YAMAHA XMAX 250 2008 Instructieboekje (in Dutch)

Page 41 of 92

DAU16780
Sneller en langzamer rijden
De rijsnelheid wordt geregeld door de
gasgreep open of dicht te draaien.
Draai de gasgreep richting (a) om
sneller te gaan rijden. Draai de gas-
greep richting (b) om langzamer te
gaan rijden.
DAU16792
Remmen
1. Sluit de gasklep volledig.
2. Knijp de voor- en achterremmen
gelijktijdig in en oefen geleidelijk
meer druk uit.
DWA10300
s s
WAARSCHUWING
●Vermijd hard en abrupt rem-
men (met name wanneer u
naar één kant overhelt). De
scooter zou namelijk kunnen
slippen of omvallen.
●Spoorwegovergangen, tram-
rails, ijzeren platen gebruikt in
de wegenbouw en putdeksels
worden in natte toestand zeer
glad. U dient deze obstakelsdaarom met aangepaste snel-
heid te naderen en voorzichtig
te passeren.
●Onthoud dat remmen op een
nat wegdek veel moeilijker is.
●Rijd langzaam heuvelafwaarts,
remmen kan tijdens afdalingen
soms lastig zijn.
(b)
(a)
ZAUM0199
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-3
5
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 41

Page 42 of 92

DAU16820
Tips voor een zuinig
brandstofverbruik
Het brandstofverbruik is vooral afhan-
kelijk van uw rijstijl. Hierna volgen
enkele tips om het brandstofverbruik
te verlagen:
●Voer het motortoerental tijdens
accelereren niet te hoog op.
●Voer het toerental niet te hoog op
terwijl de motor onbelast draait.
●Laat de motor niet langdurig sta-
tionair draaien maar zet hem af
(bijvoorbeeld in files, bij stoplich-
ten of bij spoorwegovergangen).
DAU16841
Inrijperiode
De belangrijkste periode in de levens-
duur van het motorblok is de tijd tus-
sen 0 en 1600 km (1000 mi). Lees
daarom de volgende informatie aan-
dachtig door.
Omdat het motorblok gloednieuw is,
mag dit de eerste 1600 km (1000 mi)
niet te zwaar worden belast. De vers-
chillende onderdelen van de motor
slijten op elkaar in totdat de juiste
bedrijfsspelingen zijn bereikt. Rijd tij-
dens deze periode nooit langdurig
volgas en vermijd ook andere mano-
euvres die tot oververhitting van de
motor kunnen leiden.
DAUM2010
0~1000 km (0~600 mi)
Houd de gasgreep niet langdurig
voorbij een derde opengedraaid.
1000~1600 km (600~1000 mi)
Houd de gasgreep niet langdurig
voorbij halverwege opengedraaid.
DCA11660
LET OP:
Nadat de eerste 1000 km (600 mi)
zijn afgelegd, moet de motorolie en
de cardanolie worden ververst.
1600 km (1000 mi) en verder
De machine kan nu normaal worden
gebruikt.
DCA10270
LET OP:
Als tijdens de inrijperiode motors-
chade optreedt, vraag dan direct
een Yamaha dealer de machine te
controleren.
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-4
5
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 42

Page 43 of 92

DAU17212
Parkeren
Zet om te parkeren de motor af en
neem dan de sleutel uit het contacts-
lot.
DWA10310
s s
WAARSCHUWING
●De motor en het uitlaatsysteem
kunnen zeer heet worden, par-
keer dus op een plek waar
voetgangers of kinderen niet
gemakkelijk met deze onder-
delen in aanraking kunnen
komen.
●Parkeer niet op een helling of
op een zachte ondergrond, de
machine zou dan kunnen
omvallen.
DCA10380
LET OP:
Parkeer nooit op een plek waar
sprake is van brandgevaar, zoals
op droog gras of nabij ander ontv-
lambaar materiaal.
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-5
5
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 43

