YAMAHA XVS1100A 2002 Instructieboekje (in Dutch)

Page 81 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-32
6
DAU01579
Ondersteunen van de motorfiets Dit model is niet voorzien van een midden-
bok, neem daarom de volgende voorzorgs-
maatregelen in acht bij het verwijderen van
het voor- en achterwiel of bij het uitvoeren
van ander onderhoud waarbij de motorfiets
rechtop moet staan. Controleer of de mo-
torfiets stabiel en horizontaal staat alvorens
onderhoud te verrichten. Onder het motor-
blok kan een stevige houten kist gezet wor-
den voor extra stabiliteit.
Onderhoud aan het voorwiel
1. Stabiliseer de achterzijde van de mo-
torfiets met een motorstandaard of, als
geen andere standaard voorhanden
is, door een krik te plaatsen onder het
frame aan de voorzijde van het achter-
wiel.
2. Breng het voorwiel los van de grond
met gebruik van een motorfietsstan-
daard.Verwijderen van het achterwiel
Breng het achterwiel los van de grond met
een motorfietsstandaard of, als deze niet
voorhanden is, door een krik te plaatsen
onder beide zijden van het frame aan de
voorzijde van het achterwiel, of onder beide
uiteinden van de swingarm.
DAU01008
Storingzoeken Yamaha motorfietsen ondergaan een gron-
dige inspectie voordat ze vanaf de fabriek
op transport gaan, maar tijdens gebruik
kunnen toch storingen optreden. Proble-
men in de brandstof-, compressie- of ont-
stekingssystemen kunnen bijvoorbeeld de
oorzaak zijn van slecht starten of een afna-
me in motorvermogen.
In het volgende storingzoekschema is een
snelle en gemakkelijke werkwijze weerge-
geven om deze vitale systemen zelf te kun-
nen controleren. Ga met uw motorfiets
echter wel naar een Yamaha dealer als re-
paraties nodig zijn, hier zijn vakkundige
monteurs aanwezig die beschikken over
het benodigde gereedschap en de ervaring
en vakkennis om het nodige onderhoud
aan de machine correct te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele onder-
delen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van minde-
re kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn.
U5PBD1.book Page 32 Tuesday, August 28, 2001 8:59 AM

Page 82 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-33
6
DAU01297
Storingzoekschema
DW000125
WAARSCHUWING
_ Houd open vuur uit de buurt en rook niet terwijl het brandstofsysteem wordt getest of hieraan wordt gewerkt.
2. Compressie
3. Ontsteking
4. Accu1. BrandstofControleer het
brandstofniveau
in de brandstoftank.Er is voldoende
brandstof aanwezig.
Er is geen brandstof
aanwezig.Controleer de compressie.
Vul brandstof bij. De motor start niet. Controleer de compressie.
Bedien de elektrische
startknop.Er is compressie.
Er is geen compressie.Controleer de ontsteking.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
Verwijder de bougies en
controleer de elektroden.Nat
DroogSchoonvegen met een droge doek. Stel de
elektrodenafstand van de bougie af of vervang de bougie.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.Draai de gasgreep tot
halverwege open en bedien
de elektrische startknop.
De motor start niet.
Controleer de accu.
Bedien de elektrische
startknop.De motor draait snel rond.
De motor draait
langzaam rond.De accu is in orde.
Controleer de aansluitingen
van de accukabels en laad
de accu als dat nodig is.
De motor start niet.
Vraag een Yamaha dealer
de machine te controleren.
U5PBD1.book Page 33 Tuesday, August 28, 2001 8:59 AM

Page 83 of 104

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7
Verzorging ......................................................................................... 7-1
Stalling .............................................................................................. 7-4
U5PBD1.book Page 1 Tuesday, August 28, 2001 8:59 AM

