YAMAHA MAJESTY 125 2008 Instructieboekje (in Dutch)
Page 21 of 84
DAUS1020
Dimlichtschakelaar “j/k”
Zet deze schakelaar op “
j” voor
grootlicht en op “
k” voor dimlicht.
Druk de schakelaar in de dimlichts-
tand omlaag om een lichtsignaal te
geven met de koplamp.
DAU12460
Richtingaanwijzerschakelaar “c/d”
Druk deze schakelaar naar “
d” om
afslaan naar rechts aan te geven.
Druk deze schakelaar naar “
c” om
afslaan naar links aan te geven. Na
loslaten keert de schakelaar terug
naar de middenstand. Om de richtin-
gaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is
teruggekeerd in de middenstand.
DAU12500
Claxonschakelaar “a”
Druk deze schakelaar in om een cla-
xonsignaal te geven.
DAU12720
Startknop “g”
Druk met de zijstandaard omhoog op
deze knop terwijl u de voor- of achte-
rrem bekrachtigt om de motor te star-
ten met de startmotor.
DCA10050
LET OP:
Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start.
DAU12764
Schakelaar alarmverlichting “ ”
Met de contactsleutel in de stand
“
f”zet u deze schakelaar op “ ”
voor het inschakelen van de alarmver-
lichting (gelijktijdig knipperen van alle
richtingaanwijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in
een noodgeval of om andere verke-
ersdeelnemers te waarschuwen als
uw machine stilstaat in een mogelijk
gevaarlijke verkeerssituatie.
DCA10061
LET OP:
Gebruik de alarmverlichting niet
gedurende langere tijd als de motor
niet draait omdat hierdoor de accu
kan ontladen.
DAU12900
Voorremhendel
1. Voorremhendel
De voorremhendel bevindt zich aan
de rechterstuurgreep. Trek deze hen-
del naar het stuur toe om de voorrem
te bekrachtigen.
1
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 21
Page 22 of 84
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
DAU12950
Achterremhendel
1. Achterremhendel
De achterremhendel bevindt zich aan
de linkerstuurgreep. Trek deze hendel
naar het stuur toe om de achterrem te
bekrachtigen.
DAUS1040
Tankdop
Openen van de tankdop
1. Tankdop
1. Open het tankdopdeksel door
het achterste gedeelte omlaag te
drukken.
2. Steek de sleutel in het slot en
draai hem rechtsom.
Sluiten van de tankdop
1. Zet de uitlijnmerktekens tegeno-
ver elkaar en druk de tankdop in
zijn oorspronkelijke positie.
1
1
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 22
Page 23 of 84
2. Draai de sleutel linksom en neem
hem uit.3. Sluit het tankdopdeksel.
DAU13220
Brandstof
1. Vulpijp brandstoftank
2. Brandstofniveau
Controleer of voldoende brandstof in
de brandstoftank aanwezig is. Steek
om te tanken het mondstuk van de
pompslang in de vulopening van de
brandstoftank en vul tot onderaan de
vulpijp, zoals getoond in de afbeel-
ding.
DWA10880
s s
WAARSCHUWING
Overvul de brandstoftank niet,
anders zal benzine uitstromen
zodra deze warm wordt en uit-
zet.
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 23
Page 24 of 84
Mors geen brandstof op een
heet motorblok.
DCA10070
LET OP:
Veeg gemorste brandstof direct af
met een schone, droge en zachte
doek, de brandstof kan immers
schade toebrengen aan de lak of
aan kunststof onderdelen.
DAU33520
DCA11400
LET OP:
Gebruik uitsluitend loodvrije benzi-
ne. Loodhoudende benzine veroor-
zaakt ernstige schade aan inwendi-
ge motoronderdelen als kleppen en
zuigerveren en ook aan het uitla-
atsysteem.
Uw Yamaha motorblok is gebouwd
op het gebruik van normale loodvrije
benzine met een octaangetal van
RON 91 of hoger. Als de motor gaat
detoneren (pingelen), gebruik dan
benzine van een ander merk of
gebruik loodvrije superbenzine. Door
loodvrije benzine te gebruiken gaan
bougies langer mee en blijven de
onderhoudskosten beperkt.DAUB1300
Tankbeluchtingsslang/overlo
opslang
Alvorens de motorfiets te gebruiken:
Controleer de aansluiting van de
tankbeluchtingsslang/overloops-
lang.
