YAMAHA XVS1300A 2008 Instructieboekje (in Dutch)

Page 21 of 86

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
3
Als het waarschuwingslampje brandstofni-
veau gaat branden (zie pagina 3-3), wisselt
de weergave automatisch naar de brand-
stofreserve-ritteller “F-TRIP” en wordt de af-
gelegde afstand vanaf dat punt
aangegeven. In dat geval wordt door het in-
drukken van de“”-kant van de knop “SE-
LECT” in de onderstaande volgorde
gewisseld tussen de diverse weergaven
van rittellers, kilometerteller en klok:
F-TRIP → TRIP 1 → TRIP 2 → Klok →
ODO → F-TRIPOPMERKING:Druk op de“”-kant van de knop “SE-
LECT” om de weergave in omgekeerdevolgorde te laten wisselen.
Om een ritteller om nul terug te stellen, se-
lecteert u deze door op de“”-kant
of“”-kant van de knop “SELECT” te
drukken en houdt u daarna de knop “RES-
ET” minstens 1 seconde lang ingedrukt.
Wanneer u de brandstofreserve-ritteller niet
zelf met de hand op nul terugstelt, wordt
deze automatisch teruggesteld zodra na het
tanken 5 km (3 mi) is gereden en verschijnt
de vorige weergavemodus weer.
De klok op tijd zetten:1. Druk op de“”-kant of“”-kant
van de knop “SELECT” om te wisselen
naar de klokweergave.
2. Druk minstens 2 seconden lang tege-
lijkertijd op de“”-kant van de knop
“SELECT” en de knop “RESET”.
3. Als de uuraanduiding begint te knippe-
ren, druk dan op de“”-kant of“”-
kant van de knop “SELECT” om de
uren in te stellen.
4. Als u op de knop “RESET” drukt, gaat
de minutenaanduiding knipperen.
5. Druk op de“”-kant of“”-kant
van de knop “SELECT” om de minuten
in te stellen.
6. Druk op de knop “RESET” en laat
deze daarna los om de klok te starten.Zelfdiagnosesystemen
Dit model is uitgerust met een zelfdiagnose-
systeem voor diverse elektrische circuits.
Als een van deze circuits uitvalt, gaat het
waarschuwingslampje motorstoring bran-
den en geeft het kilometer/ritteller/klok-dis-
play een foutcode van twee cijfers aan.
Dit model is ook uitgerust met een zelfdia-
gnosesysteem voor het startblokkeersys-
teem.
Als een van de circuits van het startblok-
keersysteem uitvalt, gaat het controlelamp-
je startblokkering knipperen en geeft het
display een foutcode van twee cijfers weer.
OPMERKIN
G:
Als het display foutcode 52 weergeeft, be-
treft dit mogelijk een storing in het transpon-
dersignaal. Als deze fout zich voordoet,probeer dan het volgende.
1. Start de motor met behulp van de co-
deersleutel.OPMERKING:Houd andere startblokkeersleutels uit de
buurt van het contactslot en bewaar niet
meer dan één startblokkeersleutel aan de-
zelfde sleutelring! Startblokkeersleutels
kunnen signaalstoring veroorzaken, waar-
door de motor mogelijk niet kan worden ge-start.
1. Klok
U11CD1D0.book Page 7 Monday, September 3, 2007 5:33 PM

Page 22 of 86

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
3
2. Als de motor start, zet deze dan weer
uit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels.
3. Als de motor niet kan worden gestart
met een of beide standaardsleutels,
breng dan het voertuig, de codeersleu-
tel en beide standaardsleutels naar
een Yamaha dealer en laat de stan-
daardsleutels opnieuw coderen.
Als het kilometerteller/ritteller/klok-display
foutcodes weergeeft, noteer deze dan en
vraag een Yamaha dealer om de machine
te controleren.LET OP:
DCA11590
Wanneer het display een foutcode aan-
geeft, moet de machine zo spoedig mo-
gelijk worden gecontroleerd ommotorschade te voorkomen.Helderheidsregeling
Met deze functie regelt u de helderheid van
de snelheidsmeterunit, afgestemd op het
aanwezige daglicht.
Om de helderheid in te stellen
1. Draai de sleutel naar “OFF”.
2. Druk op de“”-kant van de knop
“SELECT” en houd deze ingedrukt.
3. Draai de sleutel naar “ON”, wacht vijf
seconden of langer en laat daarna de
knop “SELECT” los.
4. Druk op de“”-kant of“”-kant
van de knop “SELECT” om het ge-
wenste helderheidsniveau te selecte-
ren.5. Druk op de toets “RESET” om het ge-
selecteerde helderheidsniveau te be-
vestigen. Het display keert terug naar
de kilometerteller-, ritteller- of
klokweergave.1. Snelheidsmeterpaneel
2. Helderheidsniveau
U11CD1D0.book Page 8 Monday, September 3, 2007 5:33 PM

