YAMAHA TZR50 2008 Instructieboekje (in Dutch)

Page 21 of 82

DAU13431
Uitlaatkatalysator
Dit model is uitgerust met een uitlaat-
katalysator.
DWA10860
s s
WAARSCHUWING
Het uitlaatsysteem is heet nadat de
motor heeft gedraaid. Controleer of
het uitlaatsysteem is afgekoeld
alvorens onderhoudswerkzaamhe-
den uit te voeren.
DCA10700
LET OP:
De volgende voorzorgsmaatrege-
len moeten worden genomen om
brand of andere schaderisico’s te
voorkomen.
Gebruik uitsluitend loodvrije
benzine. Bij gebruik van lood-
houdende benzine zal onhers-
telbare schade worden toege-
bracht aan de
uitlaatkatalysator.
Parkeer de machine nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals
op gras of op ander materiaal
dat gemakkelijk vlamvat.
Laat de motor niet te lang
aaneen stationair draaien.
DAU13070
Tankdop
1. Slotplaatje tankdop
2. Ontgrendelen.
Openen van de tankdop
Open het slotplaatje op de tankdop,
steek de sleutel in het slot en draai
hem dan een kwartslag rechtsom. Het
slot wordt ontgrendeld en de tankdop
kan worden verwijderd.
Sluiten van de tankdop
1. Druk de tankdop in positie met
de sleutel in het slot.
2. Draai de sleutel linksom naar de
oorspronkelijke positie, neem
hem uit en sluit dan het slotplaat-
je.
OPMERKING:
De tankdop kan alleen worden geslo-
ten met de sleutel in het slot. Boven-
dien kan de sleutel niet worden uitge-
nomen als de tankdop niet correct
gesloten en vergrendeld is.
DWA11090
s s
WAARSCHUWING
Controleer voor u gaat rijden of de
tankdop correct is afgesloten.
1
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 7

Page 22 of 82

DAUB1300
Tankbeluchtingsslang/overlo
opslang
1. Tankbeluchtingsslang/overloopslang
Alvorens de motorfiets te gebruiken:
Controleer de aansluiting van de
tankbeluchtingsslang/overloops-
lang.
Controleer de tankbeluchtingss-
lang/overloopslang op scheuren
of beschadiging en vervang
indien nodig.
Controleer of het uiteinde van de
tankbeluchtingsslang/overloops-
lang niet verstopt is en reinig
indien nodig.
Zorg dat het uiteinde van de
tankbeluchtingsslang/overloops-
lang binnen de slangklem gepla-
atst is.DAU13460
2-takt injectiesmering
1. Reservoir voor 2-takt injectiesmering
2. Oliereservoir voor 2-takt injectiesmering
Controleer of voldoende olie aanwe-
zig is in het reservoir voor 2-takt injec-
tiesmering. Vul indien nodig de voor-
geschreven 2-takt injectiesmering bij.
OPMERKING:
Controleer of de dop op het oliereser-
voir voor 2-takt injectiesmering
correct is aangebracht.
12
1
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 8

Page 23 of 82

DAU13561
Brandstofkraan
1. Brandstofkraan
Via de brandstofkraan wordt de ben-
zine vanuit de brandstoftank toegevo-
erd en bovendien gefilterd.
De brandstofkraan kent drie standen:
OFF
Met de kraanhendel in deze stand
stroomt de benzine niet door. Zet de
kraanhendel steeds in deze stand als
de motor niet draait.
AAN
Met de kraanhendel in deze stand
stroomt de benzine door naar de car-
burateur. Tijdens normaal rijden hoort
de kraanhendel in deze stand te sta-
an.RES
Dit is de reservestand. Zet de kraan-
hendel in deze stand wanneer u tij-
dens een rit zonder brandstof komt te
staan. Vul de brandstoftank zodra de
gelegenheid zich voordoet. Vergeet
na het tanken niet de kraanhendel
weer op “ON” te zetten!
1
ON
RES OFFFUEL
Aanbevolen olie:
Yamalube 2 of gelijkwaardige
2-takt injectiesmeerolie (JASO gra-
de “FC” of ISO grades “EG-C” of
“EG-D”)
Oliehoeveelheid:
1,4 L (1,48 US qt) (1,23 Imp qt)
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 9

