YAMAHA TDM 900 2008 Instructieboekje (in Dutch)

Page 31 of 92


FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-17
2
34
5
6
7
8
9

ring in de richting (a). Draai om de veervoor-
spanning te verlagen en zo de vering
zachter te maken de stelring in de richting
(b).
Uitveerdemping
Draai om de uitveerdemping te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
knop in de richting (a). Draai om de uitveer-
demping te verlagen en zo de vering
zachter te maken de stelknop in de richting(b).
Inveerdemping
Draai om de inveerdemping te verhogen en
zo de vering stugger te maken de stelknop
in de richting (a). Draai om de inveerdem-
ping te verlagen en zo de vering zachter te
maken de stelknop in de richting (b).
OPMERKING:

Door geringe productie-afwijkingen zal het
totaal aantal klikken van een instelmecha-
nisme voor veerdemping niet altijd exact
met bovenstaande specificaties overeenko-
men; het werkelijke aantal klikken vormt
echter wel altijd het complete afstelbereik.
Voor een precieze afstelling is het aan te ra-
den het aantal klikken van elk veerdem-
pingsinstelmechanisme te controleren en
de specificaties dienovereenkomstig aan te
passen.
WAARSCHUWING

DWA10220
Deze schokdemper is gevuld met stik-
stofgas onder hoge druk. Lees en be-
grijp de volgende informatie alvorens de
schokdemper te gebruiken. De fabrikant
kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade aan eigendommen of voor Afstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):
1
Standaard:
5
Maximum (hard):
9
1. Stelknop voor uitveerdemping
1
(a)
(b)

Afstelling uitveerdemping:
Minimum (zacht):
20 klikken in de richting (b)*
Standaard:
12 klikken in de richting (b)*
Maximum (hard):
3 klikken in de richting (b)*
* Met de stelknop volledig gedraaid in
de richting (a)
1. Stelknop voor inveerdemping
1
(a)
(b)

Afstelling inveerdemping:
Minimum (zacht):
12 klikken in de richting (b)*
Standaard:
11 klikken in de richting (b)*
Maximum (hard):
1 klikken in de richting (b)*
* Met de stelknop volledig gedraaid in
de richting (a)

Page 32 of 92


FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-18
1
2
3
4
5
6
7
8
9

persoonlijk letsel als dit voortvloeit uit
verkeerd gebruik.

Probeer de gascilinder niet te ope-
nen en blijf er verder vanaf.

Stel de schokdemper niet bloot aan
open vuur of aan andere hittebron-
nen, anders kan deze door de op-
lopende druk exploderen.

Vervorm of beschadig de gascilin-
der op geen enkele wijze, de dem-
pende werking zal dan
achteruitgaan.

Laat onderhoud aan de schokdem-
per altijd uitvoeren door een
Yamaha dealer.
DAU15140
Bagageriembevestiging
Onder het duozadel zijn vier bagageriem-
bevestigingspunten aangebracht, twee
hiervan kunnen worden gedraaid om ze ge-
makkelijker toegankelijk te maken.
DAU15301
Zijstandaard
De zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de machine rechtop houdt.
OPMERKING:

De ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie hierna voor een nadere uitleg
over het startspersysteem.)
WAARSCHUWING

DWA10240
Met de machine mag nooit worden gere-
den terwijl de zijstandaard omlaag staat
of niet behoorlijk kan worden opgetrok-
ken (of niet omhoog blijft), anders kan de
zijstandaard de grond raken en zo de be-
stuurder afleiden, waardoor de machine
mogelijk onbestuurbaar wordt. Het
Yamaha startspersysteem is ontworpen
om de bestuurder te helpen bij zijn ver-
antwoordelijkheid de zijstandaard op te
trekken alvorens weg te rijden. Contro-
leer dit systeem daarom regelmatig zo-
als hierna beschreven en laat het
repareren door een Yamaha dealer als
de werking niet naar behoren is.
1. Bagageriembevestiging
1

Page 33 of 92


FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-19
2
34
5
6
7
8
9

DAU44890
Startspersysteem
Het startspersysteem (waarvan de
sperschakelaar voor de zijstandaard, de
sperschakelaar voor de koppelingshendel
en de vrijstandschakelaar deel uitmaken)
heeft de volgende functies.

Het verhindert starten wanneer de ver-
snellingsbak in een versnelling ge-
schakeld is en de zijstandaard is
opgeklapt, terwijl de koppelingshendel
niet is ingetrokken.

