YAMAHA TZR50 2012 Instructieboekje (in Dutch)

Page 21 of 92

DAU12871
Schakelpedaal
1. Schakelpedaal
Het schakelpedaal bevindt zich aan de lin-
kerzijde van de motor en wordt in combi-
natie met de koppelingshendel gebruikt
bij het schakelen van de versnellingen van
de 6-traps constant-mesh versnellings-
bak op deze motorfiets.
DAU12890
Remhendel
1. Remhendel
De remhendel bevindt zich aan de rech-
terstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de voorrem te bekrachtigen.
DAU12941
Rempedaal
1. Rempedaal
Het rempedaal bevindt zich aan de rech-
terzijde van de motorfiets. Trap op het
rempedaal om de achterrem te bekrachti-
gen.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
3
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 21
2AS-F819D-D0.indd 2131/07/12 11:38

Page 22 of 92

DAU13074
Tankdop
1. Slotplaatje tankdop
2. Ontgrendelen
Openen van de tankdop
Open het slotplaatje op de tankdop, steek
de sleutel in het slot en draai hem dan 1/4
slag rechtsom. Het slot wordt ontgrendeld
en de tankdop kan worden verwijderd.
1. Vergrendelen
Sluiten van de tankdop1. Druk de tankdop in positie met de sleutel in het slot.
2. Draai de sleutel linksom naar de oor- spronkelijke positie, neem hem uit en
sluit dan het slotplaatje.
OPMERKING
De tankdop kan alleen worden gesloten
met de sleutel in het slot. Bovendien kan
de sleutel niet worden uitgenomen als de
tankdop niet correct gesloten en vergren-
deld is.
DWA11091
Na het tanken moet de tankdop goed
worden aangedraaid. Door brandstof-
lekkage ontstaat brandgevaar.
WAARSCHUWING
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
3
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 22
2AS-F819D-D0.indd 2231/07/12 11:38

Page 23 of 92

DAU13212
Brandstof
Controleer of er voldoende brandstof in
de brandstoftank aanwezig is.
DWA10881
Benzine en benzinedampen zijn zeer
brandbaar. Volg de onderstaande
instructies om brand en ontploffing te
voorkomen en het letselrisico tijdens
het tanken te verlagen.
1. Zet alvorens te tanken de motor af enzorg dat er niemand op de machine
zit. Rook nooit tijdens het tanken en
tank nooit in de nabijheid van von-
ken, open vuur of andere ontste-
kingsbronnen zoals de waakvlam-
men van geisers en kledingdrogers.
2. Maak de brandstoftank niet te vol. Stop met vullen zodra de brandstof
de onderkant van de vulhals heeft
bereikt. Omdat brandstof uitzet als
deze warm wordt, kan de warmte
van de motor of de zon ervoor zor-
gen dat brandstof uit de brandstof-
tank stroomt.
1. Vulpijp brandstoftank
2. Maximaal brandstofniveau
3. Veeg uitgestroomde brandstofonmiddellijk af. LET OP: Veeg
gemorste brandstof onmiddellijk
af met een schone, droge, zachte
doek, aangezien de brandstof de
gelakte oppervlakken en kunststof
delen kan aantasten.
[DCA10071]
4. Draai de tankdop stevig vast.
DWA15151
Benzine is giftig en kan letsel of overlij-
den veroorzaken. Spring zorgvuldig om
met benzine. Probeer nooit om benzine
via de mond over te hevelen. Roep
onmiddellijk medische hulp in nadat u
benzine heeft ingeslikt, veel benzine-
damp heeft ingeademd of benzine in uw ogen heeft gekregen. Als benzine
op uw huid terechtkomt, was deze dan
af met water en zeep. Als u benzine op
uw kleding morst, trek dan andere kle-
ding aan.
DAU13270
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine met
een octaangetal van RON 91 of hoger. Als
de motor gaat detoneren (pingelen),
gebruik dan benzine van een ander merk
of gebruik loodvrije superbenzine. Door
loodvrije benzine te gebruiken gaan bou-
gies langer mee en blijven de onder-
houdskosten beperkt.
Voorgeschreven brandstof:
UITSLUITEND NORMALE
LOODVRIJE BENZINE
Inhoud brandstoftank: 13,8 L (3,65 US gal, 3,04 Imp.gal)
Brandstofreserve: 2,2 L (0,58 US gal, 0,48 Imp.gal)
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
3
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 23
2AS-F819D-D0.indd 2331/07/12 11:38