Page 84 of 104

7-1
7
DAU03412
7-VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETSVerzorging De open constructie van een motorfiets
maakt de fraaie techniek beter zichtbaar,
maar de machine is hierdoor ook meer
kwetsbaar. Er kan sprake zijn van roestvor-
ming en corrosie, ook al zijn hoogwaardige
componenten gebruikt. Een roestige uit-
laatpijp valt bij een auto niet zo op, bij een
motorfiets is dit echter nadelig voor de alge-
hele aanblik. Regelmatige en correcte ver-
zorging is niet alleen vereist volgens de
garantiebepalingen, maar verzekert ook
een fraai uiterlijk van de machine, verlengt
de levensduur en verbetert de prestaties.Alvorens te reinigen
1. Dek de openingen van de uitlaatdem-
pers af met plastic zakken nadat de
motor is afgekoeld.
2. Controleer of alle doppen en afdek-
pluggen, ook de bougiedoppen, en
alle elektrische stekkers en aansluitin-
gen stevig zijn bevestigd.
3. Verwijder hardnekkige vervuiling, zo-
als verbrande olie op het carter, met
een ontvetter en een borstel, maar ge-
bruik dergelijke producten nooit op af-
dichtingen, pakkingen en wielassen.
Spoel vuil en ontvetter altijd af met wa-
ter.Reinigen
DCA00010
LET OP:_ 
Vermijd het gebruik van sterke en
bijtende wielreinigingsmiddelen,
vooral bij spaakwielen. Als dergelij-
ke producten toch worden gebruikt
om hardnekkig vuil los te maken,
laat het reinigingsmiddel dan niet
langer inwerken dan is vermeld in
de gebruiksinstructies. Spoel ook
de directe omgeving schoon met
water, laat direct drogen en breng
daarna een corrosiewerende spray
aan.

Bij verkeerd reinigen kunnen de
kuipruit, de kuip, framepanelen en
andere kunststof delen worden be-
schadigd. Gebruik alleen een zach-
te, schone doek of een spons met
zachte zeep en water om kunststof
delen te reinigen.

Gebruik geen bijtende chemische
reinigingsmiddelen op kunststof
delen. Vermijd het gebruik van doe-
ken of sponzen die in contact zijn
geweest met bijtende of schurende
reinigingsmiddelen, oplosmiddelen
of thinner, brandstof (benzine),
U5PBD1.book Page 1 Tuesday, August 28, 2001 8:59 AM

Page 85 of 104

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-2
7
roestverwijderingsmiddelen of cor-
rosieremmers, remvloeistof, anti-
vries of elektrolyt.

Gebruik geen hogedrukreinigers of
stoomreinigers, omdat dan op de
volgende plaatsen water kan door-
dringen en zo schade kan ontstaan:
afdichtingen (van wiel- en
swingarmlagers, voorvork en rem-
men), elektrische componenten
(kabelstekkers, messtekkers, in-
strumenten, schakelaars en ver-
lichting), beluchtings- en
ontluchtingsslangen.

Bij motorfietsen met een kuipruit:
gebruik geen bijtende reinigings-
middelen of harde sponzen, deze
veroorzaken dofheid en laten kras-
jes achter. Sommige reinigingsmid-
delen voor kunststof laten
eveneens krasjes achter op de
kuipruit. Test het product op een
klein, niet-zichtbaar gedeelte van
de kuipruit om zeker te zijn dat
geen sporen achterblijven op de
kuipruit. Als de kuipruit krasjes ver-toont, breng dan na wassen een
hoogwaardige polish voor gebruik
op kunststof aan.
_
Na normaal gebruikVerwijder vuil met warm water, zachte zeep
en een zachte, schone spons en spoel dan
grondig met schoon water. Gebruik een
tandenborstel op moeilijk bereikbare plek-
ken. Hardnekkig vastzittend vuil en insec-
tenresten laten gemakkelijker los als de
bewuste plek alvorens te reinigen een paar
minuten met een vochtige doek wordt be-
dekt.
Na rijden in regen, aan de kust of op bepe-kelde wegenZeelucht en wegenzout waarmee wegen ’s
winters worden bestrooid hebben in combi-
natie met water een zeer corrosieve wer-
king; handel daarom als volgt na een rit in
een regenbui, nabij de kust of op bepekelde
wegen.OPMERKING:_ ’s Winters gestrooid wegenzout kan nog tot
in de lente aanwezig blijven. _
U5PBD1.book Page 2 Tuesday, August 28, 2001 8:59 AM