Controleer de tankbeluchtingss-
lang/overloopslang op scheuren
of beschadiging en vervang
indien nodig.
Controleer of het uiteinde van de
tankbeluchtingsslang/overloops-
lang niet verstopt is en reinig
indien nodig.
Zorg dat het uiteinde van de
tankbeluchtingsslang/overloops-
lang binnen de slangklem gepla-
atst is.
1. Tankbeluchtingsslang/overloop slang
1
Voorgeschreven brandstof:
UITSLUITEND NORMALE LOODV-
RIJE BENZINE
Inhoud brandstoftank:
10,5 L ( 2,77US gal) (2,31 Imp.gal)
Brandstofreserve::
3 L (0,79 US gal) (0,66 Imp gal)
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 24
Page 25 of 84
DAU13431
Uitlaatkatalysator
Dit model is uitgerust met een uitlaat-
katalysator.
DWA10860
s s
WAARSCHUWING
Het uitlaatsysteem is heet nadat de
motor heeft gedraaid. Controleer of
het uitlaatsysteem is afgekoeld
alvorens onderhoudswerkzaamhe-
den uit te voeren.
DCA10700
LET OP:
De volgende voorzorgsmaatrege-
len moeten worden genomen om
brand of andere schaderisico’s te
voorkomen.
Gebruik uitsluitend loodvrije
benzine. Bij gebruik van lood-
houdende benzine zal onhers-
telbare schade worden toege-
bracht aan de
uitlaatkatalysator.
Parkeer de machine nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals
op gras of op ander materiaal
dat gemakkelijk vlamvat.
Laat de motor niet te lang
aaneen stationair draaien.DAU13891
Zadel
Openen van het zadel
1. Openen
1. Steek de sleutel in het slot en
draai deze dan zoals afgebeeld.
1. Bestuurderszadel
2. Klap het zadel omhoog.
1
1
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 25
Page 26 of 84
Sluiten van het zadel
1. Klap het zadel omlaag en druk
dan aan om te vergrendelen.
2. Neem de sleutel uit.
OPMERKING:
Controleer of het zadel stevig is ver-
grendeld alvorens te gaan rijden.
DAU14540
Voorste
opbergcompartiment
Om het voorste
opbergcompartiment te openen
1. Openen
2. Vergrendelen
Steek de sleutel in het slot, draai een
kwartslag rechtsom, en trek er danaan om het deksel van het voorste
opbergcompartiment te openen.
Om het voorste
opbergcompartiment te sluiten
Duw het deksel van het voorste
opbergcompartiment in de originele
positie, en verwijder dan de sleutel.
DWA10960
s s
WAARSCHUWING
Overschrijd het maximumlaad-
gewicht van 0,5 kg (1,10 lb)
voor het voorste opbergcom-
partiment niet.
Overschrijd het maximumlaad-
gewicht van 177 kg (390,29 lb)
voor de machine niet.
1
2
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 26
Page 27 of 84
DAUM1190
Opbergcompartiment
1. Opbergcompartiment
Onder het zadel is een opbergcom-
partiment aanwezig. (Zie pagina
3-10.)
DWA10960
s s
WAARSCHUWING
Overschrijd het maximumlaad-
gewicht van 10 kg (22 lb) voor
het opbergcompartiment niet.
Overschrijd het maximumlaad-
gewicht van 177 kg (390,29 lb)
voor de machine niet.
DCA10080
LET OP:
Let op het volgende bij het gebruik
van het opbergcompartiment.
Het opbergcompartiment
wordt snel warmer als het is
blootgesteld aan direct zon-
licht, bewaar hierin dus geen
goederen die slecht tegen
warmte kunnen.
Wikkel natte voorwerpen in
een plastic zak, om zo vochtig
worden van het opbergcom-
partiment te voorkomen.
Het opbergcompartiment kan
nat worden als de scooter
wordt gewassen, omwikkel te
bewaren voorwerpen dus in
een plastic zak.
Bewaar geen waardevolle of
breekbare voorwerpen in het
opbergcompartiment.
Als u een helm wilt opbergen in het
opbergcompartiment, moet de helm
worden geplaatst met de voorkant
naar achteren.
OPMERKING:
Sommige helmen kunnen vanwe-
ge hun grootte of vorm niet wor-
den weggeborgen in het opberg-
compartiment.
