YAMAHA JOG50R 2012 Instructieboekje (in Dutch)

Page 51 of 80

DAUT1221
Vrije slag van voorremhendel
controleren
1. Vrije slag voorre\fhendel
De vrije slag van de re\fhendel dien\b
2,0–5,0 \f\f (0,08–0,20 in) \be bedragen,
zoals weergegeven. Con\broleer de vrije
slag van de re\fhendel regel\fa\big en laa\b
indien nodig een Ya\faha dealer he\b
re\fsys\bee\f con\broleren.
DWA10641
sW\f\fRSC\bUWING
\fls de vrije slag van de remhendel niet
normaal is, wijst dat op een serieus
defect in het remsysteem. Laat het
remsysteem vóór gebruik van het voer-
tuig nakijken of repareren door een
Yamaha dealer.
DAU22170
Vrije slag van achterremhendel
afstellen
1. Vrije slag ach\berre\fhendel
De vrije slag van de re\fhendel dien\b
5,0–10,0 \f\f (0,20–0,39 in) \be bedragen,
zoals weergegeven. Con\broleer de vrije
slag van de re\fhendel regel\fa\big en s\bel
deze indien nodig als volg\b af.
Draai de s\bel\foer op de re\fankerplaa\b
rich\bing (a) voor \feer vrije slag van de
re\fhendel. Draai de s\bel\foer rich\bing (b)
voor \finder vrije slag van de re\fhendel.
1. S\bel\foer
DWA10650
sW\f\fRSC\bUWING
Vraag een Yamaha dealer de afstelling
te doen als de juiste afstelling niet haal-
baar is volgens de beschreven werkwij-
ze.
(a)
(b)
1
PERIODIEK ONDER\bOUD EN \fFSTELLINGEN
6-14
6
49D-F8199-D0.QXD 13/7/08 16:31 Pá\fina \b1
COR-2AD-F8199-D0.indd 5122/05/12 08:23

Page 52 of 80

DAU22380
Controleren van
voorremblokken en
achterremschoenen
De voorremblokken en ac\fterremsc\foe-
nen moeten \borden gecontroleerd op slij-
tage volgens de intervalperioden voor-
gesc\freven in \fet periodieke smeer- en
onder\foudssc\fema.
DAUS1510
Remblokken voorrem
1. Borgkap remblok1. Remvoeringdikte
Controleer elk voorremblok op sc\fade en
meet de remvoeringsdikte. Als een rem-
blok besc\fadigd is o\cf als de remvoerings-
dikte minder is dan 3,1 mm (0,12 in), vra-
ag dan een Yama\fa dealer de remblokken
als set te vervangen.
DAU22540
Remschoenen achterrem
1. Slijtage-indicator
2. Slijtagelimiet
De ac\fterrem \feeft een slijtage-indicator
zodat de remsc\foenslijtage kan \borden
gecontroleerd zonder de rem te \foeven
demonteren. Bekrac\ftig de rem en let op
de stand van de slijtage-indicator om de
remsc\foenslijtage te controleren. Wanne-
er een remsc\foen zover is afgesleten dat
de slijtage-indicator bij de slijtagelimiet
komt, vraag dan een Yama\fa dealer de
remblokken als set te vervangen.1
PER\fOD\fEK O\bDERHOUD E\b AFSTELL\f\bGE\b
6-15
6
49D-F8199-D0.QXD 13/7/08 16:31 Pá\fina \b2
COR-2AD-F8199-D0.indd 5222/05/12 08:23

Page 53 of 80

DAU32344
Controleren van
remvloeistofniveau
1. Merkstreep minim\fmnivea\f
Bi\b een tekort aan remvloeistof kan l\fcht
het remsysteem binnendringen, waarna
de remwerking mogeli\bk minder effectief
is.
Controleer alvorens te gaan ri\bden of de
remvloeistof boven de merkstreep voor
minim\fmnivea\f staat en v\fl indien nodig
bi\b. Een laag remvloeistofnivea\f wi\bst
mogeli\bk op verregaande rembloksli\btage
en/of lekkage in het remsysteem. Als het
remvloeistofnivea\f laag is, controleer dan
de remblokken op sli\btage en het remsys-
teem op lekkage.Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht:
●Zorg bi\b het controleren van het
remvloeistofnivea\f dat de bovenzi\bde
van de hoofdremcilinder horizontaal
is door het st\f\fr te draaien.
●Gebr\fik \fitsl\fitend de voorgeschre-
ven kwaliteit remvloeistof, anders
k\fnnen de r\fbber afdichtingen vers-
lechteren en zo lekkage en slechte
remwerking teweegbrengen.
●V\fl bi\b met hetzelfde type remvloeis-
tof. Bi\b vermengen van verschillende
typen remvloeistof k\fnnen schadeli\b-
ke chemische reacties optreden en
kan de remwerking verslechteren.
●Pas op en zorg dat ti\bdens bi\bv\fllen
geen water de hoofdremcilinder kan
binnendringen. Water zal het kook-
p\fnt van de remvloeistof aanzienli\bk
verlagen zodat dampbelvorming kan
optreden.
●Remvloeistof kan gelakte of k\fnsts-
tof onderdelen aantasten. Veeg
gemorste remvloeistof steeds direct
af.
●Naarmate de remblokken afsli\bten,
zal het remvloeistofnivea\f geleideli\bk
verder dalen. Vraag echter wel een
Yamaha dealer om een inspectie als
het remvloeistofnivea\f plotseling
sterk is gedaald.
Aanbevolen remvloeistof:
DOT 4
MIN
1
P\fRIO\bI\fK ON\b\fRHOU\b \fN AFST\fLLING\fN
6-16
6
49D-F8199-D0.QXD 13/7/08 16:31 Pá\fina \b3
COR-2AD-F8199-D0.indd 5322/05/12 08:23

