YAMAHA XMAX 300 2017 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2017, Model line: XMAX 300, Model: YAMAHA XMAX 300 2017Pages: 114, PDF Size: 4.01 MB
Page 91 of 114

Periodiek on derhou d en afstellin g
7-28
7
DAU60691
Accu
De accu bevindt zich achter paneel A. (Zie
pagina 7-7.)
Dit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden
bijgevuld. Het is echter wel nodig om de ac-
cukabelverbindingen te controleren en, in-
dien nodig, vast te zetten.
WAARSCHUWING
DWA10761
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk om-
d at het zwavelzuur bevat, een stof
d ie ernstig e bran dwon den veroor-
zaakt. Vermij d contact met de hui d,
o gen of kle din g en b escherm uw
o gen altij d b ij werkzaamhed en na-
b ij accu’s. Voer als vol gt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel overvloe dig
met water.
INWENDIG: Drink grote hoeveel-
he den water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel g ed uren de 15 mi-
nuten met water en roep direct
me dische hulp in.
Accu’s pro duceren het explosieve
waterstof gas. Hou d daarom von-
ken, open vuur, si garetten e. d. uit
d e buu
rt van d e accu en zor g voor
vol doen de ventilatie b ij acculaden
in een af gesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-
TEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om de accu op te la den
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
LET OP
DCA16522
Voor het opla den van een VRLA (Valve
Re gulate d Lea d Aci d)-accu is een speci-
ale acculad er (met constante spannin g)
vereist. Bij geb ruik van een conventione-
le accula der raakt de accu b eschadigd.
Om de accu op te ber gen
1. Verwijder de accu als het voertuig lan- ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad hem volledig bij en zet dan
weg op een koele en droge plek. LET
OP: Zet alvorens d e accu te verwij-
d eren het contactslot uit en haal
eerst de neg atieve kab el en daarna
d e positieve ka bel los.
[DCA16304]
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren. LET OP: Zet alvorens de
accu te plaatsen het contactslot uit
en sluit eerst de positieve ka bel en
d aarna de neg atieve ka bel aan.
[DCA16842]
1. Negatieve accukabel (zwart)
2. Positieve accukabel (rood)
3. Accu
1
3
2
UB74D0D0.book Page 28 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM
Page 92 of 114

Periodiek on derhou d en afstelling
7-29
7
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aangesloten op de
accupolen.
LET OP
DCA16531
Hou d d e accu stee ds op gelad en. Stallen
van een ontla den accu kan lei den tot
permanente accuscha de.
DAU78242
De zekerin gen vervan gen
De hoofdzekering en de zekeringenkasten,
die de zekeringen van de afzonderlijke cir-
cuits bevatten, bevinden zich onder het pa-
neel A. (Zie pagina 7-7.)
OPMERKING
Om toegang te krijgen tot de hoofdzekering
verwijdert u de kap van het startmotorrelais
zoals getoond.
1. Zekeringenkastje
2. Hoofdzekering
3. Reservehoofdzekering
4. Kap van startmotorrelais
12
3
4
UB74D0D0.book Page 29 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM
Page 93 of 114

Periodiek on derhou d en afstellin g
7-30
7Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Schakel het contactslot uit en schakel het betreffende elektrische circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Ge bruik geen
zekerin gen met een ho gere ampe-
ra ge dan aan bevolen om ernsti ge
scha de aan het elektrische systeem
en mo gelijk bran d te voorkomen.
[DWA15132]
3. Schakel het contactslot in en schakel
het betreffende elektrische circuit in
om te zien of de apparatuur werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door- brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
1. Zekering 2 signaleringssysteem
2. Zekering signaleringssysteem
3. Zekering ABS-regeleenheid
4. Hoofdzekering 2
5. Zekering radiatorkoelvinmotor
6. Backup-zekering
7. Reservezekering
8. Zekering ABS-motor
9. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
10.Zekering richtingaanwijzer/alarmverlichting
11.Aansluitzekering 1
12.Antwoordzekering
123456 7
8910
11
12
7
Voor
geschreven zekerin gen:
Hoofdzekering:
20.0 A
Hoofdzekering 2: 7.5 A
Aansluitzekering 1: 2.0 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Zekering 2 signaleringssysteem: 7.5 A
Zekering radiatorkoelvin: 7.5 A
Backup-zekering:
7.5 A
Zekering richtingaanwijzer/alarm-
verlichting:
7.5 A
Zekering ABS-regeleenheid: 7.5 A
Zekering ABS-motor: 30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep: 15.0 A
Antwoordzekering:
2.0 A
UB74D0D0.book Page 30 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM
Page 94 of 114

Periodiek on derhou d en afstelling
7-31
7
DAU64070
Koplampen
Dit model is voorzien van koplampen van
het LED-type.
Als de koplamp niet gaat branden, vraag
dan een Yamaha dealer het elektrisch cir-
cuit van de koplamp te testen.
LET OP
DCA16581
Plak geen kleurfolie of stickers op de
koplamplens.
DAU54502
Parkeerlichten
Dit model heeft parkeerlichten van het LED-
type.
Als een parkeerlicht niet werkt, laat dan een
controle uitvoeren door een Yamaha-dea-
ler.
UB74D0D0.book Page 31 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM
Page 95 of 114

Periodiek on derhou d en afstellin g
7-32
7
DAU70540
Remlicht/achterlicht
Dit model is uitgerust met een rem-
licht/achterlicht van het LED-type.
Als het remlicht/achter licht niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha-dealer om het
na te kijken.
DAU39881
Voorste richtin gaanwijzer
Als een voorste richtingaanwijzer niet gaat
branden, vraag dan een Yamaha dealer het
betreffende elektrisch circuit te testen of
vervang de gloeilamp.
UB74D0D0.book Page 32 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM
Page 96 of 114

Periodiek on derhou d en afstelling
7-33
7
DAUT1331
Gloeilamp achterste richting aan-
wijzer
Als het lampje van een achterste richting-
aanwijzer niet gaat branden, laat het elek-
trisch circuit dan door een Yamaha dealer
controleren of vervang de gloeilamp.
DAU78560
Gloeilamp in kentekenverlichtin g
vervan gen
1. Verwijder de kentekenverlichtingsunit
door de bouten en plaat te verwijde-
ren, en verwijder vervolgens de gloei-
lampfitting van de kentekenverlichting
(samen met de gloeilamp) door deze
uit te trekken.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door deze uit te trekken.
3. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit- ting.
4. Monteer de fitting (samen met de gloeilamp) door deze in te drukken en
monteer vervolgens de kentekenver-
lichtingsunit door de plaat en bouten
te monteren.
1. Kentekenverlichtingsunit
2. Bout
3. Gloeilampfitting kentekenverlichting
4. Plaat
1. Gloeilamp kentekenverlichting
1
2
34
1
UB74D0D0.book Page 33 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM
Page 97 of 114

Periodiek on derhou d en afstellin g
7-34
7
DAU60701
Problemen oplossen
Yamaha voertuigen ondergaan een grondi-
ge inspectie voordat ze vanaf de fabriek op
transport gaan, maar tijdens gebruik kun-
nen toch storingen optreden. Problemen in
de brandstof-, compressie- of ontstekings-
systemen kunnen bijvoorbeeld de oorzaak
zijn van slecht starten of een afname in mo-
torvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s is een
snelle en gemakkelijke werkwijze weerge-
geven om deze vitale systemen zelf te kun-
nen controleren. Ga als er reparaties nodig
zijn echter met uw machine naar een
Yamaha dealer, waar vakkundige monteurs aanwezig zijn die beschikken over het ver-
eiste gereedschap, de ervaring en vakken-
nis om de werkzaamheden aan de machine
correct uit te voeren.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele onder-
delen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van minde-
re kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn.
WAARSCHUWING
DWA15142
Rook niet tij dens het controleren van het
b ran dstofsysteem en let erop dat er
g een open vuur of vonken in de om ge-
vin g zijn, inclusief waakvlammen van
g eisers of ovens. Benzine en benzine-
d ampen kunnen vlam vatten of explo de-
ren, met ernsti g letsel of scha de aan
ei gen dommen tot g evolg.
DAU76550Pro blemen oplossen in Smart-sleutelsy-
steem
Controleer de volgende items als het
Smart-sleutelsysteem niet werkt. Is de Smart-sleutel ingeschakeld? (Zie
pagina 3-5.)
Is de batterij van de Smart-sleutel ont-
laden? (Zie pagina 3-6.)
Is de batterij van de Smart-sleutel cor-
rect geplaatst? (Zie pagina 3-6.)
Wordt de Smart-sleutel gebruikt op
een locatie met sterke radiogolven of
andere elektromagnetische ruis? (Zie
pagina 3-1.)
Gebruikt u de Smart-sleutel die bij de
machine is geregistreerd?
Is de voertuigaccu ontladen? Als de
voertuigaccu ontladen is, zal het
Smart-sleutelsysteem niet werken.
Laat de voertuigaccu opladen of ver-
vangen. (Zie pagina 7-28.)
Als het Smart-sleutelsysteem na controle
van de bovenstaande items nog steeds niet
werkt, laat dan een Yamaha dealer het
Smart-sleutelsysteem controleren.
OPMERKING
Zie “Noodmodus” op pagina 7-37 voor in-
formatie over het starten van de motor zon-
der de Smart-sleutel.
UB74D0D0.book Page 34 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM
Page 98 of 114

Periodiek on derhou d en afstelling
7-35
7
DAU68020
Storin gzoekschema’s
Startpro blemen of slechte werkin g van d e motor
1. BrandstofEr is voldoende
brandstof aanwezig.
Er is geen brandstof
aanwezig.
Controleer de accu.
Vul brandstof bij.
De motor draait snel
rond.
De motor draait
langzaam rond.
De motor start niet.
Controleer de accu.
Schoonvegen met een
droge doek. Stel de
elektrodenafstand van
de bougie af of
vervang de bougie.
Controleer de aansluitingen
van de accukabels en
vraag indien nodig een
Yamaha dealer om de accu
te laden.
2. AccuDe accu is in orde.
De motor start niet.
Controleer de
ontsteking.
3. OntstekingNatBedien de startmotor.
Droog
Er is compressie.
Er is geen
compressie.
De motor start niet.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet.
Controleer de
compressie.Vraag een Yamaha
dealer de machine te
controleren.
Verwijder de bougie
en controleer de
elektroden.
Bedien de startmotor.
Bedien de startmotor.
Controleer het
brandstofniveau in de
brandstoftank.
4. Compressie
UB74D0D0.book Page 35 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM
Page 99 of 114

Periodiek on derhou d en afstellin g
7-36
7
Oververhitte motor
WAARSCHUWING
DWAT1041
Verwij der de ra diatorvul dop niet terwijl d e motor en de koelvloeistofra diator no g
heet zijn. Hete vloeistof en stoom kunnen naar buiten spuiten en zo ernstig e
b ran dwon den veroorzaken. Wacht tot de motor is af gekoel d.
Bren g een dikke doek, bijvoor beel d een han ddoek, aan over de rad iatorvul dop
en draai deze dan lan gzaam linksom te gen de aansla g zo dat de no g aanwezi ge
d ruk kan ontsnappen. Druk d e dop omlaa g zo dra het sis gelui d stopt en d raai
d eze linksom en verwij der de dop.
OPMERKING
Als geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijd elijk leidingwater worden gebruikt, maar dit
moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschreven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in
het reservoir en in de
radiator.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Het koelvloeistofniveau
is in orde.
Er is geen lekkage.
Er is lekkage.
Het koelvloeistofniveau
is laag. Controleer het
koelsysteem op
lekkage.
Vraag een Yamaha
dealer het koelsysteem
te controleren en te
repareren.
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te repareren als de
motor opnieuw oververhit raakt.
UB74D0D0.book Page 36 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM
Page 100 of 114

Periodiek on derhou d en afstelling
7-37
7
DAU76561
Noo dmo dus
Ook wanneer de Smart-sleutel kwijt of be-
schadigd is of als de batterij leeg is, kunt u
het contact inschakelen en de motor star-
ten. U hebt daarvoor het identificatienum-
mer van het Smart-sleutelsysteem nodig.
De machine in noo dmo dus geb ruiken
1. Zet de machine op een veilige plaats stil en zet het contactslot op “OFF”.
2. Druk de knop van het contactslot ge-
durende 5 seconden in totdat het con-
trolelampje van het Smart-
sleutelsysteem één keer knippert en
laat de knop vervolgens los. Herhaal
dit nog twee keer. Het controlelampje
van het Smart-sleutelsysteem gaat
gedurende drie seconden branden
om de overgang naar de noodmodus
aan te geven.
3. Voer nadat het controlelampje van het Smart-sleutelsysteem is uitgegaan het
identificatienummer als volgt in. 4. Het invoeren van het identificatienum-
mer vindt plaats door het aantal knip-
persignalen van het controlelampje
van het Smart-sleutelsysteem te tel-
len.
In het volgende voorbeeld is het iden-
tificatienummer 123456:
Druk de knop in en houd deze inge-
drukt.
↓
Het controlelampje van het Smart-
sleutelsysteem zal gaan knipperen.
↓
Laat de knop los nadat het controle-
lampje van het Smart-sleutelsysteem
één keer heeft geknipperd.
↓
Het eerste cijfer van het identificatie-
nummer is ingesteld als “1”.
↓
Druk de knop nogmaals in en houd
deze ingedrukt.
↓
1. Controlelampje Smart-sleutelsysteem “ ”
1
1. Identificatienummerkaart
2. Smart-sleutel (binnenzijde)
3. Identificatienummer
868588
868588
1
3 2
UB74D0D0.book Page 37 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM