YAMAHA MT-125 2018 Instructieboekje (in Dutch)

Page 31 of 96

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-17
3
zien de brandstof de gelakte opper-
vlakken en kunststof delen kan
aantasten.
[DCA10072]
4. Draai de tankdop stevig vast.
WAARSCHUWING
DWA15152
Benzine is giftig en kan letsel of overlij-
den veroorzaken. Spring zorgvuldig om
met benzine. Probeer nooit om benzine
via de mond over te hevelen. Roep on-
middellijk medische hulp in nadat u ben-
zine heeft ingeslikt, veel benzinedamp
heeft ingeademd of benzine in uw ogen
heeft gekregen. Als benzine op uw huid
terechtkomt, was deze dan af met water
en zeep. Als u benzine op uw kleding
morst, trek dan andere kleding aan.
DAU75320
LET OP
DCA11401
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine.
Loodhoudende benzine veroorzaakt
ernstige schade aan inwendige motor-
onderdelen als kleppen en zuigerveren
en ook aan het uitlaatsysteem.
OPMERKING
Deze markering geeft de aanbevolen
brandstof voor dit voertuig aan zoals
gespecificeerd in de Europese voor-
schriften (EN228).
 Controleer bij het tanken of het vulpi-
stool dezelfde markering draagt.
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van loodvrije superbenzine met een
octaangetal van RON 95 of hoger. Als de
motor gaat detoneren (pingelen), gebruik
dan benzine van een ander merk. Door
loodvrije benzine te gebruiken gaan bou-
gies langer mee en blijven de onderhouds-
kosten beperkt.
Gasohol
Er bestaan twee typen gasohol: gasohol
met ethanol en gasohol met methanol.
Gasohol met ethanol kan worden gebruikt,
mits het ethanolgehalte niet hoger is dan
10% (E10). Gasohol met methanol wordt
niet aangeraden door Yamaha aangezien
deze schade kan toebrengen aan het
brandstofsysteem of problemen kan ople-
veren met de voertuigprestaties.
Voorgeschreven brandstof:
Loodvrije superbenzine (gasohol
[E10] acceptabel)
Inhoud brandstoftank: 11.5 L (3.04 US gal, 2.53 Imp.gal)
Hoeveelheid reservebrandstof (als
het waarschuwingslampje
brandstofniveau gaat branden): 3.0 L (0.79 US gal, 0.66 Imp.gal)
E5E10
UBR3D2D0.book Page 17 Friday, May 11, 2018 2:36 PM

Page 32 of 96

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-18
3
DAU13434
Uitlaatkatalysator
Dit model is uitgerust met een uitlaatkataly-
sator.
WAARSCHUWING
DWA10863
Het uitlaatsysteem is heet nadat de mo-
tor heeft gedraaid. Let op het volgende
om brandgevaar of brandwonden te
voorkomen:
Parkeer de machine nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals op
gras of op ander materiaal dat ge-
makkelijk vlam vat.
Parkeer de machine op een plek
waar voetgangers of kinderen niet
gemakkelijk met het hete uitlaatsy-
steem in aanraking kunnen komen.
Controleer of het uitlaatsysteem is
afgekoeld alvorens onderhouds-
werkzaamheden uit te voeren.
Laat de motor niet langer dan enke-
le minuten stationair draaien. Lang
stationair draaien kan leiden tot
oververhitting.
LET OP
DCA10702
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine. Bij
gebruik van loodhoudende benzine zal
onherstelbare schade worden toege-
bracht aan de uitlaatkatalysator.
DAUM2461
Bestuurderszadel
Verwijderen van het bestuurderszadel
1. Steek de sleutel in het zadelslot en
draai rechtsom.
2. Trek het bestuurderszadel los.
Aanbrengen van het bestuurderszadel
1. Steek het uitsteeksel aan de voorzijde
van het bestuurderszadel in de zadel-
bevestiging, zoals getoond in de af-
beelding.
2. Druk het bestuurderszadel aan de
achterzijde omlaag om te vergrende-
len.
3. Draai de sleutel linksom en neem deze
dan uit.
1. Zadelslot
2. Openen.
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
UBR3D1D0.book Page 18 Monday, August 8, 2016 3:54 PM

Page 33 of 96

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-19
3
OPMERKING
Controleer of het bestuurderszadel stevig is
vergrendeld alvorens te gaan rijden.
DAU15306
Zijstandaard
De zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de machine rechtop houdt.
OPMERKING
De ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie de volgende paragraaf voor een
uitleg over het startspersysteem.)
WAARSCHUWING
DWA10242
Met de machine mag nooit worden gere-
den terwijl de zijstandaard omlaag staat
of niet behoorlijk kan worden opgetrok-
ken (of niet omhoog blijft), anders kan de
zijstandaard de grond raken en zo de
bestuurder afleiden, waardoor de ma-
chine mogelijk onbestuurbaar wordt.
Het Yamaha startspersysteem is ont-
worpen om de bestuurder te helpen bij
zijn verantwoordelijkheid de zijstan-
daard op te trekken alvorens weg te rij-
den. Controleer dit systeem daarom
regelmatig en laat het repareren d
oor
een Yamaha dealer als de werking niet
naar behoren is.
UBR3D1D0.book Page 19 Monday, August 8, 2016 3:54 PM

