YAMAHA XT660Z 2015 Instructieboekje (in Dutch)
Page 31 of 98
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-14
3
loodvrije benzine te gebruiken gaan bou-
gies langer mee en blijven de onderhouds-
kosten beperkt.
DAUB1302
Tankbeluchtingsslang/overloop-
slangAlvorens de motorfiets te gebruiken:
Controleer de aansluiting van de tank-
beluchtingsslang/overloopslang.
Controleer de tankbeluchtings-
slang/overloopslang op scheuren of
beschadiging en vervang indien no-
dig.
Controleer of het uiteinde van de tank-
beluchtingsslang/overloopslang niet
verstopt is en reinig indien nodig.
Let op dat de ontluchtings-/overloop-
slang van de brandstoftank door de
klem wordt geleid.
DAU13434
UitlaatkatalysatorDit model is uitgerust met een uitlaatkataly-
sator.
WAARSCHUWING
DWA10863
Het uitlaatsysteem is heet nadat de mo-
tor heeft gedraaid. Let op het volgende
om brandgevaar of brandwonden te
voorkomen:
Parkeer de machine nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals op
gras of op ander materiaal dat ge-
makkelijk vlam vat.
Parkeer de machine op een plek
waar voetgangers of kinderen niet
gemakkelijk met het hete uitlaatsy-
steem in aanraking kunnen komen.
Controleer of het uitlaatsysteem is
afgekoeld alvorens onderhouds-
werkzaamheden uit te voeren.
Laat de motor niet langer dan enke-
le minuten stationair draaien. Lang
stationair draaien kan leiden tot
oververhitting.
1. Tankbeluchtingsslang/overloopslang
2. Slangklem
U2BDD1D0.book Page 14 Thursday, December 18, 2014 5:15 PM
Page 32 of 98
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-15
3
LET OP
DCA10702
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine. Bij
gebruik van loodhoudende benzine zal
onherstelbare schade worden toege-
bracht aan de uitlaatkatalysator.
DAU13862
ZadelVerwijderen van het zadel
Steek de sleutel in het zadelslot, draai hem
dan linksom en neem het zadel los.
Aanbrengen van het zadel
Steek de uitsteeksels aan de voorzijde van
het zadel in de zadelbevestigingen, druk
het zadel aan de achterzijde omlaag om te
vergrendelen en neem dan de sleutel uit.
OPMERKINGControleer of het zadel stevig is vergren-
deld alvorens te gaan rijden.
1. Zadelslot
2. Ontgrendelen.
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
U2BDD1D0.book Page 15 Thursday, December 18, 2014 5:15 PM
Page 33 of 98
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-16
3
DAUM3590
De voorvork afstellenVoor XT660Z:
Deze voorvork is voorzien van stelbouten
om de veervoorspanning in te stellen.
WAARSCHUWING
DWA10181
Geef beide vorkpoten steeds dezelfde
afstelling, anders kan slecht weggedrag
en verminderde rijstabiliteit het gevolg
zijn.Stel de veervoorspanning als volgt af.
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
bout op beide vorkpoten in de richting (a).
Draai om de veervoorspanning te verlagen
en zo de vering zachter te maken de stel-
bout op beide vorkpoten in de richting (b).OPMERKINGGebruik de zeskantsleutel 10 of steeksleu-
tel 10 in de boordgereedschapsset om de
stelbouten te draaien (afhankelijk van het
op uw machine aanwezige type stelbout
voor veervoorspanning).
Type A
Type B
1. Stelbout veervoorspanning
1. Stelbout veervoorspanningZAUM1246
(a)
(b)
Ty p e AZAUM1245
(a)
(b)
Type B
Afstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):
27 volledige slag(en) in de rich-
ting (b)*
Standaard:
5 volledige slag(en) in de richting
(b)*
Maximum (hard):
0 volledige slag(en) in de richting
(b)*
* Met de stelbout volledig gedraaid in
de richting (a)
1. Huidige instellingZAUM1244
76543210
89
10
U2BDD1D0.book Page 16 Thursday, December 18, 2014 5:15 PM
Page 34 of 98
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-17
3
OPMERKINGBreng de gewenste groef op het stelme-
chanisme in lijn met het bovenvlak van de
vorkplug.Voor XT660ZA:
Deze voorvork kan niet worden ingesteld.
