stop start YAMAHA YZF-R1 2000 Instructieboekje (in Dutch)

Page 17 of 115

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN SCHAKELAARS
3-2
3
DAU01574
(Parkeren)
Het stuur is vergrendeld en de achterlichten
en parkeerlichten branden, maar alle overi-
ge elektrische systemen zijn uitgeschakeld.
De sleutel kan worden uitgenomen.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de sleu-
tel naar “ ” te kunnen draaien.
DCA00043
LET OP:@ Gebruik de parkeerstand niet gedurende
langere tijd, anders kan de accu ontla-
den raken. @
DAU00056
Controlelampjes
DAU00061
Controlelampje “ ” voor vrijstand
Dit controlelampje brandt terwijl de versnel-
lingsbak in de vrijstand staat.
DAU00063
Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje gaat branden wanneer
het grootlicht van de koplamp is ingescha-
keld.
DAU00057
Controlelampje “ ” richtingaanwij-
zers
Dit controlelampje knippert terwijl de scha-
kelaar voor richtingaanwijzers naar de lin-
ker- of rechterstand is gedrukt.
DAU01666
Waarschuwingslampje “ ” voor
brandstofniveau
Dit waarschuwingslampje gaat branden zo-
dra het brandstofniveau daalt tot beneden
ca. 3,8 L. Vul in dat geval zo snel mogelijk
brandstof bij.
Het elektrisch circuit van het waarschu-
wingslampje kan worden gecontroleerd vol-
gens de procedure.
1. Zet de noodstopschakelaar in “ ”
en draai de sleutel naar “ON”.
2. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand of trek de koppelingshendel
aan.
3. Druk op de startknop. Als het waar-
schuwingslampje niet gaat branden
terwijl de startknop wordt ingedrukt,
vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen.
1. Controlelampje “ ” voor vrijstand
2. Controlelampje grootlicht “ ”
3. Controlelampje “ ” richtingaanwijzers
4. Waarschuwingslampje “ ” voor brandstofni-
veau
5. Waarschuwingslampje “ ” voor olieniveau
D_5jj_Functions.fm Page 2 Wednesday, February 2, 2000 3:24 PM

Page 18 of 115

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN SCHAKELAARS
3-3
3
DAU03155
Waarschuwingslampje “ ” voor olie-
niveau
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
het motorolieniveau laag is.
Het elektrisch circuit van het waarschu-
wingslampje kan via de volgende procedu-
re worden getest.
1. Zet de noodstopschakelaar in “ ”
en draai de sleutel naar “ON”.
2. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand of trek de koppelingshendel
aan.3. Druk op de startknop. Als het waar-
schuwingslampje niet gaat branden
terwijl de startknop wordt ingedrukt,
vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen.
OPMERKING:@ l
Bij een voldoende hoog olieniveau
kan het waarschuwingslampje soms
toch knipperen bij rijden op een helling
of bij plotseling afremmen of optrek-
ken, er is dan echter geen sprake van
een storing.
l
Dit model is uitgerust met een zelfdia-
gnosesysteem voor het circuit van het
waarschuwingslampje olieniveau. (Zie
pagina 3-8 voor uitleg over de werking
van het zelfdiagnosesysteem.)
@
DAU03156
Controlelampje koelvloeistoftempera-
tuur “ ”
Dit controlelampje gaat branden als de mo-
tor oververhit raakt. Zet in zo’n geval de mo-
tor onmiddellijk af en geef deze de tijd om af
te koelen.
Het elektrisch circuit van het waarschu-
wingslampje kan via de volgende procedu-
re worden getest.
1. Zet de noodstopschakelaar in “ ”
en draai de sleutel naar “ON”.
2. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand of trek de koppelingshendel
aan.
1. Controlelampje “ ” voor vrijstand
2. Controlelampje grootlicht “ ”
3. Controlelampje “ ” richtingaanwijzers
4. Waarschuwingslampje “ ” voor brandstofni-
veau
5. Waarschuwingslampje “ ” voor olieniveau
1. Temperatuurmeter koelvloeistof
2. Controlelampje koelvloeistoftemperatuur
“”
D_5jj_Functions.fm Page 3 Wednesday, February 2, 2000 3:24 PM

