YAMAHA XJ6-N 2016 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2016, Model line: XJ6-N, Model: YAMAHA XJ6-N 2016Pages: 102, PDF Size: 2.76 MB
Page 51 of 102

Periodiek on derhou d en afstellin g
6-7
6
DAU18724
Verwijderen en aan bren gen van
d e stroomlijn- en framepanelen
Bij het uitvoeren van sommige in dit hoofd-
stuk beschreven onderhoudswerkzaamhe-
den moeten het afgebeelde
stroomlijnpaneel en de framepanelen wor-
den verwijderd. Neem deze paragraaf door
wanneer een stroomlijn- of framepaneel
moet worden verwijderd of aangebracht.
DAU46742Stroomlijnpaneel A
Verwijderen van stroomlijnpaneel
Verwijder de bouten en neem het stroom-
lijnpaneel los. Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
Plaats het stroomlijnpaneel in de oorspron-
kelijke positie en breng dan de schroeven
aan.
DAU56070
Paneel A
Om het paneel te verwijderen
Verwijder de bout en de drukclip en haal
dan het paneel los.
Om het paneel aan te brengen
Plaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie en breng dan de bout en de drukclip
aan.
Paneel B
Om het paneel te verwijderen
Verwijder de bouten en haal het paneel los.
1. Paneel A
2. Paneel B
3. Stroomlijnpaneel A
1. Stroomlijnpaneel A
2. Bout
2
3
1
2
2
1
1. Paneel A
2. Bout
3. Drukclip
1
2
3
UB61D1D0.book Page 7 Tuesday, September 15, 2015 4:59 PM
Page 52 of 102

Periodiek on derhou d en afstelling
6-8
6
Om het paneel aan te brengen
Plaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie en breng dan de bouten aan.
DAU19643
Controleren van d e bou gies
Bougies vormen belangrijke onderdelen
van de motor die periodiek moeten worden
gecontroleerd, bij voorkeur door een
Yamaha dealer. Omdat bougies door ver- hitting en neerslag altijd langzaam slijten,
moeten de bougies worden verwijderd en
gecontroleerd volgens de tijden genoemd
in het periodieke smeer- en onderhouds-
schema. De conditie van de bougies kan
daarnaast veel duidelijk maken over de
conditie van de motor.
De porseleinen isolator rond de centrale
elektrode moet licht tot gemiddeld bruin
verkleurd zijn (de ideale kleur als normaal
met het voertuig wordt gereden), en alle
bougies in de motor horen dezelfde ver-
kleuring te hebben. Wanneer een bougie
een heel andere kleur vertoont, werkt de
motor mogelijk niet naar behoren. Probeer
dergelijke problemen niet zelf vast te stel-
len. Laat in plaats daarvan uw machine na-
kijken door een Yamaha dealer.
Vervang een bougie als de elektroden blij-
ken te zijn afgesleten en als overmatige
koolaanslag of andere neerslag gevonden
wordt.
Voordat een bougie wordt aangebracht
moet de elektrodenafstand met een draad-
voelmaat worden gemeten; breng indien
nodig de elektrodenafstand op specificatie.
1. Paneel B
2. Bout
1
2
2
Voorgeschreven bou gie:
NGK/CR9E
UB61D1D0.book Page 8 Tuesday, September 15, 2015 4:59 PM
Page 53 of 102

Periodiek on derhou d en afstellin g
6-9
6
Reinig het oppervlak van de bougiepakking
en het pasvlak en verwijder eventueel vuil
uit de schroefdraad van de bougie.
OPMERKING
Als geen momentsleutel beschikbaar is,
wordt de bougie correct vastgezet door
handvast te zetten en dan nog 1/4–1/2 slag
verder te draaien. De bougie moet echter
zo snel mogelijk naar het juiste aanhaalmo-
ment worden aangedraaid.
DAU46723
Motorolie en oliefilterpatroon
Vóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de oliefilterpatroon
worden vervangen volgens de intervalperi-
oden vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
Om het motorolieniveau te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en houd deze rechtop. Wan-
neer de machine iets schuin staat, kan
het niveau al foutief worden afgelezen.
2. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Wacht een paar minuten om de olie tot rust te laten komen.
4. Verwijder de peilstok en veeg deze schoon. Steek de peilstok terug in de
olievulopening (zonder vast te draaien)
en verwijder dan opnieuw om het olie-
niveau te controleren.
OPMERKING
Het motorolieniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveau
staan.
1. Elektrodenafstand
Elektro denafstan d:
0.7–0.8 mm (0.028–0.031 in)
Aanhaalmoment: Bougie:
13 Nm (1.3 m·kgf, 9.4 ft·lbf)
1. Motoroliepeilstok
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
1
2
3
UB61D1D0.book Page 9 Tuesday, September 15, 2015 4:59 PM
Page 54 of 102

Periodiek on derhou d en afstelling
6-10
6
5. Als de motorolie bij of beneden de
merkstreep voor minimumniveau
staat, verwijder dan de olievuldop en
vul voldoende olie van de aanbevolen
soort bij tot het correcte niveau.
6. Steek de peilstok in en draai deze vast en installeer dan de olievuldop en
draai vast.
Om de motorolie te verversen (met of
zon der vervan gin g van oliefilterpatroon)
1. Verwijder stroomlijnpaneel A. (Zie pa- gina 6-7.)
2. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Zet een olieopvangbak onder de mo-
tor om de gebruikte olie op te vangen.
4. Verwijder de olievuldop en de olieaf- tapplug met de pakking om de olie uit
het carter te laten stromen.OPMERKING
Sla de stappen 5–7 over als de oliefilterpa-
troon niet wordt vervangen.
5. Verwijder de oliefilterpatroon met eenoliefiltersleutel.
OPMERKING
De Yamaha dealer kan een oliefiltersleutel
leveren.
6. Smeer een dun laagje schone motor-olie op de O-ring van de nieuwe oliefil-
terpatroon.
OPMERKING
Zorg dat de O-ring correct aanligt.
7. Plaats de nieuwe oliefilterpatroon met
een oliefiltersleutel en zet hem dan
met een momentsleutel vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
1. Olievuldop
1. Olieaftapplug
2. Pakking
1
12
1. Oliefilterpatroon
2. Oliefiltersleutel
1. O-ring
1
2
UB61D1D0.book Page 10 Tuesday, September 15, 2015 4:59 PM
Page 55 of 102

Periodiek on derhou d en afstellin g
6-11
6
8. Monteer de olieaftapplug met een
nieuwe pakking en zet de plug vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
9. Vul bij met de voorgeschreven hoe- veelheid van de aanbevolen motor-
olie, breng dan de olievuldop aan en
zet deze vast.
OPMERKING
Veeg enige gemorste olie af nadat de motor
en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld.
LET OP
DCA11621
Om het slippen van de koppelin g te
voorkomen ( de motorolie smeert
immers ook d e koppeling) mo gen
g een chemische a dditieven worden
toe gevoe gd. Ge bruik geen oliën
met een “CD” d ieselspecificatie of
oliën met een ho gere kwaliteit dan
g especificeer d. Ge bruik ook geen
oliën met een “ENERGY CONSER-
VING II” of ho gere aan dui din g.
Zor g d at er g een verontreini gin gen
in het carter terecht komen.
10. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage . Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.
OPMERKING
Nadat de motor is gestart moet het waar-
schuwingslampje olieniveau uitgaan als het
olieniveau correct is.
LET OP
DCA10402
Zet de motor direct af als het waarschu-
win gslampje olieniveau knippert of blijft
b ran den en laat het voertuig controleren
d oor een Yamaha dealer, zelfs als het
olieniveau in or de is.
11. Zet de motor af en wacht een paar mi-
nuten tot de olie tot rust is gekomen.
Controleer dan het olieniveau en corri-
geer indien nodig.
12. Breng het stroomlijnpaneel aan.
1. Momentsleutel
Aanhaalmoment: Oliefilterpatroon:17 Nm (1.7 m·kgf, 12 ft·lbf)
Aanhaalmoment: Olieaftapplug:
43 Nm (4.3 m·kgf, 31 ft·lbf)
Aan bevolen motorolie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelhei d:
Olieverversing: 2.50 L (2.64 US qt, 2.20 Imp.qt)
Met verwijderen van oliefilterele-
ment: 2.80 L (2.96 US qt, 2.46 Imp.qt)
1
UB61D1D0.book Page 11 Tuesday, September 15, 2015 4:59 PM
Page 56 of 102

