YAMAHA JOG50R 2009 Instructieboekje (in Dutch)
Page 21 of 80
DAUS1424
Multifunctioneel display
1. Selectietoets
2. Kilometerteller/ritteller
3. Klok
4. Brandstofniveaumeter
DWA12312
sWAARSCHUWING
Zet de machine stil voordat u wijzigin-
gen aanbrengt in de instellingen van
het multifunctionele display. Het aan-
brengen van wijzigingen tijdens het rij-
den kan u afleiden en vergroot het risi-
co op een ongeval.
Het multifunctionele display toont de vol-
gende voorzieningen:
een digitale klok
een kilometerteller (die de totale
afgelegde afstand toont)
een ritteller (die de afgelegde afstand
toont sinds de teller het laatst werd
teruggesteld op nul)
een brandstofniveaumeter
een voorziening voor zelfdiagnose
een functietoets (voor het selecteren,
instellen en terugstellen van diverse
modi van het multifunctionele dis-
play)
OPMERKING
Vergeet niet de sleutel naar “ ” te
draaien voordat u de toets gebruikt.
Alleen voor Groot-Brittannië: De kilo-
meterteller en ritteller worden weer-
gegeven in mijlen.
De klok op tijd zetten:
1. Selecteer de kilometerteller en houd
de toets ten minste twee seconden
ingedrukt.
2. Als de uuraanduiding begint te knip-
peren, drukt u op de toets om de
uren in te stellen.3. Om de tien-minutenaanduiding te
wijzigen, houdt u de toets ten minste
twee seconden ingedrukt.
4. Als de tien-minutenaanduiding
begint te knipperen, drukt u op de
toets om de minuten in te stellen.
5. Om de een-minuutaanduiding te wij-
zigen, houdt u de toets ten minste
twee seconden ingedrukt.
km/
h
01
02
03
04
05
06
07
08
0
12
3
4
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-4
3
49D-F8199-D0 12/1/09 06:57 Página 21
Page 22 of 80
6. Als de een-minuutaanduiding begint
te knipperen, drukt u op de toets om
de minuten in te stellen.
7. Houd de toets ten minste twee
seconden ingedrukt om de klok te
starten.
OPMERKING
Nadat de klok op tijd is gezet, moet de
toets ten minste twee seconden ingedrukt
worden gehouden voordat de sleutel naar
“ ” wordt gedraaid, anders geeft de
klok niet de juiste tijd aan.
Kilometerteller- en rittellermodus
Door indrukken van de toets wisselt de
weergave tussen de kilometertellermodus
“ODO” en de rittellermodus “TRIP” als
volgt:
ODO TRIP ODO
1. Kilometerteller
2. Ritteller
Om de ritteller op nul terug te stellen,
selecteert u deze door op de toets te
drukken, deze weer los te laten en daarna
de toets ten minste twee seconden inge-
drukt te houden.
Brandstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
displaysegmenten van de brandstofnive-
aumeter verdwijnen richting “E” (leeg)
naarmate het brandstofniveau verder
daalt. Wanneer er nog maar één segment
naast “E” is overgebleven, moet zo snel
mogelijk brandstof worden bijgevuld.Zelfdiagnosesysteem
Dit model is uitgerust met een zelfdiagno-
sesysteem voor het elektrische circuit van
de brandstofregeling.
Bij een probleem in het elektrische circuit
van de brandstofregeling gaan alle LCD-
segmenten van de brandstofmeter knip-
peren. Als dit zich voordoet, vraag dan
een Yamaha dealer de machine te contro-
leren.
PRESS
BUTTON
PRESS
BUTTON
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
3
49D-F8199-D0 12/1/09 06:57 Página 22
Page 23 of 80
DAU12347
Stuurschakelaars
Links
1. Dimlichtschakelaar “ / ”
2. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
3. Claxonschakelaar “ ”
Rechts
1. Startknop “ ”
DAU12400
Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor groo-
tlicht en op “ ” voor dimlicht.
DAU12460
Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afs-
laan naar rechts aan te geven. Druk deze
schakelaar naar “ ” om afslaan naar
links aan te geven. Na loslaten keert de
schakelaar terug naar de middenstand.
Om de richtingaanwijzers uit te schakelen
wordt de schakelaar ingedrukt nadat hij is
teruggekeerd in de middenstand.
DAU12500
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxon-
signaal te geven.
DAUM1132
Startknop “ ”
Druk bij bekrachtigde voor- of achterrem
deze knop in om de motor via de startmo-
tor te starten. Zie pagina 5-1 voor star-
tinstructies voordat u de motor start.
DAU12900
Voorremhendel
1. Voorremhendel
De voorremhendel bevindt zich aan de
rechterstuurgreep. Trek deze hendel naar
het stuur toe om de voorrem te bekrachti-
gen.
1
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
3
49D-F8199-D0 12/1/09 06:57 Página 23
Page 24 of 80
DAU12950
Achterremhendel
1. Achterremhendel
De achterremhendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek deze hendel naar
het stuur toe om de achterrem te bekrach-
tigen.
DAU13202
Tankdop en dop van het
oliereservoir voor 2-takt
injectiesmering
1. Dop oliereservoir voor 2-takt injectiesmering
2. Tankdop
De tankdop en de dop van het oliereser-
voir voor 2-takt injectiesmering bevinden
zich onder het zadel. (Zie pagina 3-11). Tankdop
Om de tankdop te verwijderen wordt deze
linksom gedraaid en dan losgenomen.
Om de tankdop aan te brengen wordt
deze rechtsom gedraaid.
Dop oliereservoir voor 2-takt
injectiesmering
De dop van het oliereservoir voor 2-takt
injectiesmering wordt losgetrokken om te
verwijderen.
1
2
1
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
3
49D-F8199-D0 12/1/09 06:57 Página 24
Page 25 of 80
Om de dop van het oliereservoir voor 2-
takt injectiesmering aan te brengen wordt
deze vastgedrukt in de reservoiropening.
DWA10141
sWAARSCHUWING
Controleer alvorens te gaan rijden of de
tankdop en de dop van het oliereservoir
voor 2-takt injectiesmering correct zijn
aangebracht. Door brandstoflekkage
ontstaat brandgevaar.
DAU13212
Brandstof
Controleer of er voldoende brandstof in
de brandstoftank aanwezig is.
DWA10881
sWAARSCHUWING
Benzine en benzinedampen zijn zeer
brandbaar. Volg de onderstaande ins-
tructies om brand en ontploffing te
voorkomen en het letselrisico tijdens
het tanken te verlagen.
1. Zet alvorens te tanken de motor af en
zorg dat er niemand op de machine
zit. Rook nooit tijdens het tanken en
tank nooit in de nabijheid van von-
ken, open vuur of andere ontste-
kingsbronnen zoals de waakvlam-
men van geisers en kledingdrogers.
2. Maak de brandstoftank niet te vol.
Stop met vullen zodra de brandstof
de onderkant van de vulhals heeft
bereikt. Omdat brandstof uitzet als
deze warm wordt, kan de warmte
van de motor of de zon ervoor zor-
gen dat brandstof uit de brandstof-
tank stroomt.
1. Vulpijp brandstoftank
2. Brandstofniveau
3. Veeg uitgestroomde brandstof
onmiddellijk af. LET OP: Veeg
gemorste brandstof onmiddellijk
af met een schone, droge, zachte
doek, aangezien de brandstof de
gelakte oppervlakken en kunststof
delen kan aantasten.
