YAMAHA XV125S 2000 Instructieboekje (in Dutch)
Page 21 of 88
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
1
2
3
4
5
6
7
8
9
3-7
OPMERKING:
De benzinekraan voert benzine naar de
carburateur(s) door middel van een
onderdruk die wordt gekreërd door de
motor, mits de hendel op “ON” of op
“RES” staat. Als de benzineleiding lek
is of als het benzine-inlaatspruitstuk
beschadigd is, zal de benzinetoevoer
niet juist meer verlopen.
DAU00208Benzinekraan
De benzinekraan met een onderdruk-
benzinetoevoermechanisme
voert benzine toe aan de carburateur
en tegelijkertijd wordt de benzine gefil-
terd.
De benzinekraan heeft drie verschillen-
de standen.
ON
Als de hendel in deze stand staat en de
motor draait, stroomt er benzine naar
de motor, maar de benzinetoevoer
wordt stopgezet als u de motor uitzet.
1. Pijlteken voor “ON”
RES
Dit is de stand voor de reserve. Als u
tijdens het rijden zonder benzine komt
te staan, verdraai de hendel dan naar
“PRI”, start de motor en draai de hen-
del naar “RES”. ZORG DAT U BIJ DE
EERSTE GELEGENHEID BIJTANKT.
ZET, NADAT U HEEFT BIJGETANKT,
DE HENDEL WEER OP “ON”.
1. Pijlteken voor “RES”
11
ONRES
5AJ-9-D3 1~5 (XV125S) 4/7/0 10:06 AM Page 19
Page 22 of 88
3-8
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
1
2
3
4
5
6
7
8
9
PRI
“PRI” is de afkorting voor het engels
“prime” (voeden of inspuiten). Met de
hendel in deze stand zal er benzine
naar de carburateur stromen, ook als
de motor niet draait. Als de benzine-
tank helemaal leeg is, vul de tank dan
en zet de hendel op “PRI” zodat de car-
burateur volloopt. alvorens de motor
te starten. Nadat u de motor heeft
gestart, kunt u de hendel naar “ON”
draaien.
1. Pijlteken voor “PRI”
DAU02976Chokeknop (choke) “1”
Het starten van een koude motor ver-
eist een rijker mengsel (meer benzi-
ne/minder lucht). Een gescheiden
choke-startcircuit zorgt voor de toevoer
van dit verrijkte mengsel.
Draai in de arichting om de choke in
te schakelen (choke).
Draai in de brichting om de choke uit
te schakelen (choke).
1. Chokeknop (choke) “1”
DAU02934Stuurslot
Het stuur op slot zetten
Draai het stuur helemaal naar rechts
en open het dekseltje van het stuurslot.
Steek de sleutel in het slot en draai
deze een 1/8 slag naar links. Druk ver-
volgens de sleutel in terwijl u het stuur
iets terug naar links draait en draai de
sleutel nu 1/8 slag rechtsom.
Controleer of het stuur vergrendeld is,
trek de sleutel uit het slot en plaats het
dekseltje terug over het slot.
Het stuur van het slot halen
Steek de sleutel in het slot, druk hem
in en draai hem een 1/8 slag naar links
zodat hij omhoogkomt. Dan is het
stuur ontgrendeld en kunt u de sleutel
verwijderen.
1. Stuurslot
1
1a
b1
PRI
5AJ-9-D3 1~5 (XV125S) 4/7/0 10:06 AM Page 20
Page 23 of 88
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
1
2
3
4
5
6
7
8
9
3-9
DAU03020Zadel
Verwijderen
1. Verwijder de panelen A en B. (Zie
blz. 6-6 voor het verwijderen en
installeren van de panelen.)
2. Verwijder de bouten van het
bestuurderszadel en licht het zadel
omhoog.
1. Bout (´2)
Installeren
1. Steek de uitstekende nok vooraan
het bestuurderszadel in de zadel-
houder en draai de zadelbouten
aan.
2. Installeer de zijpanelen.
OPMERKING:
Kontroleer, alvorens te gaan rijden, of
het zadel goed vast zit.
1. Uitstekende
2. Zadelhouder
DAU00260Helmhouder
Om de helmhouder te openen, steekt u
de sleutel in het slot en draait u deze in
de aangegeven richting. Om de helm-
houder te sluiten, drukt u deze weer
terug naar de normale stand.
