YAMAHA TDM 900 2006 Instructieboekje (in Dutch)

Page 31 of 92


FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-15
2
34
5
6
7
8
9

DAU14411
Opbergcompartiment
Dit opbergcompartiment is bedoeld voor het
opbergen van een origineel Yamaha U-slot.
(Andere typen sloten passen mogelijk niet.)
Bij het opbergen van een U-slot in het op-
bergcompartiment moet dit stevig met de
riemen worden bevestigd. Als het U-slot
niet in het opbergcompartiment is opgebor-
gen, maak dan de riemen vast om deze niet
te verliezen.
Als de gebruikershandleiding of andere do-
cumentatie in het opbergcompartiment
wordt opgeborgen, doe ze dan in een plas-
tic zak om nat worden te voorkomen. Zorg
bij het wassen van de motorfiets dat geen
water het opbergcompartiment kan binnen-dringen.
DAU14781
Afstellen van de voorvork
Deze voorvork is voorzien van stelbouten
voor veervoorspanning en van stelschroe-
ven voor veerdemping.
WAARSCHUWING

DWA10180
Geef beide vorkpoten steeds dezelfde
afstelling, anders kan slecht weggedrag
en verminderde rijstabiliteit het gevolg
zijn.
Veervoorspanning
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
bout op beide vorkpoten in de richting (a).
Draai om de veervoorspanning te verlagen
en zo de vering zachter te maken de stel-
1. Yamaha U-slot (optie)
2. Riem
3. Stang u-slot (optie)
3
2 1

1. Stelbout veervoorspanning
1
(a)(b)

Page 32 of 92


FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-16
1
2
3
4
5
6
7
8
9

bout op beide vorkpoten in de richting (b).
OPMERKING:

Breng de gewenste groef op het stelmecha-
nisme in lijn met het bovenvlak van de vork-
plug.
Veerdemping
1. Draai de stelschroef op beide vorkpo-
ten in de richting (a) totdat de schroef
bijna 1/2 slag beweegt zonder te klik-
ken.
2. Draai de stelschroef verder in de rich-
ting (a) totdat deze klikt. Dit is de mini-
mum afstelling.
3. Voor meer veerdemping draait u de
stelschroef verder in de richting (a). De
derde klik na de minimum instelling
vormt de maximum instelling. Als u de
stelschroef verder draait in de richting
(a), beweegt deze een halve slag alvo-
rens terug te keren naar de minimum
instelling.
OPMERKING:

Controleer of de stelschroef inderdaad naar
een van de vier instellingen is gedraaid.
1. Standaardinstelling
2. Huidige instelling
3. Vorkplug
Afstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):
8
Standaard:
7
Maximum (hard):
1
2
31
7654321
8

1. Stelschroef voor inveerdemping(a) 1
1
2
3 4
Afstelling veerdemping:
Minimum (zacht):
1
Standaard:
2
Maximum (hard):
4

Page 33 of 92


FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-17
2
34
5
6
7
8
9

DAU15030
Afstellen van de
schokdemperunit
Deze schokdemperunit is uitgerust met een
stelring voor veervoorspanning en met stel-
knoppen voor inveerdemping en voor uit-
veerdemping.
LET OP:

DCA10100
Probeer nooit een stelmechanisme voor-
bij de maximum- of minimuminstelwaar-
den te verdraaien.
Veervoorspanning
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-ring in de richting (a). Draai om de veervoor-
spanning te verlagen en zo de vering
zachter te maken de stelring in de richting
(b).
Uitveerdemping
Draai om de uitveerdemping te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
knop in de richting (a). Draai om de uitveer-
demping te verlagen en zo de vering
zachter te maken de stelknop in de richting(b).
Inveerdemping
Draai om de inveerdemping te verhogen en
zo de vering stugger te maken de stelknop
in de richting (a). Draai om de inveerdem-
ping te verlagen en zo de vering zachter te
maken de stelknop in de richting (b).