Het verhindert starten wanneer de ver-
snellingsbak in een versnelling ge-
schakeld is en de koppelingshendel is
ingetrokken, terwijl de zijstandaard
nog omlaag staat.

Het schakelt een draaiende motor uit
wanneer de versnellingsbak in een
versnelling staat en de zijstandaard
omlaag wordt bewogen.
Controleer de werking van het startspersys-
teem regelmatig, hanteer daarbij de volgen-
de werkwijze.
WAARSCHUWING

DWA10250
Als zich een storing voordoet, vraag dan
alvorens te gaan rijden een Yamaha
dealer het systeem te controleren.

Page 34 of 92


FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-20
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. Controleer of de noodstopschakelaar aanstaat.
3. Draai de sleutel naar aan.
4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk op de startknop.
Start de motor?
Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
8. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
12. Druk op de startknop.
Start de motor?
Het systeem is in orde. De motorfiets mag worden gebruikt.De vrijstandschakelaar is mogelijk defect.
De motorfiets mag niet worden gebruikt
voordat deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
De sperschakelaar van de zijstandaard is
mogelijk defect.
De motorfiets mag niet worden gebruikt
voordat deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
De sperschakelaar van de koppelingshendel is
mogelijk defect.
De motorfiets mag niet worden gebruikt
voordat deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
JA NEE JA NEE JA NEE

Page 35 of 92


4-1
2
3
45
6
7
8
9

CONTROLES VOOR HET STARTEN
DAU15593
De eigenaar is verantwoordelijk voor de conditie van zijn of haar machine. Vitale onderdelen kunnen bijvoorbeeld bij blootstelling aan weer
en wind vrij snel en onverwachts achteruitgaan, ook als de machine niet wordt gebruikt. Eventuele schade, vloeistoflekkage of het weg-
vallen van de bandspanning kan ernstige gevolgen hebben. Het is daarom van belang om voorafgaand aan elke rit een visuele inspectie
uit te voeren en bovendien de volgende punten te controleren.
OPMERKING:

Voordat de machine wordt gebruikt moet telkens een korte algemene controle worden uitgevoerd. Zo’n inspectie neemt maar weinig tijd
in beslag en de hiermee gegarandeerde veiligheid is die tijd alleszins waard.
WAARSCHUWING

DWA11150
Als een onderdeel uit de Controlelijst voor gebruik niet naar behoren werkt, laat het dan controleren en repareren alvorens de
machine te gebruiken.

Page 36 of 92


CONTROLES VOOR HET STARTEN
4-2
1
2
3
4
5
6
7
8
9

DAU15605
Controlelijst voor gebruik
ITEM CONTROLES PAGINA
Brandstof

Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank.

Vul indien nodig brandstof bij.

Controleer de brandstofleiding op lekkage.3-12
Motorolie

Controleer het olieniveau in de motor.

Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven
niveau.

Controleer de machine op olielekkage.6-9
Koelvloeistof

Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.

Vul indien nodig de aanbevolen koelvloeistof bij tot aan het voorgeschreven
niveau.

Controleer het koelsysteem op lekkage.6-12
Voorrem

Controleer de werking.

Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.

Controleer de remblokken op slijtage.

Vervang indien nodig.

Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.

Vul indien nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorge-
schreven niveau.

Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-21, 6-22
Achterrem

Controleer de werking.

Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.

Controleer de remblokken op slijtage.

Vervang indien nodig.

Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.

Vul indien nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorge-
schreven niveau.

Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-21, 6-22

Page 37 of 92


CONTROLES VOOR HET STARTEN
4-3
2
3
45
6
7
8
9

Koppeling

Controleer de werking.

Smeer indien nodig de kabel.

Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.

Stel indien nodig bij.6-20
Gasgreep

Controleer of de werking soepel is.

Controleer de vrije slag van de kabel.

Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de kabel af te stel-
len, en de kabel en het kabelhuis te smeren.6-16, 6-25
Bedieningskabels

Controleer of de werking soepel is.

Smeer indien nodig.6-25
Aandrijfketting

Controleer of de ketting correct is aangespannen.

Stel indien nodig bij.

Controleer de conditie van de ketting.

Smeer indien nodig.6-23, 6-24
Wielen en banden

Controleer op schade.

Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.

Controleer de bandspanning.

Corrigeer indien nodig.6-17, 6-20
Rem- en schakelpedalen

Controleer of de werking soepel is.

Smeer indien nodig de pedaalscharnierpunten.6-26
Rem- en koppelingshendels

Controleer of de werking soepel is.

Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten.6-26
Zijstandaard

Controleer of de werking soepel is.