Page 24 of 92

DAUB1300
Tankbeluchtingsslang/overloop
slang
1. Tankbeluchtingsslang en overloopslang
Alvorens de motorfiets te gebruiken:
Controleer de aansluiting van de
tankbeluchtingsslang/overloopslang.
Controleer de tankbeluchtings-
slang/overloopslang op scheuren of
beschadiging en vervang indien
nodig.
Controleer of het uiteinde van de
tankbeluchtingsslang/overloopslang
niet verstopt is en reinig indien nodig.
Zorg dat het uiteinde van de tankbe-
luchtingsslang/overloopslang binnen
de klem geplaatst is.
DAU13433
Uitlaatkatalysator
Dit model is uitgerust met een uitlaatkata-
lysator.
DWA10862
Het uitlaatsysteem is heet nadat de
motor heeft gedraaid. Let op het vol-
gende om brandgevaar of brandwon-
den te voorkomen:
Parkeer de machine nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals op
gras of op ander materiaal dat
gemakkelijk vlam vat.
Parkeer de machine op een plek
waar voetgangers of kinderen niet
gemakkelijk met het hete uitlaat-
systeem in aanraking kunnen
komen.
Controleer of het uitlaatsysteem is
afgekoeld alvorens onderhouds-
werkzaamheden uit te voeren.
Laat de motor niet langer dan
enkele minuten stationair draaien.
Lang stationair draaien kan leiden
tot oververhitting.
DCA10701
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine.
Bij gebruik van loodhoudende benzine
zal onherstelbare schade worden toe-
gebracht aan de uitlaatkatalysator.
LET OP
WAARSCHUWING
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
3
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 24
2AS-F819D-D0.indd 2431/07/12 11:38

Page 25 of 92

DAUS1550
2-takt injectiesmering
Controleer of voldoende 2-takt injectie-
smering aanwezig is in het oliereservoir.
Vul indien nodig de voorgeschreven 2-takt
injectiesmering bij.
Het oliereservoir voor 2-takt injectiesme-
ring bevindt zich onder het zadel. (Zie
pagina 3-12).
1. Oliereservoir voor 2-takt injectiesmering
2. Dop oliereservoir voor 2-takt injectiesmering
1. Verwijder de dop van het oliereser-voir voor 2-takt injectiesmering door
deze los te trekken. 2. Breng de dop van het reservoir voor
2-takt injectiesmering weer aan door
deze in de reservoiropening te druk-
ken.
OPMERKING
Controleer of de dop van het reservoir
voor 2-takt injectiesmering correct is
geplaatst alvorens met de machine te
gaan rijden.
Aanbevolen olie:Zie pagina 8-1
Oliehoeveelheid: 1,40 L (1,48 US qt, 1,23 Imp.qt)
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
3
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 25
2AS-F819D-D0.indd 2531/07/12 11:38

Page 26 of 92

DAU13561
Brandstofkraan
Via de brandstofkraan wordt de benzine
vanuit de brandstoftank toegevoerd en
bovendien gefilterd.
De brandstofkraan kent drie standen:
OFF
1. Puntig uiteinde op “OFF”
Met de kraanhendel in deze stand stroomt
de benzine niet door. Zet de kraanhendel
steeds in deze stand als de motor niet
draait.ON
1. Puntig uiteinde op “ON”
Met de kraanhendel in deze stand stroomt
de benzine door naar de carburateur. Tij-
dens normaal rijden hoort de kraanhendel
in deze stand te staan.
RES
1. Puntig uiteinde op “RES”
Dit is de reservestand. Zet de kraanhendel
in deze stand wanneer u tijdens een rit
zonder brandstof komt te staan. Vul de
brandstoftank zodra de gelegenheid zich
voordoet. Vergeet na het tanken niet de
kraanhendel weer op “ON” te zetten!
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
3
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 26
2AS-F819D-D0.indd 2631/07/12 11:38

Page 27 of 92

DAU13590
Chokehendel “ ”
1. Chokehendel
Voor het starten van een koude motor is
een rijker lucht/brandstof mengsel nodig;
via de choke wordt dit mengsel geleverd.
Beweeg de hendel in richting (a) om de
choke aan te zetten.
Beweeg de hendel in richting (b) om de
choke uit te zetten.
DAU13900
Zadel
Verwijderen van het zadel1. Steek de sleutel in het zadelslot en draai hem dan zoals afgebeeld.
1. Zadelslot
2. Openen
2. Trek het zadel los.
Aanbrengen van het zadel 1. Steek het uitsteeksel aan de voorzij- de van het zadel in de zadelbevesti-
ging, zoals getoond in de afbeelding.
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
2. Druk het zadel aan de achterzijdeomlaag om te vergrendelen.
3. Neem de sleutel uit.
OPMERKING
Controleer of het zadel stevig is vergren-
deld alvorens te gaan rijden.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 27
2AS-F819D-D0.indd 2731/07/12 11:38