Page 23 of 86

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
3
DAU12331
Antidiefstal-alarmsysteem (op-
tie) Dit model kan door een Yamaha dealer
worden uitgerust met een optioneel antidief-
stal-alarmsysteem. Neem contact op met
een Yamaha dealer voor nadere informatie.
DAU12347
Stuurschakelaars LinksRechts
DAU12350
Lichtsignaalschakelaar“”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.
DAU12400
Dimlichtschakelaar“/”
Zet deze schakelaar op“” voor grootlicht
en op“” voor dimlicht.
DAU12460
Richtingaanwijzerschakelaar“/”
Druk deze schakelaar naar“” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar“” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
1. Lichtsignaalschakelaar“”
2. Dimlichtschakelaar“/”
3. Richtingaanwijzerschakelaar“/”
4. Claxonschakelaar“”
1. Noodstopschakelaar“/”
2. Schakelaar alarmverlichting“”
3.“SELECT”-schakelaar“/”
4.“RESET”-schakelaar
5. Startknop“”
U11CD1D0.book Page 9 Monday, September 3, 2007 5:33 PM

Page 24 of 86

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
3
terug naar de middenstand. Om de richtin-
gaanwijzers uit te schakelen wordt de scha-
kelaar ingedrukt nadat hij is teruggekeerd in
de middenstand.
DAU12500
Claxonschakelaar“”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU12660
Noodstopschakelaar“/”
Zet deze schakelaar voor u de motor start
op“”. Zet deze schakelaar op“” om
de motor direct uit te schakelen in een
noodgeval, zoals wanneer de machine om-
slaat of als de gaskabel blijft hangen.
DAU12710
Startknop“”
Druk deze knop in om via de startmotor de
motor rond te draaien.LET OP:
DCA10050
Zie pagina 5-1 voor startinstructies voor-dat u de motor start.
DAU41700
Het waarschuwingslampje voor motorsto-
ring gaat branden als de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid en de startknop wordt inge-
drukt. Dit wijst echter niet op een storing.
DAU12733
Schakelaar alarmverlichting“”
Met de sleutel in de stand “ON” of“” kan
deze schakelaar worden gebruikt voor het
inschakelen van de alarmverlichting (gelijk-
tijdig knipperen van alle richtingaanwijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.LET OP:
DCA10061
Gebruik de alarmverlichting niet gedu-
rende langere tijd als de motor niet
draait omdat hierdoor de accu kan ontla-den.
DAU42522
“SELECT”-schakelaar“/”
Deze schakelaar wordt gebruikt om selec-
ties te maken in de kilometerteller-, ritteller-
en klokweergave van de multifunctionele
meter.
Zie “Multifunctionele meter” op pagina 3-5
voor meer informatie.
DAU42531
“RESET”-schakelaar
Deze schakelaar wordt gebruikt om selec-
ties te maken in de kilometerteller-, ritteller-
en klokweergave van de multifunctionele
meter.
Zie “Multifunctionele meter” op pagina 3-5
voor meer informatie.
U11CD1D0.book Page 10 Monday, September 3, 2007 5:33 PM

