YAMAHA XT1200ZE 2017 Instructieboekje (in Dutch)
Page 21 of 122
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-7
3
Cruise control activeren en instellen
1. Druk op de aan-uitschakelaar voor de
cruise control “ ” links op het stuur.
Het controlelampje voor cruise
control “ ” gaat aan. 2. Druk op de “SET–”-zijde van de instel-
schakelaar voor cruise control om de
cruise control te activeren. De huidige
rijsnelheid wordt ingesteld als de
kruissnelheid. Het controlelampje
voor de cruise-controlinstelling “SET”
gaat aan.
De in gestel de kruissnelhei d aanpassen
Terwijl de cruise control in werking is, drukt
u op de “RES+”-zijde van de instelschake-
laar voor cruise control om de ingestelde
kruissnelheid te verhogen of op de “SET–”-
zijde om de ingestelde kruissnelheid te ver-
lagen.
OPMERKING
Wanneer u de instelschakelaar eenmaal in-
drukt, wordt de snelheid in stappen van on-
geveer 2.0 km/h (1.2 mi/h) verhoogd.
Wanneer u de “RES+”- of “SET–”-zijde van
de instelschakelaar voor cruise control in-
gedrukt houdt, wordt de snelheid continu
verhoogd of verlaagd totdat u de schake-
laar weer loslaat.
U kunt de rijsnelheid ook handmatig verho-
gen met de gasgreep. Nadat u gas hebt ge-
geven, kunt u een nieuwe kruissnelheid
instellen door te drukken op de “SET–”-zij-
de van de instelschakelaar. Als u geen
1. Controlelampje cruise control “ ”
2. Controlelampje cruise-controlinstelling “SET”
1. Instelschakelaar cruise control “RES+/SET–”
2. Aan-uitschakelaar cruise control “ ”
1. Aan-uitschakelaar cruise control “ ”
2. Controlelampje cruise control “ ”
12
RES
SETPA SS
2
1
RES
SETPA S S
21
1. Instelschakelaar cruise control
“RES+/SET–”
2. Controlelampje cruise-controlinstelling “SET”
RES
SETPASS
2
1
UBP9D0D0.book Page 7 Wednesday, February 8, 2017 8:35 AM
Page 22 of 122
Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-8
3
nieuwe kruissnelheid instelt en gas terug-
neemt, remt de machine af tot de eerder in-
gestelde kruissnelheid.
Cruise control uitschakelen
Voer een van de volgende handelingen uit
om de ingestelde kruissnelheid te annule-
ren. Het controlelampje “SET” gaat uit.
Draai de gasgreep voorbij de gesloten
stand in de deceleratierichting.
Bekrachtig de voor- of achterrem.
Knijp de koppelingshendel in.
Druk op de aan-uitschakelaar om de cruise
control uit te zetten. Het
controlelampje “ ” en controlelampje
“SET” gaan uit.
OPMERKING
De rijsnelheid gaat dalen zodra cruise con-
trol wordt uitgeschakeld, als tenminste niet
aan de gasgreep wordt gedraaid.
De hervattin gsfunctie geb ruiken
Druk op de “RES+”-zijde van de instelscha-
kelaar voor cruise control om de cruise
control opnieuw te activeren. De rijsnelheid
keert dan terug naar de eerder ingestelde
kruissnelheid. Het controlelampje “SET”
gaat aan.
WAARSCHUWING
DWA16351
Het is gevaarlijk de hervattin gsfunctie te
g eb ruiken wanneer de eer der in gestel de
kruissnelhei d te hoo g is voor d e huidig e
omstan dig he den.
OPMERKING
Wanneer u op de aan-uitschakelaar drukt
terwijl de cruise control in werking is, wordt
de cruise control volledig uitgeschakeld en
wordt de eerder ingestelde kruissnelheid
gewist. U kunt de hervattingsfunctie pas
weer gebruiken nadat u een nieuwe kruis-
snelheid hebt ingesteld.
