YAMAHA XENTER 150 2012 Instructieboekje (in Dutch)
Page 61 of 84
1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-24
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
DCA10590
LET OPAls schade wordt gevonden of de voor-
vork niet soepel beweegt, vraag dan
een Yamaha dealer te repareren of te
controleren.
DAU23272
Voorvork controlerenDe conditie en de werking van de voorvork
moeten als volgt worden gecontroleerd
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
Om de conditie te controleren
Controleer de binnenste vorkbuizen op
krassen, beschadigingen en overmatige
olielekkage.
Om de werking te controleren
1. Zet de machine op een vlakke on-
dergrond en houd deze rechtop.
WAARSCHUWING! Ondersteun de
machine zorgvuldig om omvallen
en mogelijk letsel te voorkomen.
[DWA10751]
2. Bekrachtig de voorrem en druk het
stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
52S-F819D-D0_CS.indd 6-2452S-F819D-D0_CS.indd 6-24
2011/11/16 13:05:142011/11/16 13:05:14
Process BlackProcess Black
Page 62 of 84
1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-25
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
DAUT3760
Accu
1
1. AccuDit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden
bijgevuld. Het is echter wel nodig om de
accukabelverbindingen te controleren en,
indien nodig, vast te zetten.
DWA10760
WAARSCHUWING
● Elektrolyt is giftig en gevaarlijk
omdat het zwavelzuur bevat, een
stof die ernstige brandwonden ver-
oorzaakt. Vermijd contact met de
huid, ogen of kleding en bescherm
DAU45511
Stuursysteem controlerenLosse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuur-
systeem moet als volgt worden gecontro-
leerd volgens de intervalperioden vermeld
in het periodieke smeer- en onderhouds-
schema.
1. Zet de machine op de middenbok.
WAARSCHUWING! Ondersteun de
machine zorgvuldig om omvallen
en mogelijk letsel te voorkomen.
[DWA10751]
2. Houd de voorvorkpoten aan het on-
derste uiteinde beet en probeer ze
naar voren en achteren te bewegen.
Als speling wordt gevoeld, vraag dan
een Yamaha dealer het stuursysteem
te inspecteren of repareren.
DAU23291
Controleren van wiellagersDe voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalpe-
rioden voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de
wielnaaf speling vertoont of het wiel niet
soepel draait, vraag dan een Yamaha dea-
ler de wiellagers te controleren.
52S-F819D-D0_CS.indd 6-2552S-F819D-D0_CS.indd 6-25
2011/11/16 13:05:152011/11/16 13:05:15
Process BlackProcess Black
Page 63 of 84
1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-26
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
haal dan eerst de negatieve kabel
en daarna de positieve kabel los.[DCA16302]
2. Als de accu langer dan twee maan-
den wordt weggeborgen, moet deze
minstens eenmaal per maand worden
gecontroleerd; laad de accu dan in-
dien nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens
deze te installeren.
LET OP:
Draai
voordat u de accu plaatst de sleu-
tel naar “OFF” en sluit vervolgens
eerst de positieve kabel en daarna
de negatieve kabel aan.
[DCA16840]
4. Controleer na installatie van de accu
of de accukabels correct zijn aange-
sloten op de accupolen.
5. Draai het contactslot drie keer van
“ON” naar “OFF” met tussenpozen
van drie seconden om het stationair-
regelsysteem te initialiseren.
DCA16530
LET OPHoud de accu steeds opgeladen. Stal-
len van een ontladen accu kan leiden
De accu bevindt zich achter paneel A. Ver-
wijder het paneel om toegang te krijgen tot
de accu. (Zie pagina 6-7.)
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dea-
ler de accu te laden als deze ontladen lijkt
te zijn. Vergeet niet dat de accu sneller
ontladen raakt als de machine is uitgerust
met optionele elektrische accessoires.
DCA16521
LET OPVoor het opladen van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu is een
speciale acculader (met constante
spanning) vereist. Bij gebruik van een
conventionele acculader raakt de accu
beschadigd.
Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als het voertuig
langer dan een maand niet wordt
gebruikt, laad hem volledig bij en zet
dan weg op een koele en droge plek.
LET OP:
Draai voordat u de accu
verwijdert de sleutel naar “OFF” en
uw ogen altijd bij werkzaamheden
nabij accu’s. Voer als volgt EER-
STE HULP uit als er lichamelijk
contact is geweest met elektrolyt.
• UITWENDIG: Spoel overvloedig
met water.
• INWENDIG: Drink grote hoeveel-
heden water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
• OGEN: Spoel gedurende 15 mi-
nuten met water en roep direct
medische hulp in.
● Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.● HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN.
