YAMAHA MAJESTY S 125 2015 Instructieboekje (in Dutch)

Page 21 of 84

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-6
234
5
6
7
8
9
OPMERKINGAls de olieverversingskilometerteller vóór
het bereiken van de eerste 1000 km (600
mi) op nul wordt teruggesteld, is de interval
voor periodieke olieverversing daarnasteeds om de 3000 km (1800 mi).
Klok
De klok op tijd zetten:1. Zet het display in de modus “ODO” enhoud vervolgens de “RESET”-toets
minstens drie seconden ingedrukt.
2. Als de uuraanduiding begint te knippe- ren, drukt u op de “SELECT”-toets om
de uren in te stellen.
3. Druk op de toets “RESET”: het eerste cijfer van de minutenaanduiding begint
te knipperen.
4. Druk op de toets “SELECT” om het eerste cijfer van de minutenaandui-
ding in te stellen.
5. Druk op de toets “RESET”: het tweede cijfer van de minutenaanduiding begint
te knipperen.
6. Druk op de toets “SELECT” om het tweede cijfer van de minutenaandui-
ding in te stellen.
7. Druk op de “RESET”-toets om de klok
te starten.
OPMERKINGAls u niet binnen 30 seconden op de “SE-
LECT”- of “RESET”-toets drukt, wordt de in-
stelling van de klok niet voltooid en wisselthet display naar de modus “ODO”.
DAU1234H
StuurschakelaarsLinks
Rechts 1. Claxonschakelaar “ ”
2. Richtingaanwijzerschakelaar
3. Lichtsignaalschakelaar “PASS”
4. Dimlichtschakelaar
1. Startknop “ ”
3
21
4
1


Page 22 of 84

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-7
1
23
4
5
6
7
8
9
DAU12361
Lichtsignaalschakelaar “PASS”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.
DAU12401
Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor grootlicht
en op “ ” voor dimlicht.
DAU12461
Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de richting-
aanwijzers uit te schakelen wordt de scha-
kelaar ingedrukt nadat hij is teruggekeerd in
de middenstand.
DAU12501
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAUM1133
Startknop “ ”
Druk bij bekrachtigde voor- of achterrem
deze knop in om de motor via de startmotor
te starten. Zie pagina 5-1 voor startinstruc-
ties voordat u de motor start.
DAU12902
VoorremhendelDe voorremhendel bevindt zich aan de
rechterzijde van het stuur. Trek deze hendel
naar de gasgreep toe om de voorrem te be-
krachtigen.
DAU12952
AchterremhendelDe achterremhendel bevindt zich aan de
linkerzijde van het stuur. Trek deze hendel
naar het stuur toe om de achterrem te be-
krachtigen.
1. Voorremhendel
1
1. Achterremhendel
1


Page 23 of 84

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-8
234
5
6
7
8
9
DAU13075
TankdopOpenen van de tankdop
Open het slotplaatje op de tankdop, steek
de sleutel in het slot en draai hem dan 1/4
slag rechtsom. Het slot wordt ontgrendeld
en de tankdop kan worden verwijderd.
Sluiten van de tankdop1. Druk de tankdop in positie met de sleu-
tel in het slot.
2. Draai de sleutel linksom naar de oor-
spronkelijke positie, neem hem uit en
sluit dan het slotplaatje.OPMERKINGDe tankdop kan alleen worden gesloten met
de sleutel in het slot. Bovendien kan de sleutel niet worden uitgenomen als de tank-
dop niet correct gesloten en vergrendeld is.
WAARSCHUWING
DWA11092
Na het tanken moet de tankdop goed
worden aangedraaid. Door brandstoflek-kage ontstaat brandgevaar.
DAU13222
BrandstofControleer of er voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is.
WAARSCHUWING
DWA10882
Benzine en benzinedampen zijn zeer
brandbaar. Volg de onderstaande in-
structies om brand en ontploffing te
voorkomen en het letselrisico tijdens hettanken te verlagen.
1. Zet alvorens te tanken de motor af en zorg dat er niemand op de machine zit.
Rook nooit tijdens het tanken en tank
nooit in de nabijheid van vonken, open
vuur of andere ontstekingsbronnen zo-
als de waakvlammen van geisers en
kledingdrogers.
2. Maak de brandstoftank niet te vol. Steek bij het tanken het vulpistool
goed in de vulopening van de brand-
stoftank. Stop met vullen zodra de
brandstof de onderkant van de vulhals
heeft bereikt. Omdat brandstof uitzet
als deze warm wordt, kan de warmte
van de motor of de zon ervoor zorgen
dat brandstof uit de brandstoftank
stroomt.
1. Slotplaatje tankdop
2. Tankdop1
2


