YAMAHA XMAX 250 2008 Instructieboekje (in Dutch)

Page 61 of 92

●De bandspanning moet worden
aangepast aan de rijsnelheid
en het totale gewicht van rijder,
passagier, bagage en acces-
soires dat voor dit model is
vastgesteld.
DWA14660
s s
WAARSCHUWING
De aanwezigheid van bagage is van
grote invloed op het weggedrag, de
rem- en rij-eigenschappen en de
veiligheid van uw machine. Neemdaarom de volgende voorzorgsma-
atregelen in acht.
●DE MACHINE NOOIT OVERBE-
LADEN! Rijden met een over-
beladen machine kan leiden tot
beschadiging van de banden,
controleverlies of ernstig let-
sel. Zorg dat het totale gewicht
van de bestuurder, de passa-
gier, de bagage en de gemon-
teerde accessoires nooit het
voorgeschreven maximumla-
adgewicht voor de machine
overschrijdt.
●Vervoer geen los verpakte spu-
llen die tijdens de rit kunnen
gaan schuiven.
●Bevestig de zwaarste spullen
op veilige wijze dichtbij het mid-
den van de machine en verdeel
het gewicht over beide zijden.
●Pas de luchtdruk in de wielop-
hanging en de bandspanning
aan op het te vervoeren
gewicht.
●Controleer vóór iedere rit de
conditie en spanning van de
banden.
Inspectie van banden
1. Bandprofieldiepte
2. Wang van band
Voor elke rit moeten de banden wor-
den gecontroleerd. Als de bandpro-
fieldiepte op het midden van de band
de vermelde limiet heeft bereikt, de
band spijkers of stukjes glas bevat of
wanneer de wang van de band
scheurtjes vertoont, moet de band
onmiddellijk door een Yamaha dealer
worden vervangen.
Minimale bandprofieldiepte (voor
en achter):
1.6 mm (0.06 in)
1
2
ZAUM0054
Bandspanning (gemeten op koude
banden):
Tot 90 kg (198 lb):
Voor:
190 kPa (27,02 psi) (1,9 kgf/cm
2)
Achter:
220 kPa (31,29 psi) (2,2 kgf/cm
2)
90 kg (198 lb)~maximale:
Voor:
210 kPa (29,86 psi) (2,1 kgf/cm
2)
Achter:
250 kPa (35,55 psi) (2,5 kgf/cm
2)
Maximale belasting*:
180 kg (396,9 lb)
* Totaal gewicht van bestuurder, pas-
sagier, bagage en accessoires
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-18
6
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 61

Page 62 of 92

OPMERKING:
De slijtagelimiet voor bandprofieldiep-
te is voor diverse landen verschillend.
Neem altijd de lokale voorschriften in
acht.
Bandeninformatie
Dit model is uitgerust met tubeless
banden.
DWA10470
s s
WAARSCHUWING
●Laat sterk versleten banden
door een Yamaha dealer ver-
vangen. Rijden op een machine
met versleten banden is niet
alleen verboden, maar dit heeft
ook een averechts effect op de
rijstabiliteit, waardoor u de
macht over het stuur zou kun-
nen verliezen.
●De vervanging van onderdelen
van wielen en remmen, inclu-
sief banden, dient te worden
overgelaten aan een Yamaha
dealer, die over de nodige vak-
kundige kennis en ervaring
beschikt.
DAU21960
Gietwielen
Let ten aanzien van de voorgeschre-
ven wielen op het volgende voor een
optimale prestatie, levensduur en vei-
lige werking van uw voertuig.
●Controleer de velgen voor iedere
rit op scheurtjes, verbuiging of
kromtrekken. Laat ingeval van
schade het wiel door een Yama-
ha dealer vervangen. Probeer het
wiel nooit zelf te repareren, hoe
klein de reparatie ook is. Vervang
een wiel dat vervormd is of
haarscheurtjes vertoont.
●Na het vervangen van een wiel of
band moet het wiel worden uitge-
balanceerd. Een niet uitgebalan-
ceerd wiel zal mogelijk slecht
functioneren, of kan een slechte
wegligging en een verkorte
levensduur van de banden tot
gevolg hebben.
●Rijd niet te snel direct na het ver-
wisselen van een band. Het ban-
doppervlak dient eerst te zijn
ingereden voordat het zijn opti-
male eigenschappen verkrijgt.
Voorband:
Maat:
120/70-15 M/C 56S(Michelin -
Continental)
120/70-15 M/C 56P(Pirelli)
Fabrikant/model:
Michelin/GoldStandard
Continental/ContiTwist TL
Pirelli/GTS23
Achterband:
Maat:
140/70-14 M/C 68S(Michelin -
Continental)
140/70-14 M/C 68P(Pirelli)
Fabrikant/model:
Michelin/GoldStandard
Continental/ContiTwist TL
Pirelli/GTS24
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-19
6
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 62

