YAMAHA TZR50 2012 Instructieboekje (in Dutch)

Page 61 of 92

1. Slijtage-indicatorgroef remblok
2. Breng de remklauwbout aan en zetdeze dan vast met het voorgeschre-
ven aanhaalmoment.
DAU22580
Controleren van
remvloeistofniveau
Voorrem
1. Merkstreep minimumniveau
Achterrem
1. Merkstreep minimumniveau
Bij een tekort aan remvloeistof kan lucht
het remsysteem binnendringen, waarna
de remwerking mogelijk minder effectief
is.
Controleer alvorens te gaan rijden of de
remvloeistof boven de merkstreep voor
minimumniveau staat en vul indien nodig
bij. Een laag remvloeistofniveau wijst
mogelijk op verregaande remblokslijtage
en/of lekkage in het remsysteem. Als het
remvloeistofniveau laag is, controleer dan
de remblokken op slijtage en het remsys-
teem op lekkage.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht:
Bij het controleren van het remvloei-
stofniveau moet het bovenvlak van
het remvloeistofreservoir horizontaal
staan.
Gebruik uitsluitend de voorgeschre-
ven kwaliteit remvloeistof, anders
kunnen de rubber afdichtingen ver-
slechteren en zo lekkage en slechte
remwerking teweegbrengen.
Vul bij met hetzelfde type remvloei-
stof. Bij vermengen van verschillende
Aanbevolen remvloeistof:DOT 4
Aanhaalmoment:Remklauwbout: 30 Nm (3,0 m•kgf, 21,7 ft•lbf)
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-24
6
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 61
2AS-F819D-D0.indd 6131/07/12 11:38

Page 62 of 92

typen remvloeistof kunnen schadelij-
ke chemische reacties optreden en
kan de remwerking verslechteren.
Pas op en zorg dat tijdens bijvullen
geen water het remvloeistofreservoir
kan binnendringen. Water zal het
kookpunt van de remvloeistof aan-
zienlijk verlagen zodat dampbelvor-
ming kan optreden.
Remvloeistof kan gelakte of kunst-
stof onderdelen aantasten. Veeg
gemorste remvloeistof steeds direct
af.
Naarmate de remblokken afslijten,
zal het remvloeistofniveau geleidelijk
verder dalen. Vraag echter wel een
Yamaha dealer om een inspectie als
het remvloeistofniveau plotseling
sterk is gedaald.
DAU22731
Remvloeistof verversen
Vraag een Yamaha dealer de remvloeistof
te verversen volgens de intervalperioden
voorgeschreven onder OPMERKING in
het periodieke smeer- en onderhouds-
schema. Laat bovendien de oliekeerrin-
gen van de hoofdremcilinders, de rem-
klauwen en de remslangen vervangen
volgens de intervalperioden of wanneer ze
lek of beschadigd zijn.
Vloeistofafdichtingen: Vervang elke
twee jaar.
Remslangen: Vervang elke vier jaar.
DAU22760
Spanning aandrijfketting
De spanning van de aandrijfketting moet
voorafgaand aan elke rit worden gecon-
troleerd en indien nodig worden bijge-
steld.
DAU22784
Aandrijfketting controleren op
spanning
1. Spanning aandrijfketting
1. Zet de motorfiets op de zijstandaard.
OPMERKING
Bij het controleren en instellen van de
spanning van de aandrijfketting mag er
geen gewicht op de motorfiets rusten.
2. Schakel de versnellingsbak in de vrij-stand.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-25
6
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 62
2AS-F819D-D0.indd 6231/07/12 11:38

Page 63 of 92

3. Meet de spanning van de aandrijfket-ting zoals getoond.
4. Stel de spanning van de ketting als volgt bij als deze niet correct is.
OPMERKING
Bij het controleren van de spanning van
de aandrijfketting mag de kettingspanner
de aandrijfketting niet raken.
DAU22922
Om de spanning van de aandrijfketting
af te stellen
Raadpleeg een Yamaha dealer voordat u
de spanning van de aandrijfketting afstelt.1. Verwijder de splitpen uit de wielas- moer, en draai de wielasmoer daarna
los.
2. Draai de borgmoer los op de ketting- spanner, op beide uiteinden van de
achterbrug.
3. Draai de stelmoer op beide uiteinden van de achterbrug in de richting (a)
om de aandrijfketting strakker te stel-
len. Stel de ketting losser door de
stelmoer op beide uiteinden van de achterbrug in de richting (b) te draai-
en en dan het achterwiel naar voren
te drukken. LET OP: Een onjuiste
kettingspanning leidt tot overbe-
lasting van de motor en andere
essentiëIe onderdelen van de
machine en kan resulteren in over-
slaan of breken van de ketting.
Houd om dit te voorkomen de ket-
tingspanning binnen de gespecifi-
ceerde waarden.
[DCA10571]
OPMERKING
Gebruik voor een goede wieluitlijning de
uitlijnmerktekens aan beide zijden van de
achterbrug, om zeker te zijn dat beide
stelmoeren dezelfde positie hebben.
1. Stelbout spanning aandrijfketting
2. Borgmoer kettingspanner
3. Uitlijnmerktekens
4. Draai de borgmoeren vast en zet dan de wielasmoer vast met het voorge-
schreven aanhaalmoment.
5. Plaats een nieuwe splitpen in de wielasmoer, en buig de uiteinden
zoals getoond. WAARSCHUWING!
Gebruik altijd een nieuwe splitpen
voor de wielasmoer.
[DWA10701]
1. Splitpen wielasmoer
2. Wielasmoer
3. Borgmoer kettingspanner
4. Stelbout spanning aandrijfketting
5. Uitlijnmerktekens
Aanhaalmoment:Wielasmoer: 90 Nm (9,0 m•kgf, 65,1 ft•lbf)Spanning aandrijfketting:20,0–25,0 mm (0,79–0,98 in)
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-26
6
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 63
2AS-F819D-D0.indd 6331/07/12 11:38

Page 64 of 92

OPMERKING
Controleer of de twee inkepingen in de
wielasmoer zich tegenover het gat door
de wielas bevinden, of draai de wielas-
moer anders verder vast totdat dit wel het
geval is.
6. Zorg ervoor dat de kettingspannersin dezelfde stand staan, dat de span-
ning van de aandrijfketting correct is
en dat de aandrijfketting soepel
beweegt.
DAU23025
Aandrijfketting reinigen en
smeren
De aandrijfketting moet worden gereinigd
en gesmeerd volgens de intervalperioden
zoals voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema, anders zal
de ketting snel slijten, met name in voch-
tige of stoffige gebieden. Onderhoud de
ketting als volgt.
DCA10583
De aandrijfketting moet worden
gesmeerd nadat de motorfiets is
gewassen of ermee in de regen of in
vochtige gebieden is gereden.
1. Reinig de aandrijfketting met petro- leum en een zacht borsteltje. LET
OP: Reinig de aandrijfketting niet
met stoomreinigers, hogedrukrei-
nigers of ongeschikte oplosmid-
delen om schade aan de O-ringen
te voorkomen.
[DCA11121]
2. Wrijf de aandrijfketting droog.
3. Smeer de aandrijfketting grondig met speciale smering voor o-ring-
kettingen. LET OP: Breng geen
motorolie of andere smeermidde-
len aan op de aandrijfketting, deze kunnen stoffen bevatten die
de O-ringen kunnen beschadi-
gen.
[DCA11111]
LET OP
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-27
6
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 64
2AS-F819D-D0.indd 6431/07/12 11:38