Page 24 of 84

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-9
1
23
4
5
6
7
8
9
3. Veeg uitgestroomde brandstof onmid-
dellijk af. LET OP: Veeg gemorste
brandstof onmiddellijk af met een
schone, droge, zachte doek, aange-
zien de brandstof de gelakte opper-
vlakken en kunststof delen kan
aantasten.
[DCA10072]
4. Draai de tankdop stevig vast.
WAARSCHUWING
DWA15152
Benzine is giftig en kan letsel of overlij-
den veroorzaken. Spring zorgvuldig om
met benzine. Probeer nooit om benzine
via de mond over te hevelen. Roep on-
middellijk medische hulp in nadat u ben-
zine heeft ingeslikt, veel benzinedamp
heeft ingeademd of benzine in uw ogen
heeft gekregen. Als benzine op uw huid terechtkomt, was deze dan af met water
en zeep. Als u benzine op uw kleding
morst, trek dan andere kleding aan.
DAU33523
LET OP
DCA11401
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine.
Loodhoudende benzine veroorzaakt ern-
stige schade aan inwendige motoron-
derdelen als kleppen en zuigerveren enook aan het uitlaatsysteem.
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine met
een octaangetal van RON 95 of hoger. Als
de motor gaat detoneren (pingelen), ge-
bruik dan benzine van een ander merk of
gebruik loodvrije superbenzine. Door lood-
vrije benzine te gebruiken gaan bougies
langer mee en blijven de onderhoudskosten
beperkt.
DAUT4250
Tankbeluchtingsslang en
overloopslangVoordat u de machine gaat gebruiken:
Controleer alle slangaansluitingen.

Controleer alle slangen op scheuren of
beschadiging en vervang indien nodig.

Controleer het uiteinde van de slang
op verstopping en reinig indien nodig.

Controleer of het uiteinde van de slang
in de opening in het stroomlijnpaneel is
geplaatst.
1. Vulpijp brandstoftank
2. Maximaal brandstofniveau
1
2
Voorgeschreven brandstof:
Normale loodvrije benzine
Inhoud brandstoftank: 7.4 L (1.96 US gal, 1.63 Imp.gal)
1. Tankbeluchtingsslang
2. Overloopslang brandstoftank
12


Page 25 of 84

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-10
234
5
6
7
8
9
DAU13434
UitlaatkatalysatorDit model is uitgerust met een uitlaatkataly-
sator.
WAARSCHUWING
DWA10863
Het uitlaatsysteem is heet nadat de mo-
tor heeft gedraaid. Let op het volgende
om brandgevaar of brandwonden te
voorkomen:
Parkeer de machine nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals op
gras of op ander materiaal dat ge-
makkelijk vlam vat.

Parkeer de machine op een plek
waar voetgangers of kinderen niet
gemakkelijk met het hete uitlaatsy-
steem in aanraking kunnen komen.

Controleer of het uitlaatsysteem is
afgekoeld alvorens onderhouds-
werkzaamheden uit te voeren.

Laat de motor niet langer dan enke-
le minuten stationair draaien. Lang
stationair draaien kan leiden totoververhitting.
LET OP
DCA10702
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine. Bij
gebruik van loodhoudende benzine zal
onherstelbare schade worden toege-
bracht aan de uitlaatkatalysator.
DAUT1504
ZadelOpenen van het zadel 1. Zet de scooter op de middenbok.
2. Steek de sleutel in het contactslot en
draai deze dan linksom naar de eerste
stand “OPEN”. Als het contactslot in
de stand “LOCK” staat, moet de sleutel
linksom naar de tweede stand “OPEN”
worden gedraaid.OPMERKINGDruk de sleutel bij het draaien van “OFF”
naar “OPEN” of van “LOCK” naar “OPEN”niet naar binnen.
3. Klap het zadel omhoog.1. Draaien.
1
1


Page 26 of 84

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-11
1
23
4
5
6
7
8
9
Sluiten van het zadel
1. Klap het zadel omlaag en druk dan
aan om te vergrendelen.
2. Neem de sleutel uit het contactslot als de scooter onbeheerd wordt achterge-
laten.OPMERKINGControleer of het zadel stevig is vergrendeldalvorens te gaan rijden.
DAUT4170
PassagiersvoetsteunOm de passagiersvoetsteun te gebruiken,
duwt u deze naar binnen. De voetsteun zal
dan naar buiten komen zoals getoond.
Om de passagiersvoetsteun in te klappen,
duwt u deze terug in de oorspronkelijke po-
sitie.
DAU14302
HelmbevestigingDe helmbevestiging bevindt zich onder het
zadel.
Om een helm aan de helmbevestiging te
bevestigen1. Open het zadel. (Zie pagina 3-10.)
2. Maak de helm vast aan de helmbeves-
tiging en sluit het zadel stevig af.
WAARSCHUWING! Ga nooit rijden
met een helm vastgemaakt aan de
helmbevestiging, aangezien de
helm objecten kan raken met moge-
lijk verlies van de controle over de
machine en een ongeval tot ge-
volg.
[DWA10162]
1. Voetsteun voor passagiers
1
1. Helmbevestiging
1


