YAMAHA XT660Z 2015 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2015, Model line: XT660Z, Model: YAMAHA XT660Z 2015Pages: 98, PDF Size: 8.43 MB
Page 71 of 98

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-27
6
DAUM1653
Achterbrugscharnierpunten
smerenDe achterbrugscharnierpunten moeten
worden gesmeerd door een Yamaha dealer
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
DAU23273
Voorvork controlerenDe conditie en de werking van de voorvork
moeten als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden vermeld in het pe-
riodieke smeer- en onderhoudsschema.
Om de conditie te controleren
Controleer de binnenste vorkbuizen op
krassen, beschadigingen en overmatige
olielekkage.
Om de werking te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop.
WAARSCHUWING! Ondersteun de
machine zorgvuldig om omvallen
en mogelijk letsel te voorkomen.
[DWA10752]
2. Bekrachtig de voorrem en druk het
stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
LET OP
DCA10591
Als schade wordt gevonden of de voor-
vork niet soepel beweegt, vraag dan een
Yamaha dealer te repareren of te con-
troleren.
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
U2BDD1D0.book Page 27 Thursday, December 18, 2014 5:15 PM
Page 72 of 98

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-28
6
DAU23285
Stuursysteem controlerenLosse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuursy-
steem moet als volgt worden gecontroleerd
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
1. Breng het voorwiel van de grond. (Zie
pagina 6-34.) WAARSCHUWING!
Ondersteun de machine zorgvuldig
om omvallen en mogelijk letsel te
voorkomen.
[DWA10752]
2. Houd de voorvorkpoten aan het on-
derste uiteinde beet en probeer ze
naar voren en achteren te bewegen.
Als speling wordt gevoeld, vraag dan
een Yamaha dealer het stuursysteem
te inspecteren of repareren.
DAU23292
Controleren van wiellagersDe voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperi-
oden voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
DAUS1913
AccuOm toegang te krijgen tot de accu
(XTZ660Z):
De accu bevindt zich onder het zadel. (Zie
pagina 3-15.)
Verwijder de accusteun door de bouten los
te halen.
Accu (XTZ660ZA):
De accu bevindt zich onder de brandstof-
tank.1. Positieve accupool
2. Houder
3. Bout
4. Negatieve accupool
U2BDD1D0.book Page 28 Thursday, December 18, 2014 5:15 PM
Page 73 of 98

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-29
6
Laat werk aan de accu uitvoeren door een
Yamaha dealer.
Deze modellen zijn voorzien van een VRLA
(Valve Regulated Lead Acid)-accu. De elek-
trolyt hoeft niet te worden gecontroleerd en
er hoeft geen gedistilleerd water te worden
bijgevuld. Het is echter wel nodig om de ac-
cukabelverbindingen te controleren en, in-
dien nodig, vast te zetten.
WAARSCHUWING
DWA10761
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk om-
dat het zwavelzuur bevat, een stof
die ernstige brandwonden veroor-
zaakt. Vermijd contact met de huid,
ogen of kleding en bescherm uw
ogen altijd bij werkzaamheden na-bij accu’s. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel overvloedig
met water.
INWENDIG: Drink grote hoeveel-
heden water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel gedurende 15 mi-
nuten met water en roep direct
medische hulp in.
Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de
buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-
TEN BEREIK VAN KINDEREN.
LET OP
DCA10621
Probeer nooit om celafdichtingen op de
accu te verwijderen, hierdoor kan per-
manente schade aan de accu worden
toegebracht.
Om de accu op te laden:
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.LET OP
DCA16522
Voor het opladen van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu is een speci-
ale acculader (met constante spanning)
vereist. Bij gebruik van een conventione-
le acculader raakt de accu beschadigd.Om de accu op te bergen:
1. Verwijder de accu als het voertuig lan-
ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad hem volledig bij en zet dan
weg op een koele en droge plek. LET
OP: Draai voordat u de accu verwij-
dert de sleutel naar “OFF” en haal
dan eerst de negatieve kabel en
daarna de positieve kabel los.
[DCA16303]
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
1. Accu
U2BDD1D0.book Page 29 Thursday, December 18, 2014 5:15 PM
Page 74 of 98