Page 65 of 92

DAU23095
Kabels controleren en smeren
De werking van alle bedieningskabels en
de conditie van alle kabels moet vooraf-
gaand aan elke rit worden gecontroleerd
en de kabel en kabeleinden moeten indien
nodig worden gesmeerd. Vraag een
Yamaha dealer een kabel te controleren of
te vervangen wanneer deze is beschadigd
of niet soepel beweegt. WAARSCHU-
WING! Schade aan de buitenbehuizing
van kabels kan leiden tot interne roest-
vorming en storing veroorzaken met de
beweging van kabels. Vervang bescha-
digde kabels zo snel mogelijk om
onveilige omstandigheden te voorko-
men.
[DWA10711]DAU23114
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabel
De werking van de gasgreep hoort vooraf-
gaand aan elke rit te worden gecontro-
leerd. Daarnaast moet de kabel door een
Yamaha dealer worden gesmeerd volgens
de intervalperioden vermeld in het perio-
dieke onderhoudsschema.
De gaskabel is voorzien van een rubber
afdekking. Zorg ervoor dat de afdekking
stevig is aangebracht. Zelfs als de afdek-
king correct is aangebracht, is de kabel
niet volledig beschermd tegen binnendrin-
gend water. Let er daarom op dat er geen
water direct op de afdekking of kabel
komt bij het wassen van de machine. Als
de kabel of de afdekking vies wordt, wrijf
deze dan schoon met een vochtige doek.
DAU23120
Afstellen van de Autolube pomp
De Autolube 2-takt olie-injectiepomp
vormt een vitaal en geavanceerd onder-
deel van de motor en moet door een
Yamaha dealer worden afgesteld volgens
de intervalperioden zoals vermeld in het
periodiek smering- en onderhoudssche-
ma.
Aanbevolen smeermiddel:
Yamaha Chain and Cable Lube of
motorolie
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-28
6
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 65
2AS-F819D-D0.indd 6531/07/12 11:38

Page 66 of 92

DAU44272
Controleren en smeren van
rem- en schakelpedalen
Rempedaal
SchakelpedaalDe werking van het rem- en het schakel-
pedaal moet voorafgaand aan elke rit
worden gecontroleerd en de pedaalschar-
nierpunten moeten indien nodig worden
gesmeerd.
DAU23142
Controleren en smeren van
rem- en koppelingshendels
Remhendel
Koppelingshendel
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-29
6
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 66
2AS-F819D-D0.indd 6631/07/12 11:38

Page 67 of 92

De werking van de rem- en de koppe-
lingshendel moet voorafgaand aan elke rit
worden gecontroleerd en de hendelschar-
nierpunten moeten indien nodig worden
gesmeerd.DAU23202
Zijstandaard controleren en
smeren
De werking van de zijstandaard moet
voorafgaand aan elke rit worden gecon-
troleerd en het scharnierpunt en de
metaal-op-metaal contactvlakken moeten
indien nodig worden gesmeerd.
DWA10731
Als de zijstandaard niet soepel omhoog
en omlaag beweegt, vraag dan een
Yamaha dealer deze te controleren of
te repareren. Een slecht functionerende
zijstandaard kan het wegdek raken en
u afleiden, waardoor u de controle over
de machine kunt verliezen.
Aanbevolen smeermiddel:Lithiumvet
WAARSCHUWING
Aanbevolen smeermiddelen:Remhendel: Siliconenvet
Koppelingshendel: Lithiumvet
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-30
6
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 67
2AS-F819D-D0.indd 6731/07/12 11:38