Page 54 of 80

DAU22721
Remvloeistof verversen
Vraag een Yamaha dealer de remvl\feist\f\b
te verversen v\flgens de intervalperi\fden
v\f\frgeschreven \fnder OPMERKING in
het peri\fdieke smeer- en \fnderh\fudss
chema. Laat b\fvendien de \fliekeerringen
van de h\f\f\bdremcilinder, de remklauwen
en de remslang vervangen v\flgens de
intervalperi\fden \f\b wanneer ze lekken \f\b
zijn beschadigd.
●Vl\feist\f\ba\bdichtingen: Vervang elke
twee jaar.
●Remslang: Vervang elke vier jaar.
DAU23111
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabel
De werking van de gasgreep h\f\frt v\f\fra\b-
gaand aan elke rit te w\frden gec\fntr\fle-
erd. Smeer \f\fk de gaskabel v\flgens de
intervaltijden gespeci\biceerd in het peri\f-
diek \fnderh\fudsschema.
DAU43641
\fmeren van voor- en
achterremhen\bels
Voorremhen\bel
Achterremhen\bel
De scharnierpunten van de v\f\fr- en ach-
terremhendels m\feten w\frden gesmeerd
v\flgens de intervalperi\fden v\f\frgeschre-
ven in het peri\fdieke smeer- en \fnder-
h\fudsschema.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AF\fTELLINGEN
6-17
6
49D-F8199-D0.QXD 13/7/08 16:31 Pá\fina \b4
COR-2AD-F8199-D0.indd 5422/05/12 08:23

Page 55 of 80

DAU23192
Middenbok controleren en
smeren
1. Middenbok
De werkin\f van de middenbok moe\b voo-
raf\faand aan elke ri\b worden \fecon\brole-
erd en de scharnierpun\ben en de me\baal-
op-me\baal con\bac\bvlakken moe\ben indien
nodi\f worden \fesmeerd.
DWA11301
sWAARS\fHUWI\bG
Als de middenbok niet soepel omhoog
en omlaag beweegt, vraag dan een
Yamaha dealer deze te controleren of
te repareren. Een slecht functionerende
middenbok kan het wegdek raken en u
afleiden, waardoor u de controle over
de machine kunt verliezen.
Aanbevolen smeermiddel: Li\bhiumve\bAanbevolen smeermiddelen:Voorremhendel: Siliconenve\b
Ach\berremhendel: Li\bhiumve\b
PERIODIEK O\bDERHOUD E\b AFSTELLI\bGE\b
6-18
6
49D-F8199-D0.QXD 13/7/08 16:31 Pá\fina \b\b
COR-2AD-F8199-D0.indd 5522/05/12 08:23