Page 86 of 104

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-3
7
1. Reinig de motorfiets met koud water
en zachte zeep nadat de machine is
afgekoeld.
DCA00012
LET OP:_ Gebruik geen heet water, dit versterkt de
corrosieve werking van het zout. _2. Laat de motorfiets drogen en breng
dan met een spuitbus een corrosiewe-
rend middel aan op alle metalen de-
len, ook op verchroomde en
vernikkelde componenten, om zo cor-
rosie te voorkomen.Na reinigen
1. Droog de motorfiets met een zeemle-
ren lap of een vochtabsorberende
doek.
2. Gebruik een chroompolish om ver-
chroomde, aluminium en roestvrijsta-
len delen te doen glanzen, ook het
uitlaatsysteem. (Zelfs thermische ver-
kleuringen op roestvrijstalen uitlaat-
systemen kunnen door oppoetsen
worden verwijderd.)
3. Het is aan te bevelen om met een
spuitbus een corrosiewerend middel
aan te brengen op alle metalen delen,
ook op verchroomde en vernikkelde
componenten, om zo corrosie te voor-
komen.
4. Gebruik een reinigingsspray als uni-
verseel schoonmaakmiddel om even-
tueel nog achtergebleven vuil te
verwijderen.
5. Werk kleine lakbeschadigingen bij ver-
oorzaakt door steenslag e.d.
6. Zet alle gelakte oppervlakken in de
was.
7. Laat de motorfiets volledig drogen al-
vorens te stallen of af te dekken.
DWA00031
WAARSCHUWING
_ 
Controleer of er geen olie of was
aanwezig is op de wielen of de rem-
men.

Reinig de remschijven en remvoe-
ringen zo nodig met een normale
remschijfreiniger of aceton en
spoel de banden schoon met lauw
water en een zachte zeep. Test de
remwerking en het weggedrag van
de motorfiets voordat u besluit har-
der te gaan rijden.
_
U5PBD1.book Page 3 Tuesday, August 28, 2001 8:59 AM

Page 87 of 104

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-4
7
DCA00013
LET OP:_ 
Breng een geringe hoeveelheid
oliespray en was aan en verwijder
overtollige hoeveelheden.

Breng oliespray of was nooit aan
op rubber of kunststof delen, be-
handel deze met een daartoe be-
stemd verzorgingsmiddel.

Vermijd het gebruik van schurende
poetsmiddelen, deze tasten de lak
aan.
_OPMERKING:_ Vraag een Yamaha dealer om advies over
de te gebruiken producten. _
Stalling Korte termijn
Stal uw motorfiets steeds op een koele en
droge plek en bescherm zo nodig tegen stof
met een luchtdoorlatende stallinghoes.
DCA00014
LET OP:_ 
Als de motorfiets wordt gestald in
een slecht geventileerde ruimte of
in vochtige toestand wordt afge-
dekt met een hoes of een dekzeil,
zal water en vocht kunnen binnen-
dringen en roestvorming veroorza-
ken.

Voorkom corrosie door de machine
niet te stallen in een vochtige kel-
der, een stal (i.v.m. de aanwezig-
heid van ammoniakdamp) en in een
opslagruimte voor sterke chemica-
liën.
_
Lange termijn
Alvorens uw motorfiets gedurende meerde-
re maanden aaneen te stallen:
1. Volg alle instructies op in de paragraaf
“Verzorging” in dit hoofdstuk.
2. Bij motorfietsen met een brandstof-
kraan die een “OFF” stand heeft: draai
de kraanhendel in “OFF”.
3. Leeg de vlotterkamers in de carbura-
teur door de aftappluggen los te
draaien; u voorkomt zo dat neerslag
uit de brandstof achterblijft. Giet de af-
getapte brandstof terug in de brand-
stoftank.
4. Vul de brandstoftank en voeg een sta-
bilisatoradditief (indien verkrijgbaar)
toe om roestvorming in de tank en
achteruitgang van de brandstof te
voorkomen.
5. Voer de volgende stappen uit om de
cilinders, de zuigerveren etc. te be-
schermen tegen corrosie.
a. Verwijder de bougiedoppen en de
bougies.
b. Giet een theelepel motorolie in elk
bougiegat.
U5PBD1.book Page 4 Tuesday, August 28, 2001 8:59 AM