Smeer indien nodig het scharnierpunt.6-26
Framebevestigingen

Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet.

Zet indien nodig vast.—
Instrumenten, verlichting,
signaleringssysteem en
schakelaars

Controleer de werking.

Corrigeer indien nodig.—
ITEM CONTROLES PAGINA

Page 38 of 92


CONTROLES VOOR HET STARTEN
4-4
1
2
3
4
5
6
7
8
9

Sperschakelaar voor de zij-
standaard

Controleer de werking van het startspersysteem.

Als het systeem defect is, vraag dan een Yamaha dealer de machine na te kij-
ken.3-18
ITEM CONTROLES PAGINA

Page 39 of 92


5-1
2
3
4
56
7
8
9

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
DAU15950
WAARSCHUWING

DWA10270

Zorg dat u volkomen vertrouwd
bent met alle bedieningsfuncties en
hun werking voordat u gaat rijden.
Informeer bij een Yamaha dealer als
u de werking van een schakelaar of
functie niet volkomen begrijpt.

Start de motor nooit in een afgeslo-
ten ruimte en laat deze hierin ook
niet lange tijd aaneen draaien. Uit-
laatgassen zijn giftig en het inade-
men ervan kan al binnen korte tijd
leiden tot bewusteloosheid en do-
delijk letsel. Controleer altijd of er
voldoende ventilatie is.

Controleer of de zijstandaard is in-
getrokken alvorens weg te rijden.
Als de zijstandaard niet behoorlijk
is ingetrokken, kan deze de grond
raken en zo de motorrijder afleiden,
waardoor u de macht over het stuur
verliest.
DAU39891
Starten van de motor
Door het startspersysteem is starten alleen
mogelijk als aan een van de volgende voor-
waarden is voldaan:

De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.

De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
WAARSCHUWING

DWA10290

Controleer voor het starten van de
motor de werking van het startsper-
systeem en volg daarbij de werkwij-
ze beschreven op pagina 3-19.

Ga nooit rijden terwijl de zijstan-
daard omlaag staat.
1. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de noodstopschakelaar
op “” is gezet.
LET OP:

DCA15450
De volgende waarschuwingslampjes en
het controlelampje moeten enkele se-
conden oplichten en dan uitgaan.

Waarschuwingslampje olieniveau

Waarschuwingslampje motorsto-
ring

Controlelampje startblokkering

ABS-waarschuwingslampje
Als een waarschuwings- of controle-
lampje niet dooft, zie dan pagina 3-3
voor een controle van het circuit van het
betreffende waarschuwings- of controle-
lampje.
2. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand.
OPMERKING:

Als de versnellingsbak in de vrijstand staat,
moet het vrijstandcontrolelampje branden;
zo niet, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen.
3. Start de motor door de startknop in te
drukken.
OPMERKING:

Als de motor niet wil starten, laat dan de
startknop los, wacht een paar seconden en
probeer het dan opnieuw. Iedere startpo-
ging moet zo kort mogelijk duren om de
accu te sparen. Laat de startmotor nooit
langer dan 10 seconden aaneen draaien.
LET OP:

DCA11040
Trek nooit snel op terwijl de motor nog
koud is, dit verkort de levensduur van

Page 40 of 92


GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-2
1
2
3
4
5
6
7
8
9

de motor!
DAU16671
Schakelen
Door de versnellingen te schakelen kunt u
het beschikbare motorvermogen doseren
bij het wegrijden, optrekken, tegen een hel-
ling oprijden etc.
De schakelstanden worden getoond in de
afbeelding.
OPMERKING:

Om de versnellingsbak in de vrijstand te
schakelen wordt het schakelpedaal enkele
malen ingetrapt totdat het einde van de slag
bereikt is, waarna het pedaal iets wordt op-
getrokken.
LET OP:

DCA10260

Rijd niet lange tijd met afgezettemotor, ook niet met de versnellings-
bak in de vrijstand, en sleep de mo-
torfiets niet over lange afstanden.
De versnellingsbak wordt alleen af-
doende gesmeerd terwijl de motor
draait. Door onvoldoende smering
kan de versnellingsbak worden be-
schadigd.

Gebruik altijd de koppeling om de
versnellingsbak te schakelen om zo
schade aan de motor, de versnel-
lingsbak en de aandrijving te voor-
komen; door hun constructie zijn
deze niet bestand tegen de schok-
ken die optreden bij belast schake-
len.
1. Schakelpedaal
2. Vrijstand
1
1 2 3
4 5 6
N2

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 ... 100 next >