YAMAHA XMAX 250 2006 Instructieboekje (in Dutch)

Page 61 of 86

Bij het controleren van het remv-
loeistofniveau moet het bovenv-
lak van het remvloeistofreservoir
horizontaal staan.
Gebruik uitsluitend de voor-
geschreven kwaliteit remvloeis-
tof, anders kunnen de rubberafdichtingen verslechteren en zo
lekkage en slechte remwerking
teweegbrengen.
Vul bij met hetzelfde type remvlo-
eistof. Bij vermengen van vers-
chillende typen remvloeistof kun-
nen schadelijke chemische
reacties optreden en kan de rem-
werking verslechteren.
Pas op en zorg dat tijdens bijvu-
llen geen water het remvloeisto-
freservoir kan binnendringen.
Water zal het kookpunt van de
remvloeistof aanzienlijk verlagen
zodat dampbelvorming kan
optreden.
Remvloeistof kan gelakte of
kunststof onderdelen aantasten.
Veeg gemorste remvloeistof ste-
eds direct af.
Naarmate de remblokken afslij-
ten, zal het remvloeistofniveau
geleidelijk verder dalen. Vraag
echter wel een Yamaha dealerom een inspectie als het remvlo-
eistofniveau plotseling sterk is
gedaald.
Aanbevolen remvloeistof:
DOT 4
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-20
1C0-F8199-D2.qxd 06/03/2006 16:34 Página 61

Page 62 of 86

DAU22720
Verversen van remvloeistof
Vraag een Yamaha dealer de remvlo-
eistof te verversen volgens de inter-
valperioden voorgeschreven onder
OPMERKING in het periodieke sme-
er- en onderhoudsschema. Laat
bovendien de oliekeeringen van de
hoofdremcilinder, de remklauwen en
de remslang vervangen volgens de
intervalperioden of wanneer ze lekken
of zijn beschadigd.
Oliekeeringen: Vervang elke twee
jaar.
Remslang: Vervang elke vier jaar.
DAU23111
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabel
De werking van de gasgreep hoort
voorafgaand aan elke rit te worden
gecontroleerd. Smeer ook de gaska-
bel volgens de intervaltijden gespeci-
ficeerd in het periodiek onderhoudss-
chema.
DAU23170
Smeren van voor- en
achterremhendels
De scharnierpunten van de voor- en
achterremhendels moeten worden
gesmeerd volgens de intervalperio-
den voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet (universeel vet)
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-21
1C0-F8199-D2.qxd 06/03/2006 16:34 Página 62

Page 63 of 86

DAU23211
Controleren en smeren van
middenbok en zijstandaard
De werking van de middenbok en de
zijstandaard moet voorafgaand aan
elke rit worden gecontroleerd en de
scharnierpunten en de metaal-op-
metaal contactvlakken moeten indien
nodig worden gesmeerd.
DWA10740
s s
WAARSCHUWING
Als de middenbok of de zijstanda-
ard niet soepel omhoog en omlaag
beweegt, vraag dan een Yamaha
dealer deze te controleren of te
repareren.
DAU23271
Voorvork controleren
De conditie en de werking van de
voorvork moeten als volgt worden
gecontroleerd volgens de intervalpe-
rioden voorgeschreven in het perio-
dieke smeer- en onderhoudsschema.
Om de conditie te controleren
DWA10750
s s
WAARSCHUWING
Zorg dat de motorfiets veilig wordt
ondersteund, zodat hij niet kan
omvallen.
Controleer de binnenste vorkbuizen
op krassen, beschadigingen en over-
matige olielekkage.
Om de werking te controleren
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet (universeel vet)
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-22
1C0-F8199-D2.qxd 06/03/2006 16:34 Página 63

Page 64 of 86

1. Zet de machine op een vlakke
ondergrond en houd deze rech-
top.
2. Bekrachtig de voorrem en druk
het stuur een paar keer stevig
naar beneden om te controleren
of de voorvork soepel in- en uit-
veert.
DCA10590
LET OP:
Als schade wordt gevonden of de
voorvork niet soepel beweegt, vra-
ag dan een Yamaha dealer te repa-
reren of te controleren.
DAU23280
Controle van stuursysteem
Losse of versleten balhoofdlagers
kunnen gevaarlijk zijn. De werking van
het stuur moet als volgt worden
gecontroleerd volgens de intervalpe-
rioden voorgeschreven in het perio-
dieke smeer- en onderhoudsschema.
1. Plaats een standaard onder de
motor zodat het voorwiel los is
van de grond.
DWA10750
s s
WAARSCHUWING
Zorg dat de motorfiets veilig wordt
ondersteund, zodat hij niet kan
omvallen.
2. Houd de voorvorkpoten beet bij
het ondereinde en probeer ze
naar voren en achteren te bewe-
gen. Als speling kan worden
gevoeld, vraag dan een Yamaha
dealer het stuursysteem te tes-
ten.
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-23
1C0-F8199-D2.qxd 06/03/2006 16:34 Página 64