Page 27 of 84

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-12
234
5
6
7
8
9
Om een helm los te maken van de helm-
bevestiging
Open het zadel, neem de helm los van de
helmbevestiging en sluit het zadel weer.
DAU57080
OpbergcompartimentenOpbergcompartiment voorzijde
Het voorste opbergcompartiment bevindt
zich aan de voorzijde van het voertuig. Ge-
bruik dit compartiment voor kleine voorwer-
pen.
WAARSCHUWING
DWA17250

Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 1.5 kg (3.3 lb) voor het
voorste opbergcompartiment niet.

Plaats niets in het voorste opberg-
compartiment da t u kan hinderenbij de besturing van het voertuig. Achterste opbergcompartiment
Het achterste opbergc
ompartiment bevindt
zich onder het zadel. Gebruik dit comparti-
ment voor grote voorwerpen. (Zie
pagina 3-10.)
WAARSCHUWING
DWAT1052

Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 5 kg (11 lb) voor het ach-
terste opbergcompartiment niet.

Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 160 kg (353 lb) voor demachine niet.
LET OP
DCA10082
Let op het volgende bij het gebruik van
het opbergcompartiment.
Het opbergcompartiment wordt
1. Voorste opbergcompartiment
1
1. Achterste opbergcompartiment
1


Page 28 of 84

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-13
1
23
4
5
6
7
8
9
warm bij blootstelling aan zon en/of
warmte van de motor, dus bewaar
er geen etenswaren of voorwerpen
in die slecht tegen warmte kunnen
of die ontvlambaar zijn.

Stop natte voorwerpen in een plas-
tic zak alvorens deze in het opberg-
compartiment mee te nemen om te
voorkomen dat het vocht zich door
het opbergcompartiment ver-
spreidt.

Het opbergcompartiment kan nat
worden als de scooter wordt gerei-
nigd, dus stop voorwerpen die u
wilt meenemen ter bescherming in
een plastic zak.

Bewaar geen waardevolle of breek-
bare voorwerpen in het opbergcom-partiment.
OPMERKINGLaat uw scooter niet onbeheerd achter methet zadel open.
DAU46023
Schokdemperunit
WAARSCHUWING
DWA10222
Deze schokdemperunit is gevuld met
stikstofgas onder hoge druk. Lees de
onderstaande informatie zorgvuldig
door alvorens werkzaamheden uit te
voeren aan de schokdemperunit.
Probeer de gascilinder niet te ope-
nen en blijf er verder vanaf.

Stel de schokdemperunit niet bloot
aan open vuur of een andere hitte-
bron. Hierdoor kan de gasdruk zo
hoog oplopen dat de unit explo-
deert.

Voorkom vervorming of beschadi-
ging van de cilinder. Schade aan de
cilinder zal resulteren in slechte dempingsprestaties.

Werp een beschadigde of versleten
schokdemperunit niet zelf weg.
Breng de schokdemperunit voor elk
onderhoud naar een Yamaha-dea-ler.
1. Schokdemperunit
1


Page 29 of 84

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-14
234
5
6
7
8
9
DAU61380
BagagehaakOm de bagagehaak te gebruiken, trekt u
deze uit zoals getoond.
Om de bagagehaak weer in te klappen,
duwt u deze terug in de oorspronkelijke po-
sitie.
WAARSCHUWING
DWAT1032

Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 3 kg (7 lb) voor de baga-
gehaak niet.

Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 160 kg (353 lb) voor demachine niet.
DAU15306
ZijstandaardDe zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de machine rechtop houdt.OPMERKINGDe ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie de volgende paragraaf voor eenuitleg over het startspersysteem.)
WAARSCHUWING
DWA10242
Met de machine mag nooit worden gere-
den terwijl de zijsta ndaard omlaag staat
of niet behoorlijk kan worden opgetrok- ken (of niet omhoog blijft), anders kan de
zijstandaard de grond raken en zo de be-
stuurder afleiden, waardoor de machine
mogelijk onbestuurbaar wordt. Het
Yamaha startspersysteem is ontworpen
om de bestuurder te helpen bij zijn ver-
antwoordelijkheid de zijstandaard op te
trekken alvorens weg te rijden. Contro-
leer dit systeem daarom regelmatig en
laat het repareren door een Yamaha dea-
ler als de werking niet naar behoren is.
1. Bagagehouder
1
1. Zijstandaard
1


Page 30 of 84

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-15
1
23
4
5
6
7
8
9
DAUT1096
StartspersysteemControleer de werking van de sperschake-
laar van de zijstandaard als volgt.

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 ... 90 next >