Page 44 of 92

DAU17280
De eigenaar is verplicht de optimale
veiligheid te waarborgen. Door perio-
diek inspecties, afstellingen en sme-
erbeurten uit te laten voeren, zorgt u
ervoor dat uw machine in zo veilig en
efficiënt mogelijke conditie blijft. Op
de volgende pagina’s wordt de belan-
grijkste informatie met betrekking tot
inspecties, afstellingen en smeer-
beurten gegeven.
De intervalperioden vermeld in het
periodiek smeer- en onderhoudss-
chema moeten worden beschouwd
als een algemene richtlijn onder nor-
male rijcondities. Het is echter moge-
lijk dat de INTERVALPERIODEN
VOOR ONDERHOUD MOETEN
WORDEN VERKORT AFHANKELIJK
VAN HET WEER, HET TERREIN, DE
GEOGRAFISCHE LOCATIE EN INDI-
VIDUEEL GEBRUIK.
DWA10320
s s
WAARSCHUWING
Vraag een Yamaha dealer het
onderhoudswerk uit te voeren als u
hiermee niet echt vertrouwd bent.
DWA10330
s s
WAARSCHUWING
Deze scooter is uitsluitend ontwor-
pen voor gebruik op verharde
wegen. Wanneer deze scooter
wordt gebruikt in een abnormaal
stoffige, modderige of vochtige
omgeving, dient het luchtfilterele-
ment vaker te worden gereinigd of
te worden vervangen om snelle slij-
tage van de motor te voorkomen.
Raadpleeg een Yamaha dealer voor
de juiste onderhoudsperiodes.
DAU17520
Boordgereedschapsset
1. Boordgereedschapsset
De boordgereedschapsset is te vin-
den in het opbergcompartiment onder
het zadel. (Zie pagina 3-14.)
De onderhoudsinformatie in deze
handleiding en het gereedschap in de
boordgereedschapsset zijn bedoeld
om u te ondersteunen bij het uitvoe-
ren van preventief onderhoud en klei-
nere reparaties. Het gebruik van extra
gereedschap zoals een momentsleu-
tel kan echter nodig zijn om bepaalde
onderhoudswerkzaamheden correct
uit te voeren.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-1
6
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 44

Page 45 of 92

OPMERKING:
Laat een Yamaha dealer onderhoud
verrichten als u niet beschikt over het
gereedschap of de ervaring die voor
bepaalde werkzaamheden vereist
zijn.
DWA10350
s s
WAARSCHUWING
Door modificaties die niet door
Yamaha zijn goedgekeurd kan het
motorvermogen achteruitgaan of
de machine te onveilig worden om
nog te gebruiken. Raadpleeg een
Yamaha dealer voordat u zelf wijzi-
gingen aanbrengt.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-2
6
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 45

Page 46 of 92

DAU1770A
Periodiek smeer- en onderhoudsschema
OPMERKING:
●De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een
onderhoudsbeurt op kilometerbasis of, voor Groot-Brittannië, op mijlbasis wordt verricht.
●Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 50000 km (30000 mi), beginnend vanaf 10000 km (6000 mi).
●Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uitgevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe
speciaal gereedschap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-3
6
KILOMETERSTAND
JAARLIJ-
NR. ITEM CONTROLE OF ONDERHOUDSBEURT
1000 km 10000 km 20000 km 30000 km 40000 kmSE CON-
(600 mi) (6000 mi) (12000 mi) (18000 mi) (24000 mi)TROLE
1*Brandstofleiding• Controleer de brandstofslangen op scheurtjes
of beschadigingen.√√√√ √
• Controleer de conditie.
2Bougie• Reinigen en elektrodenafstand afstellen.√√
• Vervangen.√√
3*Ventielen• Controleer de klepspeling.
• Afstellen.√√
4Luchtfilterelement• Vervangen.√√
5Luchtfilterelement in
v-snaarbehuizing• Reinigen.√√√√
• Controleer de werking en het vloeistofniveau en
6*Voorremcontroleer de machine op vloeistoflekkage.√√√√√ √
• Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 46

