YAMAHA XMAX 300 2017 Instructieboekje (in Dutch)

Page 71 of 114

Periodiek on derhou d en afstellin g
7-8
7
DAU19623
Bougie controleren
De bougie is een be langrijk motoronder-
deel dat periodiek moet worden gecontro-
leerd, bij voorkeur door een Yamaha dealer.
Omdat bougies door verhitting en neerslag
altijd langzaam slijten, moet de bougie wor-
den verwijderd en gecontroleerd op de tij-
den genoemd in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema. Bovendien kan aan
het uiterlijk van de bougie de conditie van
de motor worden afgelezen.
De porseleinen isolator rond de centrale
elektrode moet licht tot gemiddeld bruin
verkleurd zijn (de ideale kleur als normaal
met de machine wordt gereden). Wanneer
de bougie een heel andere kleur vertoont,
werkt de motor mogelijk niet naar behoren.
Probeer dergelijke problemen niet zelf vast
te stellen. Laat in plaats daarvan uw machi-
ne nakijken door een Yamaha dealer.
Vervang de bougie als de elektroden blijken
te zijn afgesleten en als overmatige kool-
aanslag of andere neerslag gevonden
wordt.
Voordat een bougie wordt aangebracht
moet de elektrodenafstand met een draad-
voelmaat worden gemeten; breng indien
nodig de elektrodenafstand op specificatie. Reinig het oppervlak van de bougiepakking
en het pasvlak en verwijder eventueel vuil
uit de schroefdraad van de bougie.
OPMERKING
Als geen momentsleutel beschikbaar is,
wordt de bougie correct vastgezet door
handvast te zetten en dan nog 1/4–1/2 slag
verder te draaien. De bougie moet echter
zo snel mogelijk naar het juiste aanhaalmo-
ment worden aangedraaid.
Voor
geschreven bou gie:
NGK/LMAR8A-9
1. Elektrodenafstand
Elektro denafstan d:
0.8–0.9 mm (0.031–0.035 in)
Aanhaalmoment: Bougie: 13 N·m (1.3 kgf·m, 9.4 lb·ft)
UB74D0D0.book Page 8 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM

Page 72 of 114

Periodiek on derhou d en afstelling
7-9
7
DAU36112
Filter bus
Dit model is voorzien van een filterbus die
voorkomt dat brandstofdampen naar de at-
mosfeer ontsnappen. Controleer alvorens
met deze machine te rijden het volgende:
 Controleer alle slangaansluitingen.
 Controleer de slangen en de filterbus
op barsten of beschadiging. Vervang
indien beschadigd.
 Controleer de ontluchtingsinrichting
van de filterbus op verstopping en rei-
nig deze indien nodig.
DAU79020
Motorolie en oliefilterelement
Vóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en het oliefilterelement
worden vervangen volgens de intervalperi-
oden vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
Om het motorolieniveau te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en houd deze rechtop. Wan-
neer de machine iets schuin staat, kan
het niveau al foutief worden afgelezen.
2. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Wacht een paar minuten tot de olie tot rust is gekomen en controleer dan het
olieniveau via het kijkglas rechts onder
in het carter.
OPMERKING
Het motorolieniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveau
staan.
4. Als de motorolie beneden de merk-streep voor minimumniveau staat, vul
dan voldoende olie van de aanbevolen
soort bij tot het correcte niveau.
1. Filterbus
2. Ontluchtingsslang filterbus
2
1
1. Kijkglas olieniveau
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
3
1
2
UB74D0D0.book Page 9 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM

Page 73 of 114

Periodiek on derhou d en afstellin g
7-10
7
Om de motorolie te verversen (met of
zon der vervan gin g van het oliefilterele-
ment) 1. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten warmdraaien en zet hem dan af.
2. Zet een olieopvangbak onder de mo- tor om de gebruikte olie op te vangen.
3. Verwijder de olievuldop met de O-ring
en verwijder dan de olieaftapplug met
de pakking om de olie uit het carter te
laten stromen.
4. Controleer de O-ring op beschadiging en vervang deze indien nodig.
OPMERKING
Sla de stappen 5–7 over als het oliefilterele-
ment niet wordt vervangen.
5. Verwijder het oliefilterdeksel door debouten te verwijderen. 6. Verwijder en vervang het oliefilterele-
ment en de o-ring.
7. Monteer het oliefilterdeksel door de bouten aan te brengen en zet deze
dan vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment.
OPMERKING
Zorg dat de O-ring correct aanligt.
8. Monteer de olieaftapplug met eennieuwe pakking en zet de plug vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
1. Olievuldop
2. O-ring
1. Olieaftapplug
2. Pakking
1
2
12
1. Bout
2. Oliefilterdeksel
1. Oliefilterelement
2. O-ring
Aanhaalmoment:Bevestigingsbout oliefilterdeksel:
10 N·m (1.0 kgf·m, 7.2 lb·ft)
2
1
1
2
UB74D0D0.book Page 10 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM

Page 74 of 114

Periodiek on derhou d en afstelling
7-11
7
9. Vul met de aangegeven hoeveelheid
van de aanbevolen motorolie.
OPMERKING
Veeg enige gemorste olie af nadat de motor
en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld.
LET OP
DCA24060
Zor g d at er g een verontreini gin gen in het
carter terechtkomen.
10. Breng de olievuldop aan met de O-
ring en zet deze vast.
11. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.
12. Zet de motor af, controleer dan het olieniveau en corrigeer indien nodig.
DAU20067
Eind overbren gin gsolie
Het eindoverbrengingshuis moet voor elke
rit worden gecontroleerd op olielekkage. In
geval van lekkage dient u de scooter door
een Yamaha dealer te laten nakijken en re-
pareren. Bovendien dient de eindoverbren-
gingsolie als volgt te worden ververst op de
tijdstippen vermeld in het periodieke onder-
houds- en smeerschema.
1. Start de motor, warm de eindover-
brengingsolie op door enkele minuten
te rijden en zet dan de motor af.
2. Zet de scooter op de middenbok.
3. Plaats een olieopvangbak onder het
eindoverbrengingshuis om de ge-
bruikte olie op te vangen.
4. Verwijder de vuldop van de eindover- brengingsolie met de o-ring uit het
eindoverbrengingshuis.
5. Verwijder de aftapplug van de eind- overbrengingsolie met de pakking om
de olie uit het eindoverbrengingshuis
te laten stromen.
Aanhaalmoment:
Olieaftapplug:
20 N·m (2.0 kgf·m, 14 lb·ft)
Aan bevolen motorolie:
Zie pagina 9-1.
Oliehoeveelheid :
Olieverversing:
1.50 L (1.59 US qt, 1.32 Imp.qt)
Met verwijderen van oliefilterele-
ment:
1.60 L (1.69 US qt, 1.41 Imp.qt)
1. Vuldop versnellingsbakolie
2. O-ring
1
2
UB74D0D0.book Page 11 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM

Page 75 of 114

Periodiek on derhou d en afstellin g
7-12
7
6. Monteer de aftapplug van de eind-
overbrengingsolie met de nieuwe pak-
king en zet de bout vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
7. Vul met de aangegeven hoeveelheid van de aanbevolen eindoverbren-
gingsolie. WAARSCHUWING! Zor g
ervoor dat geen vreem de materia-
len in het ein dover bren gin gshuis te-
rechtkomen. Zor g ervoor dat geen
olie op de ban d of het wiel terecht-
komt.
[DWA11312]
8. Plaats de vuldop van de eindover- brengingsolie met de nieuwe o-ring en
draai de vuldop vast.
9. Controleer het eindoverbrengingshuis op olielekkage. Zoek in geval van lek-
kage naar de oorzaak.
DAU20071
Koelvloeistof
Voor iedere rit moet het koelvloeistofniveau
worden gecontroleerd. Ook moet de koel-
vloeistof worden ververst volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU78580Controleren van het koelvloeistofniveau1. Zet de machine op de middenbok.
OPMERKING
 Het koelvloeistofniveau moet worden
gecontroleerd terwijl de motor koud
is, temperatuurverschillen zijn name-
lijk van invloed op het niveau.
 Zorg dat de machine rechtop staat bij
het controleren van het koelvloeistof-
niveau. Wanneer de machine iets
schuin staat, kan het niveau al foutief
worden afgelezen.
2. Controleer het koelvloeistofniveau via
het kijkglas.
OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maximum-
niveau staan.
1. Aftapplug versnellingsbakolie
2. Pakking
Aanhaalmoment:Aftapplug eindoverbrengingsolie:20 N·m (2.0 kgf·m, 14 lb·ft)
Aan bevolen ein dover bren gin gsolie:
Zie pagina 9-1.
Oliehoeveelhei d:
0.20 L (0.21 US qt, 0.18 Imp.qt)
12
1. Kijkglas koelvloeistofniveau
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
1
2
3
UB74D0D0.book Page 12 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM

Page 76 of 114

Periodiek on derhou d en afstelling
7-13
7
3. Als de koelvloeistof op of beneden de
merkstreep voor minimumniveau
staat, verwijder dan de voetplaatmat
aan de linkerzijde door deze omhoog
te trekken.
4. Verwijder de afdekking van het koel- vloeistofreservoir.
5. Verwijder de dop van het koelvloei- stofreservoir, vul koelvloeistof bij tot
aan de merkstreep voor maximumni-
veau, en breng dan de dop van het
koelvloeistofreservoir weer aan.
WAARSCHUWING! Verwij der alleen
d e dop van het koelvloeistofreser-
voir. Pro beer nooit om de ra diator-
vul dop te verwij deren als d e motor
kou d is.
[DWA15162] LET OP: Als er geen
koelvloeistof aanwezi g is, geb ruik
d an in plaats daarvan ged istilleer d
water of onthar d lei din gwater. Ge-
b ruik geen har d water of zout wa-
ter, dit is scha delijk voor de motor. Als er in plaats van koelvloeistof
water is g
eb ruikt, vervan g d it dan
zo snel mo gelijk door koelvloeistof,
an ders is het systeem niet be-
scherm d te gen vorst en corrosie.
Als er water aan de koelvloeistof is
toe gevoe gd, laat d an een Yamaha
d ealer zo snel mo gelijk het anti-
vries gehalte van de koelvloeistof
controleren om te voorkomen dat
d e effectiviteit van de koelvloeistof
afneemt.
[DCA10473]
6. Breng de afdekking van het koelvloei- stofreservoir aan.
7. Plaats de voetplaatmat aan de linker- zijde in de oorspronkelijke positie en
druk deze omlaag vast.
DAU33032De koelvloeistof verversen
De koelvloeistof moet volgens de interval-
perioden vermeld in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema ververst worden.
Laat de koelvloeistof verversen door een
Yamaha dealer. WAARSCHUWING! Pro-
b eer nooit om de ra diatorvul dop te ver-
wij deren als d e motor warm is.
[DWA10382]
1. Mat op de voetplaat
1. Kap koelvloeistofreservoir
1
1
1. Dop koelvloeistofreservoir
Inhoud koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor maximum-
niveau): 0.18 L (0.19 US qt, 0.16 Imp.qt)
1
UB74D0D0.book Page 13 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM

Page 77 of 114

Periodiek on derhou d en afstellin g
7-14
7
DAU78573
Luchtfilter en luchtfilterelemen-
ten in de V-snaar behuizin g
Het luchtfilterelement en het filterelement
van het secundaire luchtfilter moeten om
de 20000 km (12000 mi) worden vervan-
gen. Het pre-luchtfilter en het luchtfilterele-
ment in de V-snaarbehuizing moeten
worden gereinigd volgens de intervalperio-
den vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema. Reinig de luchtfilte-
relementen vaker als u in zeer stoffige of
vochtige gebieden rijdt. Verder moet de af-
tapslang van het luchtfilter regelmatig wor-
den gecontroleerd en gereinigd.
Reinigen van de luchtfilteraftapslan g
1. Controleer of zich in de slang aan de achterkant van het luchtfilterhuis geen
water of vuil heeft verzameld.
2. Haal de slang los van de klem als er
vuil of water in zit, reinig hem grondig
en breng opnieuw aan.
OPMERKING
Als vuil of water werd aangetroffen in de af-
tapslang, controleer dan het luchtfilterele-
ment op overmatig vuil of beschadiging en
vervang het indien nodig.
Vervan gen van het luchtfilterelement en
filterelement van het secun daire luchtfil-
ter en reini gen van het filterelement van
het pre-luchtfilter 1. Zet de machine op de middenbok.
2. Verwijder de rubber pluggen.
3. Verwijder het luchtfilterdeksel door de
schroeven te verwijderen.
4. Trek het luchtfilterelement en filterele- ment van het secundaire luchtfilter
naar buiten.
1. Aftapslang luchtfilter
1
1. Rubber plug
1. Luchtfilterdeksel
2. Schroef
1
1
2
2
2
2
UB74D0D0.book Page 14 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM

Page 78 of 114

Periodiek on derhou d en afstelling
7-15
7
5. Breng een nieuw filterelement voor het
secundaire luchtfilter aan in het lucht-
filterdeksel.
6. Breng een nieuw luchtfilterelement aan in het luchtfilterhuis. LET OP:
Zor g ervoor dat het filterelement
g oe d aanli gt in het luchtfilterhuis.
Laat de motor nooit draaien met het
luchtfilterelement uitg enomen,
hier door kunnen de zui ger(s) en/of
cilin der(s) overmati g versleten ra-
ken.
[DCA10482]
7. Trek het pre-luchtfilterelement naar
buiten en blaas vervolgens het vuil
weg met perslucht zoals getoond. 8. Controleer het pre-luchtfilterelement
op beschadiging en vervang het in-
dien nodig.
9. Breng het pre-luchtfilterelement aan in het luchtfilterdeksel.
10. Monteer het luchtfilterdeksel door de schroeven aan te brengen.
OPMERKING
De lange schroef moet worden aange-
bracht zoals getoond.
1. Luchtfilterelement
1. Filterelement secundair luchtfilter
2. Luchtfilterdeksel
1
1
2
1. Filterelement pre-luchtfilter
2. Luchtfilterdeksel
1
2
UB74D0D0.book Page 15 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM

Page 79 of 114

Periodiek on derhou d en afstellin g
7-16
7
11. Breng de rubber pluggen aan.
Reini gen van het luchtfilterelement in de
V-snaarb ehuizing
1. Zet de machine op de middenbok.
2. Verwijder het luchtfilterdeksel. (Zie het vorige gedeelte.)
3. Verwijder de schroeven van het deksel van de V-snaarbehuizing.
4. Verwijder de bouten van het luchtfil- terhuis. 5. Til het luchtfilterhuis iets op, verwijder
de bedrading van de achterwielsensor
uit de houder en verwijder het deksel
van de V-snaarbehuizing.
6. Verwijder het luchtfilterdeksel op de V-snaarbehuizing door de bouten los
te halen.
7. Verwijder het luchtfilterelement en blaas vervolgens het vuil weg met
perslucht vanaf de schone zijde zoals
getoond.
1. Lange schroef
1. Schroef
1. Bout
1
1
1
1
1. Bedrading achterwielsensor
2. Kabelhouder
1. Luchtfilterdeksel v-snaarbehuizing
2. Bout
1
22
1
2
2
UB74D0D0.book Page 16 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM

Page 80 of 114

Periodiek on derhou d en afstelling
7-17
78. Controleer het luchtfilterelement in de
v-snaarbehuizing op beschadiging en
vervang indien nodig.
9. Plaats het element in de V-snaarbe-
huizing.
10. Monteer het luchtfilterdeksel van de V-snaarbehuizing door de bouten aan
te brengen.
11. Plaats de bedrading van de achter- wielsensor in de houder bij de witte
markering op de draad zoals getoond. 12. Breng de bouten van het luchtfilter-
huis aan en zet de bouten dan vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
13. Monteer het deksel van de V-snaarbe- huizing door de schroeven aan te
brengen.
14. Monteer het luchtfilterdeksel door de schroeven aan te brengen.
1. Luchtfilterelement in V-snaarbehuizing
1. Schone zijde
1
1
1. Bedrading achterwielsensor
2. Witte markering
3. Kabelhouder
Aanhaalmoment:Bout:10 N·m (1.0 kgf·m, 7.2 lb·ft)
1
33
22
3
2
2
3
UB74D0D0.book Page 17 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM

Page:   < prev 1-10 ... 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 ... 120 next >