YAMAHA XJ6-N 2016 Instructieboekje (in Dutch)
Page 81 of 102
Periodiek on derhou d en afstellin g
6-37
6
2. Verwijder de bouten van de multifunc-
tionele meter en til de meter vervol-
gens omhoog om de uitsteeksels op
de meter los te haken uit de openin-
gen in de metersteun.
3. Verwijder de koplampunit door de bouten los te halen. 4. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de gloeilampkap.
5. Haak de gloeilamphouder los en ver- wijder dan de defecte gloeilamp.
6. Breng een nieuwe koplampgloeilamp aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.
1. Zijpaneel koplampunit
2. Bout
1. Multifunctionele meter
2. Bout
1. Uitsteeksel
2. Sleuf
11
22
1 2
1
2
1. Koplampunit
2. Bout
1. Gloeilampkap
2. Koplampstekker
1. Gloeilamphouder
2. Koplampgloeilamp
1
2
2
2 1
1
2
UB61D1D0.book Page 37 Tuesday, September 15, 2015 4:59 PM
Page 82 of 102
Periodiek on derhou d en afstelling
6-38
6
7. Breng de gloeilampkap aan en sluit
dan de koplampstekker aan.
8. Steek het uitsteeksel op de koplam- punit in de pakkingsring in de kop-
lampsteun en monteer de
koplampunit door de bouten aan te
brengen.
9. Steek de uitsteeksels op de multifunc- tionele meter in de openingen in de
metersteun, plaats de meter in de oor-
spronkelijke positie en breng dan de
bouten aan.
10. Plaats de zijkappen van de koplampu- nit in de oorspronkelijke positie en
breng dan de bouten aan. 11. Vraag indien nodig een Yamaha dea-
ler de koplamplichtbundel af te stel-
len.
1. Uitsteeksel
2. Doorvoer
1. Uitsteeksel
2. Sleuf
2
1
1
2
UB61D1D0.book Page 38 Tuesday, September 15, 2015 4:59 PM
Page 83 of 102
Periodiek on derhou d en afstellin g
6-39
6
DAU50771
Parkeerlicht gloeilamp vervan gen
Vervang een parkeerlichtgloeilamp als volgt
als deze is doorgebrand.
1. Verwijder de koplampunit. (Zie pagina
6-36.)
2. Verwijder de parkeerlichtstekker (sa- men met de fitting en de gloeilamp)
door deze linksom te draaien.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit- ting.
5. Sluit de stekker (samen met de fitting
en de gloeilamp) aan door deze
rechtsom te draaien.
6. Breng de koplampunit aan.
DAU70880
Gloeilamp in remlicht/achterlicht
vervan gen
1. Verwijder het zadel. (Zie pagina 3-18.)
2. Verwijder de gloeilampfitting van het
remlicht/achterlicht (samen met de
gloeilamp) door deze linksom te draai-
en.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit- ting.
5. Breng de lampfitting aan (samen met de gloeilamp) door deze rechtsom te
draaien.
6. Breng het zadel aan.
1. Parkeerlichtstekker
1. Parkeerlichtgloeilamp
2. Fitting parkeerlichtgloeilamp
3. Parkeerlichtstekker
1
1
2
3
1. Fitting remlicht/achterlicht
1. Lamp remlicht/achterlicht
2. Fitting remlicht/achterlicht
1
2
1
UB61D1D0.book Page 39 Tuesday, September 15, 2015 4:59 PM
Page 84 of 102
Periodiek on derhou d en afstelling
6-40
6
DAU24205
Gloeilamp in richtin gaanwijzer
vervan gen
1. Verwijder de lamplens van de richting-
aanwijzer door de schroeven te verwij-
deren.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door deze in te drukken en linksom te draai-
en.
3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit- ting, druk deze in en draai rechtsom
tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroef aan te brengen. LET OP: Draai de
schroef niet te vast, hier door kan de
lens breken.
