YAMAHA XMAX 300 2021 Instructieboekje (in Dutch)

Page 51 of 112

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-25
4
DAU78213
Gelijkstroom aansluitcontact
voor accessoires
WAARSCHUWING
DWA14361
Om een elektrische schok of kortsluitin g
te voorkomen, dient u te controleren of
d e dop op het g elijkstroom aansluitcon-
tact is aan geb racht als het contact niet
wor dt geb ruikt.LET OP
DCA15432
Het accessoire dat is aan gesloten op het
g elijkstroom aansluitcontact voor ac-
cessoires ma g niet wor den geb ruikt ter-
wijl de motor uit staat en de belastin g
ma g niet meer bed ra gen dan 12 W (1 A),
an ders kan de zekerin g d oor bran den of
d e accu ontla den raken.Deze machine is uitgerust met een gelijk-
stroom aansluitcontact voor accessoires,
dat zich in opbergcompartiment A bevindt.
Een 12V-accessoire dat is aangesloten op
dit gelijkstroom aansluitcontact voor ac-
cessoires, kan worden gebruikt wanneer
het contactslot in de stand “ON” staat,
maar mag alleen worden gebruikt wanneer
de motor draait. Ge
bruiken van het gelijkstroom aansluit-
contact voor accessoires 1. Open opbergcompartiment A. (Zie pa- gina 3-9.)
2. Zet het contact uit.
3. Verwijder het deksel van het aansluit-
contact.
4. Zet het accessoire uit.
5. Plaats de stekker van het accessoire in het aansluitcontact. 6. Zet het contact aan en start de motor.
(Zie pagina 6-2.)
7. Zet het accessoire aan.
1. Dop gelijkstroom aansluitcontact
1
1. Gelijkstroom aansluitcontact voor accessoi- res
1
UBBAD0D0.book Page 25 Wednesday, September 16, 2020 9:08 AM

Page 52 of 112

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-26
4
DAU15306
Zijstan daar dDe zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de machine rechtop houdt.OPMERKINGDe ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie de volgende paragraaf voor een
uitleg over het startspersysteem.)
WAARSCHUWING
DWA10242
Met de machine mag nooit worden gere-
d en terwijl de zijstan daar d omlaa g staat
of niet behoorlijk kan wor den op getrok- ken (of niet omhoo
g b lijft), an ders kan d e
zijstan daar d d e gron d raken en zo de
b estuur der aflei den, waar door de ma-
chine mo gelijk on bestuur baar wor dt.
Het Yamaha startspersysteem is ont-
worpen om d e bestuur der te helpen b ij
zijn verantwoor delijkhei d de zijstan-
d aar d op te trekken alvorens weg te rij-
d en. Controleer dit systeem daarom
re gelmati g en laat het repareren door
een

Yamaha dealer als de werkin g niet
naar behoren is.
DAUT1098
StartspersysteemControleer de werking van de zijstandaard-
schakelaar als volgt.
1. ZijstandaardschakelaarZAUM0648
1
UBBAD0D0.book Page 26 Wednesday, September 16, 2020 9:08 AM

Page 53 of 112

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-27
4
 Bij deze inspectie moet de machine op de
middenbok worden gezet.

WAARSCHUWING
Zet het contact aan.
Zet de zijstandaard omhoog.Zet de zijstandaard omlaag.Als de motor afslaat:
De zijstandaardschakelaar is in orde.Zet de machine op de middenbok.Druk op de startknop terwijl een van de
remhendels wordt bediend. De motor
slaat aan.
Laat als een storing wordt aangetroffen de
machine nakijken alvorens te gaan rijden.
UBBAD0D0.book Page 27 Wednesday, September 16, 2020 9:08 AM

Page 54 of 112

Voor uw veilighei d – controles voor het rij den
5-1
5
DAU1559B
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werkende staat is. Volg altijd de schema’s en proce-
dures voor inspectie en onderhoud in de gebruikershandleiding.
WAARSCHUWING
DWA11152
Onvol doen de inspectie of on derhou d van de machine ver groot het risico op on geval of scha de. Rij d niet met d e machine als u
een pro bleem he bt g evon den. Als een pro bleem niet kan wor den op gelost via de proce dures in d eze handleid ing, laat de machi-
ne dan nazien door een Yamaha dealer.Controleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
ITEM CONTROLES PAGINA
Bran dstof • Controleer het brandstofniv
eau in de brandstoftank.
• Vul indien nodig brandstof bij.
• Controleer de brandstofleiding op lekkage.
• Controleer de tankoverloopslang op obstakels, scheuren of beschadiging en controleer de slangaansluiting. 4-17, 4-19
Motorolie • Controleer het olieniveau in de motor.
• Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.
• Controleer de machine op olielekkage. 7-10
Versnellin gsb akolie • Controleer de machine op olielekkage. 7-13
Koelvloeistof • Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig de aanbevolen koelvloe
istof bij tot aan het voorgeschreven ni-
veau.
• Controleer het koelsysteem op lekkage. 7-14
UBBAD0D0.book Page 1 Wednesd
ay, September 16, 2020 9:08 AM