DCA10620
LET OPProbeer nooit om celafdichtingen op de
accu te verwijderen, hierdoor kan per-
manente schade aan de accu worden
toegebracht.
52S-F819D-D0_CS.indd 6-2652S-F819D-D0_CS.indd 6-26
2011/11/16 13:05:152011/11/16 13:05:15
Process BlackProcess Black
Page 64 of 84
1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-27
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
1
1. Reservezekering2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met
de voorgeschreven ampèrewaarde
aan. WAARSCHUWING! Gebruik
geen zekeringen met een hogere
amperage dan aanbevolen om
ernstige schade aan het elektri-
sche systeem en mogelijk brand te
voorkomen.
[DWA15131] DAUT3750
Zekeringen vervangen
1
1. ZekeringenkastjeDe zekeringenkast bevindt zich naast het
accucompartiment achter paneel A. (Zie
pagina 6-7.)
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische
circuit uit.
tot permanente accuschade.
52S-F819D-D0_CS.indd 6-2752S-F819D-D0_CS.indd 6-27
2011/11/16 13:05:152011/11/16 13:05:15
Process BlackProcess Black
Page 65 of 84
1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-28
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
DAUT3660
Koplampgloeilamp vervangenDe koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang een koplamp-
gloeilamp als volgt als deze is doorge-
brand.
DCA10650
LET OPPas op en zorg dat de volgende onder-
delen niet worden beschadigd:● Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloeilamp
niet aan zodat dit vetvrij blijft, anders
kan de doorzichtigheid van het glas, de
lichtintensiteit en de levensduur nade-
lig worden beïnvloed. Wrijf eventuele
verontreinigingen en vingerafdrukken
op het gloeilampglas weg met een
doekje gedrenkt in alcohol of thinner.● Koplamplens
• Plak geen kleurfolie of stickers
op de koplamplens.
• Gebruik geen koplampgloeilamp
met een hoger wattage dan is
voorgeschreven.
1. Verwijder paneel A samen met de
koplampunit. (Zie pagina 6-7.)
2. Verwijder de gloeilampkap en maak
vervolgens de koplampstekker los.
1
1. Gloeilampkap
1
2
3
1. Koplampstekker
2. Gloeilamphouder
3. Koplampgloeilamp3. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp.
4. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de
gloeilamphouder.
5. Sluit de koplampstekker aan en mon-
teer vervolgens de gloeilampkap.
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
20 A
Zekering ontstekingssysteem:
7.5 A
Zekering signaleringssysteem:
15 A
Koplampzekering:
15 A
Backup-zekering:
7.5 AOPMERKINGDraai na het verwijderen en plaatsen van
de hoofdzekering het contactslot drie keer
van “ON” naar “OFF” met tussenpozen
van drie seconden om het stationairregel-
systeem te initialiseren.
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dea-
ler het elektrisch systeem te controle-
ren.
52S-F819D-D0_CS.indd 6-2852S-F819D-D0_CS.indd 6-28
2011/11/16 13:05:152011/11/16 13:05:15
Process BlackProcess Black
Page 66 of 84
1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-29
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
DAUT3650
Gloeilamp in voorste richting-
aanwijzer vervangenVervang de gloeilamp van een voorste
richtingaanwijzer als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Verwijder het stroomlijnpaneel A. (Zie
pagina 6-7.)
2. Verwijder de lampfitting (samen met
de gloeilamp) door deze linksom te
draaien.
1
1. Fitting gloeilamp richtingaanwijzer
6. Monteer het stroomlijnpaneel samen
met de koplampunit.
7. Vraag indien nodig een Yamaha dea-
ler de koplamplichtbundel af te stel-
len.
DAU24181
Achterlicht/remlichtunit
1
1. Remlicht/achterlichtDit model is uitgerust met een LED-type
remlicht/achterlicht.
Als het remlicht/achterlicht niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen.
52S-F819D-D0_CS.indd 6-2952S-F819D-D0_CS.indd 6-29
2011/11/16 13:05:152011/11/16 13:05:15
Process BlackProcess Black
Page 67 of 84
1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-30
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
DAUT3640
Parkeerlichtgloeilamp vervan-
genVervang een parkeerlichtgloeilamp als
volgt als deze is doorgebrand.
1. Verwijder het stroomlijnpaneel A. (Zie
pagina 6-7.)
2. Verwijder de lampfitting (samen met
de gloeilamp) door deze linksom te
draaien.
1
1. Fitting parkeerlichtgloeilamp
1
1. Parkeerlichtgloeilamp3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fi t-
ting.
5. Breng de lampfi tting aan (samen met
de gloeilamp) door deze rechtsom te
draaien.
