YAMAHA FZ1-N 2012 Instructieboekje (in Dutch)
Page 91 of 104
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-43
6
DAU42503
Storingzoekschema’s Startproblemen of slechte werking van de motor
Controleer het
brandstofniveau in de
brandstoftank.1. Brandstof
Er is voldoende brandstof aanwezig.Er is geen brandstof aanwezig.
Controleer de compressie.
Vul brandstof bij.
De motor start niet.
Controleer de compressie.
Bedien de elektrische
startknop.2. Compressie
Er is compressie.
Er is geen compressie.
Controleer de ontsteking. Vraag een Yamaha dealer de
machine te controleren.
Verwijder de bougies en
controleer de elektroden.3. Ontsteking
Schoonvegen met een droge doek. Stel de
elektrodenafstand van de bougies af of vervang de bougies.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet. Vraag een
Yamaha dealer de machine te
controleren.
De motor start niet. Controleer de accu.
Bedien de elektrische
startknop.4. Accu
De motor draait snel rond.
De motor draait langzaam rond.
De accu is in orde.Controleer de aansluitingen van de
accukabels en vraag indien nodig een
Yamaha dealer om de accu te laden.
DroogNat
Bedien de elektrische startknop.
U1ECD1D0.book Page 43 Monday, August 8, 2011 3:40 PM
Page 92 of 104
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-44
6
Oververhitte motor
WAARSCHUWING
DWAT1040
●
Verwijder de radiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete vloeistof en stoom kunnen
naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is afgekoeld.
●
Breng een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek, aan over de radiatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen
de aanslag zodat de nog aanwezige druk kan ontsnappen. Druk de dop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze links-
om en verwijder de dop.
OPMERKINGAls geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater wo rden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-
ven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde.
Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
U1ECD1D0.book Page 44 Monday, August 8, 2011 3:40 PM
Page 93 of 104
VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-1
7
DAU37833
Matkleur, let op LET OP
DCA15192
Sommige modellen zijn uitgerust met
matkleurige onderdelen. Raadpleeg een
Yamaha dealer voor advies over wat
voor producten gebruikt moeten worden
om het voertuig te reinigen. Het gebruik
van een borsteltje, chemische produc-
ten of reinigingsmiddelen tijdens het rei-
nigen van deze onderdelen kan het
oppervlak bekrassen of beschadigen.
Ook was moet niet worden aangebracht
op een van de matkleurige onderdelen.
DAU26014
Verzorging De open constructie van een motorfiets
maakt de fraaie techniek beter zichtbaar,
maar de machine is hierdoor ook kwets-
baarder. Er kan roestvorming en corrosie
optreden, ook al zijn hoogwaardige compo-
nenten gebruikt. Een roestige uitlaatpijp valt
bij een auto niet zo op, maar doet bij een
motorfiets afbreuk aan het algehele uiterlijk.
Regelmatige en correcte verzorging is niet
alleen vereist volgens de garantiebepalin-
gen, maar zorgt ook dat de motorfiets er
langer mooi uit blijft zien, verlengt de le-
vensduur en verbetert de prestaties.
Alvorens te reinigen 1. Dek de uitlaatdemperopening af met
een plastic zak nadat de motor is afge-
koeld.
2. Controleer of alle doppen en afdek-
pluggen, ook de bougiedoppen, en
alle elektrische stekkers en aansluitin-
gen stevig zijn bevestigd.
3. Verwijder hardnekkige vervuiling, zo- als verbrande olie op het carter, met
een ontvetter en een borstel, maar ge-
bruik dergelijke producten nooit op af-
dichtingen, pakkingen, tandwielen, de
aandrijfketting en de wielassen. Spoel
vuil en ontvetter altijd af met water. Reinigen
LET OP
DCA10772
●
Vermijd het gebruik van sterke en
bijtende wielreinigingsmiddelen,
vooral bij spaakwielen. Als dergelij-
ke producten toch worden gebruikt
om hardnekkig vuil los te maken,
laat het reinigingsmiddel dan niet
langer inwerken dan is vermeld in
de gebruiksinstructies. Spoel ver-
volgens grondig na met water, laat
direct drogen en
breng daarna een
corrosiewerende spray aan.
●
Bij verkeerd reinigen kunnen kunst-
stof delen (zoals stroomlijnpanelen,
framepanelen, kuipruiten, koplamp-
lenzen, lenzen van de instrumen-
tenverlichting enz.) en de
uitlaatdempers beschadigd raken.
Gebruik alleen een zachte, schone
doek of een spons met water om
kunststof delen te reinigen. Als de
kunststof delen met water niet af-
doende kunnen worden gereinigd,
kan een mild reinigingsmiddel met
water worden gebruikt. Spoel reini-
gingsmiddelresten zorgvuldig af
met grote hoeveelheden water, aan-
gezien ze de kunststof delen kun-
nen beschadigen.
U1ECD1D0.book Page 1 Monday, August 8, 2011 3:40 PM
Page 94 of 104
VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-2
7
●
Gebruik geen bijtende chemische
reinigingsmiddelen op kunststof
delen. Vermijd het gebruik van doe-
ken of sponzen die in contact zijn
geweest met bijtende of schurende
reinigingsmiddelen, oplosmiddelen
of thinner, brandstof (benzine),
roestverwijderingsmiddelen of cor-
rosieremmers, remvloeistof, anti-
vries of elektrolyt.
●
Gebruik geen hogedrukreinigers of
stoomreinigers, omdat dan op de
volgende plaatsen water kan door-
dringen en zo schade kan ontstaan:
afdichtingen (van wiel- en achter-
bruglagers, voorvork en remmen),
elektrische componenten (kabel-
stekkers, messtekkers, instrumen-
ten, schakelaars en verlichting),
beluchtings- en ontluchtingsslan-
gen.
●
Bij motorfietsen met een kuipruit:
Gebruik geen bijtende reinigings-
middelen of harde sponzen, deze
veroorzaken dofheid en laten kras-
jes achter. Sommige reinigingsmid-
delen voor kunststof laten
eveneens krasjes achter op de
kuipruit. Test het product op een
klein, niet-zichtbaar gedeelte van de
kuipruit om zeker te zijn dat geensporen achterblijven op de kuipruit.
Als de kuipruit krasjes vertoont,
breng dan na wassen een hoog-
waardige polish voor gebruik op
kunststof aan.
Na normaal gebruikVerwijder vuil met warm water, een mild rei-
nigingsmiddel en een zachte, schone spons
en spoel dan grondig met schoon water.
Gebruik een tandenborstel of flessenborstel
voor moeilijk bereikbare plekken. Hardnek-
kig vastzittend vuil en insectenresten laten
gemakkelijker los als de bewuste plek alvo-
rens te reinigen een paar minuten met een
vochtige doek wordt bedekt.
Na rijden in regen, aan de kust of op bepe-kelde wegenZeelucht en wegenzout waarmee wegen in
de winter worden bestrooid hebben in com-
binatie met water een zeer corrosieve wer-
king; handel daarom als volgt na een rit in
een regenbui, nabij de kust of op bepekelde
wegen.OPMERKINGIn de winter gestrooid wegenzout kan nog
tot in de lente aanwezig blijven.
1. Reinig de motorfiets met koud water
en een mild reinigingsmiddel nadat de
motor is afgekoeld. LET OP: Gebruik
geen warm water, dit versnelt de
corrosieve werking van het zout.
[DCA10791]
2. Breng met een spuitbus een corrosie- werend middel aan op alle metalen de-
len, ook op verchroomde en
vernikkelde componenten, om zo cor-
rosie te voorkomen.
Na reiniging 1. Droog de motorfiets met een zeemle- ren lap of een vochtabsorberende
doek.
2. Laat de aandrijfketting direct drogen en smeer hem om roestvorming te
voorkomen.
3. Gebruik een chroompolish om ver- chroomde, aluminium en roestvrijsta-
len delen te doen glanzen, ook het
uitlaatsysteem. (Zelfs thermische ver-
kleuringen op roestvrijstalen uitlaat-
systemen kunnen door oppoetsen
worden verwijderd.)
4. Het is aan te bevelen om met een
spuitbus een corrosiewerend middel
aan te brengen op alle metalen delen,
U1ECD1D0.book Page 2 Monday, August 8, 2011 3:40 PM
Page 95 of 104
VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-3
7
ook op verchroomde en vernikkelde
componenten, om zo corrosie te voor-
komen.
5. Gebruik oliespray als universeel schoonmaakmiddel om nog achterge-
bleven vuil te verwijderen.