1. Stelring veervoorspanning
2. Speciale sleutel
3. Positie-indicator
(a) (b)3
1
2
1 2 3 4 5 6 7 8 9

Afstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):
1
Standaard:
5
Maximum (hard):
9
1. Stelknop voor uitveerdemping1
(a)
(b)

Afstelling uitveerdemping:
Minimum (zacht):
20 klikken in de richting (b)*
Standaard:
12 klikken in de richting (b)*
Maximum (hard):
3 klikken in de richting (b)*
* Met de stelknop volledig gedraaid in
de richting (a)
1. Stelknop voor inveerdemping
1
(a)
(b)

Page 34 of 92


FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-18
1
2
3
4
5
6
7
8
9
OPMERKING:

Door geringe productie-afwijkingen zal het
totaal aantal klikken van een instelmecha-
nisme voor veerdemping niet altijd exact
met bovenstaande specificaties overeenko-
men; het werkelijke aantal klikken vormt
echter wel altijd het complete afstelbereik.
Voor een precieze afstelling is het aan te ra-
den het aantal klikken van elk veerdem-
pingsinstelmechanisme te controleren en
de specificaties dienovereenkomstig aan te
passen.
WAARSCHUWING

DWA10220
Deze schokdemper is gevuld met stik-
stofgas onder hoge druk. Lees en be-
grijp de volgende informatie alvorens de
schokdemper te gebruiken. De fabrikant
kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade aan eigendommen of voorpersoonlijk letsel als dit voortvloeit uit
verkeerd gebruik.

Probeer de gascilinder niet te ope-
nen en blijf er verder vanaf.

Stel de schokdemper niet bloot aan
open vuur of aan andere hittebron-
nen, anders kan deze door de op-
lopende druk exploderen.

Vervorm of beschadig de gascilin-
der op geen enkele wijze, de dem-
pende werking zal dan
achteruitgaan.

Laat onderhoud aan de schokdem-
per altijd uitvoeren door een
Yamaha dealer.
DAU15140
Bagageriembevestiging
Onder het duozadel zijn vier bagageriem-
bevestigingspunten aangebracht, twee
hiervan kunnen worden gedraaid om ze ge-
makkelijker toegankelijk te maken.
Afstelling inveerdemping:
Minimum (zacht):
12 klikken in de richting (b)*
Standaard:
11 klikken in de richting (b)*
Maximum (hard):
1 klikken in de richting (b)*
* Met de stelknop volledig gedraaid in
de richting (a)
1. Bagageriembevestiging
1(×4)

Page 35 of 92


FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-19
2
34
5
6
7
8
9

DAU15301
Zijstandaard
De zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de machine rechtop houdt.
OPMERKING:

De ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie hierna voor een nadere uitleg
over het startspersysteem.)
WAARSCHUWING

DWA10240
Met de machine mag nooit worden gere-
den terwijl de zijstandaard omlaag staat
of niet behoorlijk kan worden opgetrok-
ken (of niet omhoog blijft), anders kan de
zijstandaard de grond raken en zo de be-
stuurder afleiden, waardoor de machine
mogelijk onbestuurbaar wordt. Het
Yamaha startspersysteem is ontworpen
om de bestuurder te helpen bij zijn ver-
antwoordelijkheid de zijstandaard op te
trekken alvorens weg te rijden. Contro-
leer dit systeem daarom regelmatig zo-
als hierna beschreven en laat het
repareren door een Yamaha dealer als
de werking niet naar behoren is.
DAU15311
Startspersysteem
Het startspersysteem (waarvan de
sperschakelaar voor de zijstandaard, de
sperschakelaar voor de koppelingshendel
en de vrijstandschakelaar deel uitmaken)
heeft de volgende functies.

Het verhindert starten wanneer de ver-
snellingsbak in een versnelling ge-
schakeld is en de zijstandaard is
opgeklapt, terwijl de koppelingshendel
niet is ingetrokken.

Het verhindert starten wanneer de ver-
snellingsbak in een versnelling ge-
schakeld is en de koppelingshendel is
ingetrokken, terwijl de zijstandaard
nog omlaag staat.

Het schakelt een draaiende motor uit
wanneer de versnellingsbak in een
versnelling staat en de zijstandaard
omlaag wordt bewogen.
Controleer de werking van het startspersys-
teem regelmatig, hanteer daarbij de volgen-
de werkwijze.
WAARSCHUWING

DWA10250
Als zich een storing voordoet, vraag dan
alvorens te gaan rijden een Yamaha
dealer het systeem te controleren.

