YAMAHA XVS650A 2002 Instructieboekje (in Dutch)
Page 51 of 108
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-4
6
DAU03541
OPMERKING:_
Het luchtfilter dient vaker te worden gecontroleerd wanneer u in een extreem vochtige of stoffige omgeving rijdt.
Hydraulisch remsysteem
Controleer regelmatig het remvloeistofniveau en vul zo nodig bij.
Elke twee jaar moeten de inwendige onderdelen van de hoofdremcilinder en de remklauw worden vervangen en de remvloeistof
worden ververst.
De remslangen dienen elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze zijn gescheurd of beschadigd.
_22 OliefilterelementVervangen.√√√
23 CardanolieOlieniveau controleren en machine inspecteren op
olielekkage.√√ √
Verversen.√√√
24
*Remlichtschakelaars
voor- en achterremWerking controleren.√√√√√ √
25Bewegende delen en
kabelsSmeren.√√√√ √
26*Verlichting,
signaleringssysteem en
schakelaarsWerking controleren.
Richthoek koplamplichtbundel afstellen.√√√√√ √ NR. ONDERDEEL INSPECTIE- OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND (×1.000 km)
JAARLIJKSE
CONTROLE
1 10203040
U5SCD0.book Page 4 Thursday, June 7, 2001 11:34 AM
Page 52 of 108
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-5
6
DAU01122
Stroomlijnpanelen verwijderen
en aanbrengen Bij het uitvoeren van sommige onder-
houdswerkzaamheden beschreven in dit
hoofdstuk moeten de hierboven afgebeelde
stroomlijnpanelen worden verwijderd.
Neem deze paragraaf telkens door om een
stroomlijnpaneel te verwijderen of aan te
brengen.1. Paneel AXVS650
1. Paneel AXVS650A
1. Paneel B
U5SCD0.book Page 5 Thursday, June 7, 2001 11:34 AM
Page 53 of 108
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-6
6
DAU01573
Paneel A
Verwijderen van het paneelVerwijder de bouten en haal dan het paneel
los.
Aanbrengen van het paneelPlaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie en breng dan de bouten aan. 1. Bout (× 4)XVS650
1. Bout (× 4)XVS650A
U5SCD0.book Page 6 Thursday, June 7, 2001 11:34 AM
Page 54 of 108
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-7
6
DAU00491
Paneel B
Verwijderen van het paneelVerwijder de bout en trek het paneel los zo-
als getoond.Aanbrengen van het paneel
Plaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie en breng dan de bout aan.
DAU03329
Controleren van de bougies De bougies zijn belangrijke onderdelen van
de motor die gemakkelijk kunnen worden
gecontroleerd. Omdat door verhitting en
neerslag bougies altijd langzaam slijten,
moeten de bougies worden verwijderd en
gecontroleerd volgens de tijden genoemd
in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema. De conditie van de bougies
kan daarnaast veel duidelijk maken over de
conditie van de motor.
Een bougie verwijderen
1. Verwijder de bougiedop.
1. Bout
1. Bougiedop
U5SCD0.book Page 7 Thursday, June 7, 2001 11:34 AM
Page 55 of 108
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-8
6
2. Verwijder de bougie zoals weergege-
ven met behulp van de bougiesleutel
uit de boordgereedschapsset.
Controleren van de bougies
1. Kijk of op elke bougie de porseleinen
isolator rond de centrale elektrode
licht tot gemiddeld bruin verkleurd is
(de ideale kleur als normaal met de
machine wordt gereden).
2. Controleer of alle bougies in de motor
dezelfde kleur hebben.
OPMERKING:_ De motor is misschien defect als een van
de bougies een duidelijk andere kleur heeft.
Probeer dergelijke problemen niet zelf vast
te stellen. Laat in plaats daarvan uw motor-
fiets nakijken door een Yamaha dealer. _3. Controleer bij elke bougie of de elek-
troden zijn afgesleten en let op over-
matige koolaanslag of andere
neerslag. Vervang als dat nodig is.
Een bougie aanbrengen
1. Meet de elektrodenafstand met een
draadvoelmaat. Stel de afstand indien
nodig af volgens de specificatie.