6. Werk kleine lakbeschadigingen door steenslag e.d. bij.
7. Zet alle gelakte oppervlakken in de was.
8. Laat de motorfiets volledig drogen al-
vorens deze te stallen of af te dekken.WAARSCHUWING
DWA11131
Verontreiniging van de remmen of ban-
den kan leiden tot verlies van de contro-
le over de machine.●
Controleer of er geen olie of was op
de remmen of banden zit.
●
Reinig de remschijven en remvoe-
ringen indien nodig met een norma-
le remschijfreiniger of aceton en
spoel de banden schoon met lauw
water en een mild reinigingsmiddel.
Test de remwerking en het wegge-
drag van de machine in bochten
voordat u met hoge snelheden gaat
rijden.
LET OP
DCA10800
●
Breng een geringe hoeveelheid
oliespray en was aan en verwijder
overtollige hoeveelheden.
●
Breng oliespray of was nooit aan op
rubber of kunststof delen, behandel
deze met een daartoe bestemd ver-
zorgingsmiddel.
●
Vermijd het gebruik van schurende
poetsmiddelen, deze tasten de lak
aan.
OPMERKING●
Vraag een Yamaha dealer om advies
over de te gebruiken producten.
●
Door wassen, regenachtig weer of een
vochtig klimaat kan de koplamplens
beslagen raken. Inschakelen van de
koplamp gedurende een korte periode
zal helpen bij de verwijdering van het
vocht.
DAU26182
Stalling Korte termijn
Stal uw motorfiets steeds op een koele en
droge plek en bescherm indien nodig tegen
stof met een luchtdoorlatende stallinghoes.
Zorg ervoor dat de motor en het uitlaatsys-
teem zijn afgekoeld alvorens de motorfiets
af te dekken.LET OP
DCA10810
●
Als de motorfiets wordt gestald in
een slecht geventileerde ruimte of
in vochtige toestand wordt afgedekt
met een hoes of een dekzeil, zal wa-
ter en vocht kunnen binnendringen
en roestvorming veroorzaken.
●
Voorkom corrosie door de machine
niet te stallen in een vochtige kel-
der, een stal (i.v.m. de aanwezig-
heid van ammoniakdamp) en in een
opslagruimte voor sterke chemica-
liën.
Lange termijn
Alvorens uw motorfiets gedurende meerde-
re maanden aaneen te stallen:1. Volg alle instructies op in de paragraaf
“Verzorging” in dit hoofdstuk.
U1ECD1D0.book Page 3 Monday, August 8, 2011 3:40 PM
Page 96 of 104
VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-4
7
2. Vul de brandstoftank en voeg een sta-bilisatoradditief (indien verkrijgbaar)
toe om roestvorming in de tank en ach-
teruitgang van de brandstof te voorko-
men.
3. Voer de volgende stappen uit om de cilinders, de zuigerveren etc. te be-
schermen tegen corrosie.a. Verwijder de bougiedoppen en de bougies.
b. Giet een theelepel motorolie in elk
bougiegat.
c. Breng de bougiedoppen aan op de bougies en leg dan de bougies zo-
danig op de cilinderkop dat de
elektroden aan massa liggen. (Dit
voorkomt vonken tijdens de vol-
gende stap.)
d. Laat de motor een paar keer rond- draaien op de startmotor. (De cilin-
derwanden worden zo geolied.)
WAARSCHUWING! Verbind de bougie-elektrodes met de mas-
sa bij het ronddraaien van de
motor om schade of letsel door
vonkvorming te voorkomen.
[DWA10951]
e. Haal de bougiedoppen los van de bougies en breng dan de bougies
en de bougiedoppen weer aan. 4. Smeer alle bedieningskabels en
scharnierpunten van alle hendels en
pedalen en van de zijstandaard/mid-
denbok.
5. Controleer de bandenspanning, corri-
geer deze indien nodig en breng dan
de motorfiets omhoog, zodat beide
wielen los van de grond zijn. Een an-
dere mogelijkheid is de wielen elke
maand iets te draaien, zodat de ban-
den niet op één gedeelte sterker ach-
teruitgaan.
6. Dek de uitlaatdemper af met een plas- tic zak om te voorkomen dat vocht kan
binnendringen.
7. Verwijder de accu en laad deze volle- dig bij. Berg de accu op een koele en
droge plek op en laad deze eens per
maand bij. Berg de accu niet op een
overmatig koude of warme plek op
[onder 0 °C (30 °F) of boven 30 °C (90
°F)]. Zie pagina 6-31 voor meer infor-
matie over het opbergen van de accu.