Automatische uitschakeling van cruise
control
De cruise control voor dit model wordt
elektronisch geregeld en is gekoppeld aan
de andere regelsystemen. De cruise control
wordt onder de volgende omstandigheden
automatisch uitgeschakeld:
De cruise control kan de ingestelde
kruissnelheid niet aanhouden.
Er is een wielslip of wielspin gedetec-
teerd. (Als de tractieregeling niet is uit-
geschakeld, werkt de tractieregeling
nog.)
De startschakelaar/noodstopschake-
laar wordt in de stand “ ” gezet.
De motor slaat af.
De zijstandaard wordt omlaag gezet.
Als u rijdt met een ingestelde kruissnelheid
en de cruise control wordt uitgeschakeld
onder de bovenstaande omstandigheden,
gaat het controlelampje “ ” uit en knip-
pert het controlelampje “SET” gedurende 4
seconden, waarna dit uitgaat.
Als u niet rijdt met een ingestelde kruissnel-
heid en de startschakelaar/noodstopscha-
kelaar wordt in de stand “ ” gezet, de
motor slaat af of de zijstandaard wordt om-
laag gezet, gaat het controlelampje “ ” uit
(het controlelampje “SET” knippert niet).
1. Gesloten stand
2. Uitschakelrichting cruise control
21
UBP9D0D0.book Page 8 Wednesday, February 8, 2017 8:35 AM
Page 23 of 122
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-9
3
Als de cruise control automatisch wordt uit-
geschakeld, moet u stoppen en controleren
of de machine in goede staat verkeert.
Voordat u de cruise control opnieuw ge-
bruikt, moet u deze inschakelen met de
aan-uitschakelaar.
OPMERKING
In bepaalde gevallen kan de cruise control
de ingestelde kruissnelheid mogelijk niet
aanhouden wanneer u heuvelopwaarts of
heuvelafwaarts rijdt met de machine.
Wanneer u heuvelopwaarts rijdt met
de machine, kan de werkelijke rijsnel-
heid lager worden dan de ingestelde
kruissnelheid. Als dit gebeurt, accele-
reert u met de gasgreep tot de ge-
wenste rijsnelheid.
Wanneer u heuvelafwaarts rijdt met de
machine, kan de werkelijke rijsnelheid
hoger worden dan de ingestelde
kruissnelheid. Als dit gebeurt, kunt u
de instelschakelaar niet gebruiken om
de ingestelde kruissnelheid aan te
passen. Als u de rijsnelheid wilt verla-
gen, gebruikt u de remmen. Wanneer
u de remmen gebruikt, wordt de
cruise control uitgeschakeld.
DAU80550
Multifunctionele meter
WAARSCHUWING
DWA12423
Zor g d at de machine stilstaat voor dat u
wijzi gin gen in d e instellin gen van de
multifunctionele meter gaat aan bren-
g en. Het aan bren gen van wijzi gin gen tij-
d ens het rij den kan u aflei den en
ver groot het risico op een on geval.
De multifunctionele meter biedt de volgen-
de voorzieningen:
snelheidsmeter
toerenteller
klok
brandstofniveaumeter
eco-controlelampje
indicator ingeschakelde versnelling
indicator rijmodus
indicator tractieregeling
functieweergave
informatieweergave
1. “RESET”-toets
2. “TCS”-toets
3. Klok
4. Toerenteller
5. Snelheidsmeter
6. Indicator ingeschakelde versnelling
7. Functieweergave
8. Informatieweergave
9. Brandstofniveaumeter
10.Eco-controlelampje “ECO”
11.Indicator rijmodus
12.Indicator tractieregeling
GEARN25A.TEMP ˚C
LoC.TEMP˚C
0:00TIME TRIP
89101112
12 3 56
74
UBP9D0D0.book Page 9 Wednesday, February 8, 2017 8:35 AM
Page 24 of 122
Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-10
3
instelmodus
OPMERKING
De selectieschakelaar “ / ” en de me-
nuschakelaar “MENU” bevinden zich links
op het stuur. Met deze schakelaars kunt u
de instellingen van de multifunctionele me-
ter regelen of wijzigen.