Page 56 of 80

DAU23272
Voorvork controleren
De conditie en de werking v\fn de voor-
vork moeten \fl\b volgt worden gecontrole-
erd volgen\b de interv\flperioden vermeld
in het periodieke \v\bmeer- en onderhoud\b\b-
chem\f.
Om de conditie te controleren1. Controleer de binnen\bte vorkbuizen op kr\f\b\ben, be\bch\fdigingen en over-
m\ftige olielekk\fge.
Om de werking te controleren 1. Zet de m\fchine op een vl\fkke onder- grond en houd deze rechtop.
WAA\fSCH\bWING! Ondersteun de
machine zorgvuldig om omvallen
en mogelijk letsel te voorkomen.
[DWA10751]
2. Bekr\fchtig de voorrem en druk het\btuur een p\f\fr keer \btevig n\f\fr bene-
den om te controleren of de voorvork
\boepel in- en uitveert.
DCA10590
LET OP
Als schade wordt gevonden of de voor-
vork niet soepel beweegt, vraag dan
een Yamaha dealer te repareren of te
controleren.
DAU45511
Stuursysteem controleren
Lo\b\be of ver\bleten b\flhoofdl\fger\b kunnen
gev\f\frlijk zijn. De werking v\fn het
\btuur\by\bteem moet \fl\b volgt worden
gecontroleerd volgen\b de interv\flperioden
vermeld in het periodieke \bmeer- en
onderhoud\b\bchem\f. 1. Zet de m\fchine op de middenbok. WAA\fSCH\bWING! Ondersteun de
machine zorgvuldig om omvallen
en mogelijk letsel te voorkomen.
[DWA10751]
2. Houd de voorvorkpoten \f\fn hetonder\bte uiteinde beet en probeer ze
n\f\fr voren en \fchteren te bewegen.
Al\b \bpeling wordt gevoeld, vr\f\fg d\fn
een Y\fm\fh\f de\fler het \btuur\by\bteem
te in\bpecteren of rep\freren.
PE\fIODIEK ONDE\fHO\bD EN AFSTELLINGEN
6-19
6
49D-F8199-D0.QXD 13/7/08 16:31 Pá\fina \b6
COR-2AD-F8199-D0.indd 5622/05/12 08:23

Page 57 of 80

DAU23290
Controleren van wiellagers
De voor- en achterw\fellagers \boeten wor-
den gecontroleerd volgens de \fntervalpe-
r\foden voorgeschreven \fn het per\fod\feke
s\beer- en onderhoudssche\ba. Als de
w\felnaaf spel\fng vertoont of het w\fel n\fet
soepel draa\ft, vraag dan een Ya\baha dea-
ler de w\fellagers te controleren.
DAU23385
Accu
1. Accu
2. Pos\ft\feve accukabel (rood)
3. Negat\feve accukabel (zwart)
De accu bev\fndt z\fch achter paneel A. (Z\fe
pag\fna 6-6).
D\ft \bodel \fs voorz\fen van een VRLA (Valve
Regulated Lead Ac\fd)-accu. De elektrolyt
hoeft n\fet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen ged\fst\flleerd water te worden
b\fjgevuld. Het \fs echter wel nod\fg o\b de
accukabelverb\fnd\fnge\wn te controleren en,
\fnd\fen nod\fg, vast te zetten.
DCA10620
LE\f OP
Probeer nooit o\b celafdichtingen op de
accu te verwijderen, hierdoor kan per-
\banente schade aan de accu worden
toegebracht.
DWA10760
sWAARSCHUWING
●Elektrolyt is giftig en gevaarlijk
o\bdat het zwavelzuur bevat, een
stof die ernstige brandwonden
veroorzaakt. Ver\bijd contact \bet
de huid, ogen of kleding en bes-
cher\b uw ogen altijd bij werkza-
a\bheden nabij accu’s. Voer als
volgt EERS\fE HULP uit als er
licha\belijk contact is geweest \bet
elektrolyt.
UI\fWENDIG: Spoel overvloedig
\bet water.
INWENDIG: Drink grote hoeveel-
heden water of \belk en roep
direct de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel gedurende 15
\binuten \bet water en roep
direct \bedische hulp in.
●Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daaro\b von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de buurt van de accu en zorg voor
1
23
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFS\fELLINGEN
6-20
6
49D-F8199-D0.QXD 13/7/08 16:31 Pá\fina \b7
COR-2AD-F8199-D0.indd 5722/05/12 08:23

Page 58 of 80

voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte\f
●HOU\b \bEZE EN ALLE ACCU’S
BUITEN BEREIK VAN KIN\bEREN\f
Om de accu op te laden1. Vraag zo snel mogelijk een Yamaha \fealer \fe accu te la\fen als \feze
ontla\fen lijkt te zijn. Vergeet niet \fat
\fe accu sneller ontla\fen raakt als \fe
machine is uitgerust met o\btionele
elektrische accessoires.
DCA16520
LET OP
Voor het opladen van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu is een spe-
ciale acculader (met constante span-
ning) vereist\f Bij gebruik van een con-
ventionele acculader raakt de accu
beschadigd\f Als u niet beschikt over
een acculader met constante spanning,
laat de accu dan opladen door uw
Yamaha dealer\f
Om de accu op te bergen 1. Verwij\fer \fe accu als het voertuig langer \fan een maan\f niet wor\ft
gebruikt, laa\f hem volle\fig bij en zet
\fan weg o\b een koele en \froge \blek.
LET OP: \braai voordat u de accu
verwijdert de sleutel naar “ ” en haal dan eerst de negatieve kabel
en daarna de positieve kabel los\f
[DCA16302]
2. Als \fe accu langer \fan twee maan-
\fen wor\ft weggeborgen, moet \feze
minstens eenmaal \ber maan\f wor-
\fen gecontroleer\f; laa\f \fe accu \fan
in\fien no\fig stee\fs volle\fig bij.
3. Laa\f \fe accu volle\fig bij alvorens te installeren.
4. Controleer na installatie of \fe accu- kabels correct zijn aangesloten o\b \fe
accu\bolen.
DCA16530
LET OP
Houd de accu steeds opgeladen\f Sta-
llen van een ontladen accu kan leiden
tot permanente accuschade\f
DAU23503
Zekering vervangen
1. Hoof\fzekering
De hoof\fzekeringhou\fer bevin\ft zich
achter \baneel A. (Zie \bagina 6-6).
Vervang \fe zekering als volgt als \feze is
\foorgebran\f. 1. Draai \fe contactsleutel naar “ ” en schakel alle elektrische circuits
uit.
2. Verwij\fer \fe \foorgebran\fe zekering en breng een nieuwe zekering met \fe
voorgeschreven am\bèrewaar\fe aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampe-
rage dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische syste-
em en mogelijk brand te voorko-
men\f
[DWA15131]
1
PERIO\bIEK ON\bERHOU\b EN AFSTELLINGEN
6-21
6
49D-F8199-D0.QXD 13/7/08 16:31 Pá\fina \b8
COR-2AD-F8199-D0.indd 5822/05/12 08:23

Page 59 of 80

3. Draai de contactsleutel naar “ ”en scha\fel de ele\ftrische circuits in
om te zien of de a\b\baratuur wer\ft.
4. Als de ze\fering direct o\bnieuw door- brandt, vraag dan een Yamaha dea-
ler het ele\ftrisch systeem te contro-
leren.
DAUS1433
Vervangen van de
koplampgloeilamp of gloeilamp
van de voorste
ric\ftingaanwijzer
Vervang een gloeilam\b als volgt als deze
is doorgebrand.
DCA10670
\bET OP
Het is aan te bevelen dit werk uit te
laten voeren door een Yama\fa dealer.
Koplampgloeilamp 1. Verwijder het stroomlijn\baneel A. (Zie \bagina 6-6).
2. Maa\f de bedrading van de \fo\blam\b los en haa\f dan de borgdraad van de
\fo\blam\b los zoals aangegeven.
1. Ste\f\fers \fo\blam\bbedrading
2. Loshalen.
3. Verwijder de gloeilam\bhouder doordeze naar buiten te tre\f\fen en ver-
wijder dan de doorgebrande gloei-
lam\b door deze lin\fsom te draaien.
1. Gloeilam\bhouder
2. Ko\blam\bgloeilam\b
4. Plaats een nieuwe \fo\blam\bgloeilam\bin de gloeilam\bhouder en draai de
lam\b lin\fsom.
GYB
1
2
GYB
1
2
Voorgesc\freven zekering:7,5 A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTE\b\bINGEN
6-22
6
49D-F8199-D0.QXD 13/7/08 1\f:31 Pá\bina 59
COR-2AD-F8199-D0.indd 5922/05/12 08:23

Page 60 of 80

5. Plaats de gloeilamphouder in \fijnoorspronkelijke positie en \fet de\fe
vast met de \borgdraad \foals aange-
geven.
6. Sluit de \bedrading van de koplamp aan en \bevestig het stroomlijnpaneel.
7. Vraag indien nodig een Yamaha dea- ler de koplamplicht\bundel af te ste-
llen.
Gloeilamp richtingaanwijzer \klink\f 1. Verwijder het stroomlijnpaneel A. (Zie pagina 6-6).
2. Verwijder de lampfitting (samen met de gloeilamp) door de\fe linksom te
draaien.
1. Fitting
3. Verwijder de doorge\brande gloei-lamp door de\fe uit de fitting te trek-
ken.
1. Gloeilamp richtingaanwij\fer
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-ting.
5. Plaats de fitting door de\fe rechtsom te draaien.
6. Breng het stroomlijnpaneel aan.
Gloeilamp richtingaanwijzer \krecht\f 1. Verwijder het stroomlijnpaneel A. (Zie pagina 6-6).
2. Verwijder de lampfitting (samen met de gloeilamp) door de\fe rechtsom te
draaien.
1. Fitting
3. Verwijder de doorge\brande gloei-lamp door de\fe uit de fitting te trek-
ken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit- ting.
5. Plaats de fitting door de\fe linksom te draaien.
6. Breng het stroomlijnpaneel aan.
GYB
1
1
GYB
1
PER\bOD\bEK ONDERHOUD EN AFSTELL\bNGEN
6-23
6
49D-F8199-D0.QXD 13/7/08 16\f31 Pág\bna 60
COR-2AD-F8199-D0.indd 6022/05/12 08:23

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 next >