Page 24 of 115

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN SCHAKELAARS
3-9
3
DAU00118
Stuurschakelaars
DAU00120
Lichtsignaalschakelaar “PASS”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.
DAU00121
Dimlichtschakelaar
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
DAU00127
Richtingaanwijzerschakelaar
Druk deze schakelaar naar “ ” om af-
slaan naar rechts aan te geven. Druk deze
schakelaar naar “ ” om afslaan naar
links aan te geven. Na loslaten keert de
schakelaar terug naar de middenstand. Om
de richtingaanwijzers uit te schakelen wordt
de schakelaar ingedrukt nadat hij is terug-
gekeerd in de middenstand.
DAU00129
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU00138
Noodstopschakelaar
Zet deze schakelaar op “ ” om in een
noodgeval de motor direct uit te schakelen,
zoals wanneer de machine omslaat of als
de gaskabel blijft hangen.
DAU01238
Lichtschakelaar
Zet deze schakelaar in de stand “ ”
om de parkeerlichten, de instrumentenver-
lichting en de achterlichten in te schakelen.
Zet de schakelaar in de stand “ ” om ook
de koplamp in te schakelen.
1. Lichtsignaalschakelaar “PASS”
2. Dimlichtschakelaar
3. Richtingaanwijzerschakelaar
4. Claxonschakelaar “ ”
1. Noodstopschakelaar
2. Lichtschakelaar
3. Startknop “ ”
D_5jj_Functions.fm Page 9 Wednesday, February 2, 2000 3:24 PM

Page 28 of 115

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN SCHAKELAARS
3-13
3
DAU02955
Tankbeluchtingsslang Alvorens de motorfiets te gebruiken:l
Controleer de aansluiting van de tank-
beluchtingsslang.
l
Controleer de tankbeluchtingsslang
op scheuren of beschadiging en ver-
vang zo nodig.
l
Controleer of het uiteinde van de tank-
beluchtingsslang niet verstopt is en
reinig die zo nodig.
DAU02976
Chokehendel Voor het starten van een koude motor is
een rijker lucht/brandstof mengsel nodig;
via de startcarburateur (choke) wordt dit
mengsel geleverd.
Beweeg de hendel in de richting
a om de
startcarburateur (choke) aan te zetten.
Beweeg de hendel in de richting
b om de
startcarburateur (choke) uit te zetten.
1. Tankbeluchtingsslang
1. Chokehendel
D_5jj_Functions.fm Page 13 Wednesday, February 2, 2000 3:24 PM

Page 39 of 115

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN SCHAKELAARS
3-24
3
CD-01D
Terwijl de motor uit staat:
1. Klap de zijstandaard omlaag.
2. Zorg dat de motorstopschakelaar op “ ” staat.
3. Draai de contactsleutel naar “ON”.
4. Zet de versnelling in z’n vrij.
5. Druk op de startschakelaar.
Start de motor?
Er kan iets mis zijn met de vrijloopschakelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat deze is
gecontroleerd door een Yamaha dealer.
Terwijl de motor nog loopt:
6. Klap de zijstandaard omhoog.
7. Trek de koppelingshendel in.
8. Schakel naar de eerste versnelling.
9. Klap de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?Nadat de motor is afgeslagen:
10. Klap de zijstandaard omhoog.
11. Trek de koppelingshendel in.
12. Druk op de startschakelaar.
Start de motor?
Er kan iets mis zijn met de
zijstandaardschakelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat deze is
gecontroleerd door een Yamaha dealer.Er kan iets mis zijn met de
koppelingsschakelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat deze is
gecontroleerd door een Yamaha dealer.OPMERKING:Deze controle werkt het best wanneer de motor
al is opgewarmd.
JA NEE
Alles is in orde.
U kunt met de motorfiets gaan rijden.
JA NEEJA NEE
D_5jj_Functions.fm Page 24 Wednesday, February 2, 2000 3:24 PM

