YAMAHA XVS250 2002 Instructieboekje (in Dutch)

Page 51 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-19
6
DAU00685
Spaakwielen Let bij de voorgeschreven wielen op het
volgende voor een optimale prestatie, le-
vensduur en veilige werking van uw motor-
fiets.
Voor elke rit moeten de velgranden
worden gecontroleerd op scheurtjes,
verbuiging of kromheid en de spaken
op losheid. Laat ingeval van schade
het wiel door een Yamaha dealer ver-
vangen. Probeer het wiel nooit zelf te
repareren, hoe klein de reparatie ook
is. Vervang een wiel dat vervormd is of
haarscheurtjes vertoont.

Na het vervangen van een wiel of
band moet het wiel worden uitgeba-
lanceerd. Een niet uitgebalanceerd
wiel zal mogelijk slecht functioneren,
of kan een slechte wegligging en een
verkorte levensduur van de banden tot
gevolg hebben.

Rijd niet te snel direct na het verwisse-
len van een band. Het bandoppervlak
dient eerst te zijn ingereden voordat
het zijn optimale eigenschappen ver-
krijgt.
DAU00694
Afstellen van de vrije slag van de
koppelingshendel De vrije slag van de koppelingshendel moet
5–10 mm bedragen, zoals weergegeven.
Controleer de vrije slag van de koppe-
lingshendel regelmatig en stel zo nodig als
volgt af.
1. Draai de borgmoer bij de koppe-
lingshendel los.
2. Draai de stelbout richting
a voor meer
vrije slag van de koppelingshendel.
Draai de stelbout richting
b voor min-
der vrije slag van de koppelingshen-
del.3. Als de voorgeschreven vrije slag van
de koppelingshendel werd gehaald
zoals hierboven beschreven, zet dan
de borgmoer vast en sla de rest van
de afstelprocedure over; zo niet, ga
dan als volgt verder.
4. Draai de stelbout bij de koppe-
lingshendel richting
a om de koppe-
lingskabel losser te stellen.
5. Draai de borgmoer bij het carter los.
6. Draai de stelmoer richting
a voor
meer vrije slag van de koppelingshen-
del. Draai de stelmoer richting
b voor
minder vrije slag van de koppe-
lingshendel.
7. Draai de borgmoer bij de koppe-
lingshendel en op het carter vast.1. Borgmoer
2. Stelbout vrije slag koppelingshendel
c. Vrije slag van koppelingshendel
1. Borgmoer
2. Stelmoer vrije slag koppelingshendel
U5KRD1.book Page 19 Thursday, January 30, 2003 4:37 PM

Page 52 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-20
6
DAU00696
Afstellen van de vrije slag van de
remhendel De vrije slag van de remhendel dient 5–
8 mm te bedragen, zoals weergegeven.
Controleer de vrije slag van de remhendel
regelmatig en stel deze indien nodig als
volgt af.
1. Draai de borgmoer bij de remhendel
los.
2. Draai de stelbout richting
a voor meer
vrije slag van de remhendel. Draai de
stelbout richting
b voor minder vrije
slag van de remhendel.
3. Draai de borgmoer vast.
DW000099
WAARSCHUWING
_ 
Na het afstellen van de vrije slag
van de remhendel moet de vrije
slag worden gecontroleerd, om ze-
ker te zijn dat de rem naar behoren
werkt.

Een zacht of sponzig gevoel in de
remhendel kan betekenen dat er
lucht in het hydraulisch systeem
aanwezig is. Als er lucht in het hy-
draulisch systeem zit, moet het
systeem door een Yamaha dealer
worden ontlucht voordat de motor-
fiets wordt gebruikt. Lucht in het
hydraulisch systeem heeft een ne-
gatief effect op de remwerking,
waardoor u de macht over het stuur
zou kunnen verliezen met een on-
geluk als gevolg.
_
DAU03778
De stand en vrije slag van het
rempedaal afstellen
DW000104
WAARSCHUWING
_ Het is aan te raden deze afstellingen te
laten uitvoeren door een Yamaha dealer. _Stand van het rempedaal
De bovenzijde van het rempedaal moet op
een afstand van ca. 77 mm–staan vanaf de
bovenzijde van de voetsteun, zoals te zien
in de afbeelding. Controleer de stand van
het rempedaal regelmatig en stel zo nodig
als volgt af.
1. Borgmoer
2. Stelbout vrije slag remhendel
c. Vrije slag remhendel
1. Voetsteun
a. Afstand tussen rempedaal en voetsteun
b. Vrije slag rempedaal
U5KRD1.book Page 20 Thursday, January 30, 2003 4:37 PM