DAUB1463
Schokdemperunit afstellenDeze schokdemper is uitgerust met een
stelring voor veervoorspanning.LET OP
DCA10102
Probeer nooit voorbij de maximum- of
minimuminstellingen te draaien om
schade aan het mechanisme te voorko-
men.Stel de veervoorspanning als volgt af.
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
r i n g i n d e r i c h ti n g ( a) . D r a ai o m de ve er vo o r -
spanning te verlagen en zo de vering
zachter te maken de stelring in de richting
(b).OPMERKINGZet de gewenste inkeping in de stelring te-
genover de positie-indicator op de schok-
demper.
WAARSCHUWING
DWAB0021
Stel de veervoorspanning nooit af voor-
dat het uitlaatsysteem is afgekoeld.
Afstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):
10
Standaard:
10
Maximum (hard):
0
1. Stelring veervoorspanning
2. Positie-indicatorAfstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):
1
Standaard:
2
Maximum (hard):
9
U2BDD1D0.book Page 17 Thursday, December 18, 2014 5:15 PM
Page 35 of 98
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-18
3
WAARSCHUWING
DWA10222
Deze schokdemperunit is gevuld met
stikstofgas onder hoge druk. Lees de
onderstaande informatie zorgvuldig
door alvorens werkzaamheden uit te
voeren aan de schokdemperunit.
Probeer de gascilinder niet te ope-
nen en blijf er verder vanaf.
Stel de schokdemperunit niet bloot
aan open vuur of een andere hitte-
bron. Hierdoor kan de gasdruk zo
hoog oplopen dat de unit explo-
deert.
Voorkom vervorming of beschadi-
ging van de cilinder. Schade aan d
e
cilinder zal resulteren in slechte
dempingsprestaties.
Werp een beschadigde of versleten
schokdemperunit niet zelf weg.
Breng de schokdemperunit voor elk
onderhoud naar een Yamaha-dea-
ler.
DAU15306
ZijstandaardDe zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de machine rechtop houdt.OPMERKINGDe ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie de volgende paragraaf voor een
uitleg over het startspersysteem.)
WAARSCHUWING
DWA10242
Met de machine mag nooit worden gere-
den terwijl de zijstandaard omlaag staat
of niet behoorlijk kan worden opgetrok-ken (of niet omhoog blijft), anders kan de
zijstandaard de grond raken en zo de
bestuurder afleiden, waardoor de ma-
chine mogelijk onbestuurbaar wordt.
Het Yamaha startspersysteem is ont-
worpen om de bestuurder te helpen bij
zijn verantwoordelijkheid de zijstan-
daard op te trekken alvorens weg te rij-
den. Controleer dit systeem daarom
regelmatig en laat het repareren
door
een Yamaha dealer als de werking niet
naar behoren is.
1. ZijstandaardZAUM1272
U2BDD1D0.book Page 18 Thursday, December 18, 2014 5:15 PM
Page 36 of 98
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-19
3
DAU15315
StartspersysteemHet startspersysteem (waarvan de zijstan-
daardschakelaar, de koppelingshen-
delschakelaar en de vrijstandschakelaar
deel uitmaken) heeft de volgende functies.
Het verhindert starten wanneer de
versnellingsbak in een versnelling is
geschakeld en de zijstandaard is op-
geklapt, terwijl de koppelingshendel
niet is ingetrokken.
Het verhindert starten wanneer de
versnellingsbak in een versnelling is
geschakeld en de koppelingshendel is
ingetrokken, terwijl de zijstandaard
nog omlaag staat.
Het schakelt een draaiende motor uit
wanneer de versnellingsbak in een
versnelling staat en de zijstandaard
omlaag wordt bewogen.