[DCA11192] DAU24314
Gloeilamp in kentekenverlichtin
g
vervan gen
1. Verwijder de lampeenheid voor kente-
kenverlichting door de schroeven los
te draaien.
2. Verwijder de gloeilampfitting van de kentekenverlichting (samen met de
gloeilamp) door deze uit te trekken.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit- ting.
5. Breng de lampfitting aan (samen met de gloeilamp) door deze vast te druk-
ken.
6. Monteer de lampeenheid voor kente- kenverlichting door de schroeven aan
te brengen.
1. Lamplens richtingaanwijzer
2. Schroef
1. Gloeilamp richtingaanwijzer
1
2
1
1. Kentekenverlichtingsunit
2. Schroef
1. Gloeilampfitting kentekenverlichting
2. Gloeilamp kentekenverlichting
2
1
1
2
UB61D1D0.book Page 40 Tuesday, September 15, 2015 4:59 PM
Page 85 of 102
Periodiek on derhou d en afstellin g
6-41
6
DAU24351
Ondersteunen van de motorfiets
Dit model is niet voorzien van een midden-
bok, neem daarom de volgende voorzorgs-
maatregelen in acht bij het verwijderen van
het voor- en achterwiel of bij het uitvoeren
van ander onderhoud waarbij de motorfiets
rechtop moet staan. Controleer of de mo-
torfiets stabiel en horizontaal staat alvorens
onderhoud te verrichten. Onder het motor-
blok kan een stevige houten kist gezet wor-
den voor extra stabiliteit.
On derhou d aan het voorwiel
1. Stabiliseer de achterzijde van de mo-
torfiets met een motorstandaard of,
als geen andere standaard voorhan-
den is, door een krik te plaatsen onder
het frame aan de voorzijde van het
achterwiel.
2. Breng het voorwiel los van de grond
met gebruik van een motorfietsstan-
daard.
Verwij deren van het achterwiel
Breng het achterwiel los van de grond met
een motorfietsstandaard of, als deze niet
voorhanden is, door een krik te plaatsen
onder beide zijden van het frame aan de
voorzijde van het achterwiel, of onder beide
uiteinden van de achterbrug.
DAU44792
Voorwiel (voor mo dellen zon der
ABS)
WAARSCHUWING
DWA14841
Wielen van ABS-mod ellen moeten door
een Yamaha- dealer verwij der d en g e-
monteer d wor den.
DAU56270
Om het voorwiel te verwij deren
WAARSCHUWING
DWA10822
Zor g d at de machine veili g wor dt ond er-
steun d, zo dat deze niet kan omvallen.
1. Draai de klembout van de voorwielas
los en draai dan de wielas en de rem-
klauwbouten los.
2. Licht het voorwiel van de grond vol- gens de werkwijze in de vorige para-
graaf “Ondersteunen van de
motorfiets”.
3. Verwijder aan beide zijden de rem-
klauwen door de bouten los te halen.
LET OP: Bekrachti g d e rem niet na-
d at de remklauwen zijn verwij der d,
hier door wor den de rem blokken te-
g en elkaar g eknepen.
[DCA11052]
1. Wielas
2. Klembout voorwielas
3. Remklauwbout
1
3
2
UB61D1D0.book Page 41 Tuesday, September 15, 2015 4:59 PM
Page 86 of 102
Periodiek on derhou d en afstelling
6-42
6
4. Trek de wielas uit en verwijder dan het
wiel.
Aan bren gen van het voorwiel
1. Breng het wiel omhoog tussen de vorkpoten.
2. Steek de wielas naar binnen.
3. Monteer de remklauwen door de bou- ten aan te brengen.
OPMERKING
Kijk of er voldoende afstand tussen de rem-
blokken is voordat de remklauwen over de
remschijven worden gemonteerd.
4. Laat het voorwiel tot op de grond zak-ken en klap daarna de zijstandaard
omlaag.