Page 46 of 115

5-1
5
DAU00372
5-GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
DAU00373
WAARSCHUWING
@ l
Zorg dat u volkomen vertrouwd
bent met alle bedieningsfuncties en
hun werking voordat u gaat rijden.
Informeer bij een Yamaha dealer als
u de werking van een schakelaar of
functie niet volkomen begrijpt.
l
Start de motor nooit in een afgeslo-
ten ruimte en laat deze hierin ook
niet lange tijd aaneen draaien. Uit-
laatgassen zijn giftig en het inade-
men ervan kan al binnen korte tijd
leiden tot bewusteloosheid en do-
delijk letsel. Controleer altijd of er
voldoende ventilatie is.
l
Controleer of de zijstandaard is in-
getrokken alvorens weg te rijden.
Als de zijstandaard niet behoorlijk
is ingetrokken kan deze de grond
raken en zo de motorrijder afleiden,
waardoor de machine mogelijk on-
bestuurbaar wordt.
@
DAU03160
Starten van een koude motor Het startspersysteem staat starten alleen
toe als aan een van de volgende voorwaar-
den is voldaan:l
De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
l
De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is aangetrokken en de
zijstandaard is ingetrokken.
DW000054
WAARSCHUWING
@ l
Controleer alvorens de motor te
starten de werking van het starts-
persysteem en hanteer daarbij de
werkwijze beschreven op pagina
3-24.
l
Ga nooit rijden terwijl de zijstan-
daard omlaag staat.
@1. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de noodstopschakelaar
op “ ” is gezet.
DC000035
LET OP:@ Als het controlelampje voor brandstofni-
veau gaat branden, controleer dan het
brandstofniveau en vul zo nodig zo
spoedig mogelijk bij. @2. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand.OPMERKING:@ Als de versnellingsbak in de vrijstand staat,
moet het vrijstandcontrolelampje branden;
zo niet, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen. @3. Zet de startcarburateur (choke) aan
en draai de gasgreep helemaal dicht.
(Zie pagina 3-13 voor de bediening
van de startcarburateur (choke).
4. Start de motor door de startknop in te
drukken.
D_5jj_Operation.fm Page 1 Wednesday, February 2, 2000 3:26 PM

Page 49 of 115

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-4
5
DAU02937
Aanbevolen schakelpunten
(alleen voor Zwitserland) De aanbevolen schakelpunten tijdens ac-
celereren staan vermeld in de tabel hierna.CF-02DOPMERKING:@ Wanneer twee versnellingen tegelijk wordt
teruggeschakeld, moet in gelijke mate snel-
heid worden geminderd (bijvoorbeeld min-
deren tot 35 km/u bij terugschakelen van de
5e naar de 3e versnelling). @
DAU00424
Tips voor een zuinig
brandstofverbruik Het brandstofverbruik is vooral afhankelijk
van uw rijstijl. Probeer de volgende tips om
het brandstofverbruik te verlagen:l
Laat de motor goed warmdraaien.
l
Zet de startcarburateur (choke) zo
snel mogelijk uit.
l
Schakel snel en soepel door en ver-
mijd hoge toerentallen terwijl u accele-
reert.
l
Laat de motor niet razen terwijl u te-
rugschakelt en voorkom dat de motor
onbelast met een hoog toerental
draait.
l
Laat de motor niet langdurig stationair
draaien maar zet hem af (bijvoorbeeld
in files, bij stoplichten of bij spoorweg-
overgangen).
DAU01128
Inrijden van de motor De periode tussen 0 en 1.600 km is de be-
langrijkste periode in de levensduur van uw
motor. Daarom dient u de volgende infor-
matie zorgvuldig te lezen.
Omdat de motor splinternieuw is dient u
deze tijdens de eerste 1.600 km niet over-
matig te belasten. De verschillende onder-
delen van de motor slijten en polijsten
zichzelf totdat de juiste bedrijfsspelingen
zijn bereikt. Vermijd tijdens deze periode
langdurige volgasbediening en andere ma-
noeuvres die tot oververhitting van de mo-
tor kunnen leiden.
Aanbevolen snelheid
(km/u)
1-ste®
2-de
2-de®
3-de
3-de®
4-de
4-de®
5-de
5-de®
6-de20
30
40
50
60
D_5jj_Operation.fm Page 4 Wednesday, February 2, 2000 3:26 PM

