YAMAHA XVS250 2002 Instructieboekje (in Dutch)
Page 31 of 88
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-4
5
DAU00424
Tips voor een zuinig
brandstofverbruik Het brandstofverbruik is vooral afhankelijk
van uw rijstijl. Hierna volgen enkele tips om
het brandstofverbruik te verlagen:
Laat de motor goed warmdraaien.
Zet de choke zo snel mogelijk uit.
Schakel snel en soepel door en ver-
mijd hoge toerentallen terwijl u accele-
reert.
Geef geen gas tijdens het terugscha-
kelen en voorkom dat de motor onbe-
last met een hoog toerental draait.
Laat de motor niet langdurig stationair
draaien maar zet hem af (bijvoorbeeld
in files, bij stoplichten of bij spoorweg-
overgangen).
DAU01128
Inrijperiode De belangrijkste periode in de levensduur
van het motorblok is de tijd tussen 0 en
1.600 km. Lees daarom de volgende infor-
matie aandachtig door.
Omdat het motorblok gloednieuw is, mag
dit de eerste 1.600 km niet te zwaar worden
belast. De verschillende onderdelen van de
motor slijten op elkaar in totdat de juiste be-
drijfsspelingen zijn bereikt. Rijd tijdens deze
periode nooit langdurig volgas en vermijd
ook andere manoeuvres die tot oververhit-
ting van de motor kunnen leiden.
DAU03845*
0–1.000 km
Rijd niet langdurig met de gasgreep meer
dan 1/3 open gedraaid.
1.000–1.600 km
Rijd niet langdurig met de gasgreep meer
dan halverwege open gedraaid.
DCA00080*
LET OP:_ Nadat de eerste 1.000 km zijn afgelegd,
moet de motorolie worden ververst en
het oliefilter element worden vervangen. _1.600 km en verder
De machine kan nu verder normaal worden
gebruikt.
DC000049
LET OP:_ Als tijdens de inrijperiode motorschade
optreedt, vraag dan direct een Yamaha
dealer de machine te controleren. _
U5KRD1.book Page 4 Thursday, January 30, 2003 4:37 PM
Page 32 of 88
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-5
5
DAU00460
Parkeren Zet de motor af wanneer u gaat parkeren
en neem de sleutel uit het contactslot.
DW000058
WAARSCHUWING
_
De motor en het uitlaatsysteem
kunnen zeer heet worden, parkeer
dus op een plek waar voetgangers
of kinderen niet gemakkelijk met
deze onderdelen in aanraking kun-
nen komen.
Parkeer niet op een helling of op
een zachte ondergrond, de motor
zou dan kunnen omvallen.
_U5KRD1.book Page 5 Thursday, January 30, 2003 4:37 PM
Page 33 of 88
6-1
6
6-PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
DAU00462
DAU00464Veiligheid is de verantwoordelijkheid van de
eigenaar. Door periodiek inspecties, afstel-
lingen en smeerbeurten uit te laten voeren,
zorgt u ervoor dat uw machine in zo veilig
en efficiënt mogelijke conditie blijft. Op de
volgende pagina’s wordt de belangrijkste
informatie met betrekking tot inspecties, af-
stellingen en smeerbeurten gegeven.
De intervalperioden in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema zijn slechts
te beschouwen als algemene richtlijn voor
normale rijomstandigheden. Het is echter
mogelijk dat de INTERVALPERIODEN
VOOR ONDERHOUD MOETEN WOR-
DEN VERKORT AFHANKELIJK VAN HET
WEER, HET TERREIN, DE GEOGRAFI-
SCHE LOCATIE EN INDIVIDUEEL GE-
BRUIK.
DW000060
WAARSCHUWING
_ Vraag een Yamaha dealer het onder-
houdswerk uit te voeren als u hiermee
niet echt vertrouwd bent. _
DAU01175
Boordgereedschapsset De boordgereedschapsset is te vinden ach-
ter paneel A. (Zie pagina 6-5 voor het ver-
wijderen en aanbrengen van het paneel.
De onderhoudsinformatie in deze handlei-
ding en het gereedschap in de boordge-
reedschapsset zijn bedoeld om u te
ondersteunen bij het uitvoeren van preven-
tief onderhoud en kleinere reparaties. Het
gebruik van extra gereedschap zoals een
momentsleutel kan echter nodig zijn om be-
paalde onderhoudswerkzaamheden cor-
rect uit te voeren.
OPMERKING:_ Laat een Yamaha dealer onderhoud ver-
richten als u niet beschikt over het gereed-
schap of de ervaring die voor bepaalde
werkzaamheden vereist zijn. _
DW000063
WAARSCHUWING
_ Door modificaties die niet door Yamaha
zijn goedgekeurd kan het motorvermo-
gen achteruitgaan of de machine te on-
veilig worden om nog te gebruiken
Raadpleeg een Yamaha dealer voordat u
zelf wijzigingen aanbrengt. _
1. Boordgereedschapsset
U5KRD1.book Page 1 Thursday, January 30, 2003 4:37 PM
Page 34 of 88
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-2
6
DAU03685
Periodiek smeer- en onderhoudsschema
OPMERKING:_
De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onder-
houdsbeurt op kilometerbasis wordt verricht.
Herhaal de intervalperioden vanaf 50.000 km, te beginnen bij 10.000 km.
Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uitgevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal ge-
reedschap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn.
_CP-03DNR. ONDERDEEL INSPECTIE- OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND (×1.000 km)
JAARLIJKSE
CONTROLE
1 10203040
1
*BrandstofleidingControleer de brandstofslangen en de onderdrukslang op
scheuren of schade.
√√√√ √
2
*Brandstoffilter
Controleer de conditie.
√√
3
BougiesControleer de conditie.
Reinigen en elektrodenafstand bijstellen.
√√
Vervangen.
√√
4
*KleppenKlepspeling controleren.
Afstellen.
√√√√
5
LuchtfilterelementReinigen.
√√
Vervangen.
√√
6
KoppelingWerking controleren.
Afstellen.
√√√√√
7
*VoorremWerking en vloeistofniveau controleren, machine controleren
op vloeistoflekkage.
(Zie OPMERKING op bladzijde 6-4.)
√√ √ √ √ √
Remblokken vervangen.
Indien afgesleten tot aan slijtagelimiet.
8
*AchterremWerking controleren en vrije slag rempedaal afstellen.
√√√√√ √
Remschoenen vervangen.
Indien afgesleten tot aan slijtagelimiet.
9
*RemslangControleren op scheuren of beschadiging.
√√√√ √
Vervangen. (Zie OPMERKING op bladzijde 6-4.)
Elke 4 jaar
U5KRD1.book Page 2 Thursday, January 30, 2003 4:37 PM
Page 35 of 88
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-3
6
10
*WielenControleren op slingering, losse spaken en beschadigingen.
Spaken zo nodig vastzetten.
√√√√
11
*BandenControleren op correcte profieldiepte en op schade.
Zo nodig vervangen.
Bandspanning controleren.
Zo nodig corrigeren.
√√√√ √
12
*Wiellagers
Lager controleren op losheid of schade.
√√√√
13
*SwingarmControleren op werking en overmatige speling.
√√√√
Smeren met lithiumvet.
Elke 50.000 km
14
AandrijfkettingKettingspanning controleren.
Controleren of het achterwiel correct in lijn staat.
Reinigen en smeren.
Na elke 1.000 km en nadat de motorfiets is
gewassen of ermee in de regen is gereden
15
*BalhoofdlagersControleren op lagerspeling en stroefheid in stuurbeweging.
√√√√√
Smeren met lithiumvet.
Elke 20.000 km
16
*FramebevestigingenControleren of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn
vastgezet.
√√√√ √
17
ZijstandaardWerking controleren.
Smeren.
√√√√ √
18
*Zijstandaardschakelaar
Werking controleren.
√√√√√ √
19
*Voorvork
Controleren op werking en olielekkage.
√√√√
20
*SchokdemperunitsControleren op werking en achterschokdempers op
olielekkage.
√√√√
21
*CarburateurChokebediening controleren.
Stationair motortoerental afstellen.
√√√√√ √
22
MotorolieVerversen.
Olieniveau controleren en machine inspecteren op olielekkage.
√√√√√ √
23
Oliefilterelement
Vervangen.
√√√
24
*Olieaanzuigzeef
Reinigen.
√
25
*Remlichtschakelaars
voor- en achterremWerking controleren.
√√√√√ √ NR. ONDERDEEL INSPECTIE- OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND (×1.000 km)
JAARLIJKSE
CONTROLE
1 10203040
U5KRD1.book Page 3 Thursday, January 30, 2003 4:37 PM
Page 36 of 88
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-4
6
DAU03541
OPMERKING:_
Het luchtfilter dient vaker te worden gecontroleerd wanneer u in een extreem vochtige of stoffige omgeving rijdt.
Hydraulisch remsysteem
Controleer regelmatig het remvloeistofniveau en vul zo nodig bij.
