YAMAHA XJR 1300 2003 Instructieboekje (in Dutch)

Page 71 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-26
6
DAU02939
Controleren van de voorvork De conditie en de werking van de voorvork
moeten als volgt te worden gecontroleerd
op de aangegeven tijden in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
Controleren van de conditie
DW000115
WAARSCHUWING
_ Ondersteun de motorfiets goed, zodat
deze niet kan omvallen. _Controleer de binnenste vorkbuizen op
krassen, beschadigingen en overmatige
olielekkage.Controleren van de werking
1. Plaats de motorfiets op een horizonta-
le ondergrond en houd hem verticaal.
2. Bekrachtig de voorrem en druk het
stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
DC000098
LET OP:_ Als u beschadigingen aantreft of wan-
neer de voorvork niet soepel functio-
neert, laat deze dan door een Yamaha
dealer nakijken of repareren. _
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet (universeel vet)
U5DMD0.book Page 26 Thursday, August 1, 2002 1:56 PM

Page 72 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-27
6
DAU00794
Controle van stuursysteem Losse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuur
moet als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden voorgeschreven
in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
1. Plaats een standaard onder de motor
zodat het voorwiel los is van de grond.
DW000115
WAARSCHUWING
_ Ondersteun de motorfiets goed, zodat
deze niet kan omvallen. _
2. Houd de voorvorkpoten beet bij het
ondereinde en probeer ze naar voren
en achteren te bewegen. Als speling
kan worden gevoeld, vraag dan een
Yamaha dealer het stuursysteem te
testen.
DAU01144
Controleren van wiellagers De voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperio-
den voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
U5DMD0.book Page 27 Thursday, August 1, 2002 1:56 PM

Page 73 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-28
6
DAU00800
Accu Deze motorfiets is uitgerust met een per-
manent-dichte accu (onderhoudsvrij type)
waarvoor geen onderhoud vereist is. De
elektrolyt hoeft niet te worden gecontro-
leerd en er hoeft geen gedistilleerd water te
worden bijgevuld.
DC000101
LET OP:_ Probeer nooit om celafdichtingen op de
accu te verwijderen, hierdoor kan per-
manente schade aan de accu worden
toegebracht. _
DW000116
WAARSCHUWING
_ 
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk
doordat dit zwavelzuur bevat, een
stof die ernstige brandwonden ver-
oorzaakt. Vermijd contact met de
huid, ogen of kleding en bescherm
uw ogen altijd bij werkzaamheden
nabij accu’s. Voer als volgt EER-
STE HULP uit als er lichamelijk con-
tact is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel met rijkelijk
veel water.
INWENDIG: Drink grote hoeveel-
heden water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel gedurende
15 minuten met water en roep di-
rect medische hulp in.

Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.

HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-
TEN BEREIK VAN KINDEREN.
_Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als de motorfiets
een maand lang niet wordt gebruikt,
laad volledig bij en zet hem dan weg
op een koele en droge plek.
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan steeds
volledig bij als dat nodig is.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren.
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aangesloten op de ac-
cupolen.
U5DMD0.book Page 28 Thursday, August 1, 2002 1:56 PM

Page 74 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-29
6
DC000102
LET OP:_ 
Zorg dat de accu altijd geladen
blijft. Door een accu in ontladen
toestand weg te bergen kan perma-
nente accuschade ontstaan.

Om een permanent-dichte accu
(onderhoudsvrij type) te laden, is
een speciale acculader (met con-
stante laadspanning) vereist. Bij
gebruik van een conventionele ac-
culader raakt de accu beschadigd.
Wanneer u niet beschikt over een
speciale acculader voor perma-
nent-dichte accu’s (onderhoudsvrij
type), vraag dan een Yamaha dealer
uw accu op te laden.
_
DAU04410*
Zekeringen vervangen Het zekeringenkastje bevindt zich onder
het rijderzadel. (Zie pagina 3-11 voor in-
structies over verwijderen en aanbrengen
van het zadel.)
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische
circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering aan
met de voorgeschreven ampèrewaar-
de.
DC000103
LET OP:_ Gebruik geen zekering met een hoger
ampèrage dan is voorgeschreven, om
ernstige schade aan het elektrisch sys-
teem en mogelijk brandgevaar te vermij-
den. _3. Draai de contactsleutel in “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te testen.
1. Hoofdzekering
2. Zekering signaleringssysteem
3. Koplampzekering
4. Zekering ontstekingssysteem
5. Zekering richtingaanwijzers
6. Reservezekering (× 2)
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering: 40 A
Zekering ontstekingssysteem: 15 A
Zekering signaleringssysteem: 15 A
Koplampzekering: 15 A
Zekering richtingaanwijzers: 15 A
U5DMD0.book Page 29 Thursday, August 1, 2002 1:56 PM