Page 95 of 115

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-44
6
Oververhitte motor
DW000070
WAARSCHUWING
@ l
Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete vloeistof en
stoom kan naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is afgekoeld.
l
Breng na verwijderen van de borgbout voor de koelvloeistofradiatorvuldop een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek,
aan over de koelvloeistofradiatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen de aanslag zodat de nog aanwezige
druk kan ontsnappen. Druk de dop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze linksom en verwijder de dop.
@OPMERKING:@ Indien geen koelvloeistof aanwezig is, kan in plaats hiervan tijdelijk kraanwater worden gebruikt, mits het water zo snel mogelijk door koel-
vloeistof wordt vervangen. @Wacht totdat de
motor is afgekoeld.
Controleer het koelvloeistofpeil in
de expansietank en de radiateur.
Koelvloeistofpeil in orde.Te weinig koelvloeistof:
Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Laat een Yamaha dealer het koelsysteem
controleren en zonodig repareren.Koelvloeistof bijvullen.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Als de motor weer oververhit raakt, laat dan een
Yamaha dealer het koelsysteem controleren en zonodig repareren.
Lekkage
geconstateerd.Geen lekkage
te vinden.
D_5jj_Periodic.fm Page 44 Wednesday, February 2, 2000 3:26 PM

Page 113 of 115

INDEX
Sleutelidentificatie, nummer ..................... 9-1
Snelheidsmeterunit .................................. 3-6
Specificaties ............................................ 8-1
Stalling.................................................... 7-4
Startspersysteem................................... 3-23
Stationair toerental, afstellen van het .... 6-17
Storingzoeken ....................................... 6-42
Storingzoekschema’s ............................ 6-43
Stroomlijn- en framepanelen,
verwijderen en aanbrengen ................... 6-5
Stuurschakelaars..................................... 3-9
Claxonschakelaar............................... 3-9
Dimlichtschakelaar ............................. 3-9
Lichtschakelaar .................................. 3-9
Lichtsignaalschakelaar ....................... 3-9
Noodstopschakelaar .......................... 3-9
Richtingaanwijzerschakelaar .............. 3-9
Startknop ......................................... 3-10
Stuursysteem, controle van................... 6-32TTankbeluchtingsslang ............................ 3-13
Toerenteller ............................................. 3-7VVerzorging ............................................... 7-1
Voertuigidentificatienummer .................... 9-1
Voor- en achterremblokken,
controleren van ................................... 6-24
Voorvork, afstellen van de ..................... 3-16
Voorvork, controleren van de ................. 6-31
Voorwiel ................................................ 6-39
Aanbrengen ..................................... 6-40
Verwijderen ...................................... 6-39
Vrije slag van de gaskabel,
afstellen van de .................................. 6-18WWielen ................................................... 6-22
Wiellagers, controleren van ................... 6-32ZZadels ................................................... 3-14
Zekeringen, vervangen ......................... 6-34
Zelfdiagnosesystemen ............................ 3-7
Zijstandaard .......................................... 3-23
Zijstandaard, controleren en smeren ..... 6-30
D_5jjIX.fm Page 2 Wednesday, February 2, 2000 3:29 PM