DW000030
X@
Ga nooit rijden terwijl er zich een helm
in de helmhouder bevindt. De helm
zou ergens tegenaan kunnen stoten,
waardoor u uw evenwicht zou kunnen
verliezen met als gevolg een ongeluk.
1. Helmhouder
2. Openen
1
1
22 1
5AJ-9-D3 1~5 (XV125S) 4/7/0 10:06 AM Page 21
Page 24 of 88
3-10
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
1
2
3
4
5
6
7
8
9
1
2
3
4
5
b
a
1
DAU00300Afstelling van de
achterschokbreker
Elke schokbreker is uitgerust met een
afstelring voor de voorbelasting.
Stel de voorbelasting als volgt in.
Draai de afstelring in de arichting om
de voorbelasting te verhogen en draai
de afstelring in de brichting om de
voorbelasting te verlagen. Zorg dat de
juiste inkeping in de instelring recht
tegenover de positiemarkering op de
achterschokbreker staat.
1. Positiemarkering
DW000040
X@
Stel de twee schokbrekers altijd het-
zelfde af. Als de schokbrekers verschil-
lend zijn afgesteld, zal dit leiden tot
moeilijker bediening van de motorfiets
en verlies aan wegligging.
DAU00330Zijstandaard
Dit model is uitgerust met een onder-
brekingscircuit voor de onsteking. Rijd
nooit met de motorfiets terwijl de
zijstandaard is uitgeklapt. De zijstan-
daard bevindt zich aan de linkerkant.
(Zie blz. 5-1 voor een uitleg van dit
onderbrekingscircuit).
SoepelStan-
Harddaard
Stand
12345
afsteller
5AJ-9-D3 1~5 (XV125S) 4/7/0 10:06 AM Page 22
Page 25 of 88
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
1
2
3
4
5
6
7
8
9
3-11
DW000044
X@
Rijd nooit met deze motorfiets terwijl
de zijstandaard is uitgeklapt. Als de
zijstandaard niet volledig is opgeklapt,
kan het gebeuren dat deze de grond
raakt waardoor u uw balans zou kun-
nen verliezen met als gevolg een zeer
ernstig ongeluk. Yamaha heeft in deze
motorfiets een onderbrekingscircuit
voor de ontsteking ingebouwd om
ongelukken door een niet goed inge-
klapte zijstandaard te vermijden. Voer
de hieronder beschreven procedure
regelmatig uit, om te kontroleren of
het onderbrekingscircuit juist funktio-
neert. Mocht er iets mis zijn met het
onderbrekingscircuit, raadpleeg dan
onmiddellijk een Yamaha dealer.
DAU00331Kontrole van de
zijstandaard/koppelings-
onderbrekingsschakelaar
Kontroleer, aan de hand van de onder-
staande informatie, de zijstandaard-
onderbrekingsschakelaar en de koppe-
lings-onderbrekingsschakelaar op een
juiste werking.
DW000045
X@
Mocht er iets mis zijn met het onder-
brekingscircuit, raadpleeg dan onmid-
dellijk een Yamaha dealer.
ER IS EEN VERSNELLING
INGESCHAKELD EN DE
ZIJSTANDAARD IS OPGEKLAPT.
TREK DE KOPPELINGSHENDEL IN EN
DRUK OP DE STARTSCHAKELAAR.
DE MOTOR START.
DE KOPPELING-ONDERBREKINGSS-
CHAKELAAR IS IN.
KLAP DE ZIJSTANDAARD UIT.
DE MOTOR SLAAT AF.
DE ZIJSTANDAARD-
ONDERBREKINGSSCHAKELAAR IS IN.
DRAAI DE KONTAKTSLOT-
SCHAKELAAR NAAR “ON” EN DE
MOTORSTOPSCHAKELAAR NAAR
“#”.