Page 25 of 86

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
3
DAU12820
Koppelingshendel De koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de koppeling te ontkoppelen.
Laat de hendel los om de koppeling te laten
aangrijpen. Voor een soepele werking van
de koppeling moet de hendel snel ingetrok-
ken worden en langzaam worden losgela-
ten.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-17.)
DAU12880
Schakelpedaal Het schakelpedaal bevindt zich aan de lin-
kerzijde van de motor en wordt in combina-
tie met de koppelingshendel gebruikt bij het
schakelen van de versnellingen van de 5-
traps constant-mesh versnellingsbak op
deze motorfiets.OPMERKING:Gebruik uw tenen of hiel om op te schake-
len en gebruik uw tenen om terug te scha-kelen.
DAU12890
Remhendel De remhendel bevindt zich aan de rechter-
stuurgreep. Trek de hendel naar het stuur
toe om de voorrem te bekrachtigen.
1. Koppelingshendel
1. Schakelpedaal
1. Remhendel
U11CD1D0.book Page 11 Monday, September 3, 2007 5:33 PM

Page 26 of 86

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
DAU12941
Rempedaal Het rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-
daal om de achterrem te bekrachtigen.
DAU13090
Tankdop Openen van de tankdop
Open het slotplaatje op de tankdop, steek
de sleutel in het slot en draai hem dan 1/8
slag rechtsom. Het slot wordt ontgrendeld
en de tankdop kan worden verwijderd.
Sluiten van de tankdop
1. Druk de tankdop in positie met de sleu-
tel in het slot.
2. Draai de sleutel linksom naar de oor-
spronkelijke positie, neem hem uit en
sluit dan het slotplaatje.
OPMERKING:De tankdop kan alleen worden gesloten met
de sleutel in het slot. Bovendien kan de
sleutel niet worden uitgenomen als de
tankdop niet correct gesloten en vergren-deld is.
WAARSCHUWING
DWA11090
Controleer voor u gaat rijden of detankdop correct is afgesloten.
1. Rempedaal
1. Slotplaatje tankdop
2. Ontgrendelen.
U11CD1D0.book Page 12 Monday, September 3, 2007 5:33 PM

Page 27 of 86

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
3
DAU13220
Brandstof Controleer of voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is. Steek om te tan-
ken het mondstuk van de pompslang in de
vulopening van de brandstoftank en vul tot
onderaan de vulpijp, zoals getoond in de af-
beelding.
WAARSCHUWING
DWA10880

Overvul de brandstoftank niet, an-
ders zal benzine uitstromen zodra
deze warm wordt en uitzet.

Mors geen brandstof op een heetmotorblok.
LET OP:
DCA10070
Veeg gemorste brandstof direct af met
een schone, droge en zachte doek, de
brandstof kan immers schade toebren-
gen aan de lak of aan kunststof onderde-len.
DAU33500
LET OP:
DCA11400
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine.
Loodhoudende benzine veroorzaakt ern-
stige schade aan inwendige motoron-
derdelen als kleppen en zuigerveren enook aan het uitlaatsysteem.
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine met
een octaangetal van RON 91 of hoger. Alsde motor gaat detoneren (pingelen), ge-
bruik dan benzine van een ander merk of
gebruik loodvrije superbenzine. Door lood-
vrije benzine te gebruiken gaan bougies
langer mee en blijven de onderhoudskosten
beperkt.
1. Vulpijp brandstoftank
2. Brandstofniveau
Voorgeschreven brandstof:
UITSLUITEND NORMALE LOOD-
VRIJE BENZINE
Inhoud brandstoftank:
19.0 L (5.02 US gal) (4.18 Imp.gal)
Hoeveelheid reservebrandstof (als
het waarschuwingslampje brandstof-
niveau gaat branden):
3.7 L (0.98 US gal) (0.81 Imp.gal)
U11CD1D0.book Page 13 Monday, September 3, 2007 5:33 PM

Page 28 of 86

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-14
3
DAU13412
Tankbeluchtingsslang Alvorens de motorfiets te gebruiken:
Controleer de aansluiting van de tank-
beluchtingsslang.

Controleer de tankbeluchtingsslang op
scheuren of beschadiging en vervang
indien nodig.