2. Reinig het oppervlak van de bougie-
pakking en het pasvlak en verwijder
eventueel vuil uit de schroefdraad van
de bougie.
3. Breng de bougie aan met behulp van
de bougiesleutel en zet vast met het
correcte aanhaalmoment.
1. Bougiesleutel
Voorgeschreven bougie:
DPR7EA-9 (NGK) of
X22EPR-U9 (DENSO)
a. ElektrodenafstandElektrodenafstand:
0,8–0,9 mm
U5SCD0.book Page 8 Thursday, June 7, 2001 11:34 AM
Page 56 of 108
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-9
6
OPMERKING:_ Als er geen momentsleutel voorhanden is
om de bougie te monteren, is het aanhaal-
moment ongeveer correct als een kwart-
slag tot een halve slag–verder dan
handvast wordt aangedraaid. De bougie
moet echter zo snel mogelijk met het juiste
aanhaalmoment te worden aangedraaid. _4. Installeer de bougiedop.
DAU03835*
Motorolie en oliefilterelement Vóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en het oliefilterelement
worden vervangen volgens de intervalpe-
rioden vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
Controleren van het motorolieniveau.
1. Plaats de motorfiets op een vlakke on-
dergrond en houd hem verticaal.OPMERKING:_ Zorg dat de motorfiets rechtop staat wan-
neer u het olieniveau controleert. Wanneer
de motorfiets iets schuin staat, kan het olie-
niveau al foutief worden afgelezen. _2. Start de motor, laat een paar minuten
warmdraaien en zet hem dan uit.3. Wacht een paar minuten tot de olie tot
rust is gekomen en controleer dan het
olieniveau via het kijkglas linksonder
in het carter.
OPMERKING:_ Het motorolieniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveau
staan. _4. Als de motorolie beneden de merk-
streep voor minimumniveau staat, vul
dan voldoende olie, van de aanbevo-
len soort, bij tot het correcte niveau. Aanhaalmoment:
Bougie:
18 Nm (1,8 m·kgf)1. Kijkglas motorolieniveau
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
4. Vuldop motorolieLinkerzijde
U5SCD0.book Page 9 Thursday, June 7, 2001 11:34 AM
Page 57 of 108
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-10
6
Om de motorolie te verversen (met of
zonder vervanging oliefilterelement)
1. Start de motor, laat een paar minuten
warmdraaien en zet hem dan uit.
2. Zet een oliecarter onder de motor om
de gebruikte olie op te vangen.
3. Verwijder de olievuldop en de aftap-
plug om de olie uit het carter te laten
stromen.
OPMERKING:_ Sla de stappen 4–7 over als het oliefilterele-
ment niet wordt vervangen. _4. Verwijder het buitenste en binnenste
oliefilterdeksel door de bouten te ver-
wijderen.
1. Aftapplug motorolie
2. Oliecarter
1. Buitenste oliefilterdeksel
2. Bout (× 3)Rechterzijde
1. Binnenste oliefilterdeksel
2. Bout (× 5)
U5SCD0.book Page 10 Thursday, June 7, 2001 11:34 AM
Page 58 of 108
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-11
6
5. Verwijder het oliefilterelement en de o-
ring.
6. Breng een nieuw oliefilterelement aan
en de o-ring.
7. Breng de oliefilterdeksels aan door de
bouten te monteren.
8. Breng de olieaftapplug aan en zet
deze dan vast met het voorgeschre-
ven aanhaalmoment.9. Vul de voorgeschreven hoeveelheid
en aanbevolen soort motorolie bij en
breng dan de olievuldop aan en zet
deze vast.
DC000072*
LET OP:_
Om het slippen van de koppeling te
voorkomen (de motorolie dient im-
mers ook voor smering van de kop-
peling) mogen geen chemische
additieven aan de olie worden toe-
gevoegd of oliën worden gebruikt
met een kwaliteitsaanduiding van
“CD” of hoger. Gebruik ook geen
oliën met een “ENERGY CONSER-
VING II” of hogere aanduiding.
Zorg dat er geen verontreinigingen
in het carter terecht komen.