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-30
6
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren. LET OP: Draai voordat u
de accu plaatst de sleutel naar
“OFF” en sluit vervolgens eerst de
positieve kabel en daarna de nega-
tieve kabel aan.
[DCA16841]
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aangesloten op de
accupolen.LET OP
DCA16531
Houd de accu steeds opgeladen. Stallen
van een ontladen accu kan leiden tot
permanente accuschade.
DAUS1934
De zekeringen vervangenOm de zekeringen (XT660Z) te vervan-
gen:
De hoofdzekering en zekeringenkastje 1
(voor individuele circuits) bevinden zich on-
der het zadel. (Zie pagina 3-15.)
Om de zekeringen (XT660ZA) te vervan-
gen:
De hoofdzekering en zekeringenkastje 1
(alleen voor ABS-modellen) bevinden zich
op een andere, moeilijk bereikbare plek en
moeten door een Yamaha dealer worden
vervangen.
Zekeringenkastje 2 (alleen voor ABS-mo-
dellen) en zekeringenkastje 3 (voor indivi-
duele circuits) bevinden zich onder het
zadel. (Zie pagina 3-15.)1. Hoofdzekering
2. Reservehoofdzekering
1. Zekeringenkastje 1
2. Zekering parkeerlichten
3. Zekering signaleringssysteem
4. Koplampzekering
5. Zekering ontstekingssysteem
6. Zekering elektronische regeleenheid
7. Zekering radiatorkoelvinmotor
8. Backup-zekering
9. ReservezekeringZAUM1269
U2BDD1D0.book Page 30 Thursday, December 18, 2014 5:15 PM
Page 75 of 98

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-31
6
Voor toegang tot zekeringenkastje 2 trekt u
het omhoog en opent u het.
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische
circuit uit.2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampe-
rage dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorkomen.
[DWA15132]
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
1. Zekeringenkastje 2
2. Zekering ABS-regeleenheid
3. Reservezekering
4. Zekeringenkastje 3
5. Zekering parkeerlichten
6. Zekering signaleringssysteem
7. Koplampzekering
8. Zekering ontstekingssysteem
9. Zekering elektronische regeleenheid
10.Zekering radiatorkoelvinmotor
11.Backup-zekering
2
34567
1SPA RE
SPA RE SPA RE
ZAUM1247
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
30.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit:
10.0 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Koplampzekering:
20.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
10.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
10.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
7.5 A
Backup-zekering:
10.0 A
Zekering ABS-motor:
XT660ZA 30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep:
XT660ZA 20.0 A
Zekering ABS-regeleenheid:
XT660ZA 5.0 A
U2BDD1D0.book Page 31 Thursday, December 18, 2014 5:15 PM
Page 76 of 98

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-32
6
DAUB1583
Koplampgloeilamp vervangenDe koplampen op dit model hebben halo-
geen gloeilampen. Vervang een koplamp-
gloeilamp als volgt als deze is
doorgebrand.LET OP
DCA10651
Pas op en zorg dat de volgende onder-
delen niet worden beschadigd:
Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van
het glas, de lichtintensiteit en de le-
vensduur nadelig worden beïn-
vloed. Wrijf eventuele
verontreinigingen en vingerafdruk-
ken op het gloeilampglas weg met
een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
Koplamplens
Plak g
een kleurfolie of stickers op
de koplamplens.
Gebruik geen koplampgloeilamp
met een hoger wattage dan is voor-
geschreven.
1. Verwijder de gloeilampkap en maak
vervolgens de koplampstekker los.
2. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp.1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Gloeilampkap
1. Koplampstekker
2. Gloeilamphouder
3. Koplampgloeilamp
1. Gloeilamphouder
2. Koplampgloeilamp
U2BDD1D0.book Page 32 Thursday, December 18, 2014 5:15 PM
Page 77 of 98

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-33
6
WAARSCHUWING
DWA10791
Koplampgloeilampen worden zeer heet.
Houd daarom brandbare producten uit
de buurt van een koplampgloeilamp en
raak het lampglas niet aan zolang dit niet
is afgekoeld.3. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.
4. Sluit de koplampstekker aan en mon-
teer vervolgens de gloeilampkap.
5. Vraag indien nodig een Yamaha dea-
ler de koplamplichtbundel af te stel-
len.
DAU42653
Parkeerlichtgloeilamp vervangenDit model is voorzien van twee parkeerlich-
ten. Vervang een parkeerlichtgloeilamp als
volgt als deze is doorgebrand.
1. Verwijder paneel B. (Zie pagina 6-8.)
2. Verwijder de parkeerlichtlampfitting
(samen met de gloeilamp) door deze
uit te trekken.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
5. Bevestig de parkeerlichtlampfitting
(samen met de gloeilamp) door deze
in te drukken.
6. Monteer het paneel.
DAU24182
Achterlicht/remlichtunitDit model is uitgerust met een LED-type
remlicht/achterlicht.
Als het remlicht/achterlicht niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen.
1. Fitting parkeerlichtgloeilamp
2. ParkeerlichtgloeilampZAUM1238
U2BDD1D0.book Page 33 Thursday, December 18, 2014 5:15 PM
Page 78 of 98