Page 34 of 96

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-20
3
DAU66730
Startspersysteem
Het startblokkeringssysteem (waarvan de
zijstandaardschakelaar, de koppelingshen-
delschakelaar en de vrijstandschakelaar
deel uitmaken) heeft de volgende functies.
Het verhindert starten wanneer de
versnellingsbak in een versnelling is
geschakeld en de zijstandaard is op-
geklapt, terwijl de koppelingshendel
niet is ingetrokken.
Het verhindert starten wanneer de
versnellingsbak in een versnelling is
geschakeld en de koppelingshendel is
ingetrokken, terwijl de zijstandaard
nog omlaag staat.
Het schakelt een draaiende motor uit
wanneer de versnellingsbak in een
versnelling staat en de zijstandaard
omlaag wordt bewogen.
Controleer de werking van het startblokke-
ringssysteem regelmatig volgens de onder-
staande procedure.
UBR3D1D0.book Page 20 Monday, August 8, 2016 3:54 PM

Page 35 of 96

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-21
3
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2.
De motorstopknop moet in de stand
“ ” staan.
3. Draai de sleutel naar aan.
4. Schakel de versnellingsbak in de
vrijstand.
5. Druk op de startknop.
Start de motor?
Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Knijp de koppelingshendel in en houd
deze vast.
8. Schakel de versnellingsbak in een
versnellingsstand.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Knijp de koppelingshendel in en
houd deze vast.
12. Druk op de startknop.
Start de motor?
Het systeem is in orde. De motorfiets
mag worden gebruikt.
De vrijstandschakelaar werkt mogelijk
niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat
deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
De zijstandaardschakelaar werkt
mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat
deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
De koppelingsschakelaar werkt mogelijk
niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat
deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
WAARSCHUWING
Als zich een storing voordoet, vraag
dan alvorens te gaan rijden een
Yamaha dealer het systeem te
controleren.
JA NEE
JA NEE
JA NEE
UBR3D1D0.book Page 21 Monday, August 8, 2016 3:54 PM

Page 36 of 96

Voor uw veiligheid – controles voor het rijden
4-1
4
DAU63440
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werken-
de staat is. Volg altijd de schema’s en procedures voor inspectie en onderhoud in de ge-
bruikershandleiding.
WAARSCHUWING
DWA11152
Onvoldoende inspectie of onderhoud van de machine vergroot het risico op ongeval
of schade. Rijd niet met de machine als u een probleem hebt gevonden. Als een pro-
bleem niet kan worden opgelost via de procedures in deze handleiding, laat de ma-
chine dan nazien door een Yamaha dealer.
Controleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
ITEM CONTROLES PAGINA
Brandstof• Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
• Vul indien nodig brandstof bij.
• Controleer de brandstofleiding op lekkage.3-16
Motorolie• Controleer het olieniveau in de motor.
• Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het
voorgeschreven niveau.
• Controleer de machine op olielekkage.6-9
Koelvloeistof• Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig de aanbevolen koelvloeistof bij tot aan
het voorgeschreven niveau.
• Controleer het koelsysteem op lekkage.6-12
Voorrem• Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan
een Yamaha dealer het hydraulisch systeem te ontluch-
ten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof
bij tot aan het voorgeschreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-21,
6-22
Achterrem• Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan
een Yamaha dealer het hydraulisch systeem te ontluch-
ten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof
bij tot aan het voorgeschreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-21,
6-22
Koppeling• Controleer de werking.
• Smeer indien nodig de kabel.
• Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
• Stel indien nodig bij.6-19
UBR3D1D0.book Page 1 Monday, August 8, 2016 3:54 PM

Page 37 of 96

Voor uw veiligheid – controles voor het rijden
4-2
4
Gasgreep• Controleer of de werking soepel is.
• Controleer de vrije slag van de gasgreep.
• Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag
van de gasgreep af te stellen en de kabel en het kabel-
huis te smeren.6-14,
6-26
Bedieningskabels• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig.6-26
Aandrijfketting• Controleer of de ketting correct is aangespannen.
• Stel indien nodig bij.
• Controleer de conditie van de ketting.
• Smeer indien nodig.6-24,
6-25
Wielen en banden• Controleer op schade.
• Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig.6-16,
6-18
Rempedaal• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig het pedaalscharnierpunt.6-27
Rem- en koppelings-
hendels• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten.6-27
Zijstandaard• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig het scharnierpunt.6-28
Framebevestigingen• Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig
zijn vastgezet.
• Zet indien nodig vast.—
Instrumenten, verlich-
ting, signaleringssy-
steem en schakelaars• Controleer de werking.
• Corrigeer indien nodig.—
Zijstandaardschake-
laar • Controleer de werking van het startspersysteem.
• Als het systeem niet correct werkt, vraag dan een
Yamaha dealer de machine te controleren.3-19
Accu• Controleer het voeistofniveau.
• Vul indien nodig bij met gedistilleerd water.6-30 ITEM CONTROLES PAGINA
UBR3D1D0.book Page 2 Monday, August 8, 2016 3:54 PM