OPMERKING
Vergeet niet de sleutel naar “ON” te draaien
voordat u drukt op de
selectieschakelaar “ / ”, menuscha-
kelaar “MENU”, toets “RESET” en toets
“TCS”.
Snelhei dsmeter
De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid van
het voertuig aan.
Zie voor het wisselen tussen kilometers en
mijlen “De eenheden selecteren” op pagina
3-18. Toerenteller
De toerenteller toont het motortoerental.
LET OP
DCA23050
Laat
de motor niet d raaien in de hoge-
toerenzone van d e toerenteller.
Ho getoerenzone: 7750 tpm en ho ger
Bran dstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
displaysegmenten van de brandstofniveau-
meter verdwijnen van “F” (vol) naar “E”
(leeg) naarmate het brandstofniveau verder
daalt. Als het laatste segment begint te
knipperen, dient u zo snel mogelijk te tan-
ken.
1. Menuschakelaar “MENU”
2. Selectieschakelaar “ / ”
1
2
1. Toerenteller
2. Hogetoerenzone
1. Brandstofniveaumeter
12
1
UBP9D0D0.book Page 10 Wedne sday, February 8, 2017 8:35 AM
Page 25 of 122
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-11
3
OPMERKING
Als er een probleem wordt gedetecteerd in
het circuit van de brandstofniveaumeter,
gaan alle segmenten van de brandstofni-
veaumeter knipperen. Als dit zich voordoet,
vraag dan een Yamaha-dealer de machine
te controleren.
Eco-controlelampje
Dit controlelampje gaat aan wanneer de
machine wordt gebruikt op een milieuvrien-
delijke, energiezuinige manier. Het contro-
lelampje gaat uit als u de machine stopt.
OPMERKING
Hierna volgen enkele tips om het brand-
stofverbruik te verlagen:
Voer het motortoerental tijdens acce-
lereren niet te hoog op.
Rijd met een constante snelheid.
Selecteer de versnelling die geschikt
is voor de snelheid van de machine.
Indicator in geschakel de versnellin g
Deze indicator toont de huidige ingescha-
kelde versnelling en de vrijstand als volgt:
1–N–2–3–4–5–6. Als de koppelingshendel
wordt ingetrokken of de machine wordt ge-
stopt, wordt “—” weergegeven.
In dicator rijmo dus
Deze indicator toont de huidige rijmodus:
Toermodus “T” of sportmodus “S”. Zie pa-
gina 3-22 en 3-23 voor meer informatie
over de modi en hoe u deze kunt selecte-
ren.
1. Eco-controlelampje “ECO”
1
1. Vrijstandcontrolelampje “ ”
2. Indicator ingeschakelde versnelling
1. Indicator rijmodus
GEAR
N
25A.TEMP ˚C
LoC.TEMP˚C
0:00TIME TRIP
12
1
UBP9D0D0.book Page 11 Wedne sday, February 8, 2017 8:35 AM
Page 26 of 122
Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-12
3
Indicator tractiere gelin g
Deze indicator toont de huidige modus van
de tractieregeling: “1”, “2” of “OFF”. Zie pa-
gina 3-27 voor meer informatie over de
tractieregeling.
Functieweerg ave Druk op de menuschakelaar “MENU” om
de weergave te schakelen tussen de vol-
gende functies. De weergave verandert tel-
kens wanneer u op de schakelaar drukt.
Afstelling handvatverwarming
Selectie informatieweergave
Afstelling veerdemping
Afstelling voorspanning
OPMERKING
De afstelfunctie voor de voorspanning
wordt alleen weergegeven wanneer de ma-
chine stilstaat met draaiende motor.
