YAMAHA FZ6 SHG 2009 Instructieboekje (in Dutch)
Page 71 of 96
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-29
6
DAU34375
Accu FZ6-SHG
FZ6-SAHGDe accu bevindt zich onder de brandstof-
tank. (Zie pagina 6-15.)
Dit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden bij-
gevuld. Het is echter wel nodig om de accu-
kabelverbindingen te controleren en, indien
nodig, vast te zetten.
WAARSCHUWING
DWA10760
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk om-
dat het zwavelzuur bevat, een stof
die ernstige brandwonden veroor-
zaakt. Vermijd contact met de huid,
ogen of kleding en bescherm uw
ogen altijd bij werkzaamheden nabij
accu’s. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel overvloedig
met water.
INWENDIG: Drink grote hoeveel-
heden water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel gedurende 15 mi-
nuten met water en roep direct
medische hulp in.
Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uitde buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-TEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
LET OP
DCA16520
Voor het opladen van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu is een spe-
ciale acculader (met constante span-
ning) vereist. Bij gebruik van een
conventionele acculader raakt de accu
beschadigd. Als u niet beschikt over een
acculader met constante spanning, laat
de accu dan opladen door uw Yamahadealer.
Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als het voertuig lan-
ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad hem volledig bij en zet dan
weg op een koele en droge plek. LET
OP: Draai voordat u de accu verwij-
1. Negatieve accukabel (zwart)
2. Positieve accukabel (rood)
3. Accu
1. Accu
2. Negatieve accukabel (zwart)
3. Positieve accukabel (rood)
2
13
U4S8D2D0.book Page 29 Wednesday, July 30, 2008 9:40 AM
Page 72 of 96
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-30
6
dert de sleutel naar “OFF” en haal
dan eerst de negatieve kabel en
daarna de positieve kabel los.[DCA16302]
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren.
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aangesloten op de ac-
cupolen.LET OP
DCA16530
Houd de accu steeds opgeladen. Stallen
van een ontladen accu kan leiden totpermanente accuschade.
DAU44701
Zekeringen vervangen De hoofdzekering en zekeringenkastje 2
(alleen voor model met ABS) bevinden zich
onder de brandstoftank. (Zie pagina 6-15.)
FZ6-SHGFZ6-SAHG
Zekeringenkastje 1 bevindt zich achter pa-
neel D. (Zie pagina 6-7.)1. Hoofdzekering
2. Reservehoofdzekering
1. Zekeringenkastje 2
2. Zekering ABS-regeleenheid
3. Zekering ABS-pompmotor
4. Reservezekering ABS-pompmotor
5. Hoofdzekering
6. Reservehoofdzekering
1. Zekeringenkastje 1
U4S8D2D0.book Page 30 Wednesday, July 30, 2008 9:40 AM
Page 73 of 96
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-31
6
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampera-
ge dan aanbevolen om ernstigeschade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorkomen.
[DWA15131]
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU23932
Koplampgloeilamp vervangen De koplampen op dit model hebben halo-
geen gloeilampen. Vervang een koplamp-
gloeilamp als volgt als deze is doorgebrand.LET OP
DCA10650
Pas op en zorg dat de volgende onderde-
len niet worden beschadigd:
Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van
het glas, de lichtintensiteit en de le-
vensduur nadelig worden beïn-
vloed. Wrijf eventuele
verontreinigingen en vingerafdruk-
ken op het gloeilampglas weg met
een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
de koplamplens.
Gebruik geen koplampgloeilamp
met een hoger wattage dan is voor-geschreven.
1. Koplampzekering
2. Zekering signaleringssysteem
3. Zekering ontstekingssysteem
4. Zekering radiatorkoelvin
5. Backup-zekering (voor kilometerteller, klok
en startblokkeersysteem)
6. Zekering brandstofinjectiesysteem
7. Reservezekering
8. Zekering achterlichtcircuit
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
30.0 A
Koplampzekering:
20.0 A
Zekering achterlichtcircuit:
10.0 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
10.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
20.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
10.0 A
Backup-zekering:
10.0 A
Zekering ABS-regeleenheid:
FZ6-SAHG 10.0 A
Zekering ABS-motor:
FZ6-SAHG 30.0 A
U4S8D2D0.book Page 31 Wednesday, July 30, 2008 9:40 AM
Page 74 of 96
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-32
6
1. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de gloeilampkap.
2. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp.3. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.
4. Breng de gloeilampkap aan en sluit
dan de koplampstekker aan.