Page 65 of 86

DAU23290
Controleren van wiellagers
De voor- en achterwiellagers moeten
worden gecontroleerd volgens de
intervalperioden voorgeschreven in
het periodieke smeer- en onder-
houdsschema. Als de wielnaaf spe-
ling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer
de wiellagers te controleren.
DAU23380
Accu
De accu bevindt zich achter paneel A.
(Zie pagina 6-6.)
Dit model is uitgerust met een perma-
nent-dichte accu (onderhoudsvrij
type) waarvoor geen onderhoud
vereist is. De elektrolyt hoeft niet te
worden gecontroleerd en er hoeft
geen gedistilleerd water te worden
bijgevuld.
DCA10620
LET OP:
Probeer nooit om celafdichtingen
op de accu te verwijderen, hierdoor
kan permanente schade aan de
accu worden toegebracht.
DWA10760
s s
WAARSCHUWING
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk
omdat het zwavelzuur bevat,
een stof die ernstige brand-
wonden veroorzaakt. Vermijd
contact met de huid, ogen of
kleding en bescherm uw ogen
altijd bij werkzaamheden nabij
accu’s. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk con-
tact is geweest met elektrolyt.• UITWENDIG: Spoel overvloe-
dig met water.
• INWENDIG: Drink grote hoe-
veelheden water of melk en
roep direct de hulp in van een
arts.
• OGEN: Spoel gedurende 15
minuten met water en roep
direct medische hulp in.
Accu’s produceren het explo-
sieve waterstofgas. Houd daa-
rom vonken, open vuur, siga-
retten e.d. uit de buurt van de
accu en zorg voor voldoende
ventilatie bij acculaden in een
afgesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S
BUITEN BEREIK VAN KINDE-
REN.
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha
dealer de accu te laden als deze
ontladen lijkt te zijn. Vergeet niet dat
de accu sneller ontladen raakt als de
machine is uitgerust met optionele
elektrische accessoires.
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-24
1C0-F8199-D2.qxd 06/03/2006 16:34 Página 65

Page 66 of 86

Om de accu op te bergen
1. Accu
1. Verwijder de accu als de machine
langer dan een maand niet wordt
gebruikt, laad volledig bij en zet
hem dan weg op een koele en
droge plek.
2. Als de accu langer dan twee
maanden wordt weggeborgen,
moet deze minstens eenmaal per
maand worden gecontroleerd;
laad de accu dan indien nodig
steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvo-
rens te installeren.
4. Controleer na installatie of de
accukabels correct zijn aangeslo-
ten op de accupolen.
DCA10630
LET OP:
Zorg dat de accu altijd geladen
blijft. Door een accu in ontla-
den toestand weg te bergen
kan permanente accuschade
ontstaan.
Om een permanent-dichte
accu (onderhoudsvrij type) te
laden, is een speciale accula-
der (met constante laadspan-
ning) vereist. Bij gebruik van
een conventionele acculader
raakt de accu beschadigd.
Wanneer u niet beschikt over
een speciale acculader voor
permanent-dichte accu’s
(onderhoudsvrij type), vraag
dan een Yamaha dealer uw
accu op te laden.
DAU23613
Zekeringen vervangen
De hoofdzekering en het kastje met
zekeringen voor afzonderlijke circuits
bevinden zich achter stroomlijnpaneel
B. (Zie pagina 6-6.)
Vervang een zekering als volgt als
deze is doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar
“OFF” en schakel het betreffende
elektrische circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zeke-
ring en breng een nieuwe zeke-
ring met de voorgeschreven
ampèrewaarde aan.
1
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-25
1C0-F8199-D2.qxd 06/03/2006 16:34 Página 66

Page 67 of 86

DCA10640
LET OP:
Gebruik geen zekering met een
hoger ampèrage dan is voorgesch-
reven, om ernstige schade aan het
elektrisch systeem en mogelijk
brandgevaar te vermijden.
3. Draai de contactsleutel naar
“ON” en schakel het betreffendeelektrische circuit in om te zien of
de apparatuur werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw
doorbrandt, vraag dan een
Yamaha dealer het elektrisch
systeem te controleren.
DAU23910
Koplampgloeilamp
vervangen
De koplampen op dit model hebben
halogeen gloeilampen. Vervang een
koplampgloeilamp als volgt als deze
is doorgebrand.
1. Verwijder het stroomlijnpaneel B.
(Zie pagina 6-6.)
2. Maak de koplampstekker los en
verwijder dan de gloeilampkap.
1. Afdekking gloeilampje koplamp voorin
3. Verwijder de gloeilamphouder
volgens de instructies hierna en
verwijder dan de defecte gloei-
lamp.
11
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering
30.0 A
Koplampzekering
15.0 A
Zekering signaleringssysteem
15.0 A
Zekering ontstekingssysteem
5.0 A
Zekering radiatorkoelvin
10 A
Zekering ECU-circuit
5.0 A
Backup-zekering
5.0 A
Reserve fuse
5.0 A
10 A
15.0 A
30.0 A
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-26
1C0-F8199-D2.qxd 06/03/2006 16:34 Página 67