De volgende pagina’s bevatten uitleg over
de functies voor handvatverwarming en in-
formatieweergave. Zie pagina 3-36 voor
een uitleg over de afstelfuncties voor veer-
demping en voorspanning.
De han dvatverwarmin g afstellen
Deze machine is voorzien van handvatver-
warming, die alleen kan worden gebruikt
als de motor loopt. Er zijn 4 instellingen
voor de handvatverwarming.
Als u de temperatuur van de handvatver-
warming wilt verhogen, drukt u op
de “ ”-zijde van de selectieschakelaar.
Als u de temperatuur van de handvatver-
warming wilt verlagen, drukt u op de “ ”-
zijde van de selectieschakelaar.
LET OP
DCA17931
Draa g hand schoenen wanneer u de
hand vatverwarmin g g eb ruikt.
1. Indicator tractieregeling
1. Functieweergave
1. Afstelling handvatverwarming
2. Selectie informatieweergave
3. Afstelling veerdemping
4. Afstelling voorspanning
1
GEAR
N
25A.TEMP ˚C
LoC.TEMP˚C
0:00TIME TRIP
1
34
21
Uit
Laag
Middel Weergave
Instelling
Hoog
UBP9D0D0.book Page 12 Wedne sday, February 8, 2017 8:35 AM
Page 27 of 122
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-13
3
Als de omg evingstemperatuur 20
°C (68 °F) of meer bed raa gt, moet u
d e han dvatverwarmin g niet op de
instellin g Hoog zetten.
Als het stuurhan dvat of de gashen-
d el versleten of bescha digd is, ge-
b ruik de han dvatverwarmin g dan
niet meer en vervan g hand vat en
hend el.
De informatieweer gave selecteren
Er zijn 3 informatieweergavepagina’s. Druk
op de selectieschakelaar om tussen de pa-
gina’s te wisselen.
U kunt selecteren welke items op de ver-
schillende pagina’s van de informatieweer-
gave worden getoond. (Zie pagina 3-19.)
De volgende items zijn beschikbaar:
kilometerteller
rittellers
ritteller brandstofreserve
geschatte actieradius
verstreken tijd
luchtaanzuigtemperatuur
koelvloeistoftemperatuur
gemiddeld brandstofverbruik
huidig brandstofverbruik Kilometerteller:
De kilometerteller toont de totale afstand
die door de machine is afgelegd.
Rittellers:
“TRIP-1” en “TRIP-2” tonen de afgelegde
afstand sinds de rittellers voor het laatst
werden teruggesteld.
OPMERKING
De kilometerteller wordt vergrendeld
bij 999999.
De rittellers worden teruggesteld en
blijven tellen nadat 9999.9 is bereikt.
De brandstofreserve-ritteller toont de af-
stand die wordt afgelegd op de brandstof-
reserve.
Wanneer ongeveer 3.9 L (1.03 US gal,
0.86 Imp.gal) van de brandstof resteert in
de brandstoftank, gaat het laatste segment
van de brandstofniveaumeter knipperen.
Daarnaast schakelt de informatieweergave
automatisch naar de brandstofreserve-rit-
teller “TRIP-F” en wordt de afgelegde af-
stand vanaf dat punt aangegeven.
1. Informatieweergave
2. Weergave–1
3. Weergave–2
4. Weergave–3
GEARN
5.0TRIP-1 km
7.0TRIP-2km
km
20ODO
GEARN
11RANGEkm
12.3FUEL AVG km/L
km/L
12.3CRNT FUEL
GEARN
25A.TEMP ˚C
LoC.TEMP ˚C
0:06TIME TRIP
3
421
20
ODOkm
5.0
TRIP-1km
7.0
TRIP-2km
UBP9D0D0.book Page 13 Wedne sday, February 8, 2017 8:35 AM
Page 28 of 122
Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-14
3Druk in dat geval op de selectieschakelaar
om de pagina’s van de informatieweergave
te wisselen in de onderstaande volgorde:
TRIP-F → Weergave–1 → Weergave–2 →
Weergave–3 → TRIP-F
Druk om een ritteller te rug te stellen kort op
de toets “RESET” zodat de ritteller knippert
en houd vervolgens de toets “RESET” 2 se-
conden lang ingedrukt.
