YAMAHA XMAX 250 2008 Instructieboekje (in Dutch)

Page 71 of 92

1. Draai de contactsleutel naar
“OFF” en schakel het betreffende
elektrische circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zeke-
ring en breng een nieuwe zeke-
ring met de voorgeschreven
ampèrewaarde aan.DCA10640
LET OP:
Gebruik geen zekering met een
hoger ampèrage dan is voorgesch-
reven, om ernstige schade aan het
elektrisch systeem en mogelijk
brandgevaar te vermijden.
3. Draai de contactsleutel naar
“ON” en schakel het betreffende
elektrische circuit in om te zien of
de apparatuur werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw
doorbrandt, vraag dan een
Yamaha dealer het elektrisch
systeem te controleren.
DAU23730
Koplampgloeilamp
vervangen
De twee koplampen op dit model
hebben halogeen gloeilampen. Ver-
vang een koplampgloeilamp als volgt
als deze is doorgebrand.
1. Verwijder het stroomlijnpaneel B.
(Zie pagina 6-7.)
2. Maak de koplampstekker los en
verwijder dan de gloeilampkap.
1. Koplampstekker
2. Gloeilampkap
3. Haak de gloeilamphouder los en
verwijder dan de defecte gloei-
lamp.
Voorgeschreven zekeringen:
Zekering signaleringssysteem:
15 A
Koplampzekering:
15 A
Zekering radiatorkoelvin:
10 A
Zekering elektronische
regeleenheid
5 A
Zekering ontstekingssysteem:
10 A
Backup-zekering:
5 A
Reservezekering:
15 A
Reservezekering:
10 A
Reservezekering:
5 A
Hoofdzekering:
30 A
Reservehoofdzekering:
30 A
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-28
6
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 71

Page 72 of 92

1. Gloeilamphouder
DWA10790
s s
WAARSCHUWING
Koplampgloeilampen worden zeer
heet. Houd daarom brandbare pro-
ducten uit de buurt van een
koplampgloeilamp en raak het
lampglas niet aan zolang dit niet is
afgekoeld.
4. Breng een nieuwe koplampgloei-
lamp aan en zet deze dan vast
met de gloeilamphouder.
1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan
DCA10650
LET OP:
Pas op en zorg dat de volgende
onderdelen niet worden bescha-
digd:
●Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplamp-
gloeilamp niet aan zodat dit
vetvrij blijft, anders kan de
doorzichtigheid van het glas,
de lichtintensiteit en de levens-
duur nadelig worden beïnvloed.
Wrijf eventuele verontreinigin-
gen en vingerafdrukken op het
gloeilampglas weg met een
doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
●Koplamplens
• Plak geen kleurfolie of stic-
kers op de koplamplens.
• Gebruik geen koplampgloei-
lamp met een hoger wattage
dan is voorgeschreven.
5. Breng de gloeilampkap aan en
sluit dan de koplampstekker aan.
6. Monteer het stroomlijnpaneel.
7. Vraag indien nodig een Yamaha-
dealer de koplamplichtbundel af
te stellen.1
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-29
6
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 72

Page 73 of 92

DAU24240
Gloeilamp in voorste
richtingaanwijzer vervangen
1. Zet de scooter op de middenbok.
2. Verwijder het stroomlijnpaneel A.
(Zie pagina 6-7.)
3. Verwijder de lampfitting (samen
met de richtingaanwijzergloei-
lamp) door deze linksom te dra-
aien.
1. Fitting gloeilamp richtingaanwijzer
4. Verwijder de defecte gloeilamp
door deze in te drukken en link-
som te draaien.
5. Breng een nieuwe gloeilamp aan
in de fitting, druk de lamp aan en
draai rechtsom tot hij stuit.6. Breng de lampfitting aan (samen
met de gloeilamp) door deze
rechtsom te draaien.
7. Monteer het stroomlijnpaneel.
DAUS1440
Vervangen van een gloeilamp
voor achterlicht/remlicht of
van een gloeilamp voor
achterste richtingaanwijzer
1. Zet de scooter op de middenbok.
2. Open het zadel, en verwijder
daarna het achterste opberg-
compartiment. Zie pagina 3-14.
1. Achterste opbergcompartiment
2. Bout
3. Verwijder de gloeilamphouder
van achterlicht/remlicht en rich-
tingaanwijzer door de houder
naar buiten te trekken.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-30
6
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 73

Page 74 of 92

1. Gloeilampfitting
1. Drukken1. Verwijder
4. Verwijder de defecte gloeilamp
door deze in te drukken en link-
som te draaien.
1. Gloeilamp richtingaanwijzer
2. Gloeilamp remlicht/achterlicht
5. Plaats een nieuwe gloeilamp in
de fitting door deze er in te druk-
ken en rechtsom te draaien.
6. Plaats de gloeilamphouder door
hem in zijn oorspronkelijke posi-
tie te duwen.
7. Plaats het achterste opbergcom-
partiment terug en sluit daarna
het zadel.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-31
6
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 74