[DCA10071]
4. Draai de tankdop stevig vast.DWA15151
sWAARSCHUWING
Benzine is giftig en kan letsel of overlij-
den veroorzaken. Spring zorgvuldig om
met benzine. Probeer nooit om benzine
via de mond over te hevelen. Roep
onmiddellijk medische hulp in nadat u
benzine heeft ingeslikt, veel benzine-
damp heeft ingeademd of benzine in
uw ogen heeft gekregen. Als benzine
op uw huid terechtkomt, was deze dan
1
2
ZAUM0020
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
3
49D-F8199-D0 12/1/09 06:57 Página 25
Page 26 of 80
af met water en zeep. Als u benzine op
uw kleding morst, trek dan andere kle-
ding aan.
DAU13270
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine met
een octaangetal van RON 91 of hoger. Als
de motor gaat detoneren (pingelen),
gebruik dan benzine van een ander merk
of gebruik loodvrije superbenzine. Door
loodvrije benzine te gebruiken gaan bou-
gies langer mee en blijven de onder-
houdskosten beperkt.
DAU13432
Uitlaatkatalysator
Dit model is uitgerust met een uitlaatka-
talysator.
DWA10861
sWAARSCHUWING
Het uitlaatsysteem is heet nadat de
motor heeft gedraaid. Let op het vol-
gende om brandgevaar of brandwon-
den te voorkomen:
Parkeer de machine nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals op
gras of op ander materiaal dat
gemakkelijk vlam vat.
Parkeer de machine op een plek
waar voetgangers of kinderen niet
gemakkelijk met het hete uitla-
atsysteem in aanraking kunnen
komen.
Controleer of het uitlaatsysteem is
afgekoeld alvorens onderhouds-
werkzaamheden uit te voeren.
Laat de motor niet langer dan
enkele minuten stationair draaien.
Lang stationair draaien kan leiden
tot oververhitting.
DCA10701
LET OP
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine.
Bij gebruik van loodhoudende benzine
zal onherstelbare schade worden toe-
gebracht aan de uitlaatkatalysator.
Voorgeschreven brandstof:
UITSLUITEND NORMALE
LOODVRIJE BENZINE
Inhoud brandstoftank:
5,5 L (1,45 US gal, 1,21 Imp.gal)
Brandstofreserve:
1,9 L (0,50 US gal, 0,42 Imp.gal)
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
3
49D-F8199-D0 12/1/09 06:57 Página 26
Page 27 of 80
DAUS1500
2-takt injectiesmering
Controleer of er voldoende 2-takt injec-
tiesmering aanwezig is in het oliereservoir.
Vul indien nodig de voorgeschreven 2-takt
injectiesmering bij.
Om bij het oliereservoir voor 2-takt injec-
tiesmering te komen, opent u het opberg-
compartiment. (Zie pagina 3-11).
1. Verwijder de dop van het oliereser-
voir voor 2-takt injectiesmering door
deze los te trekken.
2. Breng de dop van het reservoir voor
2-takt injectiesmering weer aan door
deze in de reservoiropening te druk-
ken.
OPMERKING
Controleer of de dop van het reservoir
voor 2-takt injectiesmering correct is
geplaatst alvorens met de machine te
gaan rijden.
DAUS1050
Kickstarter
1. Kickstartpedaal
Trap om de motor te starten het kickstart-
pedaal licht omlaag totdat de tandwielen
aangrijpen en trap het pedaal dan soepel
maar krachtig omlaag.
1
Aanbevolen olie:
Zie pagina 8-1
Oliehoeveelheid:
1,40 L (1,48 US qt, 1,23 Imp.qt)
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
3
49D-F8199-D0 12/1/09 06:57 Página 27
Page 28 of 80
DAU14160
Rijderzadel
Openen van het rijderzadel
1. Zet de scooter op de middenbok.
2. Steek de sleutel in het contactslot en
draai hem dan linksom.
1. Openen
OPMERKING
Druk de sleutel niet in terwijl u deze draait.
3. Klap het rijderzadel omhoog.
1. Zadel
Sluiten van het rijderzadel
1. Klap het zadel omlaag en druk dan
aan om te vergrendelen.
2. Neem de sleutel uit het contactslot
als de scooter onbeheerd wordt ach-
tergelaten.
OPMERKING
Controleer of het zadel stevig is vergren-
deld alvorens te gaan rijden.
DAU14510
Opbergcompartiment
1. Opbergcompartiment
Onder het zadel is een opbergcomparti-
ment aanwezig. (Zie pagina 3-11).
DWA10960
sWAARSCHUWING
Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 3,5 kg (7,7 lb) voor het
opbergcompartiment niet.
Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van CS50/CS50M 169 kg
(373 lb) CS50Z 166 kg (366 lb) voor
de machine niet.
DCA10080
LET OP
Let op het volgende bij het gebruik van
het opbergcompartiment.
Het opbergcompartiment wordt
snel warmer als het is blootgesteld
1
1
1
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
3
49D-F8199-D0 12/1/09 06:57 Página 28
Page 29 of 80
aan direct zonlicht, bewaar hierin
dus geen goederen die slecht
tegen warmte kunnen.
Wikkel natte voorwerpen in een
plastic zak, om zo vochtig worden
van het opbergcompartiment te
voorkomen.
Het opbergcompartiment kan nat
worden als de scooter wordt
gewassen, omwikkel te bewaren
voorwerpen dus in een plastic zak.
Bewaar geen waardevolle of bre-
ekbare voorwerpen in het opberg-
compartiment.
Om een helm op te bergen in het opberg-
compartiment, moet de helm omgekeerd
geplaatst worden en met de voorkant naar
voren toe.
OPMERKING
Sommige helmen kunnen vanwege
hun grootte of vorm niet worden
weggeborgen in het opbergcompar-
timent.
Laat uw scooter niet onbeheerd ach-
ter met het zadel open.
DAU14832
Schokdemperunit afstellen
(Per model verschillend)
1. Stelring veervoorspanning
2. Positie-indicator
Deze schokdemper is uitgerust met een
stelring voor veervoorspanning.
DCA10101
LET OP
Probeer nooit voorbij de maximum- of
minimuminstellingen te draaien om
schade aan het mechanisme te voorko-
men.
Stel de veervoorspanning als volgt af.
Draai om de veervoorspanning te verho-
gen en zo de vering stugger te maken de
stelring in de richting (a). Draai om de
veervoorspanning te verlagen en zo de
vering zachter te maken de stelring in derichting (b).
Zet de gewenste inkeping in de stelring
tegenover de positie-indicator op de
schokdemper.
DWA10221
sWAARSCHUWING
Deze schokdemperunit is gevuld met
stikstofgas onder hoge druk. Lees de
onderstaande informatie zorgvuldig
door alvorens werkzaamheden uit te
voeren aan de schokdemperunit.
Probeer de gascilinder niet te ope-
nen en blijf er verder vanaf.
Stel de schokdemperunit niet blo-
ot aan open vuur of een andere hit-
tebron. Hierdoor kan de gasdruk
zo hoog oplopen dat de unit explo-
deert.
Voorkom vervorming of beschadi-
ging van de cilinder. Schade aan
de cilinder zal resulteren in slechte
dempingsprestaties.
Afstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):
(b)
Standaard:
midden
Maximum (hard):
(a)
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
49D-F8199-D0 12/1/09 06:57 Página 29
Page 30 of 80
Werp een beschadigde of versle-
ten schokdemperunit niet zelf
weg. Breng de schokdemperunit
voor elk onderhoud naar een
Yamaha-dealer.DAUT1072
BagagehaakDWAT1031
sWAARSCHUWING
Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 1,5 kg (3,3 lb) voor de
bagagehaak niet.
Overschrijd het maximumgewicht
van CS50/CS50M 169 kg (373 lb)
CS50Z 166 (366 lb) voor het voer-
tuig niet.
1. Bagagehaak
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
3
49D-F8199-D0 12/1/09 06:57 Página 30