Laat uw scooter niet onbeheerd
achter met het zadel open.1
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 27
Page 28 of 84
DAU14880
Afstellen van de
schokdemperunits
1. Stelring veervoorspanning
2. Positie-indicator
Elke schokdemperunit is uitgerust
met een stelring voor veervoorspan-
ning.
DCA10100
LET OP:
Probeer nooit een stelmechanisme
voorbij de maximum- of minimu-
minstelwaarden te verdraaien.
DWA10210
s s
WAARSCHUWING
Geef beide vorkpoten steeds
dezelfde afstelling, anders kanslecht weggedrag en verminderde
rijstabiliteit het gevolg zijn.
Stel de veervoorspanning als volgt af.
Draai om de veervoorspanning te ver-
hogen en zo de vering stugger te
maken de stelring op beide schok-
demperunits in de richting (a). Draai
om de veervoorspanning te verlagen
en zo de vering zachter te maken de
stelring op beide schokdemperunits
in de richting (b).
OPMERKING:
Zet de gewenste inkeping in de stel-
ring tegenover de positie-indicator op
de schokdemper.
DAU15301
Zijstandaard
1. Zijstandaardschakelaar
2. Zijstandaard
De zijstandaard bevindt zich aan de
linkerzijde van het frame. Trek of druk
de zijstandaard met uw voet omhoog
of omlaag terwijl u de machine rech-
top houdt.
OPMERKING:
De ingebouwde sperschakelaar voor
de zijstandaard maakt deel uit van het
startspersysteem, dat in bepaalde
situaties de werking van het ontste-
kingssysteem blokkeert. (Zie hierna
voor een nadere uitleg over het starts-
persysteem.)
1
2
Afstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):
1
Standaard:
2
Maximum (hard):
4
2 1
ba3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 28
Page 29 of 84
DWA10240
s s
WAARSCHUWING
Met de machine mag nooit worden
gereden terwijl de zijstandaard
omlaag staat of niet behoorlijk kan
worden opgetrokken (of niet omho-
og blijft), anders kan de zijstanda-
ard de grond raken en zo de bes-
tuurder afleiden, waardoor de
machine mogelijk onbestuurbaar
wordt. Het Yamaha startspersyste-
em is ontworpen om de bestuurder
te helpen bij zijn verantwoordelijk-
heid de zijstandaard op te trekken
alvorens weg te rijden. Controleer
dit systeem daarom regelmatig
zoals hierna beschreven en laat het
repareren door een Yamaha dealer
als de werking niet naar behoren is.
DAU15361
Startspersysteem
Het startspersysteem (waarvan de
zijstandaardschakelaar en de rem-
lichtschakelaars deel uitmaken) heeft
de volgende functies:
Het verhindert starten wanneer
de zijstandaard is opgetrokken,
terwijl geen der remmen is
bekrachtigd.
Het verhindert starten wanneer
een der remmen is bekrachtigd,
terwijl de zijstandaard nog omla-
ag staat.
Het schakelt een draaiende
motor af zodra de zijstandaard
omlaag bewogen wordt.
Controleer de werking van het starts-
persysteem regelmatig, ga daarbij als
volgt te werk.
DWA10260
s s
WAARSCHUWING
Bij deze inspectie moet de
machine op de middenbok
worden gezet.
Als zich een storing voordoet,
vraag dan alvorens te gaan rij-
den een Yamaha dealer het
systeem te controleren.
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-14
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 29
Page 30 of 84
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-15
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. Controleer of de noodstopschakelaar aanstaat.
3. Draai de sleutel naar aan.
4. Knijp de voor- of achterrem in en houd deze vast.
5. Druk op de startknop.
Start de motor?
Met de motor nog uit:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Knijp de voor- of achterrem in en houd deze vast.
8. Druk op de startknop.
Start de motor?
Met de motor nog aan:
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Het systeem is in orde. De scooter mag worden gebruikt.
Deze controle is vooral betrouwbaar als hij
wordt uitgevoerd met een warme motor.
De sperschakelaar van de zijstandaard is
mogelijk defect.
De scooter mag niet worden gebruikt voordat
deze is nagekeken door een Yamaha dealer.
De remschakelaar is mogelijk defect.
De scooter mag niet worden gebruikt
voordat deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
De sperschakelaar van de zijstandaard is
mogelijk defect.
De scooter mag niet worden gebruikt voordat
deze is nagekeken door een Yamaha dealer.
JA NEE JA NEE NEE JAOPMERKING:
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 30