Page 63 of 92

DAU33453
Vrije slag voor- en
achterremhendel
Voor
Achter
Aan de uiteinden van de remhendels
mag geen vrije slag aanwezig zijn. Als
er toch een vrije slag is, laat dan een
Yamaha dealer het remsysteem ins-
pecteren.
DWA14211
s s
WAARSCHUWING
Een zacht of sponzig gevoel in de
remhendel kan betekenen dat er
lucht in het hydraulisch systeem
aanwezig is. Als er lucht in het
hydraulisch systeem zit, laat dan
het systeem door een Yamaha dea-
ler ontluchten voordat de machine
wordt gebruikt. Lucht in het
hydraulisch systeem heeft een
negatief effect op de remwerking,
waardoor u de macht over het
stuur zou kunnen verliezen met een
ongeluk als gevolg.
DAU22390
Controleren van voor- en
achterremblokken
De remblokken in de voor- en achte-
rrem moeten worden gecontroleerd
op slijtage volgens de intervalperio-
den voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU22400
Remblokken voorrem
1. Remvoeringdikte
Controleer elk voorremblok op scha-
de en meet de remvoeringsdikte. Als
een remblok beschadigd is of als de
remvoeringsdikte minder is dan 0,5
mm (0,02 in), vraag dan een Yamaha
dealer de remblokken als set te ver-
vangen.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-20
6
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 63

Page 64 of 92

DAU22520
Remblokken achterrem
1. Slijtage-indicatorgroef remblok
De achterrem heeft een inspectieplug;
nadat deze is verwijderd kan de rem-
blokslijtage worden gecontroleerd
zonder de rem te hoeven demonte-
ren. Bekrachtig de rem en let op de
stand van de slijtage-indicator om de
remblokslijtage te controleren. Wan-
neer een remblok zover is afgesleten
dat de slijtage-indicator de remschijf
bijna raakt, vraag dan een Yamaha
dealer de remblokken als set te ver-
vangen.
DAU22580
Controleren van
remvloeistofniveau
1. Merkstreep minimumniveau
1. Merkstreep minimumniveau
Bij een tekort aan remvloeistof kan
lucht het remsysteem binnendringen,waarna de remwerking mogelijk min-
der effectief is.
Controleer alvorens te gaan rijden of
de remvloeistof boven de merkstreep
voor minimumniveau staat en vul
indien nodig bij. Een laag remvloeis-
tofniveau wijst mogelijk op verregaan-
de remblokslijtage en/of lekkage in
het remsysteem. Als het remvloeistof-
niveau laag is, controleer dan de rem-
blokken op slijtage en het remsyste-
em op lekkage.
Neem de volgende voorzorgsmaatre-
gelen in acht:
●Bij het controleren van het remv-
loeistofniveau moet het bovenv-
lak van het remvloeistofreservoir
horizontaal staan.
●Gebruik uitsluitend de voor-
geschreven kwaliteit remvloeis-
tof, anders kunnen de rubber
afdichtingen verslechteren en zo
lekkage en slechte remwerking
teweegbrengen.
Aanbevolen remvloeistof:
DOT 4
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-21
6
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 64