Page 36 of 92


FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-20
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. Controleer of de noodstopschakelaar aanstaat.
3. Draai de sleutel naar aan.
4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk op de startknop.
Start de motor?
Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
8. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
12. Druk op de startknop.
Start de motor?
Het systeem is in orde. De motorfiets mag worden gebruikt.
Deze controle is vooral betrouwbaar als hij
wordt uitgevoerd met een warme motor.De vrijstandschakelaar is mogelijk defect.
De motorfiets mag niet worden gebruikt
voordat deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
De sperschakelaar van de zijstandaard is
mogelijk defect.
De motorfiets mag niet worden gebruikt
voordat deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
De sperschakelaar van de koppelingshendel is
mogelijk defect.
De motorfiets mag niet worden gebruikt
voordat deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
JA NEE JA NEE JA NEEOPMERKING:

Page 37 of 92

4-1 2
3
45
6
7
8
9
CONTROLES VOOR HET STARTEN
DAU15591
De eigenaar is verantwoordelijk voor de conditie van zijn voertuig. Vita\
le onderdelen kunnen bijvoorbeeld bij blootstelling aan weer en wind
vrij snel en onverwachts achteruitgaan, ook als de machine niet wordt ge\
bruikt. Eventuele schade, vloeistoflekkage of het wegva llen van
de bandspanning kan ernstige gevolgen hebben. Het is daarom van belang o\
m voorafgaand aan elke rit een visuele inspectie uit te voeren
en bovendien de volgende punten te controleren.
OPMERKING:

Voordat de machine wordt gebruikt moet telkens een korte algemene contro\
le worden uitgevoerd. Zo ’n inspectie neemt maar weinig tijd
in beslag en de hiermee gegarandeerde veiligheid is die tijd alleszins w\
aard.
WAARSCHUWING

DWA11150
Als een onderdeel uit de Controlelijst voor gebruik niet naar behoren we\
rkt, laat het dan controleren en repareren alvorens de
machine te gebruiken.

Page 38 of 92


CONTROLES VOOR HET STARTEN
4-2
1
2
3
4
5
6
7
8
9

DAU15603
Controlelijst voor gebruik
ITEM CONTROLES PAGINA
Brandstof

Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank.

Vul indien nodig brandstof bij.

Controleer de brandstofleiding op lekkage.3-13
Motorolie

Controleer het olieniveau in de motor.

Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven
niveau.

Controleer de machine op olielekkage.6-8
Koelvloeistof

Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.

Vul indien nodig de aanbevolen koelvloeistof bij tot aan het voorgeschreven
niveau.

Controleer het koelsysteem op lekkage.6-11
Voorrem

Controleer de werking.

Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.

Controleer de remblokken op slijtage.

Vervang indien nodig.

Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.

Vul indien nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorge-
schreven niveau.

Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-20, 6-21
Achterrem

Controleer de werking.

Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.

Controleer de remblokken op slijtage.

Vervang indien nodig.

Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.

Vul indien nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorge-
schreven niveau.

Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-20, 6-21

Page 39 of 92


CONTROLES VOOR HET STARTEN
4-3
2
3
45
6
7
8
9

Koppeling

Controleer de werking.

Smeer indien nodig de kabel.

Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.

Stel indien nodig bij.6-19
Gasgreep

Controleer of de werking soepel is.

Controleer de vrije slag van de kabel.

Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de kabel af te stel-
len, en de kabel en het kabelhuis te smeren.6-15, 6-25
Bedieningskabels

Controleer of de werking soepel is.

Smeer indien nodig.6-24
Aandrijfketting

Controleer of de ketting correct is aangespannen.

Stel indien nodig bij.

Controleer de conditie van de ketting.

Smeer indien nodig.6-22, 6-24
Wielen en banden

Controleer op schade.

Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.

Controleer de bandspanning.

Corrigeer indien nodig.6-16, 6-19
Rem- en schakelpedalen

Controleer of de werking soepel is.

Smeer indien nodig de pedaalscharnierpunten.6-25
Rem- en koppelingshendels

Controleer of de werking soepel is.

Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten.6-25
Zijstandaard

Controleer of de werking soepel is.

Smeer indien nodig het scharnierpunt.6-26
Framebevestigingen

Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet.

Zet indien nodig vast.—
Instrumenten, verlichting,
signaleringssysteem en
schakelaars

Controleer de werking.

Corrigeer indien nodig.—
ITEM CONTROLES PAGINA

Page 40 of 92


CONTROLES VOOR HET STARTEN
4-4
1
2
3
4
5
6
7
8
9

Sperschakelaar voor de zij-
standaard

Controleer de werking van het startspersysteem.

Als het systeem defect is, vraag dan een Yamaha dealer de machine na te kij-
ken.3-19
ITEM CONTROLES PAGINA

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 ... 100 next >