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-34
6
DAU24205
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen1. Verwijder de lamplens van de richting-
aanwijzer door de schroeven te verwij-
deren.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te draai-
en.
3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting, druk deze in en draai rechtsom
tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroef
aan te brengen. LET OP: Draai de
schroef niet te vast, hierdoor kan de
lens breken.
[DCA11192]DAUM2203
Gloeilamp in kentekenverlichting
vervangen1. Verwijder de lampfitting (samen met
de gloeilamp) door deze naar buiten te
trekken.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.
3. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
4. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze vast te druk-
ken.
DAU24351
Ondersteunen van de motorfietsDit model is niet voorzien van een midden-
bok, neem daarom de volgende voorzorgs-
maatregelen in acht bij het verwijderen van
het voor- en achterwiel of bij het uitvoeren
van ander onderhoud waarbij de motorfiets
rechtop moet staan. Controleer of de mo-
torfiets stabiel en horizontaal staat alvorens
onderhoud te verrichten. Onder het motor-
blok kan een stevige houten kist gezet wor-
den voor extra stabiliteit.
Onderhoud aan het voorwiel
1. Stabiliseer de achterzijde van de mo-
torfiets met een motorstandaard of,
als geen andere standaard voorhan-
den is, door een krik te plaatsen onder
het frame aan de voorzijde van het
achterwiel.
2. Breng het voorwiel los van de grond
met gebruik van een motorfietsstan-
daard.
Verwijderen van het achterwiel
Breng het achterwiel los van de grond met
een motorfietsstandaard of, als deze niet
voorhanden is, door een krik te plaatsen
onder beide zijden van het frame aan de
voorzijde van het achterwiel, of onder beide
uiteinden van de achterbrug.
1. Schroef
2. Lamplens richtingaanwijzer
3. Gloeilamp richtingaanwijzer
1ZAUM1265
1. Gloeilampfitting kentekenverlichting
2. Gloeilamp kentekenverlichting
U2BDD1D0.book Page 34 Thursday, December 18, 2014 5:15 PM
Page 79 of 98

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-35
6
DAU44792
Voorwiel (voor modellen zonder
ABS)
WAARSCHUWING
DWA14841
Wielen van ABS-modellen moeten door
een Yamaha-dealer verwijderd en ge-
monteerd worden.
DAU56480
Om het voorwiel te verwijderen
WAARSCHUWING
DWA10822
Zorg dat de machine veilig wordt onder-
steund, zodat deze niet kan omvallen.1. Draai de klembouten van de voorwiel-
as, de wielas en de remklauwbouten
los.2. Licht het voorwiel van de grond vol-
gens de werkwijze in de vorige para-
graaf “Ondersteunen van de
motorfiets”.
3. Verwijder aan beide zijden de rem-
klauwen door de bouten los te halen.
LET OP: Bekrachtig de rem niet na-
dat de remklauwen zijn verwijderd,
hierdoor worden de remblokken te-
gen elkaar geknepen.
[DCA11052]
4. Trek de wielas uit en verwijder dan het
wiel.
Aanbrengen van het voorwiel
1. Breng het wiel omhoog tussen de
vorkpoten.
2. Steek de wielas naar binnen.3. Monteer de remklauwen door de bou-
ten aan te brengen.
OPMERKINGKijk of er voldoende afstand tussen de rem-
blokken is voordat de remklauwen over de
remschijven worden gemonteerd.4. Laat het voorwiel zakken zodat dit op
de grond rust.
5. Zet de wielas en de remklauwbouten
vast met de voorgeschreven aanhaal-
momenten.LET OP
DCAB0062
Zorg dat de rechterremschijf precies
tussen de remblokken is geplaatst om te
voorkomen dat de rem aanloopt. Tik op
de zijkant van de rechtervorkpoot om de
schijf goed te plaatsen.6. Zet wielasklembout A vast en zet ver-
volgens klembout B vast met de voor-
geschreven aanhaalmomenten.
7. Zet klembout A opnieuw vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
1. Wielas
2. Remklauwbout
3. Klembout voorwielasZAUM1266
U2BDD1D0.book Page 35 Thursday, December 18, 2014 5:15 PM
Page 80 of 98

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-36
6
8. Bekrachtig de remhendel enkele ma-
len en druk vervolgens, terwijl u de
remhendel inhoudt, enkele malen hard
omlaag op het stuur om te controleren
of de vork goed werkt.
DAU44802
Achterwiel (voor modellen zon-
der ABS)
WAARSCHUWING
DWA14841
Wielen van ABS-modellen moeten door
een Yamaha-dealer verwijderd en ge-
monteerd worden.
DAU56711
Verwijderen van het achterwiel
WAARSCHUWING
DWA10822
Zorg dat de machine veilig wordt onder-
steund, zodat deze niet kan omvallen.1. Draai de wielasmoer los.2. Licht het achterwiel van de grond vol-
gens de werkwijze op pagina 6-34.
3. Verwijder de wielasmoer.
4. Draai de borgmoer volledig los aan
beide zijden van de achterbrug.
5. Draai de stelbouten van de aandrijf-
ketting volledig in richting (a) en druk
het wiel naar voren. Aanhaalmomenten:
Wielas:
59 Nm
Klembout voorwielas:
18 Nm
Remklauwbout:
40 Nm
1. Wielasmoer
2. Stelbout spanning aandrijfketting
3. Borgmoer
4. AandrijfkettingZAUM1267
U2BDD1D0.book Page 36 Thursday, December 18, 2014 5:15 PM