Page 38 of 96

Gebruik en belangrijke rij-informatie
5-1
5
DAU15952
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10272
Een onvoldoende vertrouwdheid met de
bedieningselementen kan leiden tot ver-
lies van de controle, met mogelijk een
ongeval of letsel tot gevolg.
DAU48021
OPMERKING
Dit model is uitgerust met een hellings-
hoeksensor, waarbij de motor afslaat bij
kanteling. In dat geval wordt op het multi-
functionele display foutcode 30 weergege-
ven, maar dit betreft geen storing. Draai de

om de foutcode te wissen. Als u dat niet
doet zal de motor niet starten, ondanks dat
de motor wordt aangezwengeld als u op de
startknop drukt.
UBR3D1D0.book Page 1 Monday, August 8, 2016 3:54 PM

Page 39 of 96

Gebruik en belangrijke rij-informatie
5-2
5
DAUM3531
De motor starten
Door het startspersysteem is starten alleen
mogelijk als aan een van de volgende voor-
waarden is voldaan:
De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
Zie pagina 3-20 voor meer informatie.
1. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de noodstopschakelaar
op “ ” is gezet.
De volgende waarschuwingslampjes
en controlelampjes moeten enkele se-
conden oplichten en dan uitgaan.
Vrijstandcontrolelampje
Controlelampje richtingaanwij-
zers
Controlelampje grootlicht
Waarschuwingslampje motor-
storing
Waarschuwingslampje brand-
stofniveau
Waarschuwingslampje hoge toe-
ren
LET OP
DCA11834
Als een waarschuwings- of controle-
lampje niet gaat branden wanneer de
sleutel naar “ON” wordt gedraaid, of
wanneer een waarschuwings- of contro-
lelampje niet dooft, zie dan pagina 3-2
voor een controle van het circuit van het
betreffende waarschuwings- of contro-
lelampje.
Het ABS-waarschuwingslampje moet
gaan branden als de sleutel op “ON”
wordt gezet en weer uitgaan zodra
met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h)
of hoger wordt gereden.
LET OP
DCA17682
Als het ABS-waarschuwingslampje niet
gaat branden en weer uitgaat zoals hier-
boven beschreven, zie dan pagina 3-2
voor een controle van het circuit van het
waarschuwingslampje.
2. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand. Het vrijstandcontrolelampje
moet gaan branden. Als dit niet ge-
beurt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrische circuit na te kijken.
3. Start de motor door de startknop in te
drukken.
Als de motor niet wil starten, laat dan
de startknop los, wacht een paar se-
conden en probeer het dan opnieuw.
Iedere startpoging moet zo kort mo-
gelijk duren om de accu te sparen.
Laat de startmotor nooit langer dan 10
seconden achtereen draaien.
LET OP
DCA11043
Trek nooit snel op terwijl de motor nog
koud is, dit verkort de levensduur van de
motor!
UBR3D1D0.book Page 2 Monday, August 8, 2016 3:54 PM

Page 40 of 96

Gebruik en belangrijke rij-informatie
5-3
5
DAU16673
Schakelen
Door de versnellingen te schakelen kunt u
het beschikbare motorvermogen doseren
bij het wegrijden, optrekken, tegen een hel-
ling oprijden etc.
De schakelstanden worden getoond in de
afbeelding.
OPMERKING
Om de versnellingsbak in de vrijstand te
schakelen wordt het schakelpedaal enkele
malen ingetrapt totdat het einde van de
slag bereikt is, waarna het pedaal iets
wordt opgetrokken.
LET OP
DCA10261
Rijd niet lange tijd met afgezette
motor, ook niet met de versnel-
lingsbak in de vrijstand, en sleep de
motorfiets niet over lange afstan-
den. De versnellingsbak wordt al-
leen afdoende gesmeerd terwijl de
motor draait. Door onvoldoende
smering kan de versnellingsbak
worden beschadigd.
Gebruik altijd de koppeling om de
versnellingsbak te schakelen om zo
schade aan de motor, de versnel-
lingsbak en d
e aandrijving te voor-
komen; door hun constructie zijndeze niet bestand tegen de schok-
ken die optreden bij belast schake-
len.
1. Schakelpedaal
2. Vrijstand
ZAUM1203
1 N2 3 4 5
6
12
UBR3D1D0.book Page 3 Monday, August 8, 2016 3:54 PM

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 ... 100 next >