Page 53 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-21
6
1. Draai de borgmoer bij het rempedaal
los.
2. Draai voor een hogere rempedaal-
stand de stelbout richting
a. Draai
voor een lagere rempedaalstand de
stelbout richting
b.
3. Draai de borgmoer aan.
DWA00044
WAARSCHUWING
_ Eerst moet de rempedaalhoogte worden
afgesteld en daarna de vrije rempedaal-
slag. _
Vrije slag rempedaal
De vrije slag van het rempedaal moet 20–
30 mm–bedragen, gemeten bij het uiteinde
van het pedaal. Controleer de vrije slag van
het rempedaal regelmatig en stel zo nodig
als volgt af.
Draai voor meer vrije slag van het rempe-
daal de stelmoer op de rempedaalstang
richting
a. Draai voor minder vrije slag van
het rempedaal de stelmoer richting
b.
DW000106
WAARSCHUWING
_ 
Controleer altijd de vrije slag van
het rempedaal na het spannen van
de ketting of na het verwijderen en
monteren van het achterwiel.

Vraag een Yamaha dealer de afstel-
ling te doen als de juiste afstelling
niet haalbaar is volgens de be-
schreven werkwijze.

Controleer de werking van het rem-
licht na het afstellen van de vrije
rempedaalslag.
_
1. Stelbout rempedaalstand
2. Borgmoer
1. Stelmoer vrije slag rempedaal
U5KRD1.book Page 21 Thursday, January 30, 2003 4:37 PM

Page 54 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-22
6
DAU00713
Afstellen van de
remlichtschakelaar achterrem De remlichtschakelaar, die wordt geacti-
veerd door het rempedaal, is correct afge-
steld wanneer het remlicht gaat branden
vlak voordat de remwerking intreedt. Stel zo
nodig de remlichtschakelaar als volgt af.
Terwijl de stelmoer wordt gedraaid, moet de
remlichtschakelaar op zijn plaats worden
gehouden. Draai de stelmoer richting
a om
het remlicht eerder te laten branden. Draai
de stelmoer richting
b om het remlicht later
te laten branden.
DAU00720
Controleren van de
voorremblokken en de
achterremschoenen De remblokken van de voorremmen en de
remschoenen van de achterremmen die-
nen op de aangegeven tijden in het perio-
dieke smeer- en onderhoudsschema te
worden gecontroleerd op slijtage.
DAU00725
Remblokken voorrem
Elk voorremblok heeft een eigen slijtage-in-
dicatorgroef, zodat het remblok kan worden
gecontroleerd zonder de rem te demonte-
ren. Let op de slijtage-indicatorgroef om de
remblokslijtage te controleren. Wanneer
een remblok zover is afgesleten dat de slij-
tage-indicatorgroef vrijwel is verdwenen,
vraag dan een Yamaha dealer de remblok-
ken als set te vervangen.
1. Remlichtschakelaar achterrem
2. Stelmoer remlichtschakelaar achterrem
1. Slijtage-indicatorgroef remblokVoor
U5KRD1.book Page 22 Thursday, January 30, 2003 4:37 PM

Page 55 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-23
6
DAU00727
Remschoenen achterrem
De achterrem heeft een slijtage-indicator
zodat de remschoenslijtage kan worden ge-
controleerd zonder de rem te hoeven de-
monteren. Bekrachtig de rem en let op de
stand van de slijtage-indicator om de rem-
schoenslijtage te controleren. Wanneer een
remschoen zover is afgesleten dat de slijta-
ge-indicator bij de slijtagelimiet komt, vraag
dan een Yamaha dealer de remblokken als
set te vervangen.
DAU03294
Controleren van
remvloeistofniveau Bij een tekort aan remvloeistof kan lucht het
remsysteem binnendringen, waarna de
remwerking mogelijk minder effectief is.
Controleer alvorens te gaan rijden of de
remvloeistof boven de merkstreep voor mi-
nimumniveau staat en vul zo nodig bij. Een
laag remvloeistofniveau wijst mogelijk op
verregaande remblokslijtage en/of lekkage
in het remsysteem. Als het remvloeistofni-
veau laag is, controleer dan de remblokken
op slijtage en het remsysteem op lekkage.Neem de volgende voorzorgsmaatregelen:

Bij het controleren van het remvloei-
stofniveau moet het bovenvlak van het
remvloeistofreservoir horizontaal
staan.