_10. Start de motor, laat hem een paar mi-
nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.
11. Zet de motor af, controleer dan het
olieniveau en corrigeer zo nodig.
1. Oliefilterelement
2. O-ringAanhaalmoment:
Aftapplug motorolie:
43 Nm (4,3 m·kgf)
Aanbevolen motorolie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelheid:
Zonder vervanging van
oliefilterelement:
2,6 L
Met vervanging van oliefilterelement:
2,8 L
Totale hoeveelheid (droge motor):
3,2 L
U5SCD0.book Page 11 Thursday, June 7, 2001 11:34 AM
Page 59 of 108
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-12
6
DAU04083
Cardanolie Vóór elke rit moet het cardanhuis worden
gecontroleerd op olielekkage. Laat de mo-
torfiets controleren en repareren door een
Yamaha dealer als er lekkage wordt aange-
troffen. Controleer verder als volgt het ni-
veau van de cardanolie en ververs de olie
volgens de intervaltijden vermeld in het pe-
riodieke smeer- en onderhoudsschema.
DW000066
WAARSCHUWING
_
Zorg ervoor dat geen verontreini-
gingen het cardanhuis kunnen bin-
nendringen.
Zorg ervoor dat geen olie op de
banden of wielen terecht komt.
_Controleren van het olieniveau in het
cardanhuis
1. Plaats de motorfiets op een vlakke on-
dergrond en houd hem verticaal.
OPMERKING:_
Het olieniveau in het cardanhuis moet
worden gecontroleerd terwijl de motor
koud is.
Zorg dat de motorfiets rechtop staat bij
het controleren van het motorolieni-
veau. Wanneer de motorfiets iets
schuin staat, kan het koelvloeistofni-
veau al foutief worden afgelezen.
_2. Verwijder de olievulplug en controleer
het olieniveau in het cardanhuis.
OPMERKING:_ Het olieniveau moet bij de rand van de vulo-
pening staan. _3. Als de olie onder de rand van de vulo-
pening staat, vul dan genoeg olie van
de aanbevolen soort bij tot het correc-
te niveau.
Verversen van de cardanolie
1. Plaats een oliecarter onder het car-
danhuis om de gebruikte olie op te
vangen.
2. Verwijder de olievulplug en de aftap-
plug om de olie uit het cardanhuis af te
tappen.
3. Breng de olieaftapplug voor het car-
danhuis aan en zet hem vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
4. Vul de aanbevolen cardanolie bij tot
aan de rand van de vulopening.
1. Aftapplug cardanolie
2. Vulplug cardanolie
3. Correct olieniveau
Aanhaalmoment:
Aftapplug cardanolie:
23 Nm (2,3 m·kgf)
U5SCD0.book Page 12 Thursday, June 7, 2001 11:34 AM
Page 60 of 108
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-13
6
OPMERKING:_ GL4 is een kwaliteitsaanduiding. Een car-
danolie met de aanduiding GL5 of GL6 mag
ook worden gebruikt. _5. Breng de vulplug aan en zet hem vast.
6. Controleer het cardanhuis op olielek-
kage. Zoek ingeval van lekkage naar
de oorzaak.
DAU00586*
Reinigen van het
luchtfilterelement Het luchtfilterelement moet worden gerei-
nigd volgens de intervalperioden vermeld in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. Reinig het luchtfilterelement vaker als u
in zeer stoffige of vochtige gebieden rijdt.
1. Verwijder het luchtfilterdeksel door de
schroeven te verwijderen.
2. Trek het luchtfilterelement los.3. Geef een paar tikjes tegen het luchtfil-
terelement om het meeste stof en vuil
te verwijderen en blaas dan het nog
achtergebleven vuil weg met perslucht
zoals afgebeeld. Vervang het luchtfil-
terelement als dit beschadigd is. Aanbevolen cardanolie:
SAE 80 cardanolie (API GL4)
of multi-grade SAE 80W-90
cardanolie
Oliehoeveelheid:
0,19 L1. Luchtfilterdeksel
2. Schroef (× 3)
1. Luchtfilterelement
U5SCD0.book Page 13 Thursday, June 7, 2001 11:34 AM