YAMAHA TRICITY 2015 Instructieboekje (in Dutch)
Page 51 of 84
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-12
6
5. Verwijder de aftapplug van de eind-overbrengingsolie met de pakking om
de olie uit het eindoverbrengingshuis
te laten stromen. 6. Monteer de aftapplug van de eind-
overbrengingsolie met de nieuwe pak-
king en zet de bout vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
7. Vul met de aangegeven hoeveelheid van de aanbevolen eindoverbren-
gingsolie. WAARSCHUWING! Zor g
ervoor dat geen vreem de materia-
len in het ein dover bren gin gshuis te-
rechtkomen. Zor g ervoor d at geen
olie op de ban d of het wiel terecht-
komt.
[DWA11312]
8. Plaats de vuldop van de eindover- brengingsolie met de nieuwe o-ring en
draai de vuldop vast.
9. Controleer het eindoverbrengingshuis op olielekkage. Zoek in geval van lek-
kage naar de oorzaak.
DAU20071
KoelvloeistofVoor iedere rit moet het koelvloeistofniveau
worden gecontroleerd. Ook moet de koel-
vloeistof worden ververst volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU40157
Controleren van het koelvloeistofniveau1. Zet de machine op de middenbok.OPMERKING Het koelvloeistofniveau moet worden
gecontroleerd terwijl de motor koud
is, temperatuurverschillen zijn name-
lijk van invloed op het niveau.
Zorg dat de machine rechtop staat bij
het controleren van het koelvloeistof-
niveau. Wanneer de machine iets
schuin staat, kan het niveau al foutief
worden afgelezen.2. Controleer het koelvloeistofniveau in
het reservoir.OPMERKINGHet koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maximum-
niveau staan.
1. Vuldop versnellingsbakolie
2. O-ring
1. Aftapplug versnellingsbakolie
2. Pakking
1
212
Aanhaalmoment:Aftapplug eindoverbrengingsolie:22 Nm (2.2 m·kgf, 16 ft·lbf)
Aan bevolen ein dover bren gin gsolie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelhei d:
0.20 L (0.21 US qt, 0.18 Imp.qt)
U2CMD1D0.book Page 12 Tuesday, January 6, 2015 10:06 AM
Page 52 of 84
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-13
6
3. Als het koelvloeistofniveau zich op ofonder de merkstreep voor minimum-
niveau bevindt, open dan de reser-
voirdop. WAARSCHUWING!
Verwij der alleen d e dop van het
koelvloeistofreservoir. Pro beer
nooit om de rad iatorvul dop te ver-
wij deren als de motor kou d is.
[DWA15162]
4. Vul koelvloeistof of gedestilleerd water
bij tot aan de merkstreep voor maxi-
mumniveau en sluit de reservoirdop.
LET OP: Als er g een koelvloeistof
aanwezi g is, g eb ruik dan in plaats
d aarvan ged istilleer d water of ont-
har d leid ingwater. Ge bruik geen
har d water of zout water, d it isscha
delijk voor de motor. Als er in
plaats van koelvloeistof water is ge-
b ruikt, vervan g d it dan zo snel mo-
g elijk door koelvloeistof, an ders is
het systeem niet bescherm d te gen
vorst en corrosie. Als er water aan
d e koelvloeistof is toe gevoe gd, laat
d an een Yamaha d ealer zo snel mo-
g elijk het antivries gehalte van d e
koelvloeistof controleren om te
voorkomen dat de effectiviteit van
d e koelvloeistof afneemt.
[DCA10473]
DAU33032
De koelvloeistof verversen
De koelvloeistof moet volgens de interval-
perioden vermeld in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema ververst worden.
Laat de koelvloeistof verversen door een
Yamaha dealer. WAARSCHUWING! Pro-
b eer nooit om de rad iatorvuld op te ver-
wij deren als de motor warm is.