Periodiek on derhou d en afstelling
6-12
6
DAU20071
Koelvloeistof
Voor iedere rit moet het koelvloeistofniveau
worden gecontroleerd. Ook moet de koel-
vloeistof worden ververst volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU46804Controleren van het koelvloeistofniveau
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en houd deze rechtop.
OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet worden
gecontroleerd terwijl de motor koud
is, temperatuurverschillen zijn name-
lijk van invloed op het niveau.
Zorg dat de machine rechtop staat bij
het controleren van het koelvloeistof-
niveau. Wanneer de machine iets
schuin staat, kan het niveau al foutief
worden afgelezen.
2. Controleer het koelvloeistofniveau in
het reservoir.
OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maximum-
niveau staan.
3. Als de koelvloeistof bij of beneden demerkstreep voor minimumniveau
staat, verwijder dan de ontluchtings-
slang van het koelvloeistofreservoir uit
de geleider en verwijder vervolgens de
dop van het koelvloeistofreservoir.
WAARSCHUWING! Verwij der alleen
d e dop van het koelvloeistofreser-
voir. Pro beer nooit om de ra diator-
vul dop te verwijd eren als de motor
kou d is.
[DWA15162]
4. Vul koelvloeistof bij tot aan de merk-
streep voor maximumniveau en breng
dan de dop van het koelvloeistofreser-
voir weer aan. LET OP: Als er g een
koelvloeistof aanwezi g is, g eb ruik
d an in plaats daarvan ged istilleer d
water of onthar d leid ingwater. Ge-
b ruik geen har d water of zout wa-
ter, dit is scha delijk voor d e motor.
Als er in plaats van koelvloeistof
water is g eb ruikt, vervan g d it dan
zo snel mo gelijk door koelvloeistof,
an ders is het systeem niet b e-
scherm d te gen vorst en corrosie.
Als er water aan de koelvloeistof is
toe gevoe gd, laat d an een Yamaha
d ealer zo snel mo gelijk het anti-
vries gehalte van de koelvloeistof
controleren om te voorkomen dat
d e effectiviteit van de koelvloeistof
afneemt.
[DCA10473]
1. Koelvloeistofreservoir
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
1
2
3
1. Dop koelvloeistofreservoir
2. Ontluchtingsslang koelvloeistofreservoir
3. Geleider
3
1
2
UB61D1D0.book Page 12 Tuesday, September 15, 2015 4:59 PM
Page 57 of 102

Periodiek on derhou d en afstellin g
6-13
6
5. Leid de ontluchtingsslang van het
koelvloeistofreservoir door de geleider
zoals getoond.
DAU46824Om de koelvloeistof te verversen
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en laat het motorblok indien no-
dig afkoelen.
2. Verwijder stroomlijnpaneel A en pa- neel B. (Zie pagina 6-7.)
3. Schuif een opvangbak onder de motor om de gebruikte koelvloeistof op te
vangen.
4. Verwijder de borgbout voor de radia- torvuldop, de borging voor de radia-
torvuldop en de radiatorvuldop.
WAARSCHUWING! Pro beer nooit
om de rad iatorvul dop te verwijd e-
ren als d e motor warm is.
[DWA10382]
5. Verwijder de ontluchtingsslang van
het koelvloeistofreservoir uit de gelei-
der en verwijder de dop van het koel-
vloeistofreservoir.
6. Verwijder het deksel van het koelvloei- stofreservoir en het koelvloeistofreser-
voir zelf door de bouten los te halen.
Inhou
d koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor maximum-
niveau): 0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
1. Ontluchtingsslang koelvloeistofreservoir
2. Geleider
2
1
1. Radiatorvuldop
2. Borgbout radiatorvuldop
3. Borging radiatorvuldop
1. Dop koelvloeistofreservoir
2. Ontluchtingsslang ko
elvloeistofreservoir
3. Geleider
2
1
3
3
1 2
UB61D1D0.book Page 13 Tuesday, September 15, 2015 4:59 PM
Page 58 of 102

Periodiek on derhou d en afstelling
6-14
6
7. Tap de koelvloeistof uit het reservoir af
door het reservoir om te keren.
8. Verwijder de aftapplug voor koelvloei- stof en de pakking om het koelsy-
steem af te tappen.
9. Spoel het koelsysteem nadat alle koelvloeistof is uitgestroomd grondig
door met schoon leidingwater.
10. Monteer de aftapplug voor koelvloei- stof met een nieuwe pakking en zet de
plug dan vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment. 11. Monteer het koelvloeistofreservoir en
het deksel door ze in de oorspronkelij-
ke stand te plaatsen en breng dan de
bouten aan.
12. Giet de voorgeschreven hoeveelheid
van de gespecificeerde koelvloeistof
in de koelvloeistofradiator en in het re-
servoir.
13. Breng de radiatorvuldop weer aan.
14. Breng de dop van het koelvloeistofre- servoir aan.
15. Start de motor, laat hem een paar mi- nuten stationair draaien en zet hem
dan uit.
16. Verwijder de radiatorvuldop om het koelvloeistofniveau in de radiator te
controleren. Vul indien nodig zoveel
koelvloeistof bij tot het niveau bovenin
de koelvloeistofradiator staat en breng
dan de radiatorvuldop en de borging
en borgbout voor de radiatorvuldop
aan.
1. Bout
2. Kap koelvloeistofreservoir
3. Koelvloeistofreservoir
1. Aftapplug koelvloeistof
2. Pakking
Aanhaalmoment:Aftapplug koelvloeistof:10 Nm (1.0 m·kgf, 7.2 ft·lbf)
2
3
1
21
Men
gverhou din g antivries/water:
1:1
Aan bevolen antivries:
Hoogwaardige ethyleenglycol anti-
vries met corrosieremmers voor alu-
minium motoren
Hoeveelhei d koelvloeistof:
Radiator (inclusief alle leidingen): 2.00 L (2.11 US qt, 1.76 Imp.qt)
Koelvloeistofreservoir (tot aan de
merkstreep voor maximumniveau): 0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
UB61D1D0.book Page 14 Tuesday, September 15, 2015 4:59 PM
Page 59 of 102