5AJ-9-D3 1~5 (XV125S) 4/7/0 10:06 AM Page 23
Page 26 of 88
DAU01114
KONTROLE VOOR HET RIJDEN
1
2
3
4
5
6
7
8
9
4-1
Als eigenaar bent u verantwoordelijk voor de toestand van uw voertuig. De vitale onderdelen en funkties van uw motorfiets
kunnen wel eens onverwacht teruglopen, ook al rijdt u er niet mee (bijvoorbeeld door blootstelling aan de elementen). Elke
beschadiging, lekkage of verlies van bandenspanning kan ernstige gevolgen hebben. Daarom is het van groot belang om
naast een zorgvuldige visuele inspektie ook voor elke rit de volgende punten grondig te kontroleren.
DAU00340KONTROLE VOOR HET RIJDEN
ONDERDEEL KONTROLE BLZ.
Voorrem9
Kontroleer werking, vrije slag en vloeistofniveau. Kontroleer op vloeistoflekkage.9Indien nodig, DOT 4 (of DOT 3) remvloeistof bijvullen.
Achterrem9Kontroleer op soepele werking en vrije slag. 3-4 ~ 3-5, 6-20 ~ 6-24
9Indien noodzakelijk afstellen.
Koppeling9Kontroleer op soepele werking en vrije slag.
3-4, 6-19 ~ 6-20
9Indien nodig, afstellen.
Gasgreep en behuizing9Kontroleer op soepele werking.
6-16, 6-27
9Indien nodig, smeren.
Motorolie9Kontroleer oliepeil.
6-9 ~ 6-12
9Indien nodig, olie bijvullen.
Ketting9Kontroleer kettingspanning en algehele toestand.
6-24 ~ 6-27
9Indien nodig, afstellen.
Wielen en banden9Kontroleer op slijtage, beschadiging en degelijk vastzittende spaken.
6-17 ~ 6-19
9Kontroleer bandenspanning.
Bevestigings- en meterkabels9Kontroleer op soepele werking.
6-27
9Indien nodig, smeren.
Bevestigings- en9Kontroleer op soepele werking.
6-28
schakelpedaalas9Indien nodig, smeren.
Werking van rem- en 9Kontroleer op soepele werking.
6-28
koppelingshendel9Indien nodig, smeren.
5AJ-9-D3 1~5 (XV125S) 4/7/0 10:06 AM Page 24
Page 27 of 88
KONTROLE VOOR HET RIJDEN
1
2
3
4
5
6
7
8
9
4-2 ONDERDEEL KONTROLE BLZ.
Werking van zijstandaard9Kontroleer op soepele werking.
6-28
9Indien nodig, smeren.
Bevestigingsdelen van frame9Kontroleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig vastzitten.
—
9Indien nodig, aantrekken.
Benzinetank9Kontroleer op benzinepeil.
3-5 ~ 3-6
9Indien nodig, benzine tanken.
Verlichting, richtingaan-
9Kontroleer op juiste werking. 6-33 ~ 6-35
wijzers en schakelaars
Accu9Kontroleer het accuvloeistofpeil.
6-30 ~ 6-32
9Vul zonodig bij met gedistilleerd water.
OPMERKING:
Voer de bovenstaande dagelijkse inspektie uit voordat u gaat rijden. Deze inspektie neemt slechts weinig tijd in beslag en de
erdoor verkregen veiligheid is deze moeite ruimschoots waard.
X@
Voer de bovenstaande dagelijkse inspektie uit voordat u gaat rijden. Deze inspektie neemt slechts weinig tijd in beslag en
de erdoor verkregen veiligheid is deze moeite ruimschoots waard.
5AJ-9-D3 1~5 (XV125S) 4/7/0 10:06 AM Page 25
Page 28 of 88
5-1
DAU00372
BEDIENING EN BELANGRIJKE TIPS VOOR HET RIJDEN
1
2
3
4
5
6
7
8
9
DAU00373
X@
8Leer de motorfiets goed kennen,
alvorens ermee te gaan rijden.
Maak uzelf vertrouwd met alle
bedieningsorganen alvorens op te
stappen en weg te rijden. Als er
iets niet geheel duidelijk is, raad-
pleeg dan uw Yamaha dealer.
8Laat de motor nooit langere tijd in
een afgesloten ruimte draaien. De
uitlaatgassen zijn bijzonder giftig
en kunnen binnen zeer korte tijd
leiden tot bewusteloosheid en
dood. Zorg altijd voor een goede
ventilatie.