[DWA10382] DAU60992
Luchtfilter en luchtfilterelemen-
ten in v-snaar
behuizin gHet luchtfilterelement moet worden vervan-
gen en het luchtfilterelement in de v-snaar-
behuizing moet worden gereinigd volgens
de intervalperioden vermeld in het periodie-
ke smeer- en onderhoudsschema. Reinig
de luchtfilterelementen vaker als u in zeer
stoffige of vochtige gebieden rijdt. De af-
tapslang van het luchtfilter en van het lucht-
filter van de v-snaarbehuizing moeten
regelmatig worden nagekeken en waar no-
dig worden gereinigd.
Het luchtfilterelement vervan gen
1. Zet de machine op de middenbok.
2. Verwijder het luchtfilterdeksel door de
schroeven te verwijderen.
1. Dop koelvloeistofreservoir
2. Koelvloeistofreservoir
3. Merkstreep maximumniveau
4. Merkstreep minimumniveau
12
34
Inhou d koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor maximum-
niveau): 0.33 L (0.35 US qt, 0.29 Imp.qt)
1. Luchtfilterdeksel
2. Schroef
1
2
U2CMD1D0.book Page 13 Tuesday, January 6, 2015 10:06 AM
Page 53 of 84
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-14
6
3. Trek het luchtfilterelement uit.
4. Breng een nieuw luchtfilterelementaan in het luchtfilterhuis. LET OP:
Zor g ervoor dat het filterelement
g oe d aanli gt in het luchtfilterhuis.
Laat de motor nooit draaien met het
luchtfilterelement uit genomen,
hier door kunnen de zui ger(s) en/of
cilin der(s) overmati g versleten ra-
ken.
[DCA10482]
5. Monteer het luchtfilterdeksel door de schroeven aan te brengen.OPMERKINGControleer het luchtfilterelement op be-
schadiging en sterke vervuiling en vervang
het indien nodig.
Reini gen van de luchtfilteraftapslan g
1. Controleer of zich in de slang aan de achterkant van het luchtfilterhuis geen
water of vuil heeft verzameld.
2. Haal de slang los van de klem als er vuil of water in zit, reinig hem grondig
en breng opnieuw aan. Reini
gen van het luchtfilterelement in de
v-snaarb ehuizing
1. Zet de machine op de middenbok.
2. Verwijder de bouten en trek vervol- gens het deksel van het luchtfilterele-
ment in de V-snaarbehuizing naar
buiten en van de V-snaarbehuizing
vandaan.
3. Haal het luchtfilterelement van de V- snaarbehuizing eruit en reinig het met
oplosmiddel. Verwijder na het reinigen
het achtergebleven oplosmiddel door
het element uit te wringen.
WAARSCHUWING! Geb ruik alleen
een speciaal reini gin gsmi ddel voor
on der delen. Ge bruik geen benzine
of oplosmi ddelen met een laa g ont-
vlammin gspunt om het risico op
1. Luchtfilterelement
1
1. Luchtfilterelement
1. Aftapslang luchtfilter
1
1
1. Deksel luchtfilterelement in V-snaarbehui-
zing
2. Bout
1
2
2
U2CMD1D0.book Page 14 Tuesday, January 6, 2015 10:06 AM
Page 54 of 84
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-15
6
bran d of explosie te vermijd en.[DWA10432]
LET OP: Spring voorzichti g
om met het filterelement en ver-
d raai het niet om bescha dig in g te
voorkomen.
[DCA10522]
4. Breng olie van de aanbevolen soort
aan op het hele oppervlak van de fil-
terspons en wring dan de overtollige
olie uit.
OPMERKINGHet luchtfilterelement moet nat zijn maar
mag niet druipen.5. Plaats het element in de V-snaarbe-huizing.
6. Monteer het deksel van het luchtfilte- relement door de bouten aan te bren-
gen.
Reini gen van de aftapslan g van de v-
snaar behuizin g 1. Controleer of zich in de slang aan de
achterkant van de v-snaarbehuizing
geen water of vuil heeft verzameld.
2. Haal de slang los van de klem als er vuil of water in zit, reinig hem grondig
en breng opnieuw aan.
1. Luchtfilterelement in V-snaarbehuizing
1
Aan bevolen olie:
Yamaha olie voor schuimrubberen
luchtfilterelementen of een vergelijk-
baar product1. Aftapslang v-snaarbehuizing
1
U2CMD1D0.book Page 15 Tuesday, January 6, 2015 10:06 AM
Page 55 of 84
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-16
6
DAU21385
De vrije slag van de gas greep
controlerenDe vrije slag van de gasgreep dient bij de
binnenrand van de gasgreep 3.0–7.0 mm
(0.12–0.28 in) te bedragen. Controleer de
vrije slag van de gasgreep regelmatig en
laat de vrije slag indien nodig afstellen door
een Yamaha dealer.
DAU21402
Klepspelin gDe klepspeling kan tijdens gebruik gaan af-
wijken, waardoor de lucht/brandstof-ver-
houding kan veranderen en/of het
motorgeluid toeneemt. Om dit te voorko-
men moet de klepspeling door een Yamaha
dealer worden afgesteld volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU62200
BandenBanden zijn het enige contact tussen de
machine en het wegdek. Veiligheid onder
alle rijomstandigheden hangt af van een re-
latief klein contactoppervlak met het weg-
dek. Het is daarom essentieel om de
banden te allen tijde in een goede conditie
te houden en deze op tijd te vervangen
door de voorgeschreven banden.
Ban denspannin g
De bandenspanning moet voor elke rit wor-
den gecontroleerd en indien nodig worden
bijgesteld.
WAARSCHUWING
DWA10504
Rij den met deze machine met een on-
juiste ban denspannin g kan lei den tot
verlies van d e controle met mo gelijk ern-
sti g letsel of overlijd en tot gevol g.
De ban dspanning moet wor den ge-
controleer d en af gestel d terwijl d e
b an den kou d zijn (wanneer de tem-
peratuur van de ban den gelijk is aan
d e om gevin gstemperatuur).
De ban dspannin g moet wor den
aan gepast aan de rijsnelhei d en het
totale gewicht van rij der, passag ier,
b ag ag e en accessoires d at voor
d it
mo del is vast gestel d.
1. Vrije slag van gasgreep
1
U2CMD1D0.book Page 16 Tuesday, January 6, 2015 10:06 AM
Page 56 of 84
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-17
6
WAARSCHUWING
DWA10512
Belaad uw machine nooit te zwaar. Rij-
d en met een te zwaar belaste machine
kan lei den tot een on geval.Inspectie van ban den Voor elke rit moeten de banden worden ge-
controleerd. Als de bandprofieldiepte op
het midden van de band de vermelde limiet
heeft bereikt, de band spijkers of stukjes
glas bevat of wanneer de wang van de
band scheurtjes vertoont, moet de band
onmiddellijk door een Yamaha dealer wor-
den vervangen.
OPMERKINGDe slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem al-
tijd de lokale voorschriften in acht.
WAARSCHUWING
DWA10472
Laat sterk versleten b anden door
een Yamaha d ealer vervangen. Rij-
d en op een machine met versleten
b an den is niet alleen ver boden,
maar dit heeft ook een averechts
effect op de rijsta biliteit, waar door
u de macht over het stuur zou kun-
nen verliezen.
De vervan gin g van on der delen van
wielen en remmen, inclusief b an-
d en, dient te wor den over gelaten aan een Yamaha d
ealer, die over d e
no dig e vakkun dig e kennis en erva-
rin g b eschikt om d it te doen.
Rijd niet te snel d irect na het ver-
wisselen van een ban d. Het b and-
oppervlak dient eerst te zijn
in ger ed
en voor dat
het zijn optimale
ei genschappen verkrijg t.
Bandeninformatie
Dit model is uitgerust met tubeless banden
en bandventielen.
Banden verouderen, zelfs als ze niet of
slechts sporadisch zijn gebruikt. Scheuren
in het rubber van het loopvlak en de wang
van de band, soms in combinatie met ver-
vorming van het karkas, zijn een teken van
veroudering. Oude banden moeten worden
gecontroleerd door bandenspecialisten om
na te gaan of ze geschikt zijn voor verder
gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10462
Monteer altij d voor- en achter ban den
van hetzelf de merk en type. Verschillen-
d e ban den kunnen het wegge dra g van
d e machine veran deren, wat kan lei den
tot een on geval.
Ban denspannin g (g emeten op kou-
d e ban den):
Voor: 175 kPa (1.75 kgf/cm2, 25 psi)
Achter:
225 kPa (2.25 kgf/cm2, 33 psi)
Maximale belastin g*:
169 kg (373 lb)
* Totaal gewicht van bestuurder, pas- sagier, bagage en accessoires 1. Wang van band
2. Bandprofieldiepte
Minimale ban dprofiel diepte (voor en
achter): 1.6 mm (0.06 in)
U2CMD1D0.book Page 17 Tuesday, January 6, 2015 10:06 AM
Page 57 of 84
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-18
6
Na uitgebreide tests zijn alleen de hieron-
der vermelde banden door Yamaha goed-
gekeurd voor dit model.
DAU61160
GietwielenLet ten aanzien van de voorgeschreven
wielen op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking van
uw voertuig. Voor elke rit moeten de velgranden
worden gecontroleerd op scheurtjes,
verbuiging, kromheid of andere scha-
de. Laat in geval van schade het wiel
door een Yamaha dealer vervangen.
Probeer het wiel nooit zelf te repare-
ren, hoe klein de reparatie ook is. Ver-
vang een wiel dat vervormd is of
haarscheurtjes vertoont.
Na het wisselen of vervangen van de
wielen of banden dienen de voorwie-
len te worden uitgebalanceerd. Een
niet uitgebalanceerd wiel zal mogelijk
slecht functioneren of kan een slechte
wegligging en een verkorte levens-
duur van de banden tot gevolg heb-
ben.
DAU49351
Vrije sla g van voorremhen del
controlerenAan het uiteinde van de remhendel mag
geen vrije slag aanwezig zijn. Als er toch
een vrije slag is, laat dan een Yamaha dea-
ler het remsysteem inspecteren.
WAARSCHUWING
DWA14212
Een zacht of sponzi g g evoel in de rem-
hend el kan betekenen dat er lucht in het
hy draulisch systeem aanwezi g is. Als er
lucht in het hy draulisch systeem zit, laat
d an het systeem d oor een Yamaha dea-
ler ontluchten voord at de machine wor dt
g eb ruikt. Lucht in het hy draulisch sy-
steem heeft een neg atief effect op de
Voo r
ban d:
Maat:
90/80-14M/C 43P
Fabrikant/model: CHENG SHIN/M6231
Achter ban d:
Maat: 110/90-12 64P
Fabrikant/model: CHENG SHIN/M62321. Geen vrije slag remhendel
1
U2CMD1D0.book Page 18 Tuesday, January 6, 2015 10:06 AM
Page 58 of 84
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-19
6
remwerking, waar door u de macht over
het stuur zou kunnen verliezen met een
on geluk als g evolg.
DAU60760
Vrije sla g van achterremhen del
controlerenMeet de vrije slag van de achterremhendel
zoals getoond. Controleer de vrije slag van
de achterremhendel regelmatig en laat als
de vrije slag 20 mm (0.79 in) of meer be-
draagt het remsysteem controleren en af-
stellen door uw Yamaha dealer.
WAARSCHUWING
DWA10642
Als de vrije sla g van de remhen del niet
normaal is, wijst dat op een serieus de-
fect in het remsysteem. Laat het remsy-
steem vóór geb ruik van het voertui g
nakijken of repareren door een Yamaha
d ealer.
DAU22393
Controleren van voor- en achter-
rem blokkenDe remblokken in de voor- en achterrem
moeten worden gecontroleerd op slijtage
volgens de intervalperioden voorgeschre-
ven in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
DAU22432
Rem blokken voorrem
Elk voorremblok is voorzien van slijtage-in-
dicatorgroeven, zodat het remblok kan
worden gecontroleerd zonder de rem te
hoeven demonteren. Let op de slijtage-in-
dicatorgroeven om de remblokslijtage te
controleren. Wanneer een remblok zover is
afgesleten dat de slijtage-indicatorgroeven
1. Vrije slag achterremhendel
1
1. Slijtage-indicatorgroef remblok1 1
U2CMD1D0.book Page 19 Tuesday, January 6, 2015 10:06 AM
Page 59 of 84
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-20
6
vrijwel zijn verdwenen, vraag dan een
Yamaha dealer de remblokken als set te vervangen.
DAU36721
Rem blokken achterrem
Elk achterremblok is voorzien van slijtage-
indicatorgroeven, zodat het remblok kan
worden gecontroleerd zonder de rem te
hoeven demonteren. Let op de slijtage-in-
dicatorgroeven om de remblokslijtage te
controleren. Wanneer een remblok zover is
afgesleten dat de slijtage-indicatorgroeven
vrijwel zijn verdwenen, vraag dan een
Yamaha dealer de remblokken als set te vervangen.
DAU40262
Controleren van remvloeistofni-
veauControleer alvorens te gaan rijden of de
remvloeistof boven de merkstreep voor mi-
nimumniveau staat. Meet het remvloeistof-
niveau en let erop dat de bovenzijde van
het reservoir horizontaal staat. Vul indien
nodig remvloeistof bij.
Voorrem Achterrem
WAARSCHUWING
DWA16011
Onjuist uit
gevoer d on derhou d kan resul-
teren in verlies van remvermo gen. Neem
d e vol gen de voorzor gsmaatre gelen in
acht: Bij een te laa g remvloeistofniveau
kan lucht b innendrin gen in het rem-
systeem, waar door de rempresta-
ties afnemen.
Reini g de reservoir dop alvorens
d eze te verwij deren. Ge bruik uit-
sluiten d DOT 4 remvloeistof uit een
onaan geb roken verpakkin g.
1. Slijtage-indicatorgroef remblok1
1
1. Merkstreep minimumniveau
1
1. Merkstreep minimumniveau
Aanbevolen remvloeistof:
DOT 4
1
U2CMD1D0.book Page 20 Tuesday, January 6, 2015 10:06 AM
Page 60 of 84
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-21
6
Gebruik uitsluiten d d e aan bevolen
remvloeistof, an ders kunnen de
ru bberaf dichtin gen bescha digd ra-
ken met lekka ge tot g evolg.
Vul bij met hetzelf de type remvloei-
stof. Toevoeg ing van een an der
type remvloeistof d an DOT 4 kan re-
sulteren in een scha delijke chemi-
sche reactie.
Pas op en zor g d at tij dens het b ij-
vullen geen water of stof het rem-
vloeistofreservoir binnen drin gen.
Water zal het kookpunt van de rem-
vloeistof aanzienlijk verla gen zo dat
d amp belvormin g kan optre den en
vuil de hy draulisch bed ien de klep-
pen va n
d e ABS eenhei d kan ver-
stoppen.
LET OP
DCA17641
Remvloeistof kan gelakte of kunststof
on der delen beschad ig en. Vee g g emors-
te remvloeistof stee ds direct af.Naarmate de remblokken afslijten, zal het
remvloeistofniveau geleidelijk verder dalen.
Een laag remvloeistofniveau kan duiden op
versleten remblokken en /of lekkage in het
remsysteem. Controleer daarom de rem-
blokken op slijtage en het remsysteem op lekkage. Vraag als het remvloeistofniveau
plotseling sterk is gedaald een Yamaha
dealer om een inspectie alvorens verder te
rijden.
DAU22733
Remvloeistof verversenVraag een Yamaha dealer de remvloeistof
te verversen volgens de intervalperioden
voorgeschreven in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema. Laat bovendien de
oliekeerringen van de hoofdremcilinders,
de remklauwen en de remslangen vervan-
gen volgens de intervalperioden of wan-
neer ze lek of beschadigd zijn.
Vloeistofafdichtingen: Vervang elke
twee jaar.
Remslangen: Vervang elke vier jaar.
U2CMD1D0.book Page 21 Tuesday, January 6, 2015 10:06 AM