Controleer of de tankbeluchtingsslang
niet verstopt is en reinig die indien no-
dig.
DAU13431
Uitlaatkatalysator Dit model is uitgerust met een uitlaatkataly-
sator.
WAARSCHUWING
DWA10860
Het uitlaatsysteem is heet nadat de mo-
tor heeft gedraaid. Controleer of het uit-
laatsysteem is afgekoeld alvorens
onderhoudswerkzaamheden uit te voe-ren.LET OP:
DCA10700
De volgende voorzorgsmaatregelen
moeten worden genomen om brand of
andere schaderisico’s te voorkomen.
Gebruik uitsluitend loodvrije benzi-
ne. Bij gebruik van loodhoudende
benzine zal onherstelbare schade
worden toegebracht aan de uitlaat-
katalysator.

Parkeer de machine nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals op
gras of op ander materiaal dat ge-
makkelijk vlamvat.

Laat de motor niet te lang aaneenstationair draaien.
DAU42750
Bestuurderszadel Verwijderen van het bestuurderszadel
1. Steek de sleutel in het zadelslot en
draai linksom.
2. Trek het zadel aan de voorzijde om-
hoog en neem dan het zadel los.
Aanbrengen van het bestuurderszadel
1. Steek het uitsteeksel aan de achterzij-
de van het zadel in de zadelbevesti-
ging, zoals getoond in de afbeelding.
1. Tankbeluchtingsslang
1. Zadelslot
2. Ontgrendelen.
U11CD1D0.book Page 14 Monday, September 3, 2007 5:33 PM

Page 29 of 86

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-15
3
2. Druk het zadel aan de voorzijde om-
laag om te vergrendelen.
3. Neem de sleutel uit.OPMERKING:Controleer of het zadel stevig is vergrendeldalvorens te gaan rijden.
DAU14320
Helmbevestiging De helmbevestiging bevindt zich onder het
motorrijderzadel.
Om een helm aan de helmbevestiging te
bevestigen
1. Verwijder het motorrijderzadel. (Zie
pagina 3-14.)
2. Maak de helm vast aan de helmbeves-
tiging en druk dan het zadel stevig
dicht.
WAARSCHUWING
DWA10160
Rijd nooit met een helm bevestigd aan
de helmbevestiging, de helm kan zo
voorwerpen raken waardoor de machine
mogelijk onbestuurbaar wordt en eenongeval niet uitgesloten is.Om een helm los te maken van de helm-
bevestiging
Verwijder het motorrijderzadel, neem de
helm los van de helmbevestiging en breng
het zadel weer aan.
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
1. Helmbevestiging
U11CD1D0.book Page 15 Monday, September 3, 2007 5:33 PM

Page 30 of 86

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-16
3
DAU42540
Afstellen van de schokdemperu-
nit Deze schokdemperunit is voorzien van een
stelring voor de veervoorspanning, zodat de
veervoorspanning naar uw eigen voorkeur
kan worden afgesteld.
U wordt aangeraden de veervoorspanning
door een Yamaha dealer te laten afstellen.LET OP:
DCA10100
Probeer nooit een stelmechanisme voor-
bij de maximum- of minimuminstelwaar-den te verdraaien.
OPMERKING:
Mocht u deze toch zelf willen afstellen,
gebruik hiervoor dan de speciale sleu-
tel van de extra gereedschapsset, die
apart is meegeleverd bij de aankoop
van de machine.

Zet de gewenste inkeping in de stel-
ring tegenover de positie-indicator opde schokdemper.WAARSCHUWING
DWA10220
Deze schokdemper is gevuld met stik-
stofgas onder hoge druk. Lees en be-
grijp de volgende informatie alvorens de
schokdemper te gebruiken. De fabrikant
kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade aan eigendommen of voor
persoonlijk letsel als dit voortvloeit uit
verkeerd gebruik.
Probeer de gascilinder niet te ope-
nen en blijf er verder vanaf.

Stel de schokdemper niet bloot aan
open vuur of aan andere hittebron-
nen, anders kan deze door de op-
lopende druk exploderen.

Vervorm of beschadig de gascilin-
der op geen enkele wijze, de dem-
pende werking zal dan
achteruitgaan.

Laat onderhoud aan de schokdem-
per altijd uitvoeren door eenYamaha dealer.
1. Schokdemperunit
2. Positie-indicator
3. Stelring veervoorspanning
Afstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):
1
Standaard:
4
Maximum (hard):
9
U11CD1D0.book Page 16 Monday, September 3, 2007 5:33 PM

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 ... 90 next >