5. Zet de wielas, de voorwielasklembout en de remklauwbouten vast met de
voorgeschreven aanhaalmomenten.
6. Duw het stuur enkele malen stevig op en neer om te controleren of de voor-
vork correct werkt.
DAU44802
Achterwiel (voor mo dellen zon-
d er ABS)
WAARSCHUWING
DWA14841
Wielen van ABS-mo dellen moeten door
een Yamaha- dealer verwij der d en g e-
monteer d wor den.
DAU56662
Verwij deren van het achterwiel
WAARSCHUWING
DWA10822
Zor g d at de machine veili g wor dt on der-
steun d, zo dat deze niet kan omvallen.
1. Draai de borgmoer los en draai de
stelmoer voor kettingspanning los aan
beide zijden van de achterbrug.
2. Draai de wielasmoer los.
3. Licht het achterwiel van de grond vol- gens de werkwijze op pagina 6-41.
4. Verwijder de wielasmoer.
5. Druk het wiel naar voren en haal dan de aandrijfketting van het achtertand-
wiel.
1. Remklauw
2. Remklauwbout
Aanhaalmomenten:Wielas:
65 Nm (6.5 m·kgf, 47 ft·lbf)
Klembout voorwielas: 19 Nm (1.9 m·kgf, 14 ft·lbf)
Remklauwbout: 40 Nm (4.0 m·kgf, 29 ft·lbf)
1 2
1. Wielasmoer
2. Stelmoer spanning aandrijfketting
3. Borgmoer
1
3
2
UB61D1D0.book Page 42 Tuesday, September 15, 2015 4:59 PM
Page 87 of 102
Periodiek on derhou d en afstellin g
6-43
6
OPMERKING
Als het verwijderen van de aandrijfket-
ting problemen oplevert, verwijder
dan eerst de wielas en breng het wiel
voldoende omhoog om de ketting van
het achtertandwiel te kunnen halen.
De aandrijfketting hoeft niet te worden
gedemonteerd om het achterwiel te
verwijderen en aan te brengen.
6. Ondersteun de remklauw en licht dan
het achterwiel iets op en trek de wielas
uit.
OPMERKING
Een rubber hamer is handig om de wielas
los te tikken.
7. Verwijder het wiel. LET OP: Bekrach- tig d e rem niet terwijl het wiel en de
remschijf zijn verwij der d, an ders
wor den de rem blokken teg en el-
kaar geperst.
[DCA11073]
Om het achterwiel aan te bren gen
1. Monteer het wiel en de remklauw- steun door de wielas vanaf de rechter-
zijde in te steken.
OPMERKING
Controleer of de sleuf in de remklauw-
steun over de aanslag op de achter-
brug is geplaatst.
Kijk of er voldoende afstand tussen de
remblokken is voordat u het wiel aan-
brengt.
2. Breng de aandrijfketting aan op het
achtertandwiel.
3. Breng de wielasmoer aan.
4. Laat het achterwiel tot op de grond
zakken en klap daarna de zijstandaard
omlaag.
5. Stel de spanning van de aandrijfket- ting af. (Zie pagina 6-26.)
6. Draai de wielasmoer vast en zet daar-
na de borgmoeren vast met de voor-
geschreven aanhaalmomenten.
1. Remklauw
2. Wielas
1
2
1. Remklauwsteun
2. Sleuf
3. Borging
2 3
1
UB61D1D0.book Page 43 Tuesday, September 15, 2015 4:59 PM
Page 88 of 102
Periodiek on derhou d en afstelling
6-44
6
DAU25872
Prob lemen oplossen
Yamaha motorfietsen ondergaan een gron-
dige inspectie voordat ze vanaf de fabriek
op transport gaan, maar tijdens gebruik
kunnen toch storingen optreden. Proble-
men in de brandstof-, compressie- of ont-
stekingssystemen kunnen bijvoorbeeld de
oorzaak zijn van slecht starten of een afna-
me in motorvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s is een
snelle en gemakkelijke werkwijze weerge-
geven om deze vitale systemen zelf te kun-
nen controleren. Ga met uw motorfiets
echter wel naar een Yamaha dealer als re-
paraties nodig zijn, hier zijn vakkundige
monteurs aanwezig die beschikken over
het benodigde gereedschap en de ervaring
en vakkennis om het nodige onderhoud
aan de motorfiets correct te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele onder-
delen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van minde-
re kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn.
