YAMAHA FZ8 N 2015 Instructieboekje (in Dutch)
Page 51 of 108
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-3
6
DAU46862
OPMERKINGDe jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te word en uitgevoer d, b ehalve wanneer in plaats daarvan een on derhou ds-
b eurt op kilometer basis of, voor Groot-Brittannië, op mijl basis wor dt verricht.
Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 50000 km (30000 mi), beginnend vanaf 10000 km (6000 mi).
Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden ui tgevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal ge-
reedschap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn.
DAU46911
Period iek onderhou dsschema voor het uitstootcontrolesysteemNR. ITEM CONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-TROLE
1000 km
(600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
1 *Bran dstoflei din g • Controleer de brandstofslangen
op scheurtjes of beschadigingen. √√√√√
2 *Bou gies • Controleer de conditie.
• Reinigen en elektrodenafstand af-
stellen. √√
• Vervangen. √√
3 *Ventielen • Controleer de klepspeling.
• Afstellen.
Elke 40000 km (24000 mi)
4 *Bran dstofinjectie • Stel het stationair toerental en de
synchronisatie af. √√√√√√
5 *Uitlaat
demper en
uitlaatpijp • Controleer of de schroef-
klem(men) goed vastzit(ten). √√√√√
U2SHD1D0.book Page 3 Monday, July 7, 2014 2:25 PM
Page 52 of 108
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-4
6
6*Luchtinlaatsysteem • Controleer de luchtafsluitklep, de
membraanklep en de slang op
beschadiging.
• Vervang indien nodig het volledi- ge luchtinlaatsysteem. √√√√√
NR. ITEM
CONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-TROLE
1000 km
(600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
U2SHD1D0.book Page 4 Monday, July 7, 2014 2:25 PM
Page 53 of 108
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-5
6
DAU1770K
Algemeen smeer- en on derhou dsschemaNR. ITEM CONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-TROLE
1000 km
(600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
1 Luchtfilterelement • Vervangen. √
2 Koppelin g• Controleer de werking.
• Afstellen. √√√√√
3 *Voorrem • Controleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage. √√√√√√
• Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
4 *Achterrem • Controleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage. √√√√√√
• Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
5 *Remslan gen • Controleer op scheurtjes en be-
schadigingen.
• Zorg voor een correcte plaatsing van slang(en) en klem(men). √√√√√
• Vervangen. Elke 4 jaar
6 *Remvloeistof • Vervangen. Elke 2 jaar
7 *Wielen • Controleer de speling en contro-
leer op beschadigingen. √√√√
8 *Ban den • Controleer op slijtage en bescha-
digingen.
• Vervang indien nodig.
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig. √√√√√
U2SHD1D0.book Page 5 Monday, July 7, 2014 2:25 PM
Page 54 of 108
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-6
6
9*Wiella gers • Controleer de lagers op speling of
beschadigingen. √√√√
10 *Achter bru g • Controleer op een correcte wer-
king en overmatige speling. √√√√
11 Aan drijfkettin g • Controleer de spanning, uitlijning
en conditie van de aandrijfketting.
• Stel de ketting af en smeer deze grondig met een speciale smering
voor o-ringkettingen. Elke 1000 km (600 mi) en nadat de motorfie
ts is gewassen of ermee in de regen
of vochtige gebieden is gereden
12 *Balhoof dla gers • Controleer de lagers op speling
en oppervlakteruwheid. √√√√√
• Smeren met lithiumvet. Elke 20000 km (12000 mi)
13 *Frame
bevesti gin-
g en • Controleer of alle moeren, bouten
en schroeven stevig zijn vastge-
zet. √√√√√
14 Scharnieras van
remhen
del • Smeren met siliconenvet.
√√√√√
15 Scharnieras van
rempe
daal • Smeren met lithiumvet.
√√√√√
16 Scharnieras van
koppelin
gshen del • Smeren met lithiumvet.
√√√√√
17 Scharnieras van
schakelpe
daal • Smeren met lithiumvet.
√√√√√
18 Zijstan daar d • Controleer de werking.
• Smeren met lithiumvet.
√√√√√
19 *Zijstan
daar dscha-
kelaar • Controleer de werking.