Page 47 of 92

KILOMETERSTAND
JAARLIJ-
NR. ITEM CONTROLE OF ONDERHOUDSBEURT
1000 km 10000 km 20000 km 30000 km 40000 kmSE CON-
(600 mi) (6000 mi) (12000 mi) (18000 mi) (24000 mi)TROLE
• Controleer de werking en het vloeistofniveau en
7*Achterremcontroleer de machine op vloeistoflekkage.√√√√√ √
• Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
8*Remslang• Controleer op scheurtjes en beschadigingen.√√√√ √• Vervangen. Elke 4 jaar
9*Wielen• Controleer de speling en controleer op beschadigingen.√√√√
• Controleer op slijtage en beschadigingen.
10 *Banden• Vervang indien nodig.
√√√√ √
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig.
11 *Wiellagers• Controleer op speling of beschadigingen.√√√√
12 *Balhoofdlagers• Controleer de lagers op speling en oppervlakteruwheid.√√√√√• Smeren met lithiumvet. Elke 20000 km (12000 mi)
13 *Framebevestigingen• Controleer of alle moeren, bouten en schroeven
stevig zijn vastgezet.√√√√ √
14Zijstandaard, • Controleer de werking.
middenbok• Smeren.√√√√ √
15 *Zijstandaardschakelaar• Controleer de werking.√√√√√ √
16 *Voorvork• Controleer op een correcte werking en olielekkage.√√√√
17 *Schokdemperunits• Controleer op een correcte werking en olielekkage.√√√√
• Controleer het koelvloeistofniveau en controleer
18 *Koelsysteemde machine op vloeistoflekkage.√√√√ √
• Verversen. Elke 3 jaar
19 *Brandstofinjectie• Controleer het stationair toerental.√√√√√ √
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-4
6
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 47

Page 48 of 92

KILOMETERSTAND
JAARLIJ-
NR. ITEM CONTROLE OF ONDERHOUDSBEURT
1000 km 10000 km 20000 km 30000 km 40000 kmSE CON-
(600 mi) (6000 mi) (12000 mi) (18000 mi) (24000 mi)TROLE
• Verversen. (Zie pagina 6-10.)√Wanneer het controlelampje olieverversingster-
20Motoroliemijn gaat branden (elke 3000 km (1800 mi))
• Controleer het olieniveau en controleer de machine
op olielekkage.Elke 3000 km (1800 mi)√
21 *Olie-aanzuigzeef• Reinigen.√
22Versnellingsbakolie• Controleer de machine op olielekkage.√√ √• Verversen.√√√
23 *V-snaar• Vervangen. Elke 20000 km (12000 mi)
24 *Voor- en
achterremschakelaar• Controleer de werking.√√√√√ √
25Bewegende delen
en kabels• Smeren.√√√√ √
Gaskabelhuis en • Controleer de werking en speling.
26 *gaskabel• Stel indien nodig de speling af.√√√√ √
• Smeer het gaskabelhuis en de gaskabel.
27 *Lampen, richtingaan-• Controleer de werking.
wijzers en schakelaars• Stel de koplamplichtbundel af.√√√√√ √
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
6-5
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 48

Page 49 of 92

DAU18670
OPMERKING:
●Het luchtfilter dient vaker te worden gecontroleerd wanneer u in een extreem vochtige of stoffige omgeving rijdt.
●Hydraulisch remsysteem
• Controleer regelmatig het remvloeistofniveau en vul indien nodig bij.
• Elke twee jaar moeten de inwendige onderdelen van de hoofdremcilinders en de remklauwen worden vervangen
en de remvloeistof worden ververst.
• De remslangen dienen elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze zijn gescheurd of beschadigd.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-6
6
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 49

Page 50 of 92

DAU18731
De stroomlijn- en
framepanelen verwijderen en
aanbrengen
1. Stroomlijnpaneel A
2. Stroomlijnpaneel B
3. Stroomlijnpaneel C
4. Paneel A
1. Stroomlijnpaneel D
Bij het uitvoeren van sommige onder-
houdswerkzaamheden beschreven in
dit hoofdstuk moeten de afgebeelde
stroomlijn- en framepanelen worden
verwijderd. Neem deze paragraaf
door wanneer een stroomlijn- of fra-
mepaneel moet worden verwijderd of
aangebracht.
DAU18900
Stroomlijnpaneel A
V
erwijderen van stroomlijnpaneel
1. Verwijder de bouten in het stro-
omlijnpaneel.
1. Schroef
2. Stroomlijnpaneel A
2. Maak de kabelstekkers van de
richtingaanwijzer los en neem
dan het stroomlijnpaneel los.
1. Kabelboomstekker richtingaanwijzer
Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
1. Sluit de kabelstekkers van de
richtingaanwijzer aan.
2. Plaats het stroomlijnpaneel in de
oorspronkelijke positie.
3. Breng de bouten voor het stro-
omlijnpaneel aan.
1
1
1
2
4
3
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-7
6
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 50

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 ... 100 next >