Page 65 of 92

●Vul bij met hetzelfde type remvlo-
eistof. Bij vermengen van vers-
chillende typen remvloeistof kun-
nen schadelijke chemische
reacties optreden en kan de rem-
werking verslechteren.
●Pas op en zorg dat tijdens bijvu-
llen geen water het remvloeisto-
freservoir kan binnendringen.
Water zal het kookpunt van de
remvloeistof aanzienlijk verlagen
zodat dampbelvorming kan
optreden.
●Remvloeistof kan gelakte of
kunststof onderdelen aantasten.
Veeg gemorste remvloeistof ste-
eds direct af.
●Naarmate de remblokken afslij-
ten, zal het remvloeistofniveau
geleidelijk verder dalen. Vraag
echter wel een Yamaha dealer
om een inspectie als het remvlo-
eistofniveau plotseling sterk is
gedaald.
DAU22720
Verversen van remvloeistof
Vraag een Yamaha dealer de remvlo-
eistof te verversen volgens de inter-
valperioden voorgeschreven onder
OPMERKING in het periodieke sme-
er- en onderhoudsschema. Laat
bovendien de oliekeerringen van de
hoofdremcilinder, de remklauwen en
de remslang vervangen volgens de
intervalperioden of wanneer ze lekken
of zijn beschadigd.
●Oliekeerringen: Vervang elke
twee jaar.
●Remslang: Vervang elke vier jaar.
DAU23100
Controleren en smeren van
kabels
De werking van alle bedieningskabels
en de conditie van alle kabels moet
voorafgaand aan elke rit worden
gecontroleerd en de kabel en kabe-
leinden moeten indien nodig worden
gesmeerd. Vraag een Yamaha dealer
een kabel te controleren of te vervan-
gen wanneer deze is beschadigd of
niet soepel beweegt.
DWA10720
s s
WAARSCHUWING
Bij schade aan de buitenkabel kan
de goede werking van de kabel
worden belemmerd en kan de bin-
nenkabel gaan roesten. Vervang
een beschadigde kabel zo snel
mogelijk om onveilige condities te
voorkomen.
Aanbevolen smeermiddel:
Motorolie
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-22
6
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 65

Page 66 of 92

DAU23111
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabel
De werking van de gasgreep hoort
voorafgaand aan elke rit te worden
gecontroleerd. Smeer ook de gaska-
bel volgens de intervaltijden gespeci-
ficeerd in het periodiek onderhoudss-
chema.
DAU23171
Smeren van voor- en
achterremhendels
De scharnierpunten van de voor- en
achterremhendels moeten worden
gesmeerd volgens de intervalperio-
den voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU23212
Controleren en smeren van
middenbok en zijstandaard
1. Zijstandaard
1. Middenbok
De werking van de middenbok en de
zijstandaard moet voorafgaand aan
elke rit worden gecontroleerd en de
scharnierpunten en de metaal-op-
ZAUM0667
1
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet (universeel vet)
ZAUM0061
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-23
6
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 66

Page 67 of 92

metaal contactvlakken moeten indien
nodig worden gesmeerd.
DWA10740
s s
WAARSCHUWING
Als de middenbok of de zijstanda-
ard niet soepel omhoog en omlaag
beweegt, vraag dan een Yamaha
dealer deze te controleren of te
repareren.
DAU23271
Voorvork controleren
De conditie en de werking van de
voorvork moeten als volgt worden
gecontroleerd volgens de intervalpe-
rioden voorgeschreven in het perio-
dieke smeer- en onderhoudsschema.
Om de conditie te controleren
DWA10750
s s
WAARSCHUWING
Zorg dat de machine veilig wordt
ondersteund, zodat hij niet kan
omvallen.
Controleer de binnenste vorkbuizen
op krassen, beschadigingen en over-
matige olielekkage.
Om de werking te controleren1. Zet de machine op een vlakke
ondergrond en houd deze rech-
top.
2. Bekrachtig de voorrem en druk
het stuur een paar keer stevig
naar beneden om te controleren
of de voorvork soepel in- en uit-
veert.
DCA10590
LET OP:
Als schade wordt gevonden of de
voorvork niet soepel beweegt, vra-
ag dan een Yamaha dealer te repa-
reren of te controleren.
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-24
6
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 67

Page 68 of 92

DAU23280
Controle van stuursysteem
Losse of versleten balhoofdlagers
kunnen gevaarlijk zijn. De werking van
het stuur moet als volgt worden
gecontroleerd volgens de intervalpe-
rioden voorgeschreven in het perio-
dieke smeer- en onderhoudsschema.
1. Plaats een standaard onder de
motor zodat het voorwiel los is
van de grond.
DWA10750
s s
WAARSCHUWING
Zorg dat de machine veilig wordt
ondersteund, zodat hij niet kan
omvallen.
2. Houd de voorvorkpoten beet bij
het ondereinde en probeer ze
naar voren en achteren te bewe-
gen. Als speling kan worden
gevoeld, vraag dan een Yamaha
dealer het stuursysteem te tes-
ten.
DAU23290
Controleren van wiellagers
De voor- en achterwiellagers moeten
worden gecontroleerd volgens de
intervalperioden voorgeschreven in
het periodieke smeer- en onder-
houdsschema. Als de wielnaaf spe-
ling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer
de wiellagers te controleren.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-25
6
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 68

Page 69 of 92

DAUT1401
Accu
Dit model is uitgerust met een perma-
nent-dichte accu (onderhoudsvrij
type) waarvoor geen onderhoud
vereist is. De elektrolyt hoeft niet te
worden gecontroleerd en er hoeft
geen gedistilleerd water te worden
bijgevuld.
DCA10630
LET OP:
●Zorg dat de accu altijd geladen
blijft. Door een accu in ontla-
den toestand weg te bergen
kan permanente accuschade
ontstaan.
●Om een permanent-dichte
accu (onderhoudsvrij type) te
laden, is een speciale accula-
der (met constante laadspan-
ning) vereist. Bij gebruik van
een conventionele acculader
raakt de accu beschadigd.
Wanneer u niet beschikt over
een speciale acculader voor
permanent-dichte accu’s
(onderhoudsvrij type), vraag
dan een Yamaha dealer uw
accu op te laden.
DWA10760
s s
WAARSCHUWING
●Elektrolyt is giftig en gevaarlijk
omdat het zwavelzuur bevat,
een stof die ernstige brand-
wonden veroorzaakt. Vermijd
contact met de huid, ogen of
kleding en bescherm uw ogen
altijd bij werkzaamheden nabij
accu’s. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk con-
tact is geweest met elektrolyt.
• UITWENDIG: Spoel overvloe-
dig met water.
• INWENDIG: Drink grote hoe-
veelheden water of melk en
roep direct de hulp in van een
arts.
• OGEN: Spoel gedurende 15
minuten met water en roep
direct medische hulp in.
●Accu’s produceren het explo-
sieve waterstofgas. Houd daa-
rom vonken, open vuur, siga-
retten e.d. uit de buurt van de
accu en zorg voor voldoende
ventilatie bij acculaden in een
afgesloten ruimte.
●HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S
BUITEN BEREIK VAN KINDE-
REN.
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha
dealer de accu te laden als deze
ontladen lijkt te zijn. Vergeet niet dat
de accu sneller ontladen raakt als de
machine is uitgerust met optionele
elektrische accessoires.
Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als het voertuig
langer dan een maand niet wordt
gebruikt, laad hem volledig bij en
zet dan weg op een koele en dro-
ge plek.
2. Als de accu langer dan twee
maanden wordt weggeborgen,
moet deze minstens eenmaal per
maand worden gecontroleerd;
laad de accu dan indien nodig
steeds volledig bij.
Verwijderen van de accu
1. Verwijder het paneel door de
schroef los te halen.
2. Verwijder de steun van de
accuhouder door de bout los te
halen.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-26
6
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 69

Page 70 of 92

1. Accu houder
2. Accu
3. Schroef
3. Trek de accu uit de accubak en
maak de stekkers van de accu
los.
Installeren van de accu
1. Sluit de stekkers op de accu aan
en plaats de accu in de oors-
pronkelijke positie.
2. Monteer de steun van de
accuhouder door de bout aan te
brengen.
3. Monteer het paneel door de sch-
roef aan te brengen.
4. Laad de accu volledig bij alvo-
rens te installeren.
DAU23525
Zekeringen vervangen
1. Zekeringenkastje
2. Zekeringklemmen
3. Hoofdzekering
4. Reservehoofdzekering
De hoofdzekeringhouder en het kast-
je met zekeringen voor afzonderlijke
circuits bevinden zich achter stroom-
lijnpaneel B. (Zie pagina 6-7.)
1. Zekering signaleringssysteem
2. Koplampzekering
3. Zekering radiatorkoelvin
4. Zekering elektronische regeleenheid
5. Zekering ontstekingssysteem
6. Backup-zekering
7. Reservezekering
8. Reservezekering
9. Reservezekering
Vervang een zekering als volgt als
deze is doorgebrand.
12
3
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-27
6
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 70

Page:   < prev 1-10 ... 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 100 next >