Page 68 of 86

1. Aansluiting gloeilampje koplamp voorin
OPMERKING:
De werkwijze bij verwijderen is afhan-
kelijk van het type gloeilamphouder
dat op uw machine is gebruikt.
DWA10790
s s
WAARSCHUWING
Koplampgloeilampen worden zeer
heet. Houd daarom brandbare pro-
ducten uit de buurt van een
koplampgloeilamp en raak het
lampglas niet aan zolang dit niet is
afgekoeld.
4. Breng een nieuwe gloeilamp aan
en zet deze dan vast met de glo-
eilamphouder.
DCA10660
LET OP:
Raak het glas van de koplampglo-
eilamp niet aan zodat dit vetvrij
blijft, anders kan de doorzichtig-
heid van het glas, de lichtintensiteit
en de levensduur nadelig worden
beïnvloed. Wrijf eventuele veron-
treinigingen en vingerafdrukken op
het gloeilampglas weg met een
doekje gedrenkt in alcohol of thin-
ner.
5. Breng de gloeilampkap aan en
sluit dan de stekker aan.
6. Breng het stroomlijnpaneel aan.
7. Vraag indien nodig een Yamaha-
dealer de koplamplichtbundel af
te stellen.
DAUT1260
Gloeilamp in voorste
richtingaanwijzer vervangen
DCA10670
LET OP:
Het is aan te bevelen dit werk uit te
laten voeren door een Yamaha dea-
ler.
1. Zet de scooter op de middenbok.
2. Verwijder stroomlijnpaneel A. (Zie
pagina 6-6.)
3. Verwijder de lampfitting (samen
met de gloeilamp) door deze link-
som te draaien.
4. Verwijder de defecte gloeilamp
door deze in te drukken en link-
som te draaien.
1
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-27
1C0-F8199-D2.qxd 06/03/2006 16:34 Página 68

Page 69 of 86

5. Breng een nieuwe gloeilamp aan
in de fitting, druk de lamp aan en
draai rechtsom tot hij stuit.
6. Breng de lampfitting aan (samen
met de gloeilamp) door deze
rechtsom te draaien.
7. Breng het stroomlijnpaneel aan.DAUS1250
Vervangen van gloeilamp
voor remlicht/achterlicht of
van gloeilamp voor achterste
richtingaanwijzer
Gloeilamp remlicht/achterlicht
1. Verwijder de lamplens van het
remlicht/achterlicht door de sch-
roeven los te draaien.
2. Verwijder de defecte gloeilamp
door deze in te drukken en link-
som te draaien.
3. Breng een nieuwe gloeilamp aan
in de fitting, druk de lamp aan en
draai rechtsom tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de
schroeven aan te brengen.Gloeilamp achterste
richtingaanwijzer
1. Verwijder de lamplens van het
remlicht/achterlicht door de sch-
roef los te draaien.
2. Verwijder de lamplens van de
richtingaanwijzer door de schroef
los te draaien.
3. Verwijder de defecte gloeilamp
door deze in te drukken en link-
som te draaien.
4. Breng een nieuwe gloeilamp aan
in de fitting, druk de lamp aan en
draai rechtsom tot hij stuit.
5. Bevestig de lamplens van de
richtingaanwijzer door de schroef
vast te draaien.
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-28
1C0-F8199-D2.qxd 06/03/2006 16:34 Página 69

Page 70 of 86

6. Bevestig de lamplens van het
remlicht/achterlicht door de sch-
roef vast te draaien.
DCA10680
LET OP:
Zet de schroeven niet overdreven
strak vast, anders kan de lamplens
breken.
DAUS1150
Gloeilamp in
kentekenverlichting
vervangen
1. Verwijder de lamplens door de
schroef te verwijderen.
2. Verwijder de defecte gloeilamp
door deze uit te trekken.
3. Steek een nieuwe gloeilamp in de
fitting.
4. Monteer de lamplens door de
schroef aan te brengen.
DCA11190
LET OP:
Zet de schroef niet overdreven
strak vast, anders kan de lamplens
breken.
DAUS1260
Parkeerlichtgloeilamp
vervangen
Vervang een parkeerlichtgloeilamp als
volgt als deze is doorgebrand.
1. Verwijder het stroomlijnpaneel B.
(Zie pagina 6-6.)
1. Gloeilamp parkeerlicht
11
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-29
1C0-F8199-D2.qxd 06/03/2006 16:34 Página 70

Page:   < prev 1-10 ... 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 next >