Page 75 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-30
6
DAU04189
Koplampgloeilamp vervangen De koplamp op deze motorfiets heeft een
halogeen gloeilamp. Vervang de koplamp-
gloeilamp als volgt als deze is doorgebrand.
1. Verwijder de koplampunit door de
schroeven los te halen.2. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de gloeilampkap.3. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp.
DW000119
WAARSCHUWING
_ Koplampgloeilampen worden zeer heet.
Houd daarom brandbare producten uit
de buurt van een koplampgloeilamp en
raak het lampglas niet aan zolang dit
niet is afgekoeld. _4. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.
1. Schroef (× 2)
1. Koplampstekker
2. Gloeilampkap
1. Gloeilamphouder
U5DMD0.book Page 30 Thursday, August 1, 2002 1:56 PM

Page 76 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-31
6
DC000105
LET OP:_ Raak het glas van de koplampgloeilamp
niet aan zodat dit vetvrij blijft, anders
kan de doorzichtigheid van het glas, de
lichtintensiteit en de levensduur nadelig
worden beïnvloed. Wrijf eventuele ver-
ontreinigingen en vingerafdrukken op
het gloeilampglas weg met een doekje
gedrenkt in alcohol of thinner. _5. Breng de gloeilampkap aan en sluit
dan de koplampstekker aan.
6. Monteer de koplampunit door de
schroeven aan te brengen.
7. Vraag zo nodig een Yamaha dealer de
koplamplichtbundel af te stellen.
DAU04411
Gloeilamp in remlicht/achterlicht
vervangen 1. Verwijder het zadel. (Zie pagina 3-11
voor instructies over verwijderen en
aanbrengen van het zadel.)
2. Verwijder de lampfitting (samen met
de gloeilamp) door deze linksom te
draaien.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te
draaien.
4. Breng een nieuwe gloeilamp aan in de
fitting, druk de lamp aan en draai
rechtsom tot hij stuit.
5. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze rechtsom te
draaien.
6. Breng het zadel aan.
DAU03497
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen 1. Verwijder de lamplens van de richtin-
gaanwijzer door de schroeven los te
halen.
1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Gloeilampfitting remlicht/achterlicht
1. Schroef
U5DMD0.book Page 31 Thursday, August 1, 2002 1:56 PM

Page 77 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-32
6
2. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te
draaien.
3. Breng een nieuwe gloeilamp aan in de
fitting, druk de lamp aan en draai
rechtsom tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroef
aan te brengen.
DCA00065
LET OP:_ Zet de schroef niet overdreven strak
vast, anders kan de lamplens breken. _
DAU04412
Voorwiel Verwijderen van het voorwiel
DW000122
WAARSCHUWING
_ 
Het is aan te bevelen om onder-
houd aan het wiel uit te laten voe-
ren door een Yamaha dealer.

Zorg dat de motorfiets veilig wordt
ondersteund, zodat er geen risico
is op omvallen.
_1. Maak de snelheidsmeterkabel los van
het voorwiel.2. Verwijder de remslanghouders door
de bouten los te halen.
3. Verwijder de remklauwen door de
bouten los te halen.
DCA00047
LET OP:_ Trek de remhendel niet aan terwijl de
remklauw is losgehaald, anders worden
de remblokken tegen elkaar vastge-
klemd. _
1. Gloeilamp richtingaanwijzer
1. Snelheidsmeterkabel
1. Bout (× 3)
2. Remslanghouder
3. VoorremklauwLinker
Rechts
U5DMD0.book Page 32 Thursday, August 1, 2002 1:56 PM

Page 78 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-33
6
4. Draai de klembout op de voorwielas
los en verwijder dan de wielas.
5. Zet de motorfiets op de middenbok.
6. Trek de wielas uit en verwijder dan het
wiel.
DAU04360
Aanbrengen van het voorwiel
1. Monteer de wielnaaf en het de tand-
wieloverbrenging voor de snelheids-
meter zodanig aan elkaar dat de
nokjes in de sleuven vallen.2. Breng het wiel omhoog tussen de
vorkpoten.
OPMERKING:_ Controleer of de sleuf in de snelheidsmete-
runit over de aanslag op de vorkpoot valt. _3. Steek de wielas naar binnen.
4. Monteer de remklauwen door de bou-
ten aan te brengen.OPMERKING:_ Kijk of er voldoende afstand tussen de rem-
blokken is voordat de remklauwen over de
remschijven worden gemonteerd. _
1. Klembout voorwielas
2. Wielas
1. Aanslag snelheidsmeterunit
U5DMD0.book Page 33 Thursday, August 1, 2002 1:56 PM

Page 79 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-34
6
5. Monteer de remslanghouders door de
bouten aan te brengen.
6. Haal de machine van de middenbok,
zodat het voorwiel op de grond rust.
7. Zet de wielas en dan de voorwielas-
klembout en de remklauwbouten vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
8. Sluit de snelheidsmeterkabel aan.
9. Duw het stuur enkele malen stevig op
en neer om te controleren of de voor-
vork correct werkt.
DAU04413
Achterwiel Verwijderen van het achterwiel
DW000122
WAARSCHUWING
_ 
Het is aan te bevelen om onder-
houd aan het wiel uit te laten voe-
ren door een Yamaha dealer.

Zorg dat de motorfiets veilig wordt
ondersteund, zodat er geen risico
is op omvallen.
_1. Draai de wielasmoer en de remklauw-
bouten los.2. Haal de remankerstang los van de
remklauwsteun door de moer en de
bout te verwijderen.
3. Zet de motorfiets op de middenbok. Aanhaalmomenten:
Wielas:
72 Nm (7,2 m·kgf)
Klembout voorwielas:
20 Nm (2,0 m·kgf)
Remklauwbout:
40 Nm (4,0 m·kgf)1. Borgmoer
2. Stelbout van de doorbuiging aandrijfketting
3. Wielasmoer
1. Bout
2. Remankerstang
3. Moer/bout
4. Remklauwsteun
5. Remklauw
6. Bout (× 2)
U5DMD0.book Page 34 Thursday, August 1, 2002 1:56 PM

Page 80 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-35
6
4. Verwijder de wielasmoer en de rem-
klauw door de bouten los te halen.
DCA00082
LET OP:_ Bekrachtig de rem niet terwijl de rem-
klauw is losgehaald, anders worden de
remblokken tegen elkaar vastgeklemd. _5. Draai de borgmoeren los en draai dan
de stelbout voor kettingspanning aan
beide zijden van de swingarm hele-
maal richting
a.6. Druk het wiel naar voren en haal dan
de aandrijfketting van het achtertand-
wiel.
OPMERKING:_ De aandrijfketting hoeft niet te worden ge-
demonteerd om het achterwiel te verwijde-
ren en aan te brengen. _7. Ondersteun het wiel en de remklauw-
steun en trek dan de wielas uit.
8. Verwijder de remklauwsteun en het
wiel.
DAU03895
Aanbrengen van het achterwiel
1. Plaats het wiel en de remklauwsteun
in de oorspronkelijke positie.
2. Steek de wielas vanaf de rechterzijde
in via de remklauwsteun en het wiel en
breng dan de wielasmoer aan.
3. Breng de aandrijfketting aan over het
achtertandwiel en stel dan de aandrijf-
ketting strak. (Zie pagina 6-23 voor de
werkwijze bij spannen van de aandrijf-
ketting.)
4. Koppel de remankerstang aan de
remklauwsteun door de bout en de
moer aan te brengen.
5. Monteer de remklauw door de bouten
aan te brengen.OPMERKING:_ Kijk of er voldoende afstand tussen de rem-
blokken is voordat de remklauw over de
remschijf wordt gemonteerd. _6. Haal de motorfiets van de middenbok
zodat het achterwiel op de grond rust.
1. Wielas
2. Stelbout van de doorbuiging aandrijfketting
3. BorgmoerU5DMD0.book Page 35 Thursday, August 1, 2002 1:56 PM

Page:   < prev 1-10 ... 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 110 next >