8Kontroleer alvorens weg te rijden
altijd of de zijstandaard is opge-
klapt. Een neergeklapte, of
gedeeltelijk opgeklapte, zijstan-
daard kan leiden tot bijzonder
ernstige ongelukken.
DAU03011Starten van de motor
OPMERKING:
Deze motorfiets is uitgerust met een
onderbrekingssysteem voor de ontste-
king en voor het startcircuit. De motor
kan alleen gestart worden onder een
van de volgende omstandigheden:
8de versnelling in zijn vrij staat.
8de zijstandaard opgeklapt is en er
is een versnelling ingeschakeld
terwijl de koppeling los staat.
Rijd nooit met de motorfiets als de
zijstandaard is uitgeklapt.
DW000054
X@
Lees de informatie over de onderbre-
kingscircuits van de zijstandaard en
van de koppeling nog eens aandachtig
door (zie blz. 3-11), alvorens de onder-
staande stappen uit te voeren.
5AJ-9-D3 1~5 (XV125S) 4/7/0 10:06 AM Page 26
Page 29 of 88
BEDIENING EN BELANGRIJKE TIPS VOOR HET RIJDEN
1
2
3
4
5
6
7
8
9
5-2
DE VERSNELLING STAAT IN VRIJ EN
DE ZIJSTANDAARD IS NEERGEKLAPT:
START DE MOTOR MET DE
STARSCHAKELAAR. DE MOTOR SLAAT
AAN.
KLAP DE ZIJSTANDAARD OMHOOG
EN SCHAKEL EEN VERSNELLING IN.
U KUNT MET DE MOTORFIETS RIJDEN.U KUNT MET DE MOTORFIETS RIJDEN.
ER IS EEN VERSNELLING
INGESCHAKELD EN DE ZIJSTAN-
DAARD IS OPGEKLAPT:
TREK DE KOPPELINGSHENDEL IN EN
START DE MOTOR MET DE
STARTSCHAKELAAR. DE MOTOR
SLAAT AAN.
DRAAI DE KONTAKTSLOT-SCHAKELAAR
NAAR “ON” EN DE MOTORSTOP-
SCHAKELAAR NAAR “#”.
5AJ-9-D3 1~5 (XV125S) 4/7/0 10:06 AM Page 27
Page 30 of 88
5-3
BEDIENING EN BELANGRIJKE TIPS VOOR HET RIJDEN
1
2
3
4
5
6
7
8
9
1. Draai de hendel van de benzine-
kraan naar “ON”.
2. Draai de kontaktslot-schakelaar
naar “ON” en de motorstop-scha-
kelaar naar “#”.
3. Zet de versnelling vrij.
OPMERKING:
Als de versnelling in vrij staat, dient
het vrijstand-kontrolelampje op te lich-
ten. Als het kontrolelampje niet oplicht,
raadpleeg dan een Yamaha dealer
voor kontrole.
4. Open de chokeknop (choke) en
draai de gashendel volledig dicht.
5. Start de motor door op de start-
schakelaar te drukken.
OPMERKING:
Als de motor niet onmiddellijk aans-
laat, laat de startschakelaar dan los,
wacht enkele sekonden en probeer het
nogmaals. Om de accu te sparen, dient
u de startmotor nooit langer dan 10
sekonden achtereen te laten draaien.
6. Nadat u de motor heeft gestart,
draait u de chokeknop (choke)
ongeveer voor de helft terug.
OPMERKING:
Voor een lange levensduur van de
motor dient u de motor voor wegrijden
warm te laten lopen. Geef nooit vol
gas als de motor nog koud is.
7. Als de motor warm is, schakelt u
de chokeknop (choke) helemaal
uit.
OPMERKING:
De motor is voldoende opgewarmd als
deze goed op de gashendel reageert
wanneer de chokeknop (choke) volle-
dig uit staat.
DAU01258Starten van een warme motor
Als de motor warm is, hoeft u de cho-
keknop (choke) niet te gebruiken.
DC000046
<>
Alvorens de motorfiets voor de eerste
maal te gebruiken, is het raadzaam de
paragraaf “Inrijden” aandachtig door
te lezen.
1. Pijlteken voor “ON”
1
5AJ-9-D3 1~5 (XV125S) 4/7/0 10:06 AM Page 28