Page 55 of 112

Voor uw veilighei d – controles voor het rij den
5-2
5
Vo or re m • Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorge- schreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage. 7-22, 7-23, 7-23
Achterrem • Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorge- schreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage. 7-22, 7-23, 7-23
Gas greep • Controleer of de werking soepel is.
• Controleer de vrije slag van de gasgreep.
• Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de gasgreep af te stel-
len en de kabel en het kabelhuis te smeren. 7-19, 7-26
Be dienin gska bels • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig. 7-25
Wielen en ban den • Controleer op schade.
• Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig.
7-20, 7-22
Remhen dels • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten.
7-26
Mi dden bok, zijstan daar d • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de scharnierpunten. 7-27
ITEM CONTROLES PAGINA
UBBAD0D0.book Page 2 Wednesd
ay, September 16, 2020 9:08 AM

Page 56 of 112

Voor uw veilighei d – controles voor het rij den
5-3
5
Frame bevesti gin gen • Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet.
• Zet indien nodig vast. —
Instrumenten, verlichtin g,
si gnalering ssysteem en
schakelaars • Controleer de werking.
• Corrigeer indien nodig.

Zijstan daar dschakelaar • Controleer de werking van het startspersysteem.
• Als het systeem niet correct werkt, vraag dan een Yamaha dealer de machine te
controleren. 4-26
ITEM CONTROLES PAGINA
UBBAD0D0.book Page 3 Wednesd
ay, September 16, 2020 9:08 AM

Page 57 of 112

Gebruik en belan grijke rij-informatie6-1
6
DAU15952
Lees de gebruikersha ndleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10272
Een onvol doen de vertrouw dhei d met de
b ed ienin gselementen kan lei den tot ver-
lies van d e controle, met mo gelijk een
on geval of letsel tot g evolg.
DAU16842
Inrijperiod eDe belangrijkste periode in de levensduur
van het motorblok is de tijd tussen 0 en
1600 km (1000 mi). Lees daarom de vol-
gende informatie aandachtig door.
Omdat het motorblok gloednieuw is, mag
dit de eerste 1600 km (1000 mi) niet te
zwaar worden belast. De verschillende on-
derdelen van de motor slijten op elkaar in
totdat de juiste bedrijfsspelingen zijn be-
reikt. Rijd tijdens deze periode nooit lang-
durig volgas en vermijd ook andere
manoeuvres die tot oververhitting van de
motor kunnen leiden.
DAU34323
0–1000 km (0–600 mi)
Laat de motor niet langer dan 4500 tpm
achtereen draaien. LET OP: Na 1000 km
(600 mi) moeten de motorolie, ein dover-
b ren gin gsolie en het oliefilterelement
wor den vervan gen.
[DCA12932]
1000–1600 km (600–1000 mi)
Laat de motor niet langer dan 5400 tpm
achtereen draaien. 1600 km (1000 mi) en ver
der
De machine kan nu normaal worden ge-
bruikt.
LET OP
DCA10311
 Voer het toerental niet zover op dat
d e toerenteller in d e rode zone
wijst.
 Als tij dens de inrijperio de motor-
scha de optree dt, vraa g d an direct
een Yamaha dealer de machine te
controleren.
UBBAD0D0.book Page 1 Wednesd ay, September 16, 2020 9:08 AM

Page 58 of 112

Gebruik en belan grijke rij-informatie
6-2
6
DAU86740
De motor startenHet startspersysteem staat starten toe
wanneer de zijstandaard omhoog is gezet.
Om de motor te starten1. Zet het contact aan.
2. Controleer of de indicator en het/de
waarschuwingslampje(s) enkele se-
conden oplichten en dan uitgaan. (Zie
pagina 4-1.)OPMERKINGStart de motor niet als het waarschu-
wingslampje motorstoring blijft bran-
den.
 Het ABS-waarschuwingslampje moet
gaan branden en aan blijven totdat de
machine een snelheid van 10 km/h
(6 mi/h) bereikt.LET OP
DCA24110
Als een waarschuwin gs- of controle-
lampje niet werkt zoals hier boven be-
schreven, vraa g d an uw Yamaha dealer
om de machine te controleren.3. Draai het gas volledig dicht.
4. Druk op de startknop terwijl de voor-
of achterrem wordt bediend. 5. Laat de startkno
p los als de motor
start, of na 5 seconden. Wacht 10 se-
conden voordat u opnieuw op de
knop drukt om de accuspanning weer
te laten opbouwen.
LET OP
DCA11043
Trek nooit snel op terwijl de motor no g
kou d is, d it verkort de levens duur van d e
motor!
DAUM4280
OPMERKINGDit model is uitgerust met een hellings-
hoeksensor, waarbij de motor afslaat bij
kanteling. In dat geval gaat ook het contro-
lelampje voor storing branden, maar dit
duidt niet op een storing. Schakel de ma-
chinevoeding uit en vervolgens weer in om
het controlelampje uit te zetten. Wanneer u
dit niet, doet zal de motor niet aanslaan,
ook al probeert de startmotor de motor op
gang te brengen na het indrukken van de
startknop.
UBBAD0D0.book Page 2 Wednesd ay, September 16, 2020 9:08 AM

Page 59 of 112

Gebruik en belan grijke rij-informatie6-3
6
DAU45093
We grij den1. Houd met uw linkerhand de achter-
remhendel ingedrukt, houd met uw
rechterhand de rechterhandgreep
vast en duw de scooter van de mid-
denbok af.
2. Ga schrijlings op het zadel zitten en stel de achteruitkijkspiegels af.
3. Zet de richtingaanwijzers aan.
4. Controleer op tegemoetkomend ver- keer en draai voorzichtig aan de gas-
greep (rechts) om weg te rijden.
5. Schakel de richtingaanwijzers uit.
DAU16782
Sneller en lan gzamer rij denDe rijsnelheid wordt geregeld door de gas-
greep open of dicht te draaien. Draai de
gasgreep richting (a) om sneller te gaan rij-
den. Draai de gasgreep richting (b) om
langzamer te gaan rijden.
DAU60650
Remmen
WAARSCHUWING
DWA17790
 Vermij d har d en a brupt remmen
(met name wanneer u naar één kant
overhelt). Hier door zou de machine
kunnen slippen of kantelen.
 Spoorweg overgan gen, tramrails,
ijzeren platen geb ruikt in de weg en-
b ouw en put deksels wor den in nat-
te toestan d zeer g lad. U d ient deze
o bstakels daarom met aan gepaste
snelhei d te na deren en voorzichti g
te passeren.
 Onthou d d at remmen op een nat
we gdek veel moeilijker is.
 Rijd lan gzaam heuvelafwaarts,
remmen kan tij dens af dalin gen
soms lasti g zijn.1. Sluit de gasklep volledig.
2. Bekrachtig de voor- en achterrem ge-
lijktijdig en oefen daarbij geleidelijk
meer druk uit.
1. HandgreepZAUM1519
1
(a)(b)
UBBAD0D0.book Page 3 Wednesd
ay, September 16, 2020 9:08 AM

Page 60 of 112

Gebruik en belan grijke rij-informatie
6-4
6
Voor
Achter
DAU16821
Tips voor een zuini g b ran dstof-
ver bruikHet brandstofverbruik is vooral afhankelijk
van uw rijstijl. Hierna volgen enkele tips om
het brandstofverbruik te verlagen:
 Voer het motortoerental tijdens acce-
lereren niet te hoog op.
 Voer het toerental niet te hoog op ter-
wijl de motor onbelast draait.
 Laat de motor niet langdurig stationair
draaien maar zet hem af (bijvoorbeeld
in files, bij stoplichten of bij spoorweg-
overgangen).
DAUN1421
ParkerenAls u de machine parkeert, schakel dan de
machinevoeding uit en daarna de Smart-
sleutel.OPMERKINGZelfs als de machine is geparkeerd op een
locatie die wordt afgescheiden door een
hek of een glazen ruit, kunnen andere per-
sonen de motor starten en de machine be-
dienen als de Smart-sleutel zich binnen het
bereik bevindt. Schakel de Smart-sleutel uit
wanneer u de machine achterlaat. (Zie pa-
gina 3-5.)Als de zijstandaard omlaag wordt gezet ter-
wijl de motor draait, slaat de motor af en
klinkt de zoemer gedurende ongeveer 1 mi-
nuut. Zet om de zoemer te stoppen de ma-
chinevoeding uit of zet de zijstandaard
omhoog.OPMERKINGZet alvorens de machine achter te la-
ten altijd het contactslot op “OFF”
of “ ”. Als u dit nalaat, kan de accu
ontladen raken.
UBBAD0D0.book Page 4 Wednesd ay, September 16, 2020 9:08 AM

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 ... 120 next >