YAMAHA YBR125 2008 Instructieboekje (in Dutch)

Page 11 of 82

VEILIGHEIDSINFORMATIE
1-4
1

Start de motor nooit in een afgesloten
ruimte en laat hem dan niet draaien.
De uitlaatgassen zijn giftig en kunnen
al heel snel bewusteloosheid of dode-
lijk letsel veroorzaken. Start de motor
alleen in de open lucht of in een ruimte
die voldoende ventilatie heeft.

Zet de motor altijd uit voordat u de mo-
torfiets onbeheerd achterlaat en neem
de sleutel uit het contactslot. Let op het
volgende als u de motor gaat parke-
ren:
 De motor en het uitlaatsysteem kun-
nen heet zijn, parkeer de motorfiets
daarom op een plek waar voetgan-
gers en kinderen hier geen last van
hebben.
 Parkeer de motor niet op een helling
of op een zachte ondergrond, om
omvallen te voorkomen.
 Parkeer de motor niet nabij een
brandend toestel (bijv. een petro-
leumkachel) of bij open vuur, hij zou
zo vlam kunnen vatten.

Als u de motor in een ander voertuig
vervoert, zorg dan dat deze rechtop
staat. Als de motor schuin staat, kan er
benzine uit de brandstoftank stromen.

Roep onmiddellijk medische hulp in
als u benzine heeft ingeslikt, veel ben-
zinedamp heeft ingeademd of benzinein uw ogen is terechtgekomen. Morst u
benzine op uw huid of kleding, spoel
de bewuste plek dan direct met zeep-
water en trek andere kleding aan.
U27SD0D0.book Page 4 Thursday, February 21, 2008 11:34 AM

Page 12 of 82

BESCHRIJVING
2-1
2
DAU10410
Aanzicht linkerzijde
1
7
6
5
2,3,4
1. Koplamp (pagina 6-28)
2. Zekering (pagina 6-27)
3. Accu (pagina 6-26)
4. Boordgereedschapsset (pagina 6-1)
5. Stelring voor veervoorspanning schokdemperunit (pagina 3-8)
6. Olieaftapplug (pagina 6-9)
7. Schakelpedaal (pagina 3-5)U27SD0D0.book Page 1 Thursday, February 21, 2008 11:34 AM

Page 13 of 82

BESCHRIJVING
2-2
2
DAU10420
Aanzicht rechterzijde
1
6
5
4
3
2
1. Bagagedrager (pagina 3-9)
2. Luchtfilterelement (pagina 6-10)
3. Olievuldop (pagina 6-9)
4. Rempedaal (pagina 3-6)
5. Kickstarter (pagina 3-8)
6. Stelring voor veervoorspanning schokdemperunit (pagina 3-8)
U27SD0D0.book Page 2 Thursday, February 21, 2008 11:34 AM

Page 14 of 82

BESCHRIJVING
2-3
2
DAU10430
Bedieningen en instrumenten
1
7
8
9
10
2
3
4
6
5
1. Koppelingshendel (pagina 3-5)
2. Schakelaargroep linkerstuurzijde (pagina 3-4)
3. Contactslot/stuurslot (pagina 3-1)
4. Snelheidsmeter (pagina 3-2)
5. Brandstofniveaumeter (pagina 3-3)
6. Toerenteller (pagina 3-3)
7. Schakelaar rechterstuurzijde (pagina 3-4)
8. Remhendel (pagina 3-5)9. Gasgreep (pagina 6-12)
10.Tankdop (pagina 3-6)U27SD0D0.book Page 3 Thursday, February 21, 2008 11:34 AM

