

Let erop dat tijdens het bijvullen geen
water of stof terechtkomt in de vloei-
stofreservoirs voor rem en YCC-S-
koppeling. Water zal het kookpunt van
de remvloeistof aanzienlijk verlagen
zodat dampbelvorming kan optreden
en vuil de hydraulisch bediende klep-
pen van de ABS eenheid kan verstop-
pen.

Remvloeistof kan gelakte of kunststof
onderdelen aantasten. Veeg gemorste
remvloeistof steeds direct af.

Naarmate de remblokken afslijten, zal
het remvloeistofniveau geleidelijk ver-
der dalen. Vraag echter wel een
Yamaha dealer om een inspectie als
het remvloeistofniveau plotseling sterk
is gedaald.
DAU40600
De vloeistof voor rem en YCC-S-
koppeling verversen Vraag een Yamaha dealer de remvloeistof
en de YCC-S-koppelingsvloeistof te verver-
sen volgens de intervallen onder OPMER-
KING na het periodieke smeer- en
onderhoudsschema. Laat bovendien de
oliekeerringen van hoofdremcilinder en
YCC-S-koppelingshoofdcilinder, de rem-
klauwen en de rem- en YCC-S-koppelings-
slangen vervangen volgens de hierna
vermelde intervallen of wanneer ze lekken
of zijn beschadigd.
Oliekeerringen: Vervang elke twee
jaar.

Rem- en YCC-S-koppelingsslangen:
Vervang elke vier jaar.
DAU23100
Controleren en smeren van ka-
bels De werking van alle bedieningskabels en de
conditie van alle kabels moet voorafgaand
aan elke rit worden gecontroleerd en de ka-
bel en kabeleinden moeten indien nodig
worden gesmeerd. Vraag een Yamaha
dealer een kabel te controleren of te vervan-
gen wanneer deze is beschadigd of niet
soepel beweegt.
WAARSCHUWING
DWA10720
Bij schade aan de buitenkabel kan de
goede werking van de kabel worden be-
lemmerd en kan de binnenkabel gaan
roesten. Vervang een beschadigde kabel
zo snel mogelijk om onveilige conditieste voorkomen.Aanbevolen smeermiddel:
Motorolie
U2D2D2D0.book Page 22 Thursday, October 11, 2007 9:25 AM

Page 78 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-23
6
DAU23111
Controleren en smeren van gas-
greep en gaskabel De werking van de gasgreep hoort vooraf-
gaand aan elke rit te worden gecontroleerd.
Smeer ook de gaskabel volgens de interval-
tijden gespecificeerd in het periodiek onder-
houdsschema.
DAU44271
Controleren en smeren van rem-
en schakelpedalen De werking van het rem- en het schakelpe-
daal moet voorafgaand aan elke rit worden
gecontroleerd en de pedaalscharnierpun-
ten moeten indien nodig worden gesmeerd.
DAU23153
De remhendel controleren en
smeren De werking van de remhendel moet voor
elke rit worden gecontroleerd en de hendel-
scharnierpunten moeten indien nodig wor-
den gesmeerd.
Aanbevolen smeermiddel:
LithiumvetAanbevolen smeermiddel:
Siliconenvet
U2D2D2D0.book Page 23 Thursday, October 11, 2007 9:25 AM

Page 79 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-24
6
DAU23212
Controleren en smeren van mid-
denbok en zijstandaard De werking van de middenbok en de zij-
standaard moet voorafgaand aan elke rit
worden gecontroleerd en de scharnierpun-
ten en de metaal-op-metaal contactvlakken
moeten indien nodig worden gesmeerd.
WAARSCHUWING
DWA10740
Als de middenbok of de zijstandaard niet
soepel omhoog en omlaag beweegt,
vraag dan een Yamaha dealer deze tecontroleren of te repareren.
DAUM1650
De achterbrugscharnierpunten
smeren Het achterbrugscharnierpunt moet worden
gesmeerd volgens de intervalperioden ver-
meld in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
DAU23250
Smeren van de achterwielophan-
ging De scharnierpunten in de achterwielophan-
ging moeten worden gesmeerd volgens de
intervalperioden voorgeschreven in het pe-
riodieke smeer- en onderhoudsschema.
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
U2D2D2D0.book Page 24 Thursday, October 11, 2007 9:25 AM

Page 80 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-25
6
DAU23271
Voorvork controleren De conditie en de werking van de voorvork
moeten als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden voorgeschreven in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma.
Om de conditie te controleren
WAARSCHUWING
DWA10750
Zorg dat de machine veilig wordt onder-steund, zodat hij niet kan omvallen.
Controleer de binnenste vorkbuizen op
krassen, beschadigingen en overmatige
olielekkage.
Om de werking te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop.
2. Bekrachtig de voorrem en druk het
stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
LET OP:
DCA10590
Als schade wordt gevonden of de voor-
vork niet soepel beweegt, vraag dan een
Yamaha dealer te repareren of te contro-leren.
DAU23280
Controle van stuursysteem Losse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuur
moet als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden voorgeschreven in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma.
1. Plaats een standaard onder de motor
zodat het voorwiel los is van de grond.
WAARSCHUWING
DWA10750
Zorg dat de machine veilig wordt onder-steund, zodat hij niet kan omvallen.
2. Houd de voorvorkpoten beet bij het on-
dereinde en probeer ze naar voren en
achteren te bewegen. Als speling kan
worden gevoeld, vraag dan een
Yamaha dealer het stuursysteem te
testen.
U2D2D2D0.book Page 25 Thursday, October 11, 2007 9:25 AM

Page:   < prev 1-10 ... 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 110 next >