Gebruik uitsluitend de voorgeschre-
ven kwaliteit remvloeistof, anders kun-
nen de rubber afdichtingen
verslechteren en zo lekkage en slech-
te remwerking teweegbrengen.

Vul bij met hetzelfde type remvloeistof.
Bij vermengen van verschillende ty-
pen remvloeistof kunnen schadelijke
chemische reacties optreden en kan
de remwerking verslechteren.

Pas op en zorg dat tijdens bijvullen
geen water het remvloeistofreservoir
kan binnendringen. Water zal het
kookpunt van de remvloeistof aan-
zienlijk verlagen zodat dampbelvor-
ming kan optreden.
1. Slijtagelimiet remschoen
2. Slijtage-indicator remschoenAchter
1. Merkstreep minimumniveau
Aanbevolen remvloeistof: DOT 4
U5KRD1.book Page 23 Thursday, January 30, 2003 4:37 PM

Page 56 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-24
6

Remvloeistof kan gelakte of kunststof
onderdelen aantasten. Veeg gemor-
ste remvloeistof steeds direct af.

Naarmate de remblokken afslijten, zal
het remvloeistofniveau geleidelijk ver-
der dalen. Vraag echter wel een
Yamaha dealer om een inspectie als
het remvloeistofniveau plotseling sterk
is gedaald.
DAU03985
Verversen van remvloeistof Vraag een Yamaha dealer de remvloeistof
te verversen volgens de intervalperioden
voorgeschreven onder OPMERKING in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
Laat bovendien de olie-afdichtingen van de
hoofdremcilinder, de remklauwen en de
remslang vervangen volgens de intervalpe-
rioden of wanneer ze lekken of zijn bescha-
digd.
Vloeistof-afdichtingen: Vervang elke
twee jaar.

Remslang: Vervang elke vier jaar.
DAU00744
Doorbuiging aandrijfketting De doorbuiging van de aandrijfketting moet
voorafgaand aan elke rit worden gecontro-
leerd en eventueel worden bijgesteld.
Aandrijfketting controleren op doorbui-
ging
1. Plaats de motorfiets op een vlakke on-
dergrond en houd hem verticaal.OPMERKING:_ Om de kettingdoorbuiging te controleren en
bij te stellen, moet de motorfiets rechtop
worden gehouden en mag deze geen ge-
wicht dragen. _
U5KRD1.book Page 24 Thursday, January 30, 2003 4:37 PM

Page 57 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-25
6
2. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand.
3. Draai het achterwiel door de motor-
fiets te duwen en vind zo het strakste
gedeelte in de aandrijfketting; meet nu
de doorbuiging van de ketting zoals af-
gebeeld.
4. Stel de doorbuiging van de ketting als
volgt bij als deze niet correct is.
DAU04486
Doorbuiging aandrijfketting bijstellen
1. Draai de stelmoer voor de vrije rempe-
daalslag los, draai de wielasmoer los
en draai ook de borgmoer los, aan bei-
de uiteinden van de swingarm.2. Draai om de aandrijfketting strakker te
stellen de stelmoer op beide uiteinden
van de swingarm in de richting
a.
Draai om de aandrijfketting losser te
stellen de stelmoer op beide uiteinden
van de swingarm in de richting
ben
druk vervolgens het achterwiel naar
voren.
OPMERKING:_ Gebruik voor een goede wieluitlijning de uit-
lijnmerktekens aan beide zijden van de
swingarm, om zeker te zijn dat beide stel-
moeren dezelfde positie hebben. _
a. Doorbuiging aandrijfketting
Doorbuiging aandrijfketting:
30–40 mm
1. Wielasmoer
2. Borgmoer
3. Stelmoer vrije slag rempedaal
1. Uitlijnmerktekens
2. Stelmoer van de doorbuiging aandrijfketting
3. Borgmoer
U5KRD1.book Page 25 Thursday, January 30, 2003 4:37 PM