OPMERKING
U kunt de brandstofreserve-ritteller hand-
matig terugstellen, maar deze wordt ook
automatisch teruggesteld zodra u na het
tanken 5 km (3 mi) hebt gereden. De ritteller
verdwijnt dan vanzelf van het display.
Geschatte actieradius:
Deze weergave toont de geschatte afstand
die met de resterende brandstof kan wor-
den afgelegd onder de huidige rijomstan-
digheden.
Verstreken tijd:
Deze timer toont de tijd die is verstreken
sinds de sleutel naar “ON” werd gedraaid.
De maximale tijd di e kan worden weerge-
geven is 99:59.
Deze timer wordt auto matisch op nul terug-
gesteld wanneer de sleutel naar “OFF”
wordt gedraaid.
OPMERKING
Er zijn ook timers “TIME–2” en “TIME–3”,
maar deze kunnen niet op de pagina’s van
de informatieweergave worden geplaatst.
Zie “Instelmodus” op pagina 3-16 voor
meer informatie.
Luchtaanzuigtemperatuur:
Deze weergave toont de temperatuur van
de lucht die in het luchtfilterhuis wordt ge-
zogen. Het weergavebereik is –9 °C tot
93 °C in stappen van 1 °C.
OPMERKING
De weergegeven temperatuur kan af-
wijken van de werkelijke omgevings-
temperatuur.
De temperatuuraflezing kan worden
beïnvloed door hitte van de motor bij
langzaam rijden (onder 20 km/h
[12 mi/h]) of door het oponthoud bij
verkeerslichten etc.
Koelvloeistoftemperatuur:
Deze weergave toont de temperatuur van
de koelvloeistof. De koelvloeistoftempera-
tuur varieert naargelang de omgevingstem-
peratuur en de motorbelasting.
GEAR
4
3.4
TRIP-F km
11
RANGEkm
0:06
TIME TRIP
25
A.TEMP ˚C
Lo
C.TEMP˚C
UBP9D0D0.book Page 14 Wedne sday, February 8, 2017 8:35 AM
Page 29 of 122
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-15
3
Als de melding “Hi” knippert, stop de ma-
chine dan, stop vervolgens de motor en laat
de motor afkoelen. (Zie pagina 6-42.)
OPMERKING
De pagina’s van de informatieweergave
kunnen niet worden gewisseld wanneer de
melding “Hi” knippert.
LET OP
DCA10022
Laat de motor niet d raaien terwijl deze
oververhit is.
Gemiddeld brandstofverbruik:
Deze functie berekent het gemiddelde
brandstofverbruik sinds de weergave op
nul is teruggesteld. Het gemiddelde brand-
stofverbruik kan worden weergegeven als
“km/L”, “L/100km” of “MPG”. “km/L” toont het aantal kilometers dat
wordt afgelegd op één liter brandstof.
“L/100km” toont hoe veel liter brand-
stof nodig is om 100 km af te leggen.
“MPG” toont het aantal mijlen dat
wordt afgelegd op één Imp.gallon
brandstof.
OPMERKING
Zie “De eenheden selecteren” op pagina
3-18 om de kilometergebaseerde ver-
bruikseenheden te wijzigen of te wisselen
naar mijlen.
Druk om het gemiddelde brandstofverbruik
terug te stellen kort op de toets “RESET”
zodat de weergave van het gemiddelde
brandstofverbruik knippert, en houd dan de
toets “RESET” 2 seconden lang ingedrukt.
OPMERKING
Nadat u de weergave van het gemiddelde
brandstofverbruik hebt teruggesteld, wordt
“_ _._” weergegeven totdat 1 km (0.6 mi)
met de machine is afgelegd.