Page 24 of 82

DAU13590
Chokehendel “q”
1. Chokehendel
Voor het starten van een koude motor
is een rijker lucht/brandstof mengsel
nodig; via de choke wordt dit mengsel
geleverd.
Beweeg de hendel in richting (a) om
de choke aan te zetten.
Beweeg de hendel in richting (b) om
de choke uit te zetten.
DAU13900
Zadel
1. Zadel
2. Zadelslot
Verwijderen van het zadel
1. Steek de sleutel in het zadelslot
en draai hem dan zoals afgebe-
eld.
2. Trek het zadel los.
Aanbrengen van het zadel
1. Steek het uitsteeksel aan de
voorzijde van het zadel in de
zadelbevestiging, zoals getoond
in de afbeelding.
2. Druk het zadel aan de achterzijde
omlaag om te vergrendelen.
3. Neem de sleutel uit.
OPMERKING:
Controleer of het zadel stevig is ver-
grendeld alvorens te gaan rijden.
21
j
k1(b)
(a)
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 10

Page 25 of 82

DAUM1940
Slotcompartiment
Het slotcompartiment, dat zich in het
opbergcompartiment onder het zadel
bevindt, is ontworpen voor een origi-
neel U-slot van Yamaha. (Zie pagina
3-10 voor het openen en sluiten van
het zadel.) Bij het opbergen van een
U-slot in het opbergcompartiment
moet dit stevig met de riemen worden
bevestigd. Als het U-slot niet in het
opbergcompartiment is opgeborgen,
maak dan de riemen vast om deze
niet te verliezen.
OPMERKING:
Sommige U-sloten passen niet in het
slotcompartiment vanwege hun gro-
otte of vorm.DAU39671
Achteruitkijkspiegels
De achteruitkijkspiegels van dit voer-
tuig kunnen naar voren of naar achte-
ren worden ingeklapt om het parkeren
in smalle ruimten te vergemakkelijken.
Klap de spiegels terug in hun oors-
pronkelijke stand voordat u gaat rij-
den.
DWA14371
s s
WAARSCHUWING
Vergeet niet de achteruitkijkspie-
gels in hun oorspronkelijk stand
terug te klappen alvorens weg te
rijden.
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 11

Page 26 of 82

DAU15301
Zijstandaard
1. Zijstandaard
De zijstandaard bevindt zich aan de
linkerzijde van het frame. Trek of druk
de zijstandaard met uw voet omhoog
of omlaag terwijl u de machine rech-
top houdt.
OPMERKING:
De ingebouwde sperschakelaar voor
de zijstandaard maakt deel uit van het
startspersysteem, dat in bepaalde
situaties de werking van het ontste-
kingssysteem blokkeert. (Zie hierna
voor een nadere uitleg over het starts-
persysteem.)
DWA10240
s s
WAARSCHUWING
Met de machine mag nooit worden
gereden terwijl de zijstandaard
omlaag staat of niet behoorlijk kan
worden opgetrokken (of niet omho-
og blijft), anders kan de zijstanda-
ard de grond raken en zo de bes-
tuurder afleiden, waardoor de
machine mogelijk onbestuurbaar
wordt. Het Yamaha startspersyste-
em is ontworpen om de bestuurder
te helpen bij zijn verantwoordelijk-
heid de zijstandaard op te trekken
alvorens weg te rijden. Controleer
dit systeem daarom regelmatig
zoals hierna beschreven en laat het
repareren door een Yamaha dealer
als de werking niet naar behoren is.
DAU15311
Startspersysteem
Het startspersysteem (waarvan de
sperschakelaar voor de zijstandaard,
de sperschakelaar voor de koppe-
lingshendel en de vrijstandschakelaar
deel uitmaken) heeft de volgende
functies.
Het verhindert starten wanneer
de versnellingsbak in een versne-
lling geschakeld is en de zijstan-
daard is opgeklapt, terwijl de
koppelingshendel niet is inge-
trokken.
Het verhindert starten wanneer
de versnellingsbak in een versne-
lling geschakeld is en de koppe-
lingshendel is ingetrokken, terwijl
de zijstandaard nog omlaag sta-
at.
Het schakelt een draaiende
motor uit wanneer de versne-
llingsbak in een versnelling staat
en de zijstandaard omlaag wordt
bewogen.
Controleer de werking van het starts-
persysteem regelmatig, hanteer daar-
bij de volgende werkwijze.
1
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 12