Page 75 of 92

DAUM2200
Gloeilamp in
kentekenverlichting
vervangen
1. Verwijder de lampfitting (samen
met de gloeilamp) door deze naar
buiten te trekken.
1. Kentekenverlichtingsunit
2. Verwijder de defecte gloeilamp
door deze uit te trekken.
3. Steek een nieuwe gloeilamp in de
fitting.
4. Breng de lampfitting aan (samen
met de gloeilamp) door deze vast
te drukken.
DAUM2211
Vervangen van een
parkeerlichtgloeilamp
Dit model is voorzien van twee parke-
erlichten. Vervang een parkeerlicht-
gloeilamp als volgt als deze is door-
gebrand.
1. Verwijder het stroomlijnpaneel B.
(Zie pagina 6-7.)
2. Verwijder de lampfitting (samen
met de gloeilamp) door deze naar
buiten te trekken.
1. Fitting parkeerlichtgloeilamp
3. Verwijder de defecte gloeilamp
door deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de
fitting.
5. Breng de lampfitting aan (samenmet de gloeilamp) door deze vast
te drukken.
6. Breng het stroomlijnpaneel aan.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-32
6
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 75

Page 76 of 92

DAU25880
Problemen oplossen
Yamaha scooters ondergaan een
grondige inspectie voordat ze vanaf
de fabriek op transport gaan, maar tij-
dens gebruik kunnen toch storingen
optreden. Problemen in de brandstof-,
compressie- of ontstekingssystemen
kunnen bijvoorbeeld de oorzaak zijn
van slecht starten of een afname in
motorvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s
is een snelle en gemakkelijke werkwij-
ze weergegeven om deze vitale syste-
men zelf te kunnen controleren. Ga
met uw scooter echter wel naar een
Yamaha dealer als reparaties nodig
zijn, hier zijn vakkundige monteurs
aanwezig die beschikken over het
benodigde gereedschap en de erva-
ring en vakkennis om het nodige
onderhoud aan de machine correct te
verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha
vervangingsonderdelen. Niet-origine-
le onderdelen lijken misschien op
Yamaha onderdelen maar zijn toch
vaak van mindere kwaliteit en hebben
een kortere levensduur, zodat danlater mogelijk toch dure reparaties
nodig zijn.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-33
6
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 76

Page 77 of 92

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-34
6
DAU42130
Storingzoekschema’s
Startproblemen of slechte werking van de motorDWA10840
s s
WAARSCHUWING
Houd open vuur uit de buurt en rook niet terwijl het brandstofsysteem wordt getest of hieraan wordt gewerkt.
Controleer het
brandstofniveau in de
brandstoftank.
1. BrandstofEr is voldoende brandstof aanwezig.
Er is geen brandstof aanwezig.Controleer de compressie.
Vul brandstof bij.
De motor start niet.
Controleer de compressie.
Bedien de elektrische
startknop.
2. CompressieEr is compressie.
Er is geen compressie.Controleer de ontsteking.
Vraag een Yamaha dealer de
machine te controleren.
Verwijder de bougie en
controleer de elektroden.
3. OntstekingSchoonvegen met een droge doek. Stel de
elektrodenafstand van de bougie af of vervang de bougie.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet. Vraag een
Yamaha dealer de machine te
controleren.
De motor start niet. Controleer de accu.
Bedien de elektrische
startknop.
4. AccuDe motor draait snel rond.
De motor draait langzaam rond.De accu is in orde.
Controleer de aansluitingen van de
accukabels en laad de accu indien nodig.
Droog
NatBedien de elektrische startknop.
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 77

Page 78 of 92

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-35
6Oververhitte motor
DWA10400
s s
WAARSCHUWING
●Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete
vloeistof en stoom kan naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor
is afgekoeld.
●Breng na verwijderen van de borgbout voor de radiatorvuldop een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek,
aan over de radiatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen de aanslag zodat de nog aanwezige
druk kan ontsnappen. Druk de dop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze linksom en verwijder de
dop.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde. Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.
Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
OPMERKING:
Als geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door
de voorgeschreven koelvloeistof worden vervangen.
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 78