Page 28 of 92

DAUM1941
Slotcompartiment
1. Stang U-slot
Het slotcompartiment, dat zich in het
opbergcompartiment onder het zadel
bevindt, is ontworpen voor een origineel
CYCLELOK-slot van Yamaha. (Zie pagina
3-12 voor het openen en sluiten van het
zadel.) Bij het opbergen van een CYCLE-
LOK-slot in het opbergcompartiment
moet dit stevig met de riemen worden
bevestigd. Als het CYCLELOK-slot niet in
het opbergcompartiment is opgeborgen,
maak dan de riemen vast om het niet te
verliezen.
OPMERKING
Sommige U-sloten passen niet in het slot-
compartiment vanwege hun grootte of
vorm.DAU39671
Achteruitkijkspiegels
De achteruitkijkspiegels van dit voertuig
kunnen naar voren of naar achteren wor-
den ingeklapt om het parkeren in smalle
ruimten te vergemakkelijken. Klap de
spiegels terug in hun oorspronkelijke
stand voordat u gaat rijden.
DWA14371
Vergeet niet de achteruitkijkspiegels in
hun oorspronkelijk stand terug te klap-
pen alvorens weg te rijden.
WAARSCHUWING
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
3
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 28
2AS-F819D-D0.indd 2831/07/12 11:38

Page 29 of 92

DAU15305
Zijstandaard
1. Zijstandaard
De zijstandaard bevindt zich aan de lin-
kerzijde van het frame. Trek of druk de
zijstandaard met uw voet omhoog of
omlaag terwijl u de machine rechtop
houdt.
OPMERKING
De ingebouwde sperschakelaar voor de
zijstandaard maakt deel uit van het starts-
persysteem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie de volgende paragraaf voor een
uitleg over het startspersysteem.)
DWA10241
Met de machine mag nooit worden
gereden terwijl de zijstandaard omlaag
staat of niet behoorlijk kan worden
opgetrokken (of niet omhoog blijft),
anders kan de zijstandaard de grond
raken en zo de bestuurder afleiden,
waardoor de machine mogelijk onbe-
stuurbaar wordt. Het Yamaha starts-
persysteem is ontworpen om de
bestuurder te helpen bij zijn verant-
woordelijkheid de zijstandaard op te
trekken alvorens weg te rijden. Contro-
leer dit systeem daarom regelmatig en
laat het repareren door een Yamaha
dealer als de werking niet naar behoren
is.
DAU15314
Startspersysteem
Het startspersysteem (waarvan de zijstan-
daardschakelaar, de koppelingshendel-
schakelaar en de vrijstandschakelaar deel
uitmaken) heeft de volgende functies.
Het verhindert starten wanneer de
versnellingsbak in een versnelling is
geschakeld en de zijstandaard is
opgeklapt, terwijl de koppelingshen-
del niet is ingetrokken.
Het verhindert starten wanneer de
versnellingsbak in een versnelling is
geschakeld en de koppelingshendel
is ingetrokken, terwijl de zijstandaard
nog omlaag staat.
Het schakelt een draaiende motor uit
wanneer de versnellingsbak in een
versnelling staat en de zijstandaard
omlaag wordt bewogen.
Controleer de werking van het startsper-
systeem regelmatig volgens de onder-
staande procedure.
OPMERKING
Deze controle is vooral betrouwbaar als hij
wordt uitgevoerd met een warme motor.
WAARSCHUWING
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-14
3
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 29
2AS-F819D-D0.indd 2931/07/12 11:38

Page 30 of 92

Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. De motorstopknop moet in de stand staan.
3. Draai de sleutel naar aan.
4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk op de startknop.
Start de motor?
Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
8. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
12. Druk op de startknop.
Start de motor?
Het systeem is in orde. De motorfiets mag worden gebruikt.De vrijstandschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De zijstandaardschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De koppelingsschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
JA NEE JA NEE JA NEE
Als zich een storing voordoet, vraag dan alvorens
te gaan rijden een Yamaha dealer het systeem te
controleren.
WAARSCHUWING
“ ”
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-15
3
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 30
2AS-F819D-D0.indd 3031/07/12 11:38

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 ... 100 next >