YAMAHA TZR50 2012 Instructieboekje (in Dutch)

Page 31 of 92

VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-1
4
DAU15596
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werkende staat is. Volg altijd de schema’s en pro-
cedures voor inspectie en onderhoud in de gebruikershandleiding.
DWA11151
Onvoldoende inspectie of onderhoud van de machine vergroot het risico op ongeval of schade. Rijd niet met de machine als
u een probleem hebt gevonden. Als een probleem niet kan worden opgelost via de procedures in deze handleiding, laat de
machine dan nazien door een Yamaha dealer.
Controleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
WAARSCHUWING
ITEM CHECKS PAGE
• Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
Brandstof • Vul indien nodig brandstof bij. 3-8
• Controleer de brandstofleiding op lekkage.
• Controleer het olieniveau in het oliereservoir.
2-takt injectiesmering • Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven
3-10
niveau.
• Controleer de machine op olielekkage.
• Controleer het olieniveau in het versnellingsbakhuis.
Versnellingsbakolie • Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven 6-13
niveau.
• Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
Koelvloeistof • Vul indien nodig de aanbevolen koelvloeistof bij tot aan het voorgeschreven
6-14
niveau.
• Controleer het koelsysteem op lekkage.
• Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer
het hydraulisch systeem te ontluchten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
Voorrem • Vervang indien nodig. 6-23, 6-24
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 31
2AS-F819D-D0.indd 3131/07/12 11:38

Page 32 of 92

VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-2
4
ITEMCHECKS PAGE
• Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hydraulisch systeem te ontluchten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
Achterrem • Vervang indien nodig. 6-23, 6-24
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.
• Controleer de werking.
Koppeling • Smeer indien nodig de kabel.
6-21
• Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
• Stel indien nodig bij.
• Controleer of de werking soepel is.
Gasgreep • Controleer de vrije slag van de gasgreep.
6-18, 6-28
• Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de gasgreep af te
stellen en de kabel en het kabelhuis te smeren.
Bedieningskabels • Controleer of de werking soepel is.
6-28
• Smeer indien nodig.
• Controleer of de ketting correct is aangespannen.
Aandrijfketting • Stel indien nodig bij.
6-25, 6-27
• Controleer de conditie van de ketting.
• Smeer indien nodig.
• Controleer op schade.
Wielen en banden • Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
6-19, 6-21
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig.
Schakelpedaal • Controleer of de werking soepel is.
6-22, 6-29
• Corrigeer indien nodig.
Rempedaal • Controleer of de werking soepel is.
6-29
• Smeer indien nodig het pedaalscharnierpunt.
Rem- en koppelingshendels • Controleer of de werking soepel is.
6-29
• Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten.
Zijstandaard • Controleer of de werking soepel is.
6-30
• Smeer indien nodig het scharnierpunt.
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 32
2AS-F819D-D0.indd 3231/07/12 11:38

Page 33 of 92

ITEMCHECKS PAGE
Framebevestigingen • Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet.

• Zet indien nodig vast.
Instrumenten, verlichting, • Controleer de werking.
signaleringssysteem en —
schakelaars• Corrigeer indien nodig.
Noodstopschakelaar
• Controleer de werking. 3-4
• Controleer de werking van het startspersysteem.
Zijstandaardschakelaar • Als het systeem niet correct werkt, vraag dan een Yamaha dealer de machine 3-14
te controleren.
VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-3
4
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 33
2AS-F819D-D0.indd 3331/07/12 11:38

Page 34 of 92

DAU15951
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle
bedieningselementen. Als u de werking
van een functie of bedieningselement niet
begrijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om
uitleg.
DWA10271
Een onvoldoende vertrouwdheid met
de bedieningselementen kan leiden tot
verlies van de controle, met mogelijk
een ongeval of letsel tot gevolg.
DAU16055
Starten van een koude motor
Door het startspersysteem is starten
alleen mogelijk als aan een van de volgen-
de voorwaarden is voldaan:
De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
Zie pagina 3-14 voor meer informatie. 1. Draai de hendel van de brandstof- kraan naar “ON”.
2. Draai de contactsleutel naar “ ” en controleer of de noodstopschakelaar
op “ ” is gezet.
3. Schakel de versnellingsbak in de vrij- stand. Het vrijstandcontrolelampje
moet gaan branden. Als dit niet
gebeurt, vraag dan een Yamaha
dealer het elektrische circuit na te kij-
ken.
4. Zet de choke aan en draai de gas- greep helemaal dicht. (Zie pagina
3-12).
5. Start de motor door de startknop in te drukken.
Als de motor niet wil starten, laat dan
de startknop los, wacht een paar
seconden en probeer het dan
opnieuw. Iedere startpoging moet zo kort mogelijk duren om de accu te
sparen. Laat de startmotor nooit lan-
ger dan 10 seconden achtereen
draaien.
6. Zet na het starten van de motor de starter (choke) tot halverwege terug.
7. Zet de choke uit zodra de motor warm is.
OPMERKING
De motor is warm wanneer deze vlot
reageert op de gasbediening terwijl de
choke uit is gezet.
DCA11042
Trek nooit snel op terwijl de motor nog
koud is, dit verkort de levensduur van
de motor!
LET OP
WAARSCHUWING
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-1
5
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 34
2AS-F819D-D0.indd 3431/07/12 11:38

Page 35 of 92

DAU16640
Starten van een warme motor
Volg dezelfde procedure als bij starten van
een koude motor, alleen is het gebruik van
de choke niet nodig als de motor warm is.
DAU16671
Schakelen
1. Vrijstand
2. Schakelpedaal
Door de versnellingen te schakelen kunt u
het beschikbare motorvermogen doseren
bij het wegrijden, optrekken, tegen een
helling oprijden etc.
De schakelstanden worden getoond in de
afbeelding.
OPMERKING
Om de versnellingsbak in de vrijstand te
schakelen wordt het schakelpedaal enke-
le malen ingetrapt totdat het einde van de
slag bereikt is, waarna het pedaal iets
wordt opgetrokken.
DCA10260
Rijd niet lange tijd met afgezette
motor, ook niet met de versnel-
lingsbak in de vrijstand, en sleep
de motorfiets niet over lange
afstanden. De versnellingsbak
wordt alleen afdoende gesmeerd
terwijl de motor draait. Door
onvoldoende smering kan de ver-
snellingsbak worden beschadigd.
Gebruik altijd de koppeling om de
versnellingsbak te schakelen om
zo schade aan de motor, de ver-
snellingsbak en de aandrijving te
voorkomen; door hun constructie
zijn deze niet bestand tegen de
schokken die optreden bij belast
schakelen.
LET OP
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-2
5
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 35
2AS-F819D-D0.indd 3531/07/12 11:38

Page 36 of 92

DAU16800
Tips voor een zuinig
brandstofverbruik
Het brandstofverbruik is vooral afhankelijk
van uw rijstijl. Hierna volgen enkele tips
om het brandstofverbruik te verlagen:
Zet de choke zo snel mogelijk uit.
Schakel snel en soepel door en ver-
mijd hoge toerentallen terwijl u acce-
lereert.
Geef geen gas tijdens het terugscha-
kelen en voorkom dat de motor
onbelast met een hoog toerental
draait.
Laat de motor niet langdurig statio-
nair draaien maar zet hem af (bijvoor-
beeld in files, bij stoplichten of bij
spoorwegovergangen).
DAU16830
Inrijperiode
De belangrijkste periode in de levensduur
van het motorblok is de tijd tussen 0 en
1000 km (600 mi). Lees daarom de vol-
gende informatie aandachtig door.
Omdat het motorblok gloednieuw is, mag
dit gedurende de eerste 1000 km (600 mi)
niet te zwaar worden belast. De verschil-
lende onderdelen van de motor slijten op
elkaar in totdat de juiste bedrijfsspelingen
zijn bereikt. Rijd tijdens deze periode nooit
langdurig volgas en vermijd ook andere
manoeuvres die tot oververhitting van de
motor kunnen leiden.
DAUS1560
0–500 km (0–300 mi)
Laat de motor niet langdurig meer
dan 4.000 tpm draaien.
Zet de motor steeds af nadat deze
een uur heeft gedraaid en laat deze
dan vijf tot tien minuten lang afkoe-
len.
Varieer van tijd tot tijd het motortoe-
rental. Laat de motor niet steeds in
één vaste stand van de gasgreep
draaien.
500–1000 km (300–600 mi)
Laat de motor niet langdurig meer
dan 6.000 tpm draaien.
Gebruik de motor in alle versnellin-
gen, maar draai het gas nooit hele-
maal open. LET OP: Nadat de eer-
ste 1000 km (600 mi) is afgelegd,
moet de versnellingsbakolie wor-
den ververst.
[DCA10370]
1000 km (600 mi) en verder
De machine kan nu normaal worden
gebruikt.
DCA10310
Voer het toerental niet zover op dat
de toerenteller in de rode zone
wijst.
Als tijdens de inrijperiode motor-
schade optreedt, vraag dan direct
een Yamaha dealer de machine te
controleren.
LET OP
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-3
5
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 36
2AS-F819D-D0.indd 3631/07/12 11:38

Page 37 of 92

DAU17171
Parkeren
Zet om te parkeren de motor af, neem de
sleutel uit het contactslot en draai dan de
hendel van de brandstofkraan naar “OFF”.
DWA10311
De motor en het uitlaatsysteem
kunnen zeer heet worden, parkeer
dus op een plek waar voetgangers
of kinderen niet gemakkelijk met
deze onderdelen in aanraking kun-
nen komen en brandwonden kun-
nen oplopen.
Parkeer nooit op een helling of een
zachte ondergrond, hierdoor kan
de machine kantelen met mogelijk
brandstoflekkage en brand tot
gevolg.
Parkeer niet nabij gras of andere
brandbare materialen die vlam
zouden kunnen vatten.
WAARSCHUWING
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-4
5
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 37
2AS-F819D-D0.indd 3731/07/12 11:38

Page 38 of 92

DAU17244
Door periodiek inspecties, afstellingen en
smeerbeurten uit te laten voeren, zorgt u
ervoor dat uw machine in zo veilig en effi-
ciënt mogelijke conditie blijft. De eige-
naar/bestuurder van de machine is ver-
plicht de optimale veiligheid te
waarborgen. Op de volgende pagina’s
wordt de belangrijkste informatie met
betrekking tot inspecties, afstellingen en
smeerbeurten gegeven.
De intervalperioden vermeld in de perio-
dieke onderhoudsschema’s moeten wor-
den beschouwd als een algemene richtlijn
onder normale rijcondities. Het is echter
mogelijk dat de intervalperioden voor
onderhoud moeten worden verkort afhan-
kelijk van het weer, het terrein, de geogra-
fische locatie en individueel gebruik.
DWA10321
Het niet of onjuist uitvoeren van onder-
houd aan de machine vergroot het risi-
co op letsel of overlijden tijdens het uit-
voeren van onderhoud of het rijden met
de machine. Als u niet bekend bent met
voertuigonderhoud, laat het onderhoud
dan uitvoeren door uw Yamaha dealer.
DWA15122
Zet voor het uitvoeren van onderhoud
de motor af tenzij anders aangegeven.
Een draaiende motor heeft bewe-
gende delen die lichaamsdelen of
kleding kunnen grijpen en elektri-
sche onderdelen die schokken of
brand kunnen veroorzaken.
Het laten draaien van de motor tij-
dens het uitvoeren van onderhoud
kan leiden tot oogletsel, brand-
wonden, brand of koolmonoxide-
vergiftiging, mogelijk met de dood
tot gevolg. Zie pagina 1-1 voor
meer informatie over koolmonoxi-
de.
DWA15460
Remschijven, -klauwen, -trommels en -
voeringen kunnen tijdens het gebruik
zeer heet worden. Laat onderdelen van
het remsysteem afkoelen alvorens
deze aan te raken.
DAU17521
Boordgereedschapsset
1. Boordgereedschapsset
De boordgereedschapsset is te vinden in
het opbergcompartiment onder het zadel.
(Zie pagina 3-12).
De onderhoudsinformatie in deze handlei-
ding en het gereedschap in de boordge-
reedschapsset zijn bedoeld om u te
ondersteunen bij het uitvoeren van pre-
ventief onderhoud en kleinere reparaties.
Voor de correcte uitvoering van bepaalde
onderhoudswerkzaamheden kan echter
het gebruik van extra gereedschap zoals
een momentsleutel vereist zijn.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-1
6
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 38
2AS-F819D-D0.indd 3831/07/12 11:38

Page 39 of 92

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-2
6
OPMERKING
Laat een Yamaha dealer onderhoud ver-
richten als u niet beschikt over het
gereedschap of de ervaring die voor
bepaalde werkzaamheden vereist zijn.
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 39
2AS-F819D-D0.indd 3931/07/12 11:38

Page 40 of 92

DAU46871
OPMERKING
De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onder-
houdsbeurt op kilometerbasis of, voor Groot-Brittannië, op mijlbasis wordt verricht.
Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 30000 km (17500 mi), beginnend \
vanaf 6000 km (3500 mi).
Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uitgevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal
gereedschap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn.
DAU46920
Periodiek onderhoudsschema voor het uitstootcontrolesysteem
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-3
6
KILOMETERSTAND
CONTROLE OF JAARLIJK-
NR. ITEM ONDERHOUDSBEURT
1000 km 6000 km 12000 km 18000 km 24000 km SE CON-
(600 mi) (3500 mi) (7000 mi) (10500 mi) (14000 mi) TROLE
1* Brandstofleiding • Controleer de brandstofslangen
op scheurtjes of beschadigingen. √ √√ √ √
2
Bougie • Vervangen. √ √√ √ √
• Controleer de werking van de
3* Carburateur choke. √√ √ √ √ √
• Stel het stationair toerental af.
• Controleer de luchtafsluitklep, de
membraanklep en de slang op
4* Luchtinlaatsysteem beschadiging. √ √√ √ √
• Vervang beschadigde onderdelen indien nodig.
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 40
2AS-F819D-D0.indd 4031/07/12 11:38

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 ... 100 next >