Page 79 of 92

DAU37833
Matkleur, let opDCA15192
LET OP:
Sommige modellen zijn uitgerust
met matkleurige onderdelen. Raad-
pleeg een Yamaha dealer voor
advies over wat voor producten
gebruikt moeten worden om het
voertuig te reinigen.Het gebruik
van een borsteltje, chemische pro-
ducten of reinigingsmiddelen tij-
dens het reinigen van deze onder-
delen kan het oppervlak bekrassen
of beschadigen. Ook was moet niet
worden aangebracht op een van de
matkleurige onderdelen.
DAU26091
Verzorging
De open constructie van een scooter
maakt de fraaie techniek beter zicht-
baar, maar de machine is hierdoor
ook meer kwetsbaar. Er kan sprake
zijn van roestvorming en corrosie, ook
al zijn hoogwaardige componenten
gebruikt. Een roestige uitlaatpijp valt
bij een auto niet zo op, bij een scoo-
ter is dit echter nadelig voor de alge-
hele aanblik. Regelmatige en correcte
verzorging is niet alleen vereist vol-
gens de garantiebepalingen, maar
verzekert ook een fraai uiterlijk van de
scooter, verlengt de levensduur en
verbetert de prestaties.
Alvorens te reinigen
1. Dek de uitlaatdemperopening af
met een plastic zak nadat de
motor is afgekoeld.
2. Controleer of alle doppen en
afdekpluggen, ook de bougie-
doppen, en alle elektrische stek-
kers en aansluitingen stevig zijn
bevestigd.
3. Verwijder hardnekkige vervuiling,
zoals verbrande olie op het car-
ter, met een ontvetter en eenborstel, maar gebruik dergelijke
producten nooit op afdichtingen,
pakkingen en wielassen. Spoel
vuil en ontvetter altijd af met
water.
Reinigen
DCA10781
LET OP:
●Vermijd het gebruik van sterke
en bijtende wielreinigingsmid-
delen, vooral bij spaakwielen.
Als dergelijke producten toch
worden gebruikt om hardnek-
kig vuil los te maken, laat het
reinigingsmiddel dan niet lan-
ger inwerken dan is vermeld in
de gebruiksinstructies. Spoel
vervolgens grondig na met
water, laat direct drogen en
breng daarna een corrosiewe-
rende spray aan.
●Bij verkeerd reinigen kunnen
kunststof delen, zoals stroom-
lijnpanelen, framepanelen, kui-
pruiten, koplamplenzen, lenzen
van de instrumentenverlichting
enz. beschadigd raken.
Gebruik alleen een zachte,
schone doek of een spons met
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7-1
7
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 79

Page 80 of 92

een mild reinigingsmiddel en
water om kunststof delen te
reinigen.
●Gebruik geen bijtende chemis-
che reinigingsmiddelen op
kunststof delen. Vermijd het
gebruik van doeken of sponzen
die in contact zijn geweest met
bijtende of schurende reini-
gingsmiddelen, oplosmiddelen
of thinner, brandstof (benzine),
roestverwijderingsmiddelen of
corrosieremmers, remvloeis-
tof, antivries of elektrolyt.
●Gebruik geen hogedrukreini-
gers of stoomreinigers, omdat
dan op de volgende plaatsen
water kan doordringen en zo
schade kan ontstaan: afdich-
tingen (van wiel- en achterbru-
glagers, voorvork en remmen),
elektrische componenten
(kabelstekkers, messtekkers,
instrumenten, schakelaars en
verlichting), beluchtings- en
ontluchtingsslangen.
●Bij scooters met een kuipruit:
Gebruik geen bijtende reini-
gingsmiddelen of harde spon-zen, deze veroorzaken dofheid
en laten krasjes achter. Som-
mige reinigingsmiddelen voor
kunststof laten eveneens kras-
jes achter op de kuipruit. Test
het product op een klein, niet-
zichtbaar gedeelte van de kui-
pruit om zeker te zijn dat geen
sporen achterblijven op de kui-
pruit. Als de kuipruit krasjes
vertoont, breng dan na wassen
een hoogwaardige polish voor
gebruik op kunststof aan.
Na normaal gebruik
Verwijder vuil met warm water, zachte
zeep en een zachte, schone spons en
spoel dan grondig met schoon water.
Gebruik een tandenborstel of flessen-
borstel op moeilijk bereikbare plek-
ken. Hardnekkig vastzittend vuil en
insectenresten laten gemakkelijker los
als de bewuste plek alvorens te reini-
gen een paar minuten met een voch-
tige doek wordt bedekt.
Na rijden in r
egen, aan de kust of op
bepekelde wegen
Zilte zeelucht en wegenzout waarmee
wegen in de winter worden bestrooidhebben in combinatie met water een
zeer corrosieve werking; handel daa-
rom als volgt na een rit in een regen-
bui, nabij de kust of op bepekelde
wegen.
OPMERKING:
In de winter gestrooid wegenzout kan
nog tot in de lente aanwezig blijven.
1. Reinig de scooter met koud
water en zachte zeep nadat de
motor is afgekoeld.
DCA10790
LET OP:
Gebruik geen heet water, dit vers-
terkt de corrosieve werking van het
zout.
2. Breng met een spuitbus een
corrosiewerend middel aan op
alle metalen delen, ook op verch-
roomde en vernikkelde compo-
nenten, om zo corrosie te voor-
komen.
Na reiniging
1. Droog de scooter met een zeem-
leren lap of een vochtabsorbe-
rende doek.
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7-2
7
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 80

Page:   < prev 1-10 ... 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 next >