Page 58 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-26
6
DC000096
LET OP:_ Een slecht gespannen aandrijfketting
overbelast de motor en andere vitale de-
len van de motorfiets, waardoor de ket-
ting kan slippen of breken. Om dit te
voorkomen moet de spanning van de
aandrijfketting binnen het voorgeschre-
ven bereik blijven. _3. Zet beide borgmoeren en de wielas-
moer vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment.
4. Stel de vrije slag van het rempedaal
af. (Zie pagina 6-21 voor afstelproce-
dures voor de vrije slag van het rem-
pedaal.)
DW000103
WAARSCHUWING
_ Controleer de werking van het remlicht
na het afstellen van de vrije rempedaal-
slag. _
DAU03006
Smeren van de aandrijfketting De aandrijfketting moet worden gereinigd
en gesmeerd volgens de intervalperioden
zoals voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema, anders zal
de ketting snel slijten, met name in vochtige
of stoffige gebieden. Onderhoud de ketting
als volgt.
DC000097
LET OP:_ De aandrijfketting moet worden ge-
smeerd nadat de motorfiets is gewassen
of ermee in de regen is gereden. _1. Reinig de aandrijfketting met petro-
leum en een zacht borsteltje.
DCA00053
LET OP:_ Om beschadiging van de o-ringen te
voorkomen, mag de aandrijfketting niet
worden gereinigd met een stoomreini-
ger of hogedrukreiniger of met niet-ge-
schikte ontvetters. _
2. Wrijf de aandrijfketting droog.
3. Smeer de aandrijfketting grondig met
speciale smering voor O-ring kettin-
gen.
DCA00052
LET OP:_ Gebruik geen motorolie of andere
smeermidelen voor de aandrijfketting,
deze bevatten mogelijk toevoegingen
die de o-ringen kunnen beschadigen. _
Aanhaalmomenten:
Borgmoer:
16 Nm (1,6 m·kgf)
Wielasmoer:
104 Nm (10,4 m·kgf)
U5KRD1.book Page 26 Thursday, January 30, 2003 4:37 PM

Page 59 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-27
6
DAU02962
Controleren en smeren van de
kabels De werking van alle bedieningskabels en
de conditie van de kabels moeten vóór ie-
dere rit worden gecontroleerd. De kabels
en de kabeleinden dienen zo nodig te wor-
den gesmeerd. Vraag een Yamaha dealer
een kabel te controleren of te vervangen
wanneer deze is beschadigd of niet soepel
beweegt.
DW000112
WAARSCHUWING
_ Bij een beschadiging van de buitenkabel
kan de kabelbediening verslechteren en
de binnenkabel gaan roesten. Vervang
een beschadigde kabel zo snel mogelijk
om onveilige condities te voorkomen. _
DAU04034
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabel De werking van de gasgreep hoort vooraf-
gaand aan elke rit te worden gecontroleerd.
Smeer of vervang ook de gaskabel volgens
de intervaltijden gespecificeerd in het perio-
diek onderhoudsschema.
Aanbevolen smeermiddel:
Motorolie
U5KRD1.book Page 27 Thursday, January 30, 2003 4:37 PM

Page 60 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-28
6
DAU03370
Controleren en smeren van rem-
en schakelpedalen De werking van het rem- en het schakelpe-
daal moet voorafgaand aan elke rit worden
gecontroleerd en de pedaalscharnierpun-
ten moeten zo nodig worden gesmeerd.
DAU03164
Controleren en smeren van de
rem- en koppelingshendel De werking van de rem- en de koppe-
lingshendel moet voorafgaand aan elke rit
worden gecontroleerd en de hendelschar-
nierpunten moeten zo nodig worden ge-
smeerd.
DAU03165
Controleren en smeren van de
zijstandaard De werking van de zijstandaard moet voor-
afgaand aan elke rit worden gecontroleerd
en het scharnierpunt en de metaal-op-me-
taal contactvlakken moeten zo nodig wor-
den gesmeerd.
DW000113
WAARSCHUWING
_ Als de zijstandaard niet soepel omhoog
en omlaag beweegt, vraag dan een
Yamaha dealer deze te controleren of te
repareren. _
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
(universeel vet)
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
(universeel vet)
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
(universeel vet)
U5KRD1.book Page 28 Thursday, January 30, 2003 4:37 PM

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 90 next >