√√√√√√
NR. ITEM
CONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURT KILOMETERSTAND
JAA
RLIJK-
SE CON- TROLE
1000 km
(600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
U2SHD1D0.book Page 6 Monday, July 7, 2014 2:25 PM
Page 55 of 108
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-7
6
20*Voorvork • Controleer op een correcte wer-
king en olielekkage. √√√√
21 *Schok demperunit • Controleer op een correcte wer-
king en olielekkage. √√√√
22 *Relaisarm achter-
wielophan
gin g en
scharnierpunten
ver bin din gsarm • Controleer de werking.
√√√√
23 Motorolie • Verversen.
• Controleer het olieniveau en con-
troleer de machine op olielekka-
ge. √√√√√√
24 Oliefilterpatroon • Vervangen. √√√
25 *Koelsysteem • Controleer het koelvloeistofni-
veau en controleer de machine
op vloeistoflekkage. √√√√√
• Vervang koelvloeistof. Elke 3 jaar
26 *Voor- en achterrem-
schakelaar
• Controleer de werking.
√√√√√√
27 Bewe
gen de delen
en kab els •Smeren.
√√√√√
28 *Gas greep • Controleer de werking.
• Controleer de vrije slag van de
gasgreep en stel deze indien no-
dig af.
• Smeer de kabel en het kabelhuis. √√√√√
NR. ITEM
CONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-TROLE
1000 km
(600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
U2SHD1D0.book Page 7 Monday, July 7, 2014 2:25 PM
Page 56 of 108
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-8
6
DAU18681
OPMERKINGLuchtfilter
• Het luchtfilter op dit model is voorzien van een geolied papieren filterelement. Reinig dit niet met perslucht, om het niet te bescha-
digen.
• Het luchtfilterelement moet u vaker vervangen als u vaak in extreem vochtige of stoffige gebieden rijdt.
Hydraulisch remsysteem
• Controleer regelmatig het remvloeistofniveau en vul indien nodig bij.
• Elke twee jaar moeten de inwendige onderdelen van de hoofdrem cilinders en de remklauwen worden vervangen en de remvloei-
stof worden ververst.
• De remslangen dienen elke vier jaar te worden verv angen, of wanneer deze zijn gescheurd of beschadigd.29*Lampen, richting
-
aanwijzers en scha-
kelaars • Controleer de werking.
• Stel de koplamplichtbundel af.
√√√√√√
NR. ITEM
CONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-TROLE
1000 km
(600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)U2SHD1D0.book Page 8 Monday, July 7, 2014 2:25 PM
Page 57 of 108
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-9
6
DAU18743
Verwijderen en aan bren gen van
het stroomlijn- en framepaneelBij het uitvoeren van sommige in dit hoofd-
stuk beschreven onderhoudswerkzaamhe-
den moeten het afgebeelde
stroomlijnpaneel en framepaneel worden
verwijderd. Neem deze paragraaf telkens
door wanneer het stroomlijn- of framepa-
neel moet worden verwijderd of aange-
bracht.
FZ8-NA
DAU46742
Stroomlijnpaneel A
Verwijderen van stroomlijnpaneelVerwijder de bouten en neem het stroom-
lijnpaneel los. Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
Plaats het stroomlijnpaneel in de oorspron-
kelijke positie en breng dan de schroeven
aan.
DAU19152
Paneel A
Om het paneel te verwijderenVerwijder de bout en trek het paneel los zo-
als getoond.
1. Stroomlijnpaneel A
1
1. Paneel A
1. Stroomlijnpaneel A
2. Bout
1
1
2
U2SHD1D0.book Page 9 Monday, July 7, 2014 2:25 PM
Page 58 of 108
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-10
6
Om het paneel aan te brengenPlaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie en breng dan de bout aan.
DAU19653
Controleren van de bou giesBougies vormen belangrijke onderdelen
van de motor die periodiek moeten worden
gecontroleerd, bij voorkeur door een
Yamaha dealer. Omdat bougies door ver- hitting en neerslag altijd langzaam slijten,
moeten de bougies worden verwijderd en
gecontroleerd volgens de tijden genoemd
in het periodieke smeer- en onderhouds-
schema. De conditie van de bougies kan
daarnaast veel duidelijk maken over de
conditie van de motor.
De porseleinen isolator rond de centrale
elektrode moet licht tot gemiddeld bruin
verkleurd zijn (de ideale kleur als normaal
met het voertuig wordt gereden), en alle
bougies in de motor horen dezelfde ver-
kleuring te hebben. Wanneer een bougie
een heel andere kleur vertoont, werkt de
motor mogelijk niet naar behoren. Probeer
dergelijke problemen niet zelf vast te stel-
len. Laat in plaats daarvan uw machine na-
kijken door een Yamaha dealer.