Page 88 of 104

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-5
7
c. Breng de bougiedoppen aan op de
bougies en leg dan de bougies zoda-
nig op de cilinderkop dat de elektroden
aan massa liggen. (Dit voorkomt von-
ken tijdens de volgende stap.)
d. Laat de motor een paar keer rond-
draaien op de startmotor. (De cilinder-
wanden worden zo geolied.)
e. Haal de bougiedoppen los van de
bougies en breng dan de bougies en
de bougiedoppen weer aan.
DWA00003
WAARSCHUWING
_ Om schade of letsel door vonkvorming
te voorkomen, moeten de bougie-elek-
troden aan massa liggen terwijl de mo-
tor wordt rondgedraaid. _6. Smeer alle bedieningskabels en
scharnierpunten van alle hendels en
pedalen en van de zijstandaard/mid-
denbok.7. Controleer de bandspanning en corri-
geer deze zo nodig en breng dan de
motorfiets omhoog, zodat beide wie-
len los van de grond zijn. Een andere
mogelijkheid is de wielen elke maand
iets te draaien, zodat de banden niet
op één gedeelte sterker achteruit-
gaan.
8. Dek de uitlaatdemperopeningen af
met een plastic zak om te voorkomen
dat vocht kan binnendringen.
9. Verwijder de accu en laad deze volle-
dig bij. Berg de accu op een koele en
droge plek op en laad hem eens per
maand bij. Berg de accu niet op een
extreem koude of warme plek op (kou-
der dan 0 °C of warmer dan 30 °C).
Zie pagina 6-27 voor meer informatie
over het opbergen van de accu.
OPMERKING:_ Verricht eventueel noodzakelijke reparaties
alvorens de motorfiets te stallen. _
U5PBD1.book Page 5 Tuesday, August 28, 2001 8:59 AM

Page 89 of 104

SPECIFICATIES
8
Specificaties ...................................................................................... 8-1
Omrekentabel .................................................................................... 8-6
U5PBD1.book Page 1 Tuesday, August 28, 2001 8:59 AM

Page 90 of 104

8-1
8
DAU01038
8-SPECIFICATIESSpecificaties CS-01D
Model XVS1100/XVS1100A
Afmetingen
XVS1100
Grootste lengte 2.405 mm
Grootste breedte 895 mm
Grootste hoogte 1.095 mm
Zadelhoogte 690 mm
Wielbasis 1.640 mm
Grondspeling 145 mm
Minimale draaicirkel 3.200 mm
XVS1100A
Grootste lengte 2.465 mm
Grootste breedte 945 mm
Grootste hoogte 1.095 mm
Zadelhoogte 710 mm
Wielbasis 1.645 mm
Grondspeling 145 mm
Minimale draaicirkel 3.300 mm
Basisgewicht (met olie en volle
benzinetank)
XVS1100275 kg
XVS1100A288 kgMotor
Type motor Luchtgekoelde, 4 takt, SOHC
Cilinder-opstelling 2 cilinders in V-vorm
Verplaatsing 1.063 cm
3
Boring × slag 95,0 × 75,0 mm
Kompressieverhouding 8,3:1
Startsysteem Elektrische starter
Smeersysteem Oliecar ter-systeem (natte bak)
Motorolie
Ty p e
Aanbevolen klasse motorolie API service SE, SF, SG of hoger
-20 -10 0
10 20 30
40
50 ˚C
SAE 10W-30
SAE 15W-40SAE 20W-40SAE 20W-50
SAE 10W-40
U5PBD1.book Page 1 Tuesday, August 28, 2001 8:59 AM

Page:   < prev 1-10 ... 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 next >