WAARSCHUWING
DWA15142
Rook niet tij dens het controleren van het
b ran dstofsysteem en let erop d at er
g een open vuur of vonken in d e omge-
vin g zijn, inclusief waakvlammen van
g eisers of ovens. Benzine en benzine-
d ampen kunnen vlam vatten of explo de-
ren, met ernsti g letsel of scha de aan
ei gen dommen tot g evolg.
Aanhaalmomenten:
Wielasmoer:
90 Nm (9.0 m·kgf, 65 ft·lbf)
Borgmoer: 16 Nm (1.6 m·kgf, 12 ft·lbf)
UB61D1D0.book Page 44 Tuesday, September 15, 2015 4:59 PM
Page 89 of 102
Periodiek on derhou d en afstellin g
6-45
6
DAU67970
Storingzoekschema’s
Startpro blemen of slechte werkin g van de motor
1. BrandstofEr is voldoende
brandstof aanwezig.
Er is geen brandstof
aanwezig.
Controleer de accu.
Vul brandstof bij.
De motor draait snel
rond.
De motor draait
langzaam rond.
De motor start niet.
Controleer de accu.
Schoonvegen met een
droge doek. Stel de
elektrodenafstand van
de bougies af of
vervang de bougies.
Controleer de
aansluitingen van de
accukabels en vraag
indien nodig een Yamaha
dealer om de accu te laden.
2. AccuDe accu is in orde.
De motor start niet.
Controleer de
ontsteking.
3. OntstekingNatBedien de elektrische
startknop.
Droog
Er is compressie.
Er is geen
compressie.
De motor start niet.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet.
Controleer de
compressie.Vraag een Yamaha
dealer de machine te
controleren.
Verwijder de bougies
en controleer de
elektroden.
Bedien de elektrische
startknop.
Bedien de elektrische
startknop.
Controleer het
brandstofniveau in de
brandstoftank.
4. Compressie
UB61D1D0.book Page 45 Tuesday, September 15, 2015 4:59 PM
Page 90 of 102
Periodiek on derhou d en afstelling
6-46
6
Oververhitte motor
WAARSCHUWING
DWA10401
Verwij der de koelvloeistofra diatorvul dop niet terwijl de motor en de koelvloei-
stofra diator no g heet zijn. Hete vloeistof en stoom kan naar buiten spuiten en zo
ernsti ge bran dwon den veroorzaken. Wacht tot de motor is af gekoel d.
Bren g na verwij deren van d e bor gbout voor de rad iatorvuld op een dikke doek,
b ijvoor beel d een han ddoek, aan over de rad iatorvul dop en draai deze dan lan g-
zaam linksom te gen de aanslag zodat de no g aanwezi ge druk kan ontsnappen.
Druk de dop omlaa g zo dra he
t sisgelui d stopt en d raai deze linksom en verwij der
d e dop.
OPMERKING
Als geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijd elijk leidingwater worden gebruikt, maar dit
moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschreven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in
het reservoir en in de
radiator.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Het koelvloeistofniveau
is in orde.
Er is geen lekkage.
Er is lekkage.
Het koelvloeistofniveau
is laag. Controleer het
koelsysteem op
lekkage.
Vraag een Yamaha
dealer het koelsysteem
te controleren en te
repareren.
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te repareren als de
motor opnieuw oververhit raakt.
UB61D1D0.book Page 46 Tuesday, September 15, 2015 4:59 PM