Periodiek on derhou d en afstellin g
6-15
6
17. Controleer het koelvloeistofniveau in
het reservoir. Verwijder indien nodig
de dop van het koelvloeistofreservoir,
vul koelvloeistof bij tot aan de merk-
streep voor maximumniveau en breng
dan de dop weer aan.
18. Leid de ontluchtingsslang van het
koelvloeistofreservoir door de geleider
zoals getoond.
19. Start de motor en controleer dan of er- gens aan de machine lekkage te zien
is. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het koelsysteem te controleren.
20. Breng het stroomlijnpaneel en het framepaneel aan.
DAU34426
Het luchtfilterelement vervan gen
Het luchtfilterelement moet worden vervan-
gen volgens de intervalperioden vermeld in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. Vervang het luchtfil terelement vaker als
u in zeer stoffige of vochtige gebieden rijdt. 1. Verwijder het zadel. (Zie pagina 3-18.)
2. Verwijder de tankbevestigingsbouten
en haal dan de brandstoftank weg van
het luchtfilterhuis.
3. Verwijder het luchtfilterdeksel door de schroeven te verwijderen. LET OP:
Let er b ij het verwij deren van het
d eksel van het luchtfilterhuis op dat
g een vreem de materialen in het
luchtinlaatspruitstuk terechtko-
men.
[DCA12882]
4. Trek het luchtfilterelement uit.
1. Radiatorvuldop
2. Borgbout radiatorvuldop
3. Borging radiatorvuldop
1. Ontluchtingsslang koelvloeistofreservoir
2. Geleider
2
1
3
2
1
1. Tankbevestigingsbout
1. Luchtfilterdeksel
2. Schroef
1
1 2
2
2
UB61D1D0.book Page 15 Tuesday, September 15, 2015 4:59 PM
Page 60 of 102

Periodiek on derhou d en afstelling
6-16
6
5. Breng een nieuw luchtfilterelement
aan in het luchtfilterhuis. LET OP:
Zor g ervoor dat het filterelement
g oe d aanli gt in het luchtfilterhuis.
Laat de motor nooit draaien met het
luchtfilterelement uitg enomen,
hier door kunnen de zui ger(s) en/of
cilin der(s) overmati g versleten ra-
ken.
[DCA10482]
6. Monteer het luchtfilterdeksel door de schroeven aan te brengen.
7. Plaats de brandstoftank terug. Con- troleer of de brandstofslangen stevig
zijn aangesloten, de juiste ligging heb-
ben en niet worden afgekneld. Ver-
geet niet de slangen in hun
oorspronkelijke positie te plaatsen.
WAARSCHUWING! Controleer alvo- rens de bran dstoftank in d e oor-
spronkelijke positie teru g te
plaatsen of alle slan gen ( bran dstof-
slan g, ontluchtin gsslan g b ran dstof-
tank, overloopslan getje
b ran dstoftank) niet zijn bescha-
d igd, goe d zijn aan gesloten en ge-
plaatst, en niet wor den af geknel d.
Als een slan g b eschad igd is, laat
d an een Yamaha d ealer de slan g
vervan gen alvorens de motor te
starten, an ders kan b randstoflek-
kag e ontstaan met b randrisico tot
g evol g.
[DWA12464]
8. Breng de tankbevestigingsbouten
aan.
9. Breng het zadel aan.
1. Luchtfilterelement
2. Luchtinlaatspruitstuk
2
1
1. Slang
1. Oorspronkelijke positie (verfmerkteken)
1
1
UB61D1D0.book Page 16 Tuesday, September 15, 2015 4:59 PM