YAMAHA TMAX 2009 Instructieboekje (in Dutch)

Page 71 of 94


PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-27
2
3
4
5
67
8
9

DAU23290
Controleren van wiellagers
De voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperio-
den voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
DAU45033
Accu
De accu bevindt zich achter paneel B. (Zie
pagina 6-7.)
Dit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden bij-
gevuld. Het is echter wel nodig om de accu-
kabelverbindingen te controleren en, indien
nodig, vast te zetten.
WAARSCHUWING

DWA10760

Elektrolyt is giftig en gevaarlijk om-
dat het zwavelzuur bevat, een stof
die ernstige brandwonden veroor-
zaakt. Vermijd contact met de huid,
ogen of kleding en bescherm uw
ogen altijd bij werkzaamheden nabij
accu’s. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.

UITWENDIG: Spoel overvloedig
met water.

INWENDIG: Drink grote hoeveel-
heden water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.

OGEN: Spoel gedurende 15 mi-
nuten met water en roep direct
medische hulp in.

Accu’s produceren het explosievewaterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.

HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-
TEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om bij de accu te komen
1. Verwijder het paneel B. (Zie
pagina 6-7.)
2. Demonteer het getoonde rubberen
deksel door de drukclips te verwijde-
ren.
1. Drukclip
2. Rubberafdekking
21
1
  


 

Page 72 of 94


PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-28
1
2
3
4
5
6
7
8
9

Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
LET OP

DCA16520
Voor het opladen van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu is een spe-
ciale acculader (met constante span-
ning) vereist. Bij gebruik van een
conventionele acculader raakt de accu
beschadigd. Als u niet beschikt over een
acculader met constante spanning, laat
de accu dan opladen door uw Yamaha
dealer.
Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als het voertuig lan-
ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad hem volledig bij en zet dan
weg op een koele en droge plek.
LET OP:
Draai voordat u de accu
verwijdert de sleutel naar “OFF” en
haal dan eerst de negatieve kabel
en daarna de positieve kabel
los.
[DCA16302]

2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren.
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aangesloten op de ac-
cupolen.
LET OP

DCA16530
Houd de accu steeds opgeladen. Stallen
van een ontladen accu kan leiden tot
permanente accuschade.
DAU46310
Zekeringen vervangen
De hoofdzekering en de zekeringenkast,
die de zekeringen van de afzonderlijke cir-
cuits bevat, zitten onder het paneel B. (Zie
pagina 6-7.)
1. Verwijder het paneel B. (Zie
pagina 6-7.)
2. Demonteer het getoonde rubberen
deksel door de drukclips te verwijde-
ren.
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
1. Accu
2. Positieve accukabel
3. Negatieve accukabel
1
2
3

1. Drukclip
2. Rubberafdekking
21
1
  


 

Page 73 of 94


PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-29
2
3
4
5
67
8
9

voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampera-
ge dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorko-
men.
[DWA15131]

Bij XP500Bij XP500A
Bij XP500Bij XP500A
1. Hoofdzekering
2. Reservehoofdzekering
1
2

1. Hoofdzekering
2. Reservehoofdzekering
1. Zekeringenkastje
1
21

1. Zekeringenkastje
2. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
3. Zekering ABS-pompmotor
1
3
2
  


 

Page 74 of 94


PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-30
1
2
3
4
5
6
7
8
9

Bij XP500 Bij XP500A
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
1. Koplampzekering
2. Zekering ontstekingssysteem
3. Backup-zekering (voor kilometerteller en
klok)
4. Zekering radiatorkoelvin
5. Zekering brandstofinjectiesysteem
6. Zekering signaleringssysteem
7. Reservezekering
8. Zekering parkeerlichten
7
7 7 8
123456

1. Koplampzekering
2. Zekering ontstekingssysteem
3. Backup-zekering (voor kilometerteller en
klok)
4. Zekering radiatorkoelvin
5. Zekering brandstofinjectiesysteem
6. Zekering signaleringssysteem
7. Reservezekering
8. Zekering ABS-regeleenheid
9. Zekering parkeerlichten
10. Reservezekering
7
7 7 9
1
810
23456

Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
30.0 A
Koplampzekering:
20.0 A
Zekering signaleringssysteem:
15.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
10.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit:
10.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
15.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
10.0 A
Zekering ABS-regeleenheid:
XP500A 5.0 A
Zekering ABS-motor:
XP500A 30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïdeklep:
XP500A 20.0 A
Backup-zekering:
10.0 A
  


 

Page 75 of 94


PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-31
2
3
4
5
67
8
9

DAU23762
Koplampgloeilamp vervangen
De koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.
LET OP

DCA10660
Raak het glas van de koplampgloeilamp
niet aan zodat dit vetvrij blijft, anders
kan de doorzichtigheid van het glas, de
lichtintensiteit en de levensduur nadelig
worden beïnvloed. Wrijf eventuele ver-
ontreinigingen en vingerafdrukken op
het gloeilampglas weg met een doekje
gedrenkt in alcohol of thinner.
1. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de gloeilampkap.2. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp.
3. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de gloei-lamphouder.
4. Breng de gloeilampkap aan en sluit
dan de koplampstekker aan.
5. Vraag indien nodig een Yamaha
dealer de koplamplichtbundel af te
stellen.
1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Koplampstekker
2. Gloeilampkap
1. Gloeilamphouder
2. Loshalen.
1
21
2
  


 

Page 76 of 94


PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-32
1
2
3
4
5
6
7
8
9

DAU43040
Achterlicht/remlichtunit
Als de achterlicht/remlichtunit niet gaat
branden, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit daarvan te controleren of
vervang de gloeilamp.
DAU43051
Gloeilamp in voorste
richtingaanwijzer vervangen
1. Zet de scooter op de middenbok.
2. Verwijder de lampfitting (samen met
de gloeilamp) door deze linksom te
draaien.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
5. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze rechtsom te
draaien.
DAUT1330
Gloeilamp achterste
richtingaanwijzer
Als het lampje van een achterste richtin-
gaanwijzer niet gaat branden, laat het elek-
trisch circuit dan door een Yamaha dealer
controleren of vervang de gloeilamp.
1. Fitting gloeilamp richtingaanwijzer
1
  


 

Page 77 of 94


PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-33
2
3
4
5
67
8
9

DAU24312
Gloeilamp in kentekenverlichting
vervangen
1. Verwijder de lampeenheid voor kente-
kenverlichting door de schroeven los
te draaien.
2. Verwijder de lampfitting (samen met
de gloeilamp) door deze naar buiten te
trekken.3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
5. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze vast te druk-
ken.
6. Monteer de lampeenheid voor kente-
kenverlichting door de schroeven aan
te brengen.
DAU43231
Parkeerlichtgloeilamp
vervangen
Dit model is voorzien van twee parkeerlich-
ten. Vervang een parkeerlichtgloeilamp als
volgt als deze is doorgebrand.
1. Verwijder de lampfitting (samen met
de gloeilamp) door deze naar buiten te
trekken.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.
3. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
4. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze vast te druk-
ken.
1. Schroef
1

1. Kentekenverlichtingsunit
2. Gloeilampfitting kentekenverlichting
12

1. Fitting parkeerlichtgloeilamp
1
  


 

Page 78 of 94


PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-34
1
2
3
4
5
6
7
8
9

DAU25881
Problemen oplossen
Yamaha scooters ondergaan een grondige
inspectie voordat ze vanaf de fabriek op
transport gaan, maar tijdens gebruik kun-
nen toch storingen optreden. Problemen in
de brandstof-, compressie- of ontstekings-
systemen kunnen bijvoorbeeld de oorzaak
zijn van slecht starten of een afname in mo-
torvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s is een
snelle en gemakkelijke werkwijze weerge-
geven om deze vitale systemen zelf te kun-
nen controleren. Ga met uw scooter echter
wel naar een Yamaha dealer als reparaties
nodig zijn, hier zijn vakkundige monteurs
aanwezig die beschikken over het benodig-
de gereedschap en de ervaring en vakken-
nis om het nodige onderhoud aan de
scooter correct te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele onder-
delen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van minde-
re kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn.
WAARSCHUWING

DWA15141
Rook niet tijdens het controleren van het
brandstofsysteem en let erop dat ergeen open vuur of vonken in de omge-
ving zijn, inclusief waakvlammen van
geisers of ovens. Benzine en benzine-
dampen kunnen vlam vatten of explode-
ren, met ernstig letsel of schade aan
eigendommen tot gevolg.
  


 

Page 79 of 94


PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-35
2
3
4
5
67
8
9

DAU42501
Storingzoekschema’s
Startproblemen of slechte werking van de motor
Controleer het
brandstofniveau in de
brandstoftank.1. Brandstof
Er is voldoende brandstof aanwezig.
Er is geen brandstof aanwezig.
Controleer de compressie.
Vul brandstof bij.
De motor start niet.
Controleer de compressie.
Bedien de elektrische
startknop.2. Compressie
Er is compressie.
Er is geen compressie.
Controleer de ontsteking.
Vraag een Yamaha dealer de
machine te controleren.
Verwijder de bougies en
controleer de elektroden.3. Ontsteking
Schoonvegen met een droge doek. Stel de
elektrodenafstand van de bougies af of vervang de bougies.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet. Vraag een
Yamaha dealer de machine te
controleren.
De motor start niet. Controleer de accu.
Bedien de elektrische
startknop.4. Accu
De motor draait snel rond.
De motor draait langzaam rond.
De accu is in orde.Controleer de aansluitingen van de
accukabels en laad de accu indien nodig.
DroogNat
Bedien de elektrische startknop.
  


 

Page 80 of 94


PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-36
1
2
3
4
5
6
7
8
9

Oververhitte motor
WAARSCHUWING

DWAT1040

Verwijder de radiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete vloeistof en stoom kunnen
naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is afgekoeld.

Breng een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek, aan over de radiatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen
de aanslag zodat de nog aanwezige druk kan ontsnappen. Druk de dop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze links-
om en verwijder de dop.
OPMERKING

Als geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-
ven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde. Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
  


 

Page:   < prev 1-10 ... 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 next >