Controleer de werking van het startspersy-
steem regelmatig volgens de onderstaande
procedure.OPMERKINGDeze controle is vooral betrouwbaar als hij
wordt uitgevoerd met een warme motor.U2BDD1D0.book Page 19 Thursday, December 18, 2014 5:15 PM
Page 37 of 98
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-20
3
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. De motorstopknop moet in de stand staan.
3. Draai de sleutel naar aan.
4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk op de startknop.
Start de motor?
Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
8. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
12. Druk op de startknop.
Start de motor?
Het systeem is in orde. De motorfiets mag worden gebruikt.De vrijstandschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De zijstandaardschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De koppelingsschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
JA NEE JA NEE JA NEE
Als zich een storing voordoet, vraag dan alvorens
te gaan rijden een Yamaha dealer het systeem te
controleren.
WAARSCHUWING
“ ”
U2BDD1D0.book Page 20 Thursday, December 18, 2014 5:15 PM
Page 38 of 98
VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-1
4
DAU15599
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werkende staat is. Volg altijd de schema’s en proce-
dures voor inspectie en onderhoud in de gebruikershandleiding.
WAARSCHUWING
DWA11152
Onvoldoende inspectie of onderhoud van de machine vergroot het risico op ongeval of schade. Rijd niet met de machine als u
een probleem hebt gevonden. Als een probleem niet kan worden opgelost via de procedures in deze handleiding, laat de machi-
ne dan nazien door een Yamaha dealer.Controleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
ITEM CONTROLES PAGINA
Brandstof• Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
• Vul indien nodig brandstof bij.
• Controleer de brandstofleiding op lekkage.
• Controleer de tankbeluchtingsslang en overloopslang op obstakels, scheuren of
beschadiging en controleer de slangaansluitingen.3-13, 3-14
Motorolie• Controleer het olieniveau in het oliereservoir.
• Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.
• Controleer de machine op olielekkage.6-10
Koelvloeistof• Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig de aanbevolen koelvloeistof bij tot aan het voorgeschreven ni-
veau.
• Controleer het koelsysteem op lekkage.6-13
U2BDD1D0.book Page 1 Thursday, December 18, 2014 5:15 PM
Page 39 of 98
VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-2
4
Vo or re m• Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.
• Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
• Stel indien nodig bij.
• Controleer de remblokken op slijtage.
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorge-
schreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-20, 6-21
Achterrem• Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorge-
schreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-20, 6-21
Koppeling• Controleer de werking.
• Smeer indien nodig de kabel.
• Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
• Stel indien nodig bij.6-19
Gasgreep• Controleer of de werking soepel is.
• Controleer de vrije slag van de gasgreep.
• Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de gasgreep af te stel-
len en de kabel en het kabelhuis te smeren.6-16, 6-25
Bedieningskabels• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig.6-24 ITEM CONTROLES PAGINA
U2BDD1D0.book Page 2 Thursday, December 18, 2014 5:15 PM
Page 40 of 98
VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-3
4
Aandrijfketting• Controleer of de ketting correct is aangespannen.
• Stel indien nodig bij.
• Controleer de conditie van de ketting.
• Smeer indien nodig.6-22, 6-24
Wielen en banden• Controleer op schade.
• Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig.6-16, 6-19
Rempedaal• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig het pedaalscharnierpunt.6-26
Rem- en koppelingshendels• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten.6-25
Zijstandaard• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig het scharnierpunt.6-26
Framebevestigingen• Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet.
• Zet indien nodig vast.—
Instrumenten, verlichting,
signaleringssysteem en
schakelaars• Controleer de werking.
• Corrigeer indien nodig.—
Zijstandaardschakelaar • Controleer de werking van het startspersysteem.
• Als het systeem niet correct werkt, vraag dan een Yamaha dealer de machine te
controleren.3-18 ITEM CONTROLES PAGINA
U2BDD1D0.book Page 3 Thursday, December 18, 2014 5:15 PM