Page 27 of 82

DWA10250
s s
WAARSCHUWING
Als zich een storing voordoet, vra-
ag dan alvorens te gaan rijden een
Yamaha dealer het systeem te con-
troleren.
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 13

Page 28 of 82

3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-14
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. Controleer of de noodstopschakelaar aanstaat.
3. Draai de sleutel naar aan.
4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk op de startknop.
Start de motor?
Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
8. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
12. Druk op de startknop.
Start de motor?
Het systeem is in orde. De motorfiets mag worden gebruikt.
Deze controle is vooral betrouwbaar als hij
wordt uitgevoerd met een warme motor.
De vrijstandschakelaar is mogelijk defect.
De motorfiets mag niet worden gebruikt
voordat deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
De sperschakelaar van de zijstandaard is
mogelijk defect.
De motorfiets mag niet worden gebruikt
voordat deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
De sperschakelaar van de koppelingshendel is
mogelijk defect.
De motorfiets mag niet worden gebruikt
voordat deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
JA NEE JA NEE JA NEEOPMERKING:
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 14

Page 29 of 82

DAU15591
De eigenaar is verantwoordelijk voor
de conditie van zijn voertuig. Vitale
onderdelen kunnen bijvoorbeeld bij
blootstelling aan weer en wind vrij
snel en onverwachts achteruitgaan,
ook als de machine niet wordt
gebruikt. Eventuele schade, vloeisto-
flekkage of het wegvallen van de
bandspanning kan ernstige gevolgen
hebben. Het is daarom van belang om
voorafgaand aan elke rit een visuele
inspectie uit te voeren en bovendien
de volgende punten te controleren.
OPMERKING:
Voordat de machine wordt gebruikt
moet telkens een korte algemene
controle worden uitgevoerd. Zo’n ins-
pectie neemt maar weinig tijd in bes-
lag en de hiermee gegarandeerde vei-
ligheid is die tijd alleszins waard.
DWA11150
s s
WAARSCHUWING
Als een onderdeel uit de Controle-
lijst voor gebruik niet naar behoren
werkt, laat het dan controleren en
repareren alvorens de machine te
gebruiken.
4
CONTROLES VOOR HET STARTEN
4-1
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 15

Page 30 of 82

4
CONTROLES VOOR HET STARTEN
4-2
DAU15603
Controlelijst voor gebruik
ITEM CONTROLES PAGINA
• Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
Brandstof• Vul indien nodig brandstof bij. 3-6, 3-7, 3-8
• Controleer de brandstofleiding op lekkage.
• Controleer het olieniveau in het oliereservoir.
2-takt injectiesmering• Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau. 3-8
• Controleer de machine op olielekkage.
• Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
Koelvloeistof• Vul indien nodig de aanbevolen koelvloeistof bij tot aan het voorgeschreven
6-10
niveau.
• Controleer het koelsysteem op lekkage.
• Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
Voorrem• Vervang indien nodig. 3-5, 6-17, 6-19, 6-20
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het
voorgeschreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.
• Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer
het hydraulisch systeem te ontluchten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
Achterrem• Vervang indien nodig. 3-6, 6-18, 6-19, 6-20
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het
voorgeschreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.
• Controleer de werking.
Koppeling• Smeer indien nodig de kabel.
3-5, 6-16, 6-25
• Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
• Stel indien nodig bij.
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 16

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 ... 90 next >