Page 15 of 82

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-1
3
DAU10460
Contactslot/stuurslot Via het contactslot/stuurslot worden het ont-
stekingssysteem en de verlichtingssyste-
men bediend en wordt het stuur
vergrendeld. De diverse standen worden
hierna beschreven.
DAU33590
ON
Alle elektrische circuits worden voorzien
van stroom; de instrumentenverlichting, het
achterlicht en het parkeerlicht gaan bran-
den en de motor kan worden gestart. De
sleutel kan niet worden uitgenomen.OPMERKING:De koplamp gaat automatisch branden als
de motor wordt gestart en blijft aan totdat de
sleutel naar “OFF” wordt gedraaid, zelfs alsde motor afslaat.
DAU10660
OFF
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
DAU43140
LOCK
Het stuur is vergrendeld en alle elektrische
systemen zijn uitgeschakeld. De sleutel kan
worden uitgenomen.
Om het stuur te vergrendelen1. Draai het stuur helemaal naar links.
2. Druk de sleutel in de stand “OFF” in en
draai deze dan naar “LOCK”. Houd de
sleutel hierbij ingedrukt.
3. Neem de sleutel uit.Om het stuur te ontgrendelen
Steek de sleutel in het contactslot en draai
deze naar “OFF”.
WAARSCHUWING
DWA10060
Draai de contactsleutel nooit naar “OFF”
of naar “LOCK” terwijl de machine rijdt;
elektrische systemen worden dan afge-
schakeld en mogelijk zult u zo de macht
over het stuur verliezen of een ongeval
veroorzaken. Zorg altijd dat de machine
stilstaat voordat u de sleutel naar “OFF”of naar “LOCK” draait.
1. Drukken.
2. Draaien.
1. Draaien.
U27SD0D0.book Page 1 Thursday, February 21, 2008 11:34 AM

Page 16 of 82

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-2
3
DAU11003
Controle- en waarschuwings-
lampjes
DAU11020
Controlelampje
richtingaanwijzers “ ”
Dit controlelampje knippert terwijl de scha-
kelaar voor richtingaanwijzers naar de lin-
ker- of rechterstand is gedrukt.
DAU11060
Vrijstandcontrolelampje “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de versnel-
lingsbak in de vrijstand staat.
DAU11080
Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de koplamp
is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU45740
Waarschuwingslampje
motorstoring “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden of
knippert wanneer een elektrisch circuit dat
de motorwerking controleert defect is.
Vraag in dat geval een Yamaha dealer het
zelfdiagnosesysteem te controleren. (Zie
pagina 3-3 voor uitleg over de werking van
het zelfdiagnosesysteem.)
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Als het waarschu-
wingslampje niet een paar seconden lang
oplicht en dan dooft, vraag dan een
Yamaha dealer om het elektrisch circuit te
testen.
DAU11630
Snelheidsmeterunit De snelheidsmeterunit is voorzien van een
snelheidsmeter, een kilometerteller en een
ritteller. De snelheidsmeter toont de actuele
rijsnelheid. De kilometerteller toont de totale
afgelegde afstand. De ritteller toont de af-
stand afgelegd sinds de teller het laatst via
de terugstelknop werd teruggesteld op nul.
De ritteller kan worden gebruikt om de af-
stand te schatten die met een volle brand-
stoftank kan worden afgelegd. Deze
informatie stelt u in staat de volgende tank-
stops te plannen.
1. Controlelampje richtingaanwijzers “ ”
2. Vrijstandcontrolelampje “ ”
3. Controlelampje grootlicht “ ”
4. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
1
2
3
4
1. Snelheidsmeter
2. Kilometerteller
3. Ritteller
4. Terugstelknop tripmeter
14
32
U27SD0D0.book Page 2 Thursday, February 21, 2008 11:34 AM