Elke twee jaar moeten de inwendige onderdelen van de hoofdremcilinder en de remklauw worden vervangen en de remvloeistof
worden ververst.
De remslangen dienen elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze zijn gescheurd of beschadigd.
_26
Bewegende delen en
kabelsSmeren.
√√√√ √
27
*Gaskabelhuis en gaskabelControleer werking en vrije slag.
Stel zo nodig de vrije slag van de gaskabel af.
Smeer het gaskabelhuis en de gaskabel.
√√√√ √
28
*LuchtinlaatsysteemLuchtafsluitklep, membraanklep en slang controleren op
beschadiging.
Indien nodig het complete luchtinjectiesysteem vervangen.
√√√√ √
29
*Verlichting,
signaleringssysteem en
schakelaarsWerking controleren.
Richthoek koplamplichtbundel afstellen.
√√√√√ √ NR. ONDERDEEL INSPECTIE- OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND (×1.000 km)
JAARLIJKSE
CONTROLE
1 10203040
U5KRD1.book Page 4 Thursday, January 30, 2003 4:37 PM
Page 37 of 88
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-5
6
DAU01122
Stroomlijnpanelen verwijderen
en aanbrengen Bij het uitvoeren van sommige onder-
houdswerkzaamheden beschreven in dit
hoofdstuk moeten de hierboven afgebeelde
stroomlijnpanelen worden verwijderd.
Neem deze paragraaf telkens door om een
stroomlijnpaneel te verwijderen of aan te
brengen.
DAU04462
Paneel A
Verwijderen van het paneel1. Schuif het slotplaatje open, steek de
sleutel in het slot en draai hem dan
een kwartslag rechtsom.
1. Paneel A
1. Paneel B
1. Afdekplaatje paneelslot
2. Ontgrendelen.
U5KRD1.book Page 5 Thursday, January 30, 2003 4:37 PM
Page 38 of 88
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-6
6
2. Laat de sleutel in het slot zitten, trek
het paneel aan de achterzijde naar
buiten en schuif het paneel dan naar
voren om het aan de voorzijde los te
maken.Aanbrengen van het paneel
1. Bevestig het paneel aan de voorzijde
en druk dan de achterzijde van het pa-
neel aan terwijl de sleutel nog in het
slot zit.
2. Draai de sleutel linksom naar de oor-
spronkelijke positie, neem hem uit en
sluit dan het slotplaatje.
DAU03185
Paneel B
Verwijderen van het paneel1. Verwijder de bout.1. Bout
U5KRD1.book Page 6 Thursday, January 30, 2003 4:37 PM
Page 39 of 88
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-7
6
2. Trek het paneel aan de achterzijde
naar buiten en schuif het paneel dan
naar voren om het aan de voorzijde
los te maken.Aanbrengen van het paneel
1. Bevestig het paneel aan de voorzijde
en druk dan de achterzijde van het pa-
neel aan.
2. Breng de bout aan.
U5KRD1.book Page 7 Thursday, January 30, 2003 4:37 PM
Page 40 of 88
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-8
6
DAU03329
Controleren van de bougies De bougies zijn belangrijke onderdelen van
de motor die gemakkelijk kunnen worden
gecontroleerd. Omdat door verhitting en
neerslag bougies altijd langzaam slijten,
moeten de bougies worden verwijderd en
gecontroleerd volgens de tijden genoemd
in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema. De conditie van de bougies
kan daarnaast veel duidelijk maken over de
conditie van de motor.
Een bougie verwijderen
1. Verwijder de bougiedop.2. Verwijder de bougie zoals weergege-
ven met behulp van de bougiesleutel
uit de boordgereedschapsset.Controleren van de bougies
1. Kijk of op elke bougie de porseleinen
isolator rond de centrale elektrode
licht tot gemiddeld bruin verkleurd is
(de ideale kleur als normaal met de
machine wordt gereden).
2. Controleer of alle bougies in de motor
dezelfde kleur hebben.
OPMERKING:_ De motor is misschien defect als een van
de bougies een duidelijk andere kleur heeft.
Probeer dergelijke problemen niet zelf vast
te stellen. Laat in plaats daarvan uw motor-
fiets nakijken door een Yamaha dealer. _3. Controleer bij elke bougie of de elek-
troden zijn afgesleten en let op over-
matige koolaanslag of andere
neerslag. Vervang als dat nodig is.
1. Bougiedop
1. Bougiesleutel
Voorgeschreven bougie:
CR6HSA (NGK) of
U20FSR-U (DENSO)
U5KRD1.book Page 8 Thursday, January 30, 2003 4:37 PM