OPMERKINGVoer eventueel benodigde reparaties uit
voordat u uw motorfiets stalt.
U1ECD1D0.book Page 4 Monday, August 8, 2011 3:40 PM
Page 97 of 104
SPECIFICATIES
8-1
8
Afmetingen:Totale lengte:2140 mm (84.3 in)
Totale breedte:
770 mm (30.3 in)
Totale hoogte: 1060 mm (41.7 in)
Zadelhoogte: 815 mm (32.1 in)
Wielbasis:
1460 mm (57.5 in)
Grondspeling: 135 mm (5.31 in)
Kleinste draaicirkel: 3000 mm (118.1 in)Gewicht:Rijklaar gewicht:FZ1-N 214 kg (472 lb)
FZ1-NA 221 kg (487 lb)Motor:Type motor:Vloeistofgekoeld, 4-takt, DOHC
Cilinderopstelling:
4-cilinder lijnmotor
Slagvolume: 998 cm³
Boring slag:
77.0 53.6 mm (3.03 2.11 in)
Compressieverhouding:
11.50 : 1
Startsysteem: Elektrische startmotor
Smeersysteem: Wet sump
Motorolie:Aanbevolen merk:YAMALUBE
Type:
SAE 10W-30, 10W-40, 10W-50, 15W-40,
20W-40 of 20W-50
Aanbevolen kwaliteit motorolie: Type API service SG of hoger, JASO MA
norm
Hoeveelheid motorolie:
Zonder vervanging van oliefilterpatroon:2.90 L (3.07 US qt, 2.55 Imp.qt)
Met vervanging van oliefilterpatroon:
3.10 L (3.28 US qt, 2.73 Imp.qt)Koelsysteem:Inhoud koelvloeistofreservoir (tot aan de
merkstreep voor maximumniveau):0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
Inhoud radiator (inclusief alle leidingen): 2.25 L (2.38 US qt, 1.98 Imp.qt)Luchtfilter:Luchtfilterelement:Papieren element met oliecoating
Brandstof:Aanbevolen brandstof:Uitsluitend normale loodvrije benzine
Inhoud brandstoftank:
18.0 L (4.76 US gal, 3.96 Imp.gal)
Hoeveelheid reservebrandstof: 3.4 L (0.90 US gal, 0.75 Imp.gal)Brandstofinjectie:Gasklephuis:
Het teken van identificatie:2D11 20Bougie(s):Fabrikant/model: NGK/CR9E
Elektrodenafstand: 0.7–0.8 mm (0.028–0.031 in)Koppeling:Type koppeling:Nat, meervoudige plaatVersnellingsbak:Primaire reductieverhouding:
1.512 (65/43)
Eindoverbrenging: Ketting
Secundaire reductieverhouding: 2.647 (45/17)
Type versnellingbak:
Constant mesh, 6 versnellingen
Bediening: Bediening met linkervoet
Overbrengingsverhoudingen: 1e:2.533 (38/15)
–20 –10 0 1020 30 40 50 C
10 30 50 70 90 110
0 130 F
SAE 10W-30
SAE 15W-40SAE 20W-40SAE 20W-50
SAE 10W-40SAE 10W-50
U1ECD1D0.book Page 1 Monday, August 8, 2011 3:40 PM
Page 98 of 104
SPECIFICATIES
8-2
8
2e:2.063 (33/16)
3e: 1.762 (37/21)
4e:
1.522 (35/23)
5e: 1.350 (27/20)
6e: 1.208 (29/24)
Chassis:Type frame:Diamantframe
Spoorhoek: 25.00 graad
Naspoor:
109 mm (4.3 in)Voorband:Type:Tubeless
Maat:
120/70 ZR17M/C (58W)
Fabrikant/model: DUNLOP/D221FAAchterband:Type:
Tubeless
Maat: 190/50 ZR17M/C (73W)
Fabrikant/model: DUNLOP/D221G
Belading:Maximale belasting:FZ1-N 196 kg (432 lb)
FZ1-NA 189 kg (417 lb)
(Totaal gewicht van bestuurder, passagier,
bagage en accessoires)Bandenspanning (gemeten aan koude
banden):Gewichtsverdeling:0–90 kg (0–198 lb)
Voor:
250 kPa (2.50 kgf/cm², 36 psi)
Achter: 290 kPa (2.90 kgf/cm², 42 psi)
Gewichtsverdeling: FZ1-N 90–196 kg (198–432 lb)
FZ1-NA 90–189 kg (198–417 lb)
Voor: 250 kPa (2.50 kgf/cm², 36 psi)
Achter:
290 kPa (2.90 kgf/cm², 42 psi)
Rijden met hoge snelheid: Voor:
250 kPa (2.50 kgf/cm², 36 psi)
Achter: 290 kPa (2.90 kgf/cm², 42 psi)Voorwiel:Type wiel:
Gietwiel
Velgmaat: 17M/C x MT3.50Achterwiel:Type wiel:
Gietwiel Velgmaat:
17M/C x MT6.00
Voorrem:Type:
Dubbele schijfrem
Bediening: Bediening met rechterhand
Aanbevolen remvloeistof: DOT 4Achterrem:Type:Enkele schijfrem
Bediening: Bediening met rechtervoet
Aanbevolen remvloeistof:
DOT 4Voorwielophanging:Type:Telescoopvork
Veer/schokdempertype:
Schroefveer/oliedemper
Veerweg: 130.0 mm (5.12 in)Achterwielophanging:Type:
Achterbrug (link-ophanging)
Veer/schokdempertype: Schroefveer/gas-oliedemper
Veerweg: 130.0 mm (5.12 in)Elektrische installatie:Ontstekingssysteem:Transistorontsteking
U1ECD1D0.book Page 2 Monday, August 8, 2011 3:40 PM
Page 99 of 104
SPECIFICATIES
8-3
8
Laadsysteem:Wisselstroomdynamo met permanente
magnetenAccu:Model:YTZ14S
Voltage, capaciteit:
12 V, 11.2 AhKoplamp:Type gloeilamp:HalogeenlampGloeilampen voltage, wattage aantal:Koplamp:
12 V, 60 W/55 W 1
Achterlicht/remlicht unit: 12 V, 5.0 W/21.0 W 1
Voorste richtingaanwijzer:
12 V, 10.0 W 2
Achterste richtingaanwijzer: 12 V, 10.0 W 2
Parkeerlicht: 12 V, 5.0 W 2
Kentekenverlichting:
12 V, 5.0 W 1
Instrumentenverlichting: LED
Controlelampje vrijstand: LED
Controlelampje grootlicht:
LED
Waarschuwingslampje olieniveau: LED
Controlelampje richtingaanwijzers: LED Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur:
LED
Waarschuwingslampje motorstoring: LED
ABS-waarschuwingslampje: FZ1-NA LED
Controlelampje startblokkering:
LED
Zekeringen:Hoofdzekering:50.0 A
Koplampzekering:
15.0 A
Zekering achterlichtcircuit: 10.0 A
Zekering signaleringssysteem: 10.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
15.0 A
Zekering radiatorkoelvin: 10.0 A 2
Zekering brandstofinjectiesysteem: 15.0 A
Zekering ABS-regeleenheid:
FZ1-NA 10.0 A
Zekering ABS-motor: FZ1-NA 30.0 A
Backup-zekering: 10.0 A
U1ECD1D0.book Page 3 Monday, August 8, 2011 3:40 PM
Page 100 of 104
GEBRUIKERSINFORMATIE
9-1
9
DAU48612
Identificatienummers Noteer het voertuigidentificatienummer en
de gegevens op de modelinformatiesticker
in onderstaande ruimtes. Deze gegevens
heeft u nodig om reserveonderdelen bij een
Yamaha dealer te bestellen of wanneer uw voertuig is gestolen.
VOERTUIGIDENTIFICATIENUMMER:
MODELINFORMATIESTICKER:
DAU26400
Voertuigidentificatienummer
Het voertuigidentificatienummer is ingesla-
gen op de balhoofdbuis. Noteer dit nummer
in het daartoe bestemde vakje.OPMERKINGHet voertuigidentificatienummer is bedoeld
voor identificatie van uw motorfiets en kan
worden gebruikt om uw motor in uw land
aan te melden voor kentekenregistratie.
DAU26470
Modelinformatiesticker
De modelinformatiesticker is onder het be-
stuurderszadel bevestigd aan het frame.
(Zie pagina 3-18.) Noteer de informatie op
deze sticker in het daartoe bestemde vakje.
Deze informatie is nodig om reserve-onder-
delen te bestellen bij een Yamaha dealer.
1. Voertuigidentificatienummer
1. Modelinformatiesticker
U1ECD1D0.book Page 1 Monday, August 8, 2011 3:40 PM