Page 17 of 82

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-3
3
DAU11851
Toerenteller Met de elektrische toerenteller kan de mo-
torrijder het motortoerental controleren en
dit binnen het ideale bereik houden.LET OP:
DCA10031
Laat de motor niet draaien terwijl de toe-
renteller in de rode zone wijst.Rode zone: 10000 tpm en hoger
DAU12090
Zelfdiagnosesysteem Dit model is uitgerust met een zelfdiagnose-
systeem voor diverse elektrische circuits.
Wanneer in een van deze circuits een sto-
ring optreedt, gaat het waarschuwings-
lampje voor motorstoring branden of
knipperen. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer de machine te controleren.LET OP:
DCA11170
Neem als dit gebeurt direct contact op
met een Yamaha dealer, om mogelijkemotorschade te voorkomen.
DAU37052
Brandstofniveaumeter De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
naald beweegt naar “E” (leeg) naarmate het
brandstofniveau daalt. Wanneer de aan-
wijsnaald bij de rode zone staat, is er nog
ca. 3.0 L (0.79 US gal, 0.66 Imp.gal) in de
tank aanwezig. Vul in dat geval zo snel mo-
gelijk brandstof bij.OPMERKING:De contactsleutel moet naar “ON” gedraaid
zijn om ervoor te zorgen dat de brandstofni-
veaumeter een nauwkeurige aflezing vanhet brandstofniveau geeft.
1. Toerenteller
2. Rode zone toerenteller
1
2
1. Brandstofniveaumeter
2. Rode zone
12
U27SD0D0.book Page 3 Thursday, February 21, 2008 11:34 AM

Page 18 of 82

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-4
3
DAU12347
Stuurschakelaars Links
Rechts
DAU12400
Dimlichtschakelaar“/”
Zet deze schakelaar op “ ” voor grootlicht
en op “ ” voor dimlicht.
DAU12460
Richtingaanwijzerschakelaar“/”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de richtin-
gaanwijzers uit te schakelen wordt de scha-
kelaar ingedrukt nadat hij is teruggekeerd in
de middenstand.
DAU12500
Claxonschakelaar“”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU12710
Startknop“”
Druk deze knop in om via de startmotor de
motor rond te draaien.LET OP:
DCA10050
Zie pagina 5-1 voor startinstructies voor-dat u de motor start.
DAU41700
Het waarschuwingslampje voor motorsto-
ring gaat branden als de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid en de startknop wordt inge-
drukt. Dit wijst echter niet op een storing.
1. Dimlichtschakelaar “ / ”
2. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
3. Claxonschakelaar “ ”
1. Startknop “ ”U27SD0D0.book Page 4 Thursday, February 21, 2008 11:34 AM

Page 19 of 82

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
3
DAU12820
Koppelingshendel De koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de koppeling te ontkoppelen.
Laat de hendel los om de koppeling te laten
aangrijpen. Voor een soepele werking van
de koppeling moet de hendel snel ingetrok-
ken worden en langzaam worden losgela-
ten.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-10.)
DAU12870
Schakelpedaal Het schakelpedaal bevindt zich aan de lin-
kerzijde van de motor en wordt in combina-
tie met de koppelingshendel gebruikt bij het
schakelen van de versnellingen van de 5-
traps constant-mesh versnellingsbak op
deze motorfiets.
DAU12890
Remhendel De remhendel bevindt zich aan de rechter-
stuurgreep. Trek de hendel naar het stuur
toe om de voorrem te bekrachtigen.
1. Koppelingshendel
1. Schakelpedaal
1
1. Remhendel
1
U27SD0D0.book Page 5 Thursday, February 21, 2008 11:34 AM

Page 20 of 82

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
3
DAU12941
Rempedaal Het rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-
daal om de achterrem te bekrachtigen.
DAU13001
Tankdop Verwijderen van de tankdop
Steek de sleutel in het slot en draai een
kwartslag rechtsom. Het slot wordt ontgren-
deld en de tankdop kan worden verwijderd.
Aanbrengen van de tankdop
1. Druk de tankdop in positie met de sleu-
tel in het slot.
2. Draai de sleutel linksom naar de oor-
spronkelijke positie en neem hem dan
uit.
OPMERKING:De tankdop kan alleen worden aangebracht
met de sleutel in het slot. Bovendien kan de
sleutel niet worden uitgenomen als de
tankdop niet correct aangebracht en ver-grendeld is.
WAARSCHUWING
DWA11140
Controleer voor u gaat rijden of detankdop correct is aangebracht.
1. Rempedaal
1
1. Tankdop
2. Ontgrendelen.
12
U27SD0D0.book Page 6 Thursday, February 21, 2008 11:34 AM

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 ... 90 next >