5. Vraag indien nodig een Yamaha
dealer de koplamplichtbundel af te
stellen.
DAU32824
Gloeilamp in remlicht/achterlicht
vervangen 1. Verwijder het zadel. (Zie pagina 3-17.)
2. Verwijder de lampfitting (samen met
de gloeilamp) door deze linksom te
draaien. WAARSCHUWING! Raak de
dempersteun niet aan voordat het
uitlaatsysteem is afgekoeld.
[DWA12302]
3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te
draaien.
4. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting, druk deze in en draai rechtsom tot
hij stuit.
5. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze rechtsom te
draaien.
1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Koplampstekker
2. Gloeilampkap
1. Gloeilamphouder
1. Gloeilampfitting remlicht/achterlicht
2. Kap uitlaatsteun
3. Uitlaatdempersteun
1
2
3
U4S8D2D0.book Page 32 Wednesday, July 30, 2008 9:40 AM
Page 75 of 96
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-33
6
6. Breng het zadel aan.
DAU24204
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen 1. Verwijder de lamplens van de richtin-
gaanwijzer door de schroeven te ver-
wijderen.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te
draaien.
3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting, druk deze in en draai rechtsom tot
hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroef
aan te brengen. LET OP: Draai de
schroef niet te vast, hierdoor kan de
lens breken.
[DCA11191]DAU24312
Gloeilamp in kentekenverlichting
vervangen 1. Verwijder de lampeenheid voor kente-
kenverlichting door de schroeven los
te draaien.
2. Verwijder de lampfitting (samen met
de gloeilamp) door deze naar buiten te
trekken.
1. Schroef
2. Lamplens richtingaanwijzer
1. Schroef
2. Kentekenverlichtingsunit
U4S8D2D0.book Page 33 Wednesday, July 30, 2008 9:40 AM
Page 76 of 96
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-34
6
3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
5. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze vast te druk-
ken.
6. Monteer de lampeenheid voor kente-
kenverlichting door de schroeven aan
te brengen.
DAU42652
Parkeerlichtgloeilamp vervangen Dit model is voorzien van twee parkeerlich-
ten. Vervang een parkeerlichtgloeilamp als
volgt als deze is doorgebrand.
1. Verwijder het paneel C. (Zie pagina
6-7.)
2. Verwijder de parkeerlichtlampfitting
(samen met de gloeilamp) door deze
uit te trekken.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
5. Bevestig de parkeerlichtlampfitting
(samen met de gloeilamp) door deze
in te drukken.
6. Monteer het paneel.
1. Gloeilamp kentekenverlichting
2. Gloeilampfitting kentekenverlichting
1. Fitting parkeerlichtgloeilamp
1. Parkeerlichtgloeilamp
U4S8D2D0.book Page 34 Wednesday, July 30, 2008 9:40 AM
Page 77 of 96
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-35
6
DAU44790
Voorwiel (FZ6-SHG)
WAARSCHUWING
DWA14840
Wielen van ABS-modellen moeten door
een Yamaha-dealer verwijderd en ge-monteerd worden.
DAU42641
Om het voorwiel te verwijderen
WAARSCHUWING
DWA10821
Zorg dat de machine veilig wordt onder-steund, zodat deze niet kan omvallen.
1. Zet de machine op de middenbok.
2. Draai de klembout van de voorwielas
los en draai dan de wielas en de rem-
klauwbouten los.3. Verwijder aan beide zijden de rem-
klauwen door de bouten los te halen.
LET OP: Bekrachtig de rem niet na-
dat de remklauwen zijn verwijderd,
hierdoor worden de remblokken te-
gen elkaar geknepen.
[DCA11051]
4. Trek de wielas uit en verwijder dan het
wiel.
DAU42672
Aanbrengen van het voorwiel
1. Breng het wiel omhoog tussen de
vorkpoten.
2. Steek de wielas naar binnen.
3. Monteer de remklauwen door de bou-
ten aan te brengen.
OPMERKINGKijk of er voldoende afstand tussen de rem-
blokken is voordat de remklauwen over deremschijven worden gemonteerd.
4. Haal het voertuig van de middenbok,
zodat het voorwiel op de grond staat
en klap daarna de zijstandaard om-
laag.
5. Zet de wielas, de voorwielasklembout
en de remklauwbouten vast met de
voorgeschreven aanhaalmomenten.
6. Duw het stuur enkele malen stevig op
en neer om te controleren of de voor-
vork correct werkt.
1. Wielas
2. Klembout voorwielas
1. Remklauw
2. Remklauwbout
Aanhaalmomenten:
Wielas:
72 Nm (7.2 m·kgf, 52 ft·lbf)
Klembout voorwielas:
19 Nm (1.9 m·kgf, 13 ft·lbf)
Remklauwbout:
40 Nm (4.0 m·kgf, 29 ft·lbf)
U4S8D2D0.book Page 35 Wednesday, July 30, 2008 9:40 AM
Page 78 of 96
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-36
6
DAU44800
Achterwiel (FZ6-SHG)
WAARSCHUWING
DWA14840
Wielen van ABS-modellen moeten door
een Yamaha-dealer verwijderd en ge-monteerd worden.
DAU25151
Verwijderen van het achterwiel
WAARSCHUWING
DWA10821
Zorg dat de machine veilig wordt onder-steund, zodat deze niet kan omvallen.
1. Draai de wielasmoer los.
2. Zet de motorfiets op de middenbok.
3. Verwijder de wielasmoer.
4. Draai de borgmoer los en draai de stel-
bout voor kettingspanning los aan bei-
de zijden van de achterbrug.5. Ondersteun de remklauw en licht dan
het achterwiel iets op en trek de wielas
uit.
OPMERKINGEen rubber hamer is handig om de wielaslos te tikken.
6. Druk het wiel naar voren en haal dan
de aandrijfketting van het achtertand-
wiel.
1. Borgmoer
2. Stelbout spanning aandrijfketting
3. Wielasmoer
1. Borgmoer
2. Stelbout spanning aandrijfketting
3. Wielas
4. Remklauwsteun
5. Remklauw
U4S8D2D0.book Page 36 Wednesday, July 30, 2008 9:40 AM
Page 79 of 96
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-37
6
OPMERKINGDe aandrijfketting hoeft niet te worden ge-
demonteerd om het achterwiel te verwijde-ren en aan te brengen.
7. Verwijder het wiel. LET OP: Bekrach-
tig de rem niet nadat het wiel met de
remschijf is verwijderd, hierdoor
worden de remblokken tegen elkaar
geknepen.
[DCA11071]
DAU32943
Om het achterwiel aan te brengen
1. Monteer het wiel en de remklauwsteun
door de wielas vanaf de rechterzijde in
te steken.OPMERKING
Controleer of de sleuf in de remklauw-
steun over de aanslag op de achter-
brug is geplaatst.
Kijk of er voldoende afstand tussen de
remblokken is voordat u het wiel aan-brengt.
2. Breng de aandrijfketting aan over het
achtertandwiel en stel dan de aandrijf-
ketting strak. (Zie pagina 6-23.)
3. Breng de wielasmoer aan.
4. Laat het achterwiel tot op de grond
zakken en klap daarna de zijstandaard
omlaag.
5. Draai de wielasmoer vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
DAU25871
Problemen oplossen Yamaha motorfietsen ondergaan een gron-
dige inspectie voordat ze vanaf de fabriek
op transport gaan, maar tijdens gebruik
kunnen toch storingen optreden. Proble-
men in de brandstof-, compressie- of ont-
stekingssystemen kunnen bijvoorbeeld de
oorzaak zijn van slecht starten of een afna-
me in motorvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s is een
snelle en gemakkelijke werkwijze weerge-
geven om deze vitale systemen zelf te kun-
nen controleren. Ga met uw motorfiets
echter wel naar een Yamaha dealer als re-
paraties nodig zijn, hier zijn vakkundige
monteurs aanwezig die beschikken over het
benodigde gereedschap en de ervaring en
vakkennis om het nodige onderhoud aan de
motorfiets correct te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele onder-
delen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van minde-
re kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn.
1. Borging
2. Sleuf
Aanhaalmoment:
Wielasmoer:
120 Nm (12.0 m·kgf, 85 ft·lbf)
U4S8D2D0.book Page 37 Wednesday, July 30, 2008 9:40 AM
Page 80 of 96
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-38
6
WAARSCHUWING
DWA15141
Rook niet tijdens het controleren van het
brandstofsysteem en let erop dat er
geen open vuur of vonken in de omge-
ving zijn, inclusief waakvlammen van
geisers of ovens. Benzine en benzine-
dampen kunnen vlam vatten of explode-
ren, met ernstig letsel of schade aaneigendommen tot gevolg.U4S8D2D0.book Page 38 Wednesday, July 30, 2008 9:40 AM