6. Breng het stroomlijnpaneel aan.
1
1. Gloeilamp richtingaanwijzer3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te
draaien.
4. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fi t-
ting, druk deze in en draai rechtsom
tot hij stuit.
DCAU0080
LET OPAls een richtingaanwijzergloeilamp
van een ander wattage dan aanbevolen
wordt gebruikt, kan de knipperwerking
van de richtingaanwijzer verslechteren.
5. Breng de lampfi tting aan (samen met
de gloeilamp) door deze rechtsom te
draaien.
6. Breng het stroomlijnpaneel aan.
52S-F819D-D0_CS.indd 6-3052S-F819D-D0_CS.indd 6-30
2011/11/16 13:05:152011/11/16 13:05:15
Process BlackProcess Black
Page 68 of 84
1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-31
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
4. Monteer de lamplens door de schroef
aan te brengen.
LET OP:
Draai de
schroef niet te vast, hierdoor kan
de lens breken.
[DCA11191]
DAUT3670
Gloeilamp achterste richtingaan-
wijzer vervangen1. Verwijder de lamplens van de rich-
tingaanwijzer door de schroef te ver-
wijderen.
1
1. Gloeilamp achterste richtingaanwijzer2. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te
draaien.
3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fi t-
ting, druk deze in en draai rechtsom
tot hij stuit.
DCAU0080
LET OPAls een richtingaanwijzergloeilamp
van een ander wattage dan aanbevolen
wordt gebruikt, kan de knipperwerking
van de richtingaanwijzer verslechteren.
DAU24330
Kentekenverlichting
1
1. KentekenverlichtingAls de kentekenverlichting niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen of vervang de
gloeilamp.
52S-F819D-D0_CS.indd 6-3152S-F819D-D0_CS.indd 6-31
2011/11/16 13:05:152011/11/16 13:05:15
Process BlackProcess Black
Page 69 of 84
1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-32
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
DWA15141
WAARSCHUWING
Rook niet tijdens het controleren van
het brandstofsysteem en let erop dat er
geen open vuur of vonken in de omge-
ving zijn, inclusief waakvlammen van
geisers of ovens. Benzine en benzine-
dampen kunnen vlam vatten of explo-
deren, met ernstig letsel of schade aan
eigendommen tot gevolg.
DAU25881
Problemen oplossenYamaha scooters ondergaan een grondige
inspectie voordat ze vanaf de fabriek op
transport gaan, maar tijdens gebruik kun-
nen toch storingen optreden. Problemen in
de brandstof-, compressie- of ontstekings-
systemen kunnen bijvoorbeeld de oorzaak
zijn van slecht starten of een afname in
motorvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s is
een snelle en gemakkelijke werkwijze
weergegeven om deze vitale systemen
zelf te kunnen controleren. Ga met uw
scooter echter wel naar een Yamaha dea-
ler als reparaties nodig zijn, hier zijn vak-
kundige monteurs aanwezig die beschik-
ken over het benodigde gereedschap en
de ervaring en vakkennis om het nodige
onderhoud aan de scooter correct te ver-
richten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha
vervangingsonderdelen. Niet-originele on-
derdelen lijken misschien op Yamaha on-
derdelen maar zijn toch vaak van mindere
kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn.
52S-F819D-D0_CS.indd 6-3252S-F819D-D0_CS.indd 6-32
2011/11/16 13:05:152011/11/16 13:05:15
Process BlackProcess Black
Page 70 of 84
1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-33
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
DAU42704
Storingzoekschema’sStartproblemen of slechte werking van de motor
Controleer het
brandstofniveau in de
brandstoftank.1. Brandstof
Er is voldoende brandstof aanwezig.
Er is geen brandstof aanwezig.
Controleer de compressie.
Vul brandstof bij.
De motor start niet.
Controleer de compressie.
Bedien de startmotor.2. Compressie
Er is compressie.
Er is geen compressie.
Controleer de ontsteking.
Vraag een Yamaha dealer de
machine te controleren.
Verwijder de bougie en
controleer de elektroden.3. Ontsteking
Schoonvegen met een droge doek. Stel de
elektrodenafstand van de bougie af of vervang de bougie.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet. Vraag een
Yamaha dealer de machine te
controleren.
De motor start niet. Controleer de accu.
Bedien de startmotor.4. Accu
De motor draait snel rond.
De motor draait langzaam rond.
De accu is in orde.
DroogNat
Bedien de startmotor.
Controleer de aansluitingen van de
accukabels en vraag indien nodig een
Yamaha dealer om de accu te laden.
52S-F819D-D0_CS.indd 6-3352S-F819D-D0_CS.indd 6-33
2011/11/16 13:05:162011/11/16 13:05:16
Process BlackProcess Black