YAMAHA TZR50 2012 Instructieboekje (in Dutch)

Page 41 of 92

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-4
6
DAU17717
Algemeen smeer- en onderhoudsschema
KILOMETERSTAND
CONTROLE OF JAARLIJK-
NR. ITEM ONDERHOUDSBEURT
1000 km 6000 km 12000 km 18000 km 24000 km SE CON-
(600 mi) (3500 mi) (7000 mi) (10500 mi) (14000 mi) TROLE
1*
Luchtfilterelement • Reinigen.
√√• Vervangen. √√
2 Koppeling • Controleer de werking.
• Afstellen. √√ √ √ √
• Controleer de werking en het
3* Voorrem vloeistofniveau en controleer de
√√ √ √ √ √
machine op vloeistoflekkage.
• Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
• Controleer de werking en het
4* Achterrem vloeistofniveau en controleer de
√√ √ √ √ √
machine op vloeistoflekkage.
• Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
• Controleer op scheurtjes en beschadigingen. √ √√ √ √
5* Remslang • Zorg voor een correcte plaatsing
van slang(en) en klem(men).
• Vervangen. Elke 4 jaar
6* Wielen • Controleer de speling en
controleer op beschadigingen. √ √√ √
• Controleer op slijtage en beschadigingen.
7* Banden • Vervang indien nodig. √ √√ √ √
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig.
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 41
2AS-F819D-D0.indd 4131/07/12 11:38

Page 42 of 92

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-5
6
KILOMETERSTAND
CONTROLE OF JAARLIJK-
NR. ITEM ONDERHOUDSBEURT
1000 km 6000 km 12000 km 18000 km 24000 km SE CON-
(600 mi) (3500 mi) (7000 mi) (10500 mi) (14000 mi) TROLE
8* Wiellagers • Controleer op speling of
beschadigingen. √ √√ √
• Controleer op een correcte
9* Achterbrug werking en overmatige speling. √ √√ √
• Smeren met lithiumvet.
Elke 24000 km (14000 mi)
• Controleer de spanning, uitlijning en conditie van de aandrijfketting. Elke 500 km (300 mi) en nadat de motorfiets
10 Aandrijfketting • Stel de ketting af en smeer deze is gewassen of ermee in de regen of
grondig met een speciale smering vochtige gebieden is gereden
voor o-ringkettingen.
• Controleer de lagers op speling
11 * Balhoofdlagers en oppervlakteruwheid. √√ √ √ √
• Smeren met lithiumvet.
Elke 50000 km (30000 mi)
12 * Framebevestigingen • Controleer of alle moeren, bouten
en schroeven stevig zijn vastgezet. √ √√ √ √
13 Scharnieras van
remhendel • Smeren met siliconenvet.
√ √√ √ √
14 Scharnieras van
rempedaal • Smeren met lithiumvet.
√ √√ √ √
15 Scharnieras van
koppelingshendel • Smeren met lithiumvet.
√ √√ √ √
16 Scharnieras van
schakelpedaal • Smeren met lithiumvet.
√ √√ √ √
17 Zijstandaard • Controleer de werking.
• Smeren met lithiumvet. √ √√ √ √
18 * Zijstandaards-
• Controleer de werking. √√ √ √ √ √
chakelaar
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 42
2AS-F819D-D0.indd 4231/07/12 11:38

Page 43 of 92

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-6
6
KILOMETERSTAND
CONTROLE OF JAARLIJK-
NR. ITEM ONDERHOUDSBEURT
1000 km 6000 km 12000 km 18000 km 24000 km SE CON-
(600 mi) (3500 mi) (7000 mi) (10500 mi) (14000 mi) TROLE
19 * Voorvork • Controleer op een correcte
werking en olielekkage. √ √√ √
Relaisarm achterwie-
20 * lophanging en schar- • Controleer de werking.
√ √√ √
nierpunten verbin-
dingsarm • Smeren met lithiumvet.
√√
21 * Autolube pomp • Controleer de werking.
• Ontlucht indien nodig. √
√ √√
22Versnellingsbakolie • Controleer het olieniveau.
√√ √ √ √ √• Verversen.√√ √
23 * Voor- en achterrems-
chakelaar
• Controleer de werking. √√ √ √ √ √
24 Bewegende delen
en kabels
• Smeren. √ √√ √ √
• Controleer de werking.
• Controleer de vrije slag van de
25 * Gasgreep gasgreep en stel deze indien √ √√ √ √
nodig af.
• Smeer de kabel en het kabelhuis.
Lampen, richtingaan- • Controleer de werking.
26 * wijzers en schake- √√ √ √ √ √
laars • Stel de koplamplichtbundel af.
1HD-F819D-D0 13/5/11 08:07 Página 43
2AS-F819D-D0.indd 4331/07/12 11:38

Page 44 of 92

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-7
6
DAU18670
OPMERKING
Het luchtfilter dient vaker te worden gecontroleerd wanneer u in een extreem vochtige of stoffige omgeving rijdt.
Hydraulisch remsysteem
• Controleer regelmatig het remvloeistofniveau en vul indien nodig bij.
• Elke twee jaar moeten de inwendige onderdelen van de hoofdremcilinders en de remklauwen worden vervangen en de rem- vloeistof worden ververst.
• De remslangen dienen elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze zijn gescheurd of beschadigd.
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 44
2AS-F819D-D0.indd 4431/07/12 11:38

Page 45 of 92

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-8
6
DAU18712
Stroomlijn- en framepanelen
verwijderen en aanbrengen
Bij het uitvoeren van sommige onder-
houdswerkzaamheden beschreven in dit
hoofdstuk moeten de afgebeelde stroom-
lijn- en framepanelen worden verwijderd.
Neem deze paragraaf door wanneer een
stroomlijn- of framepaneel moet worden
verwijderd of aangebracht.
1. Stroomlijnpaneel A
2. Stroomlijnpaneel C1. Stroomlijnpaneel B
2. Paneel A
3. Paneel B
DAUS2080
Stroomlijnpaneel A
V
erwijderen van stroomlijnpaneel
1. Verwijder de bout en de schroeven.
1. Schroef
2. Bout
2. Trek het stroomlijnpaneel iets omlaag
en vervolgens naar buiten, zoals
getoond in de afbeelding.
1. Stroomlijnpaneel A
Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
1. Steek de lippen van het stroomlijn-paneel in de sleuven zoals getoond
in de afbeelding en breng vervolgens
de bout en de schroeven aan.
1. Lipje
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 45
2AS-F819D-D0.indd 4531/07/12 11:38

Page 46 of 92

DAUS2090
Stroomlijnpaneel B
V
erwijderen van stroomlijnpaneel
1. Verwijder het stroomlijnpaneel A.
2. Verwijder de bout en de schroeven.
1. Schroef
2. Bout
3. Trek het stroomlijnpaneel iets omlaagen vervolgens naar buiten, zoals
getoond in de afbeelding.
1. Stroomlijnpaneel B
Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
1. Steek de lippen van het stroomlijn-paneel in de sleuven zoals getoond
in de afbeelding en breng vervolgens
de bout en de schroeven aan.
1. Lipje
2. Breng het stroomlijnpaneel A aan.
DAUS2100
Stroomlijnpaneel C
V
erwijderen van stroomlijnpaneel
1. Verwijder de stroomlijnpanelen A enB. (Zie pagina 6-8).
2. Verwijder de aangegeven schroef.
1. Schroef
3. Verwijder de bouten en schroeven zoals weergegeven en haal het
stroomlijnpaneel los.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-9
6
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 46
2AS-F819D-D0.indd 4631/07/12 11:38

Page 47 of 92

1. Schroef
2. Bout
Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
1. Steek de lippen van het stroomlijnpa-neel in de sleuven zoals getoond in
de afbeelding en breng vervolgens
de bouten en schroeven aan.
1. Lipje
2. Breng de schroef aan die in stap 2 isverwijderd.
3. Bevestig de stroomlijnpanelen B en A.
DAU19161
Paneel A
V
erwijderen van het paneel
1. Verwijder de bout.
1. Bevestigingsbout paneel
2. Trek het paneel aan de achterzijdenaar buiten en schuif het paneel dan
naar voren om het aan de voorzijde
los te maken.
1. Paneel A
Aanbrengen van het paneel
1. Bevestig het paneel aan de voorzijdeen druk dan de achterzijde van het
paneel aan.
2. Breng de bout aan.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-10
6
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 47
2AS-F819D-D0.indd 4731/07/12 11:38

Page 48 of 92

DAUS2110
Paneel B
Om het paneel te verwijder
en
1. Draai de hendel van de brandstof-kraan dicht. (Zie pagina 3-11).
2. Verwijder de schroef van de brand- stofkraanhendel, de brandstofkraan-
hendel en de schroef van het paneel,
en trek het paneel vervolgens los
zoals weergegeven.
1. Hendel brandstofkraan
2. Schroef 1. Paneel B
2. Bevestigingsbout paneel
Om het paneel aan te brengen
1. Plaats het paneel in de oorspronkelij-
ke positie door ertegen te drukken.
2. Monteer de brandstofkraanhendel, de schroef van de brandstofkraan-
hendel en de schroef van het paneel.
DAUS1580
Bougie controleren
De bougie is een belangrijk motoronder-
deel dat gemakkelijk te controleren is.
Door hitte en aanslag slijten bougies op
de lange duur. Daarom moeten bougies
worden verwijderd en gecontroleerd vol-
gens het periodieke onderhouds- en
smeerschema. Bovendien kan aan het
uiterlijk van de bougie de conditie van de
motor worden afgelezen.
De bougie verwijderen1. Verwijder het paneel A. (Zie pagina 6-8).
2. Verwijder de bougiedop.
1. Bougiedop
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-11
6
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 48
2AS-F819D-D0.indd 4831/07/12 11:38

Page 49 of 92

3. Verwijder de bougie zoals getoondmet behulp van de bougiesleutel uit
het opbergcompartiment. (Zie pagina
6-1).
1. Bougiesleutel
Controleren van de bougie1. Controleer of de porseleinen isolator rondom de centrale elektrode van de
bougie een middeldonkere tot lichte
kleur vertoont (de ideale kleur als nor-
maal met het voertuig wordt gereden).
OPMERKING
Wanneer de bougie een heel andere kleur
vertoont, werkt de motor mogelijk niet
naar behoren. Probeer dergelijke proble-
men niet zelf vast te stellen. Laat in plaats
daarvan uw machine nakijken door een
Yamaha dealer.
2. Controleer de bougie op afslijting van de elektroden en op overmatige
koolstof- of andere aanslag. Vervang
indien nodig de bougie.
De bougie monteren 1. Meet de elektrodenafstand met een draadvoelmaat. Stel de afstand
indien nodig af volgens de specifica-
tie.
1. Elektrodenafstand
2. Reinig het oppervlak van de bougie-pakking en het pasvlak en verwijder
eventueel vuil uit de schroefdraad
van de bougie.
3. Breng de bougie aan met behulp van de bougiesleutel en zet vast met het
correcte aanhaalmoment.
OPMERKING
Als geen momentsleutel beschikbaar is,
wordt de bougie correct vastgezet door
handvast te zetten en dan nog 1/4–1/2
slag verder te draaien. De bougie moet
echter zo snel mogelijk naar het juiste
aanhaalmoment worden aangedraaid.
4. Installeer de bougiedop.
5. Monteer het paneel.
Aanhaalmoment:Bougie: 22,5 Nm (2,2 m•kgf, 16,3 ft•lbf)
Elektrodenafstand:0,6–0,7 mm (0,024–0,028 in)
1
Voorgeschreven bougie:NGK / BR9 ES

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-12
6
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 49
2AS-F819D-D0.indd 4931/07/12 11:38

Page 50 of 92

DAUS1591
Versnellingsbakolie
Voor iedere rit moet het olieniveau in de
versnellingsbak worden gecontroleerd.
Ook moet de olie worden ververst volgens
de intervalperioden vermeld in het perio-
dieke smeer- en onderhoudsschema.
Controleren van het niveau van de
versnellingsbakolie
1. Vuldop versnellingsbakolie
2. Versnellingsbakolie te controleren bout
1. Verwijder het stroomlijnpaneel A. (Ziepagina 6-8).
2. Zet de machine op een vlakke onder- grond en houd deze rechtop.
OPMERKING
Zorg dat de machine rechtop staat bij het
controleren van het olieniveau. Wanneer
de machine iets schuin staat, kan het
niveau al foutief worden afgelezen.
3. Verwijder de olieniveaucontrolebout,en controleer vervolgens het olie-
niveau.
OPMERKING
Het olieniveau moet zich aan de rand van
het controlegat bevinden.
4. Als het olieniveau zich onder de randvan het controlegat bevindt, verwij-
der dan de olievuldop, voeg voldoen-
de olie van de aanbevolen soort toe
om de olie op het juiste niveau te
brengen, en breng daarna de olievul-
dop aan.
5. Breng de olieniveaucontrolebout aan en zet deze daarna vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment. Verversen van de versnellingsbakolie
1. Versnellingsbakolie te controleren bout
2. Aftapplug versnellingsbakolie
3. Ring
1. Plaats een olieopvangbak onder het
versnellingsbakoliereservoir om de
gebruikte olie op te vangen.
2. Verwijder de aftapplug voor de ver- snellingsbakolie en de olieniveau-
controlebout om de olie af te tappen.
3. Breng de aftapplug en de controle- bout aan en zet deze daarna vast
met de voorgeschreven aanhaalmo-
menten.
Aanhaalmoment:Aftapplug versnellingsbakolie: 17,5 Nm (1,7 m•kgf, 12,7 ft•lbf)
Oliniveaucontrolebout: 6 Nm (0,6 m•kgf, 4,3 ft•lbf)
Aanhaalmoment:Oliniveaucontrolebout: 6 Nm (0,6 m•kgf, 4,3 ft•lbf)
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-13
6
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 50
2AS-F819D-D0.indd 5031/07/12 11:38

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 ... 100 next >