Page 68 of 92

DAU23272
Voorvork controleren
De conditie en de werking van de voor-
vork moeten als volgt worden gecontro-
leerd volgens de intervalperioden vermeld
in het periodieke smeer- en onderhouds-
schema.
Om de conditie te controleren1. Controleer de binnenste vorkbuizen op krassen, beschadigingen en over-
matige olielekkage.
Om de werking te controleren 1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en houd deze rechtop. WAAR-
SCHUWING! Ondersteun de
machine zorgvuldig om omvallen
en mogelijk letsel te voorkomen.
[DWA10751]
2. Bekrachtig de voorrem en druk het stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
DCA10590
Als schade wordt gevonden of de voor-
vork niet soepel beweegt, vraag dan
een Yamaha dealer te repareren of te
controleren.
DAU23283
Stuursysteem controleren
Losse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuur-
systeem moet als volgt worden gecontro-
leerd volgens de intervalperioden vermeld
in het periodieke smeer- en onderhouds-
schema.1. Plaats een standaard onder de motor zodat het voorwiel los is van de
grond. WAARSCHUWING! Onder-
steun de machine zorgvuldig om
omvallen en mogelijk letsel te
voorkomen.
[DWA10751]
2. Houd de voorvorkpoten aan het onderste uiteinde beet en probeer ze
naar voren en achteren te bewegen.
Als speling wordt gevoeld, vraag dan
een Yamaha dealer het stuursysteem
te inspecteren of repareren.
LET OP
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-31
6
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 68
2AS-F819D-D0.indd 6831/07/12 11:38

Page 69 of 92

DAU23291
Controleren van wiellagers
De voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalpe-
rioden voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de
wielnaaf speling vertoont of het wiel niet
soepel draait, vraag dan een Yamaha
dealer de wiellagers te controleren.
DAU23445
Accu
1. Accu
Dit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden
bijgevuld. Het is echter wel nodig om de
accukabelverbindingen te controleren en,
indien nodig, vast te zetten.
DWA10760
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk
omdat het zwavelzuur bevat, een
stof die ernstige brandwonden
veroorzaakt. Vermijd contact met
de huid, ogen of kleding en
bescherm uw ogen altijd bij werk-
zaamheden nabij accu’s. Voer als
volgt EERSTE HULP uit als erlichamelijk contact is geweest met
elektrolyt.
•UITWENDIG: Spoel overvloedig
met water.
•INWENDIG: Drink grote hoeveel-
heden water of melk en roep
direct de hulp in van een arts.
•OGEN: Spoel gedurende 15
minuten met water en roep
direct medische hulp in.
Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ont-
laden raakt als de machine is uitgerust
met optionele elektrische accessoires.
WAARSCHUWING
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-32
6
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 69
2AS-F819D-D0.indd 6931/07/12 11:38

Page 70 of 92

DCA16521
Voor het opladen van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu is een spe-
ciale acculader (met constante span-
ning) vereist. Bij gebruik van een con-
ventionele acculader raakt de accu
beschadigd.
Om de accu op te bergen1. Verwijder de accu als het voertuig langer dan een maand niet wordt
gebruikt, laad hem volledig bij en zet
dan weg op een koele en droge plek.
LET OP: Draai voordat u de accu
verwijdert de sleutel naar “ ” en
haal dan eerst de negatieve kabel
en daarna de positieve kabel los.
[DCA16302]
2. Als de accu langer dan twee maan-den wordt weggeborgen, moet deze
minstens eenmaal per maand wor-
den gecontroleerd; laad de accu dan
indien nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te installeren. LET OP: Draai voordat
u de accu plaatst de sleutel naar
“ ” en sluit vervolgens eerst de
positieve kabel en daarna de
negatieve kabel aan.
[DCA16840]
4. Controleer na installatie of de accu- kabels correct zijn aangesloten op de
accupolen.
1. Negatieve accukabel (zwart)
2. Positieve accukabel (rood)
DCA16530
Houd de accu steeds opgeladen. Stal-
len van een ontladen accu kan leiden
tot permanente accuschade.
DAU23482
Zekering vervangen
1. Hoofdzekering
2. Reservehoofdzekering
De zekeringhouder bevindt zich onder het
zadel. (Zie pagina 3-12).
Vervang de zekering als volgt als deze is
doorgebrand.1. Draai de contactsleutel naar “ ” en schakel alle elektrische circuits uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampe-
rage dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische sys-
teem en mogelijk brand te voorko-
men.
[DWA15131]
LET OP
LET OP
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-33
6
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 70
2AS-F819D-D0.indd 7031/07/12 11:38

Page:   < prev 1-10 ... 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 100 next >