Vervang een bougie als de elektroden blij-
ken te zijn afgesleten en als overmatige
koolaanslag of andere neerslag gevonden
wordt. Voordat een bougie wordt aangebracht
moet de elektrodenafstand met een draad-
voelmaat worden gemeten; breng indien
nodig de elektrodenafstand op specificatie.
Reinig het oppervlak van de bougiepakking
en het pasvlak en verwijder eventueel vuil
uit de schroefdraad van de bougie.
OPMERKINGAls geen momentsleutel beschikbaar is,
wordt de bougie correct vastgezet door
handvast te zetten en dan nog 1/4–1/2 slag
1. Paneel A
2. Bout
1
2
Voor
geschreven bou gie:
NGK/CR9E
1. ElektrodenafstandElektro denafstan d:
0.7–0.8 mm (0.028–0.031 in)
Aanhaalmoment: Bougie:13 Nm (1.3 m·kgf, 9.4 ft·lbf)
U2SHD1D0.book Page 10 Monday, July 7, 2014 2:25 PM
Page 59 of 108
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-11
6
verder te draaien. De bougie moet echter
zo snel mogelijk naar het juiste aanhaalmo-
ment worden aangedraaid.LET OP
DCA10841
Gebruik geen geree dschap om d e bou-
g ie dop te verwijd eren of aan te b rengen,
om de bobineka bel niet te bescha dig en.
De bou gie dop is mog elijk lastig te ver-
wij deren omd at de ru bber af dichtin g aan
het uitein de stevi g vastzit. Haal d e bou-
g ie dop los door hem heen en weer te
d raaien en teg elijkertijd los te trekken;
b ren g d e bou gie dop aan d oor heen en
weer te d raaien en teg elijkertijd aan
te
d rukken.
DAU19918
Motorolie en oliefilterpatroonVóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de oliefilterpatroon
worden vervangen volgens de intervalperi-
oden vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
Om het motorolieniveau te controleren 1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en houd deze rechtop. Wan-
neer de machine iets schuin staat, kan
het niveau al foutief worden afgelezen.
2. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Wacht een paar minuten tot de olie tot rust is gekomen en controleer dan het
olieniveau via het kijkglas rechts onder
in het carter.OPMERKINGHet motorolieniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveau
staan.
FZ8-N
FZ8-NA1. Olievuldop
2. Kijkglas olieniveau
3. Merkstreep maximumniveau
4. Merkstreep minimumniveau
1. Olievuldop
2. Kijkglas olieniveau
3. Merkstreep maximumniveau
4. Merkstreep minimumniveau
3
4 1
2
1
2
3
4
U2SHD1D0.book Page 11 Monday, July 7, 2014 2:25 PM
Page 60 of 108
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-12
6
4. Als de motorolie bij of beneden demerkstreep voor minimumniveau
staat, vul dan voldoende olie, van de
aanbevolen soort, bij tot het correcte
niveau.
Om de motorolie te verversen (met of
zon der vervan gin g van oliefilterpatroon)
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond.
2. Verwijder stroomlijnpaneel A. (Zie pa- gina 6-9.) (FZ8-NA)
3. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten warmdraaien en zet hem dan af.
4. Zet een olieopvangbak onder de mo-
tor om de gebruikte olie op te vangen.
5. Verwijder de olievuldop en de olieaf- tapplug met de pakking om de olie uit
het carter te laten stromen.
OPMERKINGSla de stappen 6–8 over als de oliefilterpa-
troon niet wordt vervangen.6. Verwijder de oliefilterpatroon met een
oliefiltersleutel.OPMERKINGDe Yamaha dealer kan een oliefiltersleutel
leveren.7. Smeer een dun laagje schone motor-olie op de O-ring van de nieuwe oliefil-
terpatroon.
OPMERKINGZorg dat de O-ring correct aanligt.8. Plaats de nieuwe oliefilterpatroon met
een oliefiltersleutel en zet hem dan
met een momentsleutel vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
1. Olieaftapplug
2. Pakking
12
1. Oliefiltersleutel
2. Oliefilterpatroon
1
2
1. O-ring
1. Momentsleutel
1
U2SHD1D0.book Page 12 Monday, July 7, 2014 2:25 PM