LET OP
DCA15474
Bij storin gen wor dt continu “– –.–” weer-
g eg even. Vraa g een Yamaha dealer de
machine te controleren.
Huidig brandstofverbruik:
Deze functie berekent het huidige brand-
stofverbruik onder de actuele rijomstandig-
heden. Het huidige brandstofverbruik kan
worden weergegeven als “km/L”,
“L/100km” of “MPG”. “km/L” toont het aantal kilometers dat
wordt afgelegd op één liter brandstof.
“L/100km” toont hoe veel liter brand-
stof nodig is om 100 km af te leggen.
“MPG” toont het aantal mijlen dat
wordt afgelegd op één Imp.gallon
brandstof.
GEAR
4
Hi
C.TEMP ˚C
12.3
FUEL AVG km/L
12.3
CRNT FUEL km/L
UBP9D0D0.book Page 15 Wedne sday, February 8, 2017 8:35 AM
Page 30 of 122
Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-16
3
OPMERKING
Zie “De eenheden selecteren” op pa-
gina 3-18 om de kilometergebaseerde
verbruikseenheden te wijzigen of te
wisselen naar mijlen.
Bij snelheden onder 10 km/h (6 mi/h)
wordt “_ _._” weergegeven.
LET OP
DCA15474
Bij storin gen wor dt continu “– –.–” weer-
g eg even. Vraa g een Yamaha d ealer de
machine te controleren.
Instelmo dus
In de instelmodus kunt u de items die op de
pagina’s van de informatieweergave wor-
den getoond instellen, selecteren of terug-
stellen.
OPMERKING
De versnellingsbak moet in de vrij-
stand staan en de machine moet zijn
gestopt als u instellingen in deze mo-
dus wilt wijzigen.
Wanneer u naar een versnelling scha-
kelt en gaat rijden, of de sleutel naar
“OFF” draait, worden alle gewijzigde
instellingen opgeslagen en wordt de
instelmodus vervolgens afgesloten.
Houd de menuschakelaar “MENU” 2 se-
conden lang ingedrukt om de instelmodus
te openen. Houd de schakelaar “MENU”
nogmaals 2 seconden ingedrukt om de in-
stelmodus af te sluiten en terug te keren
naar de normale weergave.
1. Instelmodusweergave
MENUGrip WarmerMaintenanceTime TripUnitDisplayBrightnessClock
1
Weer gave Beschrijving
De lage, middelste en
hoge stand van 10 tempe-
ratuurniveaus instellen.
Het olieverversingsinterval
“OIL” (afgelegde afstand
sinds de laatste olieverver-
sing) en de onderhoudsin-
tervallen “FREE-1” en
“FREE-2” controleren en
terugstellen.
De timers “TIME–2” en
“TIME–3” controleren en
terugstellen. Deze timers
tonen de totale tijd dat de
sleutel in de stand “ON”
heeft gestaan. Wanneer de
sleutel naar “OFF” wordt
gedraaid, worden de ti-
mers gestopt maar niet te-
ruggesteld. De maximale
tijd die kan worden weer-
gegeven is 99:59.
Als de timers 99:59 over-
schrijden, worden ze te-
ruggesteld en gaan ze
vervolgens door met tel-
len.
De afstandseenheden van
de multifunctionele meter
wisselen tussen kilometers
en mijlen. Wanneer u kilo-
meters hebt geselecteerd,
kunt u de eenheden voor
brandstofverbruik schake-
len tussen “L/100km” en
“km/L”.
De items op de 3 pagina’s
van de informatieweergave
indelen.
De helderheid van de mul-
tifunctionele meter instel-
len.
De klok instellen. De klok
geeft de tijd weer in een
12-uursindeling.
Grip Warmer
Maintenance
Time Trip
Unit
Display
Brightness
Clock
UBP9D